Organisatie | Hollands Kroon |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol huizbezoek Hollands Kroon 2015 |
Citeertitel | Protocol huizbezoek Hollands Kroon 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2017 | 01-01-2015 | Nieuw protocol | 16-12-2014 | Volgnummer 12 |
Vanaf 1 januari 2013 treedt de “ Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek” in werking. Hierna te noemen “Regeling Huisbezoeken”. Hierdoor is het (juridisch) van belang huisbezoeken naar hun reden in vijf soorten te onderscheiden. De gevolgen van het wel of niet meewerken aan het huisbezoek verschillen per soort huisbezoek.
In 2013 was er nog een reden voor het vaststellen van het protocol. Er was een wetsvoorstel aanhangig waarmee het verplicht zou worden om een beleidsregel vast te stellen over het afleggen van huisbezoeken. Dit wetsvoorstel is - na advies van de Raad van State – ingetrokken (brief van 24 april 2014 van de Minister van SZW) Er wordt nu eerst afgewacht of de gemeenten, SVB en UWV uit eigen beweging een beleidsregel opstellen. Er is dus geen verplichting, maar het is wel raadzaam.
2 HET INFORMED CONSENT EN HET TEKENEN VAN DE “VERKLARING TOESTEMMING
Informed consent wil zeggen dat de toestemming tot binnentreden van de woning van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen in geval van weigering.
Onder volledige informatie wordt verstaan:
• De plicht tot mededeling aan de belanghebbende over doel en reden van het huisbezoek;
• De plicht tot mededeling van de eventuele gevolgen van het weigeren van het huisbezoek.
Over de vraag of de belanghebbende al dan niet toestemming verleent mag geen twijfel bestaan.
De bewijslast van de toestemming tot het binnentreden van de woning nadat de belanghebbende volledig is geïnformeerd, ligt bij de gemeente. Om deze reden wordt aan belanghebbende gevraagd de “Verklaring voor toestemming huisbezoek” te ondertekenen.
In de verklaring is opgenomen dat:
- belanghebbende toestemming geeft voor het huisbezoek;
- dat hij het huisbezoek kan weigeren en wat de gevolgen daarvan zijn;
De bewoner kan zijn eenmaal gegeven toestemming op elk moment intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de bewoner in de woning en dient men de woning te verlaten. Wordt dit niet gedaan dan verblijft men wederrechtelijk in de woning en pleegt men een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht.
De belanghebbende dient duidelijk te worden gemaakt dat de intrekking van de toestemming voor het huisbezoek gevolgen heeft voor het recht op of de hoogte van de bijstand. In de besluitvorming die volgt op de weigering om verder mee te werken aan het huisbezoek, moet de gemeente aannemelijk maken, dat betrokkene zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken. Het is dus belangrijk om belanghebbende op de “Verklaring voor toestemming huisbezoek” te laten tekenen voor intrekking van de toestemming.
4 HUISBEZOEK IN KADER VAN DIENSTVERLENING
Er zijn huisbezoeken in het kader van de dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om het kantoor te bezoeken. In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om een leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren.
De Algemene wet op het binnentreden (AWBI) is wel van toepassing, waardoor legitimatie en toestemming voorafgaand aan het betreden van de woning een vereiste is. De “Verklaring voor toestemming huisbezoek” moet dus worden ondertekend. Het huisbezoek in het kader van dienstverlening zal niet nader toegelicht worden in dit protocol.
5 AANGEKONDIGD HUISBEZOEK BIJ GEGROND VERMOEDEN VAN FRAUDE
Van een gegrond vermoeden van fraude is sprake als er op basis van concrete objectieve feiten en omstandigheden redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid of de volledigheid van de door belanghebbende verstrekte inlichtingen. Een huisbezoek is de enige manier om het recht op uitkering vast te stellen en het fraudeonderzoek af te ronden. Voordat het initiatief wordt genomen om op huisbezoek te gaan moet dat helder zijn en het moet uitgelegd kunnen worden aan belanghebbende.
De volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek wordt mondeling gegeven. Als het gesprek op kantoor plaats vindt, wordt het huisbezoek aansluitend aan het gesprek gedaan. Het huisbezoek kan ook aangekondigd worden met een brief, waarin de reden van het huisbezoek kort wordt omschreven.
6 ONAANGEKONDIGD HUISBEZOEK BIJ GEGROND VERMOEDEN VAN FRAUDE
Van het onaangekondigde huisbezoek wordt met name gebruik gemaakt als het risico groot is dat de belanghebbende de situatie aan gaat passen als hij van te voren gewaar wordt dat er een huisbezoek gaat plaats vinden. Hij kan dat vermoeden bijvoorbeeld ontlenen aan de uitnodiging voor een gesprek op kantoor. Ook hiervoor geldt hetzelfde gegronde vermoeden van fraude als voor het aangekondigde huisbezoek.
Als belanghebbende niet thuis wordt aangetroffen, wordt er op dat moment verder niets gedaan. Er wordt daarna nog één of meerdere keren geprobeerd om het huisbezoek af te leggen. Lukt het niet dan wordt belanghebbende uitgenodigd voor een gesprek op kantoor en volgt een aangekondigd huisbezoek (zie 5).
