Organisatie | Oude IJsselstreek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester van de gemeente Oude IJsselstreek houdende regels omtrent de Wet Bibob Beleidslijn Bibob gemeente Oude IJsselstreek 2017 |
Citeertitel | Beleidslijn Bibob gemeente Oude IJsselstreek 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels toepassing Wet Bibob 2008.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling is tevens door de burgemeester vastgesteld.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2017 | nieuwe regeling | 03-07-2017 | . |
Beleidslijn Bibob gemeente Oude IJsselstreek 2017
De Burgemeester en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek, ieder zover het hun bevoegdheid betreft;
Overwegende, dat de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Overwegende dat de werkingssfeer van de Wet Bibob met ingang van 1 juli 2013 is verruimd;
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een beschikking, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan of zal worden aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer;
eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de Wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel verdere informatie bij het RIEC of een advies bij het Bureau aan te vragen;
de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt.
Artikel 1.2 Standaard toetsing en uitzonderingen
Naast de in de afzonderlijke artikelen aangeduide gevallen, gaat het bestuursorgaan bij de aanvraag van een beschikking ook over tot een Bibob-toets als er:
vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van
de Wet, er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet.
De Bibob-toets wordt niet toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van:
door het bestuursorgaan bij (specifiek) besluit aangewezen aanvragers (b.v. PPS constructies van particuliere ondernemingen en overheid).
Paragraaf 2: Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de Wet vindt door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaats:
De aanvraag als bedoel in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die Wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
d. De aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening; (evenementenvergunning)
De toepassing van de Bibob-toets wordt daarbij beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van het bestuursorgaan aangewezen evenementenvergunningen.
Artikel 2.2 Toepassing bij reeds verleende beschikkingenHet bestuursorgaan kan de Wet in beginsel toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, verzoekt het bestuur het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets;
een melding wijziging vergunninghouder op grond van artikel 2.25 lid 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt ingediend.
Artikel 2.2a Weigering volledig invullen vragenformulieren
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Awb toegepast. Bij volharding wordt de weigering beschouwd als een ernstige mate van gevaar als benoemd in artikel 4 jo 3 van de Wet Bibob. De verstrekte beschikking wordt als gevolg daarvan ingetrokken.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
Het bestuursorgaan past de Wet in beginsel toe met betrekking tot een aanvraag voor dan wel de intrekking van een reeds verleende subsidie als bedoeld in de gemeentelijke subsidieregelingen. De Bibob-toets wordt daarbij in beginsel beperkt tot de gevallen, die:
vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van
de Wet, er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet.
Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De rechtspersoon met een overheidstaak kan de Wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1.1, lid 2 onder f, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, stelt de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij ervan in kennis dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure. In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
De Bibob-toets wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die een of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
exceptioneel financieel risico voor het bestuursorgaan.
Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde opgenomen.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
De rechtspersoon met een overheidstaak voert het Bibob-onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de Wet, in beginsel alleen uit bij overheidsopdrachten op in de Wet geldende gebieden, en die, conform de geldende richtlijnen van de gemeente Oude IJsselstreek, voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen openbaar moeten worden aanbesteed.
Het vastgestelde normbedrag voor openbare aanbestedingen bij werken en diensten en leveringen geldt conform het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid.
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, dient de betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten worden toegevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn benoemd.
In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag hiervoor. Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet wordt gestart, wordt een aanvraag eerst beoordeeld conform de bepalingen van de Awb en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende beschikking.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bestaat uit een aantal stappen:
Stap 1 Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van:
open bronnen onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster etc.).
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Awb buiten behandeling gesteld. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren leidt tot het buiten behandeling stellen van de nieuwe aanvraag dan wel de mogelijkheid tot het intrekken van de reeds verstrekte beschikking.
Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van bestuursorganen versterkt worden vanuit het RIEC. Ook kan het bestuursorgaan desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC.
Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ‘ernstig gevaar’ als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de beschikking weigeren of intrekken.
Stap 2 Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau worden gevraagd indien:
de officier van justitie het bestuursorgaan de tip geeft om in een bepaalde zaak een Bibob-advies aan te vragen.
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten. Voorts moet het vragen van een advies evenredig zijn gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten.
De adviesaanvraag bij het Bureau is geen beschikking in de zin van de Awb. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van een beschikking te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.
Bij een ‘mindere mate van gevaar’ dat de (aangevraagde) beschikking wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de beschikking verbinden. Deze voorwaarden dienen Bibob-gerelateerd te zijn.
Artikel 5.1 Invoeringsdatum Deze beleidslijn is vastgesteld door de Burgemeester op 3 juli 2017 en treedt in werking op 3 juli 2017. De beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob van 2008 worden ingetrokken.
Artikel 5.2 CiteertitelDe beleidslijn kan worden aangehaald als ‘Beleidslijn Bibob gemeente Oude IJsselstreek 2017’.
Ondertekening Aldus besloten door de burgemeester op 3 juli 2017