Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent subsidies Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder |
Citeertitel | Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2017 | nieuwe regeling | 17-10-2017 | 516507 |
Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;
gelet op artikel 2, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Noordoostpolder;
de Subsidieregeling financiën en reservevorming bij subsidieverstrekking;
de Cultuurnota gemeente Noordoostpolder 2016-2019, ‘We gaan het (mee)maken!’, in het bijzonder de beslispunten 12, 13, 14 en 22 van deze nota;
de Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder:
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
activiteiten van amateurkunst-instellingen én (semi)professionele organisaties die een Cultureel Visitekaartje vormen voor de gemeente Noordoostpolder als bedoeld in de Cultuurnota. Het gaat om culturele activiteiten die qua innovatie, opzet of uniciteit een voorbeeldfunctie voor de amateursector zijn of een unieke culturele beleving leveren die zowel de inwoners van Noordoostpolder als publiek van daarbuiten extra cultureel aanbod biedt, dat er anders niet zou zijn.
Artikel 5. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten, afschrijving daar mede onder begrepen, van materialen zoals kostuums, instrumenten, technische voorzieningen voor zover die kosten niet gerelateerd zijn aan het organiseren en uitvoeren van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd.
Ook de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur of materiaal maakt geen deel uit van de subsidiabele kosten.
Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017.
De burgemeester
De secretaris
Toelichting op de Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder
Behoeft geen verdere toelichting
Hier staat dat deze regeling specifiek is bedoeld voor subsidies voor culturele activiteiten zoals genoemd in artikel 3.
Via lid 2 wordt uitgezonderd dat deze subsidieregeling ook van toepassing is op enkele (grote) instellingen/aanvragers waarmee de gemeente een vaste relatie heeft en waarvan het maximaal te verstrekken subsidiebedrag vermeld staat in de begroting. Het gaat met name om de Flevomeer bibliotheek en het Cultuurbedrijf.
Voor deze organisaties zijn er andere afspraken gemaakt met doelstellingen en verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.
Daardoor worden de subsidiabele activiteiten apart getoetst en zijn niet altijd alleen maar de activiteiten van toepassing die in deze regeling genoemd staan.
Zo moet de gemeente, bijvoorbeeld, voor de lokale omroep rekening houden met uitvoering van de Mediawet 2008 en voor de FlevoMeer Bibliotheek met de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. Met Cultuurbedrijf en FlevoMeer Bibliotheek zijn aparte Subsidieuitvoeringsovereenkomsten opgesteld en met de lokale omroep is een convenant afgesloten.
In lid 1 wordt aangegeven wanneer een culturele activiteit subsidiabel is.
In lid 2 wordt er aan toegevoegd dat het de voorkeur geniet, wanneer de culturele activiteit bijdraagt aan minimaal één van de genoemde doelstellingen.
Dit betekent dat het bij de beoordeling kan helpen als dat het geval is, maar dat dit niet per definitie altijd noodzakelijk is.
Bovenstaande staat verder los van de beoordeling of er een financiële noodzaak is om de subsidie ook daadwerkelijk te verstrekken: die beoordeling wordt gedaan op basis van de ingediende activiteitenbegroting.
Culturele activiteiten kunnen een zekere politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap in zich dragen. Dat is eigen aan kunstuitingen.
Echter: activiteiten die als primair doel hebben een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap uit te willen dragen, zijn niet subsidiabel. Dat zijn geen culturele activiteiten waarvoor deze regeling bedoeld is.
Doorgaans zullen culturele activiteiten een ander primair doel hebben en als zij voldoen aan de in artikel 3 genoemde criteria is dat het geval.
Hierin staat dat subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.
Als gedurende het jaar het budget/subsidieplafond op is en een aanvraag voldoet inhoudelijk wel, moet de aanvraag worden afgewezen. Overschrijding van het subsidieplafond is een verplichte weigeringsgrond, artikel 4:25 lid 2 Awb.
In lid 2 staat hoe de volgorde van binnenkomst van toepassing is als er aanvullende informatie is opgevraagd door de gemeente.
Hier wordt nader uitgewerkt wat de consequentie is van het uitgangspunt dat alleen activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Voor sommige verenigingen zijn materiaalkosten, kosten van muziekinstrumenten of kostuums, decor, licht- en geluidstechniek een belangrijke kostenpost.
Voor alle duidelijkheid wordt in dit artikel aangeven dat het college dergelijke kosten niet subsidieert.
Hier wordt een limiet toegekend voor culturele subsidies. Voor een culturele activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd, bedraagt de subsidieverlening nooit meer dan € 7.500,-.
Dit is om te voorkomen dat andere aanvragers buiten de boot vallen, omdat het subsidieplafond te snel wordt bereikt.