Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent liggeld Verordening liggeld 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent liggeld Verordening liggeld 2018
CiteertitelVerordening liggeld 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening liggeld 2017.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Deze regeling is vervangen door de Verordening liggeld 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 lid 1 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-201701-01-2019nieuwe regeling

13-11-2017

Gemeenteblad 2017, 201491

511551

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening liggeld 2018

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

17 oktober 2017, no. 511405-1;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder :

  • a.

    woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning en ook bewoonde varende monumenten, die als zodanig zijn erkend, als bedoeld in artikel 5:31.1, lid 2, van de Algemene plaatselijke verordening;

  • b.

    ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen met bijbehorende voorzieningen.

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van een schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "liggeld" wordt een recht geheven voor het verstrekken van diensten die met een ligplaats verband houden, voor een woonschip bij een verblijf langer dan twee weken op de krachtens artikel 5:31.1 van de Algemene plaatselijke verordening aangewezen ligplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de ligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 5:31.1 van de Algemene plaatselijke verordening, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 word geheven naar het tarief, opgenomen de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de liggelden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening liggeld 2017" van 14 november 2016, no. 424703-1, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 13 november 2017.

De griffier, de voorzitter,

BIJLAGE

Tarieventabel behorende bij de "Verordening liggeld 2018".

 

Omschrijving

Tarieven

 

Eenheid

Tijd

Bedrag

ligplaats

1

jaar

€ 222,48

 

Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2017.

De griffier van de gemeente Noordoostpolder,