Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Overbruggingsuitkering kosten levensonderhoud |
Citeertitel | Beleidsregel Overbruggingsuitkering kosten levensonderhoud |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-2017 | 02-04-2020 | Nieuwe regeling | 19-09-2017 | A17.00650 (collegeadvies) |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;
gelet op de hem toekomende bevoegdheid;
vast te stellen de navolgende Beleidsregel Overbruggingsuitkering kosten levensonderhoud.
Het komt voor dat een belanghebbende die een beroep doet op een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet voorafgaande aan deze uitkering over geen of onvoldoende middelen beschikt om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Omdat de bijstandsuitkering achteraf betaalbaar wordt gesteld kan in deze situaties een overbruggingsuitkering aangevraagd worden om daarmee in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien tot de eerste uitbetaling van de algemene bijstand.
Als voorbeeld geldt de situatie van een vergunninghouder die voor het eerst zelfstandig gaat wonen en uit het AZC gaat.
Indien de belanghebbende wel toereikende inkomsten had in de periode voorafgaande aan de bijstandsaanvraag kan, in een situatie als hier eerder beschreven, een voorschot verstrekt worden op grond van artikel 52 Participatiewet.
Artikel 1 Recht op een overbruggingsuitkering
De belanghebbende die over geen of onvoldoende middelen beschikt om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien in de periode vanaf de aanvang van de bijstandsverlening tot de eerste uitbetaling, komt in aanmerking voor een overbruggingsuitkering.
Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.