Overheidsorganisatie | Gemeente Oldebroek |
---|---|
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, onderdeel c
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | 01-10-2012 | gewijzigde regeling | 31-05-2012 Huis aan Huis, 19-06-2012 | Geen. | |
01-07-2010 | 01-07-2010 | 01-07-2012 | nieuwe regeling | 29-06-2010 Huis aan Huis, 06-07-2010 | AVV+NK |
01-01-2009 | 01-01-2009 | 01-07-2010 | nieuwe regeling | 27-01-2009 Huis aan Huis, 03-02-2009 | AVV+NK |
Toeslagenverordening WWB 2012
kenmerk 98180
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;
gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;
B E S L U I T :
vast te stellen de Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de WWB
het college: het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek.
de raad: de gemeenteraad van Oldebroek.
de gezinsnorm: de norm voor een gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn zoals bedoeld in artikel 21 lid 1WWB.
woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 WWB;
woonkosten:
indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel d Wet op de huurtoeslag;
indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand
omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woningverschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en ten minste twee gezinsleden 21 jaar of ouder.
1. De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, bedraagt:
20 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbende die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 21 jaar:
5 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
2 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar:
10 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
5 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
De verlaging zoals bedoeld in artikel 26 WWB bedraagt 10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbenden die met één of meer anderen hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.
Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering.
De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 WWB bedraagt:
20 procent van de gezinsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden;
10 procent van de gezinsnorm indien geen woning wordt bewoond.
De verlaging voor schoolverlaters zoals bedoeld in artikel 28 WWB bedraagt 20 procent van de gezinsnorm gedurende 6 maanden, gerekend vanaf het tijdstip van de beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten.
Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 3 lid 3 of 4 van toepassing is.
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:
50 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande;
70 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;
80 procent van de gezinsnorm voor een gezin.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en treedt in plaats van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010.
Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB 2012
gemeente Oldebroek.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de gemeenteraad van Oldebroek
op 31 mei 2012.
, voorzitter mr. A. Hoogendoorn,
, griffier J. Tabak.