Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling bewonersinitiatieven stadsdeel Zuidoost |
Citeertitel | (Zuidoost) Subsidieregeling bewonersinitiatieven stadsdeel Zuidoost |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: website Gemeente Amsterdam, lokale bekendmakingen, stadsdeel Zuidoost d.d. 20-09-2016
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2016 | nieuwe regeling | 05-07-2016 website Gemeente Amsterdam, lokale bekendmakingen, stadsdeel Zuidoost d.d. 20-09-2016 | ZK16001327 |
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de opgaven in de buurt zoals geformuleerd in de gebiedsagenda's en het Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen. Het doel van deze subsidieregeling is om zowel buurt- en bewonersinitiatieven te stimuleren en te faciliteren, als de (keten)samenwerking tussen formele en informele (netwerk)organisaties te versterken.
Een aanvraag om verlening of vaststelling van subsidie op grond van de Nadere Regeling Subsidies bewonersparticipatie Stadsdeel Zuidoost 2013 waarop bij de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist, wordt afgedaan volgens de bepalingen van de Nadere Regeling Subsidies bewonersparticipatie Stadsdeel Zuidoost 2013.
De nota ‘Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018' vormt het beleidskader voor de uitvoering van de voorzieningen op het gebied van de Wmo, Participatie, Jeugd en Schuldhulpverlening, waarvoor de bestuurscommissies verantwoordelijkheid dragen. Basisvoorzieningen dragen bij aan de versterking en stimulering van de dragende samenleving en bieden ondersteuning bij het versterken van de zelf- en samenredzaamheid van Amsterdammers. Bij de inrichting van de basisvoorzieningen hebben de bestuurscommissies de ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop de afspraken worden vormgegeven passend bij de lokale situatie en vraag.
Hoofdstuk 7 van het Stedelijk kader basisvoorzieningen betreft het faciliteren van bewoners- en maatschappelijke initiatieven.
De ‘Subsidieregeling basisvoorzieningen in de stadsdelen' biedt het juridisch kader voor de bestuurscommissies om subsidie te verlenen voor activiteiten ter uitvoering van de basisvoorzieningen.
Deze subsidieregelingen zijn aanvullend op de subsidieverordening ASA 2013. De ASA bevat alle basisregels, onder andere over indieningstermijnen, beslistermijnen en verantwoordingseisen. Deze aanvullende subsidieregeling geldt alleen voor subsidies die kunnen worden verleend door de bestuurscommissies.
Hoofdstuk 7 van de basisvoorzieningen gaat over de realisatie van basisvoorzieningen en ruimte voor maatschappelijk initiatief. De activiteiten die gesubsidieerd kunnen worden vanuit de Subsidieregeling bewonersinitiatieven sluiten aan op meerdere programma's van de basisvoorzieningen. Ook de gebiedsagenda's zijn een belangrijk kader voor de subsidieregeling bewonersinitiatieven.
De subsidieregeling geeft ruimte voor maatwerk in de buurt en de mogelijkheid om aan te sluiten op de lokale actualiteit en opgaven.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
De gemeente Amsterdam werkt sinds 2015 gebiedsgericht en integraal. Daarbij ligt de focus op de opgave in de gebieden en de realisatie van de meerjarige prioriteiten uit de gebiedsagenda's.
Met deze regeling willen we met name buurt- en bewonersinitiatieven stimuleren die aansluiten op de opgave in de buurt. Verder zetten we in op meer samenhang tussen deze initiatieven en het aanbod van formele organisaties. Met als doel: meer gebiedsgerichte samenwerking tussen formele en informele (netwerk)organisaties, minder dubbeling of versnippering van budget door financiering van los van elkaar georganiseerde activiteiten.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Activiteiten met een meerwaarde op het bestaande aanbod: daaronder worden activiteiten bedoeld die nog niet worden geboden door bestaande organisaties. Indien een activiteit inspeelt op een lacune in het aanbod is er veelal sprake van een actuele en tijdelijke situatie. Vaak is er in deze gevallen sprake van lokaal maatwerk: aanbod van activiteiten gericht op een specifieke situatie voor een specifieke doelgroep in een bepaalde buurt.
In aansluiting op de tot 1 oktober 2016 geldende regeling is besloten een maximum van € 5.000 per organisatie per jaar.
Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Activiteiten dienen zoveel mogelijk samen met, door en voor de doelgroep worden opgezet.
Uit het activiteitenplan dient duidelijk te worden of en zo ja, hoe de doelgroep betrokken is bij de voorbereiding of uitvoering van de activiteiten.
Subsidie zal geweigerd worden als sprake is van een van de situaties als beschreven in lid 1 sub a t/m f. Subsidie kan geheel of gedeeltelijk geweigerd worden in de onder lid 2 sub a tot en met g genoemde omstandigheden. Met het bepaalde in lid 2 sub e wordt beoogd om de kans op subsidie voor nieuwe bewonersinitiatieven te vergroten en te voorkomen dat jaar in jaar uit voor dezelfde activiteiten een beroep wordt gedaan op het beschikbare subsidiebudget. Daarbij gaan we ervan uit dat succesvolle initiatieven na verloop van tijd hun plek vinden binnen de basisvoorzieningen in het stadsdeel of uit eigen middelen gefinancierd kunnen worden.
Artikel 9 Aanvullende verplichtingen
d. Omdat het de bedoeling is dat initiatieven zich richten op vernieuwing en veelal experimenteel van aard zijn, is het belangrijk dat er gerapporteerd wordt over de resultaten, ook als de subsidie op grond van de ASA (bij subsidie onder € 5.000) direct bij verlening wordt vastgesteld en er dus geen inhoudelijke en financiële verantwoording geëist zal worden. Het algemeen bestuur kan tevens in het verleningsbesluit opnemen dat er op enigerlei wijze verantwoording moet worden afgelegd aan bijvoorbeeld bewonersplatforms, regiegroepen.
e. Voorbeelden van zulke verplichtingen zijn verplichtingen die voortvloeien uit het gemeentelijk beleid op gebied van preventie seksueel misbruik en LHTBI-beleid; het hanteren van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling; het bij de activiteiten toepassen van het beleid Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht; het hanteren van de VOG-verklaring (verklaring omtrent gedrag) bij activiteiten met kinderen en kwetsbare volwassenen/ouderen; aanwijzingen in het kader van het diversiteitsbeleid; over samenwerking formele en informele partners om overlap en lacunes van activiteiten te voorkomen; afspraken ten aanzien van (keten)samenwerking.