Organisatie | Hollands Kroon |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel vermogen Participatiewet Hollands Kroon 2015 |
Citeertitel | Beleidsregel vermogen Participatiewet Hollands Kroon 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2017 | 01-01-2015 | Nieuwe beleidsregel | 16-12-2014 | Volgnummer 12 |
Artikel 1 De waarde van de bezittingen in het economische verkeer bij vrije oplevering (artikel 34 lid 1 P-wet )
Artikel 5 Toename van vermogen tijdens de uitkering.
Bij een vermogenstoename die binnen de grens van de mogelijke toename van het vermogen blijft, wordt de uitkering ongewijzigd voortgezet. Er wordt een beschikking verzonden met de mededeling dat de resterende mogelijke toename verlaagd is. Het bedrag van de mogelijke nieuwe toename wordt in de beschikking opgenomen.
Bij een vermogenstoename die tot een overschrijding van de grens van de mogelijke vermogenstoename leidt, wordt de uitkering beëindigd. Voordat tot beëindiging wordt overgegaan, wordt het vermogen opnieuw vastgesteld aan de hand van de feitelijke situatie. Alleen bij een feitelijk positief vermogen, wordt de uitkering beëindigd.
In artikel 1 is de hoofdregel opgenomen. In 98% van de gevallen is deze regel bruikbaar en toepasbaar. Voor bijzondere situaties kan worden afgeweken van de regel. Dit moet gemotiveerd worden opgenomen in de beschikking.
Het is niet redelijk om een bedrag dat noodzakelijk is voor gangbare uitgaven tot het vermogen te rekenen. Als het saldo op de rekeningen minder is dan het normbedrag dan wordt het saldo buiten beschouwing gelaten.
Het college is gehouden om alle aspecten van het recht op een uitkering vast te stellen. Het vermogen maakt daarvan deel uit. In verband daarmee kiezen we ervoor om het vermogen opnieuw vast te stellen en niet de vermogensvaststelling van de vorige gemeente over te nemen. In de situatie dat de uitkering, die de cliënt van de gemeente Hollands Kroon ontvangt, kort wordt onderbroken is artikel 45 lid 3 van de P-wet onverkort van toepassing en wordt de uitkering voortgezet.
Op het moment van wijziging van alleenstaande ouder naar alleenstaande is er een ander bedrag aan vermogensvrijlating van toepassing. Dat kan consequenties hebben voor het recht op uitkering. De wetgever heeft niet bepaald of het vermogen op moment van normwijziging opnieuw moet worden vastgesteld.
Het bij aanvang van de uitkering vastgestelde vermogen handhaven onder aftrek van het
vermogen van het kind dat niet meer tot het gezin behoort en het verloop van het vermogen tijdens de uitkeringsperiode beoordelen. Er zal dan bijvoorbeeld ook gekeken moeten worden naar vermogensbestanddelen van oudere kinderen die eerder 18 jaar zijn geworden.
Wij kiezen er voor om bij wijziging van alleenstaande ouder naar gezin het vermogen opnieuw vast te stellen op de datum van de wijziging, omdat dat het meest recht doet aan de actuele situatie en er geen uitgebreid onderzoek over een lange periode gedaan hoeft te worden naar het vermogensverloop tijdens de uitkering. Dit laatste is voor de belanghebbende en de consulent onnodig belastend. In de situatie dat aantoonbaar gespaard is tijdens de bijstandsuitkering zal het gespaarde bedrag buiten beschouwing moeten blijven bij de nieuwe vermogensvaststelling. Er is anders sprake van strijd met artikel 34 lid 2 onder b van de P-wet.
Het vermogen bij aanvang van de uitkering is het positieve vermogen. Dat positieve vermogen is het saldo van het positieve vermogen minus het negatieve vermogen (schulden). Als dat bedrag lager is dan de vrijlatinggrens dan is er recht op bijstand. Het vermogen kan tijdens de uitkering toenemen met het bedrag dat het verschil is tussen de vermogensvrijlating minus het positieve vermogen. Dat is de mogelijke vermogenstoename.
Bij toename van vermogen moeten er twee vragen worden beantwoord.
1e Wordt de mogelijke toename overschreden?
Nee – uitkering voortzetten – nieuw bedrag mogelijke toename opnieuw vaststellen – rekening
houden met vrijlatingsbedrag op dat moment - besluit verzenden.
Ja – Bedrag overschrijding toename vaststellen – door naar vraag 2.
2e Wat is resultaat van het nieuw vastgestelde vermogen?
Is vermogen positief – uitkering beëindigen.
Is vermogen negatief – uitkering voortzetten met mededeling dat mogelijke toename € 0,0 is.
Voorbeelden van de mogelijke situaties die zich voor kunnen doen. Het zijn “slechts” voorbeelden en daarom zijn de voor de duidelijkheid versimpeld.
Vermogen bij aanvang € 4.000,--
Vrij te laten vermogen - 10.000,--
Na een jaar ontvangt hij een erfenis van € 5.000,--
Spaargeld verminderd tot € 2.000,--
De toename is de erfenis dus € 5.000,--
Nieuwe mogelijke toename € 1.000,--
De toename van het vermogen heeft geen gevolgen voor de bijstand.
Vermogen bij aanvang € 4.000,--
Vrij te laten vermogen - 10.000,--
Na een jaar ontvangt hij een erfenis van € 11.000,--
Spaargeld verminderd tot € 0,0
De toename is de erfenis dus € 11.000,--
Mogelijke toename is - 6.000,--
Overschrijding toename € 5.000,--
Bijstand dus stoppen, want de toename is overschreden en het vermogen is positief.
Na 6 weken komt hij opnieuw aanvragen. Het positieve vermogen is dan € 9.000,--.
Heeft dus 6 weken geleefd van € 2.000,--. Had immers 6 weken geleden ( toen uitkering stopte)
€ 11.000,--. Conclusie is: netjes ingeteerd. Uitkering toekennen. Nieuw vermogen is € 9.000,-- en mogelijke toename € 1.000,--.
In het geval er sprake is van onverantwoord interen van vermogen wordt de “Beleidsregel onverantwoord interen van vermogen P-wet Hollands Kroon 2015” toegepast.
Vermogen bij aanvang (saldo rekening) € 2.000,--
Vrij te laten vermogen € 10.000,--
Na een jaar een erfenis van € 20.000,--
Overschrijding toename € 10.000,--
Op grond van overschrijding toename? Ja
Op grond van nieuwe vermogensvaststelling? Nee, want:
Positief vermogen is erfenis van € 20.000,-- + € 2.000,-- (saldo rekening) = € 22.000,-- minus de nog bestaande schuld van € 27.000,-- = € 5.000,-- negatief.
Er wordt niet alleen bij aanvang van de uitkering rekening gehouden met schulden, maar ook tijdens de uitkering. Dit is duidelijk op te maken uit jurisprudentie en memorie van toelichting.
Vermogen (saldo rekening) € 2.000,--
Schulden (in WSNP) - 27.000,--
Vrij te laten vermogen € 10.000,--
Na een half jaar wordt WSNP afgerond met schone lei en na een jaar ontvangt hij een erfenis van € 20.000,--. Er is een nieuwe schuld ontstaan van € 5.000,--
Toename door ontvangst erfenis € 20.000,--
Overschrijding toename € 10.000,--
Op grond van overschrijding toename? Ja
Op grond van nieuwe vermogensvaststelling? Ja, want
Saldo op de bank is € 2.000,--
Nieuwe en huidige schuld - 5.000,--