7 HUISBEZOEK BIJ TWIJFEL OVER DE RECHTMATIGHEID
Er is sprake van twijfel over de rechtmatigheid van de uitkering, maar deze twijfel is niet zo ernstig dat er een gegrond vermoeden van fraude is. Een huisbezoek is wenselijk omdat de situatie daardoor duidelijker kan worden. Aan belanghebbende moet kunnen worden uitgelegd wat de reden is van het huisbezoek en op welke onderdelen er sprake is van twijfel over de juistheid van de gegevens. Het niet meewerken aan het huisbezoek zal geen gevolgen hebben. Meewerken aan het huisbezoek kan in deze situatie niet worden afgedwongen op grond van artikel 17 lid 2 P-wet. Het huisbezoek gaat om een bijzondere vorm van medewerking.
De volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek wordt mondeling gegeven. Het gesprek daarover vindt bij voorkeur op kantoor plaats en het huisbezoek wordt eveneens bij voorkeur aansluitend aan het gesprek gedaan. “Bij voorkeur” wil dus zeggen dat het ook anders kan. Aangezien er “slechts” sprake is van twijfel, is een onaangekondigd huisbezoek een te zwaar middel (zie 9 en 10, subsidiariteits- en proportionaliteisbeginsel).
8 HUISBEZOEK TER VERIFICATIE VAN DE WOONSITUATIE EN LEEFVORM OP GROND VAN ARTIKEL 53aA VAN DE P-WET (REGELING HUISBEZOEKEN)
De “Regeling Huisbezoeken” richt zich specifiek op het huisbezoek ter verificatie van door de belanghebbende verstrekte inlichtingen over de leefsituatie, waarbij een licht vermoeden van fraude aanwezig is. De “Regeling Huisbezoeken” geeft gemeenten meer mogelijkheden dan bij het huisbezoek bij twijfel over de rechtmatigheid (zie 7). Het weigeren van het huisbezoek bij verificatie woon- en leefsituatie heeft namelijk wel gevolgen.
Artikel 53a lid 2 van de P-wet geeft het bestuur de bevoegdheid om de belanghebbende te verzoeken om aan te tonen dat:
Aan belanghebbende moet worden medegedeeld waarover twijfel bestaat. Deze vorm van huisbezoek wordt met name ingezet als er onduidelijkheid is over de woonsituatie.
9 HET SUBSIDIARITEITS BEGINSEL
Als het beoogde doel door inzet van een ander middel dat minder ingrijpend is, gerealiseerd kan worden dient voor dat middel gekozen te worden. De gemeente verifieert altijd eerst de verstrekte inlichtingen aan de hand van de voor haar beschikbare authentieke bronbestanden.
Zoals gezegd heeft belanghebbende het recht een huisbezoek te weigeren. Indien er een licht vermoeden van fraude over de leefsituatie bestaat, heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden. Belanghebbende dient dan zelf zijn leefsituatie op een andere wijze dan door middel van het huisbezoek aan te tonen (artikel 53 a P-wet).
10 HET PROPORTIONALITEITS BEGINSEL
Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen.
Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (= het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op bijstand vast te stellen).
11 AFZIEN VAN HUISBEZOEK I.V.M. DRINGENDE REDENEN C.Q. BELANGENAFWEGING.
Het kan zich voordoen dat de belanghebbende te kennen geeft een zeer dringende reden te hebben voor de weigering van het huisbezoek of voor de weigering om tijdens het huisbezoek bepaalde zaken te laten zien. Er kan sprake zijn van zeer dringende redenen om de onmiddellijke uitvoering van een huisbezoek te weigeren. Hiervan zal, gezien de gebruikte beoordelingsnorm “ zeer dringende redenen” slechts zeer zelden sprake van kunnen zijn. Als voorbeeld zou kunnen gelden een afspraak van belanghebbende bij de dokter of met het ziekenhuis. Indien belanghebbende zich hierop beroept is het aan te bevelen om een bewijs van de afspraak te vragen. Als er geen bewijs is, kan toestemming gevraagd worden aan belanghebbende om naar de dokter/het ziekenhuis te bellen.
12 ALGEMENE RICHTLIJNEN HUISBEZOEK
Bij het afleggen van huisbezoeken worden de volgende richtlijnen in acht genomen:
Uit privacy overwegingen wordt het gesprek over de (leef)situatie niet bij de voordeur van de woning gevoerd maar in de woning van de belanghebbende of een andere daartoe geschikte ruimte naar keuze van de belanghebbende. Let wel: Voordat men de woning naar binnen gaat, dient aan de eerder vermelde voorwaarden zijn voldaan.
Tijdens het vervolggesprek ten kantore van de gemeente wordt de belanghebbende gelegenheid gegeven om de onderzoeksgegevens in te zien. Het is aan te bevelen om de belanghebbende gelegenheid te geven tot het lezen van het verslag van het huisbezoek en in staat te stellen correcties/aanvullingen aan te brengen.
Indien de belanghebbende een kamer van een woning bewoont en de hoofdbewoner/verhuurder bezwaar heeft met betrekking tot het betreden van de woning, dan wordt afgezien van het binnentreden van de woning. Het is wel toegestaan om de woning te betreden met toestemming van een andere bewoner dan de hoofdbewoner. Informed consent tegenover de andere bewoner is niet noodzakelijk. Legitimatie en mededeling doen van noodzaak van binnentreden is wel vereist (CRvB 12-03-2013, nr. 11/4523 WWB, LJN: BZ4108).
De gezondheid en de veiligheid van de uitvoerders van het huisbezoek is een belangrijke voorwaarde bij het afleggen van een huisbezoek. Waar dat mogelijk is, moet voorkomen worden dat er een onveilige situatie ontstaat voor de uitvoerder van het huisbezoek en voor de belanghebbende.
Belangrijke aanbevelingen zijn:
Van ieder huisbezoek dient een schriftelijk verslag opgemaakt te worden. Het verslag bevat in ieder geval de volgende gegevens: