Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingToeslagenverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelToeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, onderdeel c

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201001-07-201001-07-2012nieuwe regeling

29-06-2010

Huis aan Huis, 06-07-2010

AVV+NK
01-01-200901-01-200901-07-2010nieuwe regeling

27-01-2009

Huis aan Huis, 03-02-2009

AVV+NK

Tekst van de regeling

Nr. 62135

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Oldebroek van 18 mei 2010;

gelet op artikel 8, eerst lid, onderdeel c, en 30 van de Wet werk en bijstand,

overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkering van bijstandsgerechtigden van 27 jaar of ouder, maar jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

B E S L U I T:

vast te stellen de "Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010":

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB).

  • b.

    gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar.

  • 2.

    Bij gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

Artikel 3 Individualisering

De bepalingen van deze verordening laten de toepassing van artikel 18, lid 1, van de wet onverlet.

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

Artikel 4 Toeslagen alleenstaande en alleenstaande ouder

  • 1.

    De toeslag bedoeld in artikel 25, lid 1, van de wet bedraagt voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft: 20 procent van de gehuwdennorm.

  • 2.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, lid 1, van de wet bedraagt voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één ander zijn hoofdverblijf heeft: 10 procent van de gehuwdennorm.

  • 3.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, lid 1, van de wet bedraagt voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning twee of meer anderen hun hoofdverblijf heeft: 5 procent van de gehuwdennorm.

  • 4.

    Voor de toepassing van dit artikel worden kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste 35 procent van de gehuwdennorm niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

  • 5.

    In aanvulling op het vierde lid, worden kinderen van 18 jaar en ouder niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft, als zij uitsluitend inkomsten uit studiefinanciering volgens de WSF 2000 of een tegemoetkoming volgens de WTOS ontvangen. Voorgaande is niet van toepassing als het kind naast de studiefinanciering of tegemoetkoming andere inkomsten heeft, die hoger zijn dan het inkomen als bedoeld in het vierde lid.

  • 6.

    Er wordt bij samenloop WIJ en WWB geen toeslag verstrekt aan de belanghebbende die recht heeft op algemene bijstand.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE BIJSTANDSNORM OF TOESLAG

Artikel 5 Verlaging gehuwden

  • 1.

    De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen: 10 procent van de gehuwdennorm.

  • 2.

    Lid 4 en 5 van artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • 1.

    20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn.

  • 2.

    10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning wordt bewoond.

Artikel 7 Verlaging schoolverlaters

De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm.

Artikel 8 Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 4 tot en met 7 geschied zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:

  • a

    voor een alleenstaande: 35 procent van de gehuwdennorm;

  • b

    voor een alleenstaande ouder: 55 procent van de gehuwdennorm;

  • c

    voor gehuwden: 65 procent van de gehuwdennorm.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010".

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze (gewijzigde) verordening treedt in werking op 1 juli 2010 en treedt in de plaats van de Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand, zoals vastgesteld op 27 januari 2009.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 29 juni 2010.

, voorzitter.

, griffier.