Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard |
Citeertitel | Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Op 1 januari 2017 zijn als gevolg van landelijke afspraken in het gemeentelijke arbeidsvoorwaardenoverleg twee bovenwettelijke verlofdagen geschrapt en omgezet in geld binnen het Individueel Keuzebudget. Daarnaast is er een nieuw personeelsinformatiesysteem aangeschaft met een module verlof. Deze module is ingericht op de wetgeving ten aanzien van het registreren en opnemen van het wettelijk en bovenwettelijk verlof. Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een aantal “overbodige” bepalingen te schrappen omdat die in hoofdstuk 6 van de CAR-UWO zijn geregeld. Om deze redenen wordt de lokale verlofregeling aangepast.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-09-2017 | 01-01-2020 | Geheel herziene regeling | 12-09-2017 | Onbekend |
Per 1 januari 2017 zijn twee bovenwettelijke verlofdagen vervallen, in geld omgezet en aan het Individueel Keuzebudget (IKB) toegevoegd. Als gevolg hiervan is hoofdstuk 6 van de CAR-UWO over de duur van het verlof aangepast. Die aanpassing werkt ook door in de lokale regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015. Dit heeft tot gevolg dat de lokale regeling wordt ingetrokken en herzien. De beleidsregels bevatten ook bepalingen over het toekennen van verlof op grond van bijzondere situaties. De verlofaanspraak in aantal uren betreft primaire arbeidsvoorwaarden. Het opstellen van de aanvullende beleidsregels over het aantal verlofuren is voorbehouden aan de commissie voor het Georganiseerd Overleg. De Ondernemingsraad heeft hierin geen rol. Vanuit de algemene informatieplicht worden de beleidsregels informatief toegezonden aan de Ondernemingsraad.
Artikel 3 Duur vakantie (uitwerken artikel 6:2:1, lid 1)
De vakantie van de medewerker met een formele arbeidsduur van 36 uur per week bedraagt in afwijking van artikel 6:2, lid 1 ten minste 151,2 uren (waarvan 144 uren wettelijk en 7,2 uren bovenwettelijk verlof (extra lokale overeengekomen verlofdag)) per kalenderjaar. Voor deeltijdwerkers geldt dit aantal uren naar rato.
Artikel 4 Verhogen duur vakantie wegens leeftijd (uitwerken artikel 6:2:1, lid 3)
De vakantie van een medewerker met een formele arbeidsduur van 36 uur per week wordt vanaf het kalenderjaar waarin de aangegeven leeftijd wordt bereikt, als volgt verhoogd:
Voor deeltijdwerkers geldt de verhoging in aantal uren naar rato.
Artikel 5 Buitengewoon verlof (artikel 6:4, lid 2).
Naast de dag van het overlijden van een huisgenoot, bloed- en aanverwanten in eerste en tweede graad, bestaat aanspraak op een korte billijke periode met doorbetaling van salaris voor de lijkbezorging op grond van de Wet arbeid en zorg. De periode voor het regelen en bijwonen van de uitvaart (begrafenis of crematie) is als volgt:
Voor het regelen van de nalatenschap bestaat aanspraak op maximaal vier werkdagen naar keuze voor de doelgroep onder 1 en 2 als de medewerker is aangewezen als executeur-testamentair (de medewerker maakt dit aannemelijk). Zowel over hetaantal op te nemen dagen als het tijdstip waarop die worden opgenomen vindt overleg plaats met de afdelingsmanager. De afdelingsmanager beslist.
Artikel 6 Onvoorziene gevallen
Voor gevallen waarin deze beleidsregels niet of niet naar redelijkheid voorzien, kan afwijkend worden beslist. Het toepassen van bijzondere omstandigheden wordt gemeld aan de Ondernemingsraad.