Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent leges Legesverordening 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent leges Legesverordening 2017
CiteertitelLegesverordening 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Legesverordening 2018.

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2016.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 lid 1 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201731-12-2017nieuwe regeling

22-12-2016

Gemeenteblad 2016,1231

T16.14315/BR1600152

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2017

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening inclusief de tarieventabel verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van dag n in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van dag n in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    ‘het in behandeling nemen van een aanvraag’: het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3 lid 3 van de Awb. Hiermee wordt zowel een volledige als een onvolledige aanvraag bedoeld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • A.

    Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald in een overeenkomst of een exploitatieplan;

    • b.

      diensten met betrekking tot de milieuaspecten van een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      het in behandeling nemen van aanvragen als bedoeld in Titel 1, artikel.1.1.7, 1.7.1 t/m 1.7.4, 1.20.2.1 t/m 1.20.2.3 en 1.20.2.5 t/m 1. van de tarieventabel voor het uitoefenen van hun functie van:

      • 1.

        raadsleden;

      • 2.

        politieke partijen of hun besturen;

      • 3.

        de pers.

    • d.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie c.q. bijdrage.

    • e.

      het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Titel 1, artikel 1.19.6, 1.20.2.7 en 1.20.2.16.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar betreft voor een plaatselijke instelling die zich de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, sportieve en culturele aard ter bevordering van het algemeen belang ten doel stelt. De activiteiten worden in hoofdzaak verricht door vrijwilligers en - voor zover er sprake is van een (geldelijke) opbrengst - tenminste 80% van de opbrengst bestemd is voor een “goed doel”.

  • B.

    Leges worden beperkt geheven voor:

    Het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Titel 1; artikelen 1.16.2, 1.20.2.5.1, 1.20.2.5.2, 1.20.2.6, 1.20.2.8.1, 1.20.2.8.2, 1.20.2.11 en Titel 3; artikel 3.2.1.1 t/m 3.2.1.8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar betreft voor een plaatselijke instelling die zich de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige en culturele aard ter bevordering van het algemeen belang ten doel stelt. De activiteiten worden in hoofdzaak verricht door vrijwilligers en – voor zover er sprake is van een geldelijke opbrengst – tenminste 80% van de opbrengst bestemd is voor een “goed doel”. Er wordt een bedrag van € 30,- per aanvraag in rekening gebracht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de verordening bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen:

    10 % van het legesbedrag.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.2.1 (papieren verstrekking uit Wet basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Matiging kan plaatsvinden op grond van de fiscale hardheidsclausule, zoals vermeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 231 van de Gemeentewet.

Artikel 12 Overgangsrecht en slotbepalingen

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2016’ van 17 december 2015, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 1.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4.

    Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

     

    2.3.12

    Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 215,50

     

     

     

    2.3.13

    Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

     

     

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 215,50

  • 5.

    De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2017.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergaderingvan 22 december 2016.

De griffier,

drs. Marijke Walhout