Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting en Rioolheffing gemeente Vught

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting en Rioolheffing gemeente Vught
CiteertitelVerordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting en Rioolheffing gemeente Vught
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGewijzigde versie
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Invorderingswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-201601-01-201626-01-2019benamingen gewijzigd en artikel 1, onder b vervalt

06-10-2016

GVOP, Gemeenteblad

Enkele wijzigingen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting enRioolheffing gemeente Vught

De raad van de gemeente Vught; gelezen het voorstel van het college van burgemeester enwethouders van 6 september 2016;

gelet op de artikelen 255 en 255a van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet1990 en hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

 

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen vankwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Verordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting enRioolheffing gemeente Vught

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    uitvoeringsregeling: de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • b.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet;

  • c.

    peildatum: de datum waarop de kwijtschelding wordt aangevraagd;

  • d.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 14 van de Uitvoeringsregeling;

  • e.

    vermogen: vermogen als bedoeld in artikel 12 van de Uitvoeringsregeling;

  • f.

    automatische kwijtschelding: verleende kwijtschelding zonder dat daartoe door de belastingplichtige een verzoek behoeft te worden ingediend.

Artikel 2. Kwijtschelding

Kwijtschelding wordt alleen verleend indien de aanvrager voldoet aan de in de uitvoeringsregeling genoemde voorwaarden.

Kwijtschelding wordt alleen verleend voor:

  • a.

    de rioolheffing die is verschuldigd op grond van artikel 2, 3 en 4 van de gemeentelijkeVerordening rioolrecht 2007;

  • b.

    de afvalstoffenheffing die is verschuldigd op grond van de artikelen 3, 4 en 5 van de Verordening reinigingsheffingen 2009;

  • c.

    de OZB heffing die verschuldigd is op grond van de verordening onroerendezaakbelastingen (artikel 1 t/m 5).

Artikel 3. Hoogte van de kwijtschelding

  • 1.

    Voor de kosten van de rioolheffing geldt een kwijtschelding ter hoogte van 100%van de aanslag in het jaar van heffing.

  • 2.

    Voor de kosten afvalstoffenheffing geldt een kwijtschelding overeenkomstig de tarieventabel die behoort bij de Verordening reinigingsheffingen 2009 met de restrictie dat:

    • -

      Voor huishoudens in hoogbouwwoningen de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde jaartarieven voor het gebruik van de verzamelcontainers voor 100% worden kwijtgescholden.

    • -

      Voor huishoudens die gebruik maken van minicontainers voor het huishoudelijk afval de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde “vaste bedragen” voor 100% worden kwijtgescholden.

    • -

      Voor de variabele bedragen die huishoudens moeten betalen voor de ledigingen van de minicontainers het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een gemiddeld aantal ledigingen vaststelt, dat voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit gemiddelde aantal wordt vastgesteld in het belang van de milieudoelstelling om zo min mogelijk afval te produceren en aan te bieden.

  • 3.

    Voor de kosten van de onroerende zaakbelasting geldt een kwijtschelding ter hoogtevan 100% van de aanslag in het jaar van heffing.

Artikel 4. Percentage kosten van bestaan

Bij de beoordeling van het recht op kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16 van deUitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kostenvan bestaan vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 22, onderdeel b. en c. van de Participatiewet. De normbedragen Participatiewet betreffen de normen, zoals zij worden vastgesteld per 1 januari van enig jaar waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd.

Artikel 5. De aanvraag

De kwijtschelding wordt verleend op aanvraag. Door de gemeente wordt daarvoor eenaanvraagformulier beschikbaar gesteld. De aanvraag kan worden ingediend tot 1 april van hetjaar dat volgt op het jaar waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd.Over voorgaande jaren kan geen kwijtschelding worden aangevraagd of worden toegekend.

Artikel 5a. Bijzondere bepalingen bij specifieke groepen aanvragers

Voor onderstaande specifieke groepen van aanvragers gelden bijzondere bepalingen.

 

  • a.

    Aan personen, die als natuurlijk persoon een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen, dezogenaamde kleine ondernemers, kan eveneens kwijtschelding verleend worden voorkosten als genoemd in artikel 2 van deze verordening, die zij maken in hun privatehuishouden. De bepalingen van de uitvoeringsregeling zijn van toepassing.

    Indien, als gevolg van procedures bij de Belastingdienst, ten tijde van hetkwijtscheldingsverzoek geen gegevens van het netto-inkomen bekend zijn, wordt aan deaanvrager uitstel van betaling verleend. Nadat het netto-inkomen bekend is en het recht opkwijtschelding wordt vastgesteld, wordt het uitstel van betaling omgezet in kwijtschelding.

    Indien vastgesteld wordt, dat er geen recht op kwijtschelding is, vindt alsnog invorderingplaats.

  • b.

    Voor personen van AOW-gerechtigde leeftijd en ouder wordt de norm voor de kosten van bestaan bepaald op100% van de toepasselijke netto AOW bedragen in plaats van op de toepasselijkebijstandsnormen.

  • c.

    Voor aanvragers die kosten moeten maken voor kinderopvang en geen beroep opbijzondere bijstand kunnen doen, wordt, bij het bepalen van het netto-besteedbareinkomen, rekening gehouden met de netto kosten voor kinderopvang volgens artikel 28, lid3 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 6. Automatische kwijtschelding

Automatische kwijtschelding maakt het mogelijk dat belastingplichtigen, die in aanmerkingkomen voor kwijtschelding, kwijtschelding wordt verleend zonder dat ze eenaanvraagformulier moeten indienen.

 

De volgende belastingplichtigen komen in aanmerking voor automatische kwijtschelding:

 

  • -

    een belastingplichtige die op aanvraag over de twee voorafgaande aaneengeslotenbelastingjaren voor kwijtschelding in aanmerking is gekomen;

  • -

    een belastingplichtige die op basis van de Participatiewet bekend is bij de gemeente en waarbij een verzoek tot kwijtschelding in het voorgaande jaar is toegekend;

  • -

    een belastingplichtige die een AOW-uitkering heeft en waarbij een verzoek totkwijtschelding in het voorgaande jaar is toegekend.

 

Herbeoordeling of een belastingplichtige nog aanspraak maakt op (automatische)kwijtschelding vindt plaats:

 

  • -

    indien een belastingplichtige drie opeenvolgende jaren automatische kwijtschelding isverleend;

  • -

    in het jaar nadat een belastingplichtige, die automatische kwijtschelding is verleend, deAOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt

 

Degene die wordt herbeoordeeld dient alle gegevens over te leggen die de gemeente nodigheeft voor de beoordeling van het recht op kwijtschelding.

Artikel 7. Wijze van betaalbaarstelling

Het op grond van artikel 3 vastgestelde bedrag aan kwijtschelding, behoudens het bedrag aankwijtschelding voor OZB genoemd in lid 3, wordt rechtstreeks betaalbaar gesteld aan deorganisatie, die de inning van Afvalstoffenheffing en Rioolheffing voor de gemeenteverzorgt. Het totaalbedrag wordt afgetrokken van de verschuldigde belasting. In devaststelling van de hoogte van de voorschotten voor reinigingsrechten wordt rekeninggehouden met het bedrag van de verleende kwijtschelding vanaf het moment van toekenning.

Het vastgestelde bedrag aan kwijtschelding ter zake van de OZB wordt betaalbaar gesteldaan aanvrager zelf.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening kwijtschelding

Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting en Rioolheffing gemeente Vught"

Artikel 9. Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2016.

Bijlage 1 Toelichting

Toelichting