Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Woonvisie gemeente Wijk bij Duurstede 2016-2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWoonvisie gemeente Wijk bij Duurstede 2016-2021
CiteertitelWoonvisie gemeente Wijk bij Duurstede 2016-2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Woningwet 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2017Onbekend

13-12-2016

Gepubliceerd in de Wijkse Courant d.d. 08-02-2017

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Woonvisie gemeente Wijk bij Duurstede 2016-2021

 

 

Woonvisie gemeente Wijk bij Duurstede 2016-2021

Woonvisie voor Wijk bij Duurstede 2016-2021

Augustus 2016

Afdeling Strategie, Beleid en Projecten

 

De Woonvisie is ook gepubliceerd als Gemeenteblad op overheid.nl. Als bijlage bij het Gemeenteblad vindt u de complete Woonvisie 2016-2021 als pdf bijlage. Deze pdf bevat foto's, afbeeldingen en tabellen . Afbeeldingen en tabellen worden niet helemaal goed weergegeven in de publicatie die u nu leest. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de gemeente Wijk bij Duurstede.

 

Samenvatting

In de nieuwe woonvisie wordt het wonen integraal belicht. Belangrijke veranderingen afgelopen periode en ontwikkelingen die nu spelen zijn: nieuwe regelgeving als gevolg van invoering van de Woningwet 2015, extramuralisering, de positie van de corporaties, vergrijzing, toenemende vraag naar betaalbare huur- en koopwoningen, duurzaamheid en huisvesting van kwetsbare groepen (inclusief vergunninghouders). Mede door gezinsverdunning en vergrijzing neemt de vraag naar kleinere en aangepaste woningen toe. De vraag en het beschikbare aanbod van geschikte woningen wordt in kaart gebracht. We gaan daarom de doorstroming stimuleren o.a. door voorlichting en door goedkope koopwoningen en huurwoningen in het middeldure segment toe te voegen. We zetten in op bewustwording en begeleiden van inwoners om tijdig aanpassingen te doen aan de woning zodat men langer zelfstandig kan blijven wonen. Ook domotica kan daaraan een bijdrage leveren.

De ontwikkelingen maken dat er de komende periode andere keuzes gemaakt gaan worden dan in de afgelopen periode. Om deze keuzes te kunnen realiseren zal ‘een schepje er bovenop’ gedaan worden en wordt duidelijk sturing, onder ander door het college, gegeven aan bijvoorbeeld te ontwikkelen nieuwbouwplannen. De markt kiest niet altijd voor specifieke doelgroepen of de meest duurzame oplossing die op langere termijn nodig zijn. Hierop zet de woonvisie expliciet in.

Mensen wonen graag in onze gemeente. De mooie, groene, landelijke omgeving, een sfeervolle binnenstad en de nabijheid van Utrecht maakt ons aantrekkelijk als vestigingsplaats. Wij vinden het belangrijk om ons huidig inwoneraantal minimaal op peil te houden. We willen ook graag nieuwe inwoners verwelkomen. De visie op het gebied van wonen voor de gemeente luid:

 “Onze “Wijkse” samenleving is toekomstbestendig op het gebied van wonen indien alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede tevreden zijn als voor hen op ieder moment in hun levensfase, een duurzame passende woning binnen een redelijke termijn beschikbaar is, waarbij aandacht is voor zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid in een schone, hele en veilige woonomgeving.”

 

Om deze visie te realiseren is de volgende driedelige missie geformuleerd:

  • 1.

    Inzetten op realisatie van 125 nieuwbouwwoningen per jaar (in de categorieën  < 60 m², 60-90 m², 90-120 m² en > 120 m²);

  • 2.

    Deze woonvisie te verbinden met beleidsuitgangspunten op het gebied van economische zaken, ruimtelijke ontwikkeling en het sociale domein, zodat het maatschappelijk middenveld een rol kan gaan spelen in de sociale samenhang en zelfredzaamheid;

  • 3.

    Doorstroming door:

    • a.

      actief in te zetten op doorstroming, waardoor woningen beschikbaar komen voor jongeren, gezinnen met kinderen, vergunninghouders en kwetsbare inwoners;

    • b.

      het aantrekkelijk te maken voor scheefwoners om te verhuizen.

Vanuit de missie zetten we in op drie thema’s. Per thema is beschreven wat we willen bereiken, wat de ambities zijn, welke doelstellingen geformuleerd zijn en welke acties ondernomen kunnen worden. De acties worden vervolgens opgenomen in een uitvoeringsagenda.

 

De drie thema’s zijn:  

  • 1.

    Betaalbaarheid en beschikbaarheid.

  • 2.

    Wonen op maat.

  • 3.

    Duurzaam wonen en leven.

Thema 1: Betaalbaarheid en beschikbaarheid

  • ·

    Voldoende aanbod van betaalbare en beschikbare woningen voor de lage inkomensgroepen.

  • ·

    Meer doorstroming in de voorraad sociale huurwoningen.

  • ·

    Aanbod van middeldure huur- en goedkope koopwoningen voor huishoudens met een inkomen vanaf € 35.739 tot €45.000,-

  • ·

    Woningkwaliteit met toekomstwaarde.

  • ·

    Gevarieerd en duurzaam aanbod van nieuwbouwwoningen in verschillende woonmilieus. Bouwen van 125 nieuwbouwwoningen per jaar. In zes jaar in totaal 750. Daarvan is 35% sociale huur- en koopwoning (20 % huur en 15 % koop), 35% middeldure huur- en koopwoning en 30% vrije sector huur- en koopwoning.

  • ·

    Kansen bieden voor nieuwe woonvormen.

 Thema 2: Wonen op maat

  • ·

    Toekomstige behoefte aan zorgwoningen in beeld brengen.

  • ·

    Langer zelfstandig blijven wonen in eigen woning en woonomgeving, voor senioren en dementerenden.

  • ·

    Huisvesting van overige bijzondere (kwetsbare) groepen in Wijk bij Duurstede.

  • ·

    Platform wonen en zorg oprichten

Thema 3: Duurzaam wonen en leven

  • ·

    Klimaatneutrale gemeente in 2030.

  • ·

    Bij nieuwbouw 100% nul-op-de-meter woningen en gemiddelde gebouwscore van 7,5.

  • ·

    Bewustwording en stimuleren duurzame levensstijl.

  • ·

    Duurzaamheid en energiebesparing in de bestaande woningvoorraad.

  • ·

    Bevorderen van leefbaarheid

 

Nieuwbouw

Gebaseerd op het meest recente onderzoek zetten we tijdens de looptijd van de woonvisie in op realisatie van 125 woningen per jaar. Op dit moment is de ‘Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020’ bepalend voor waar deze woningen gerealiseerd kunnen gaan worden.  

Bij nieuwbouw wordt vanuit de Woonvisie in ieder geval het volgende programma van eisen meegegeven:

  • ·

    35% sociale huur- en koopwoningen (20% huur en 15% koop), 35% middeldure huur- en koopwoningen en 30% vrije sector huur- en koopwoningen;

  • ·

    100% nul-op-de-meter woningen en gemiddelde GPR gebouwscore 7,5;

  • ·

    100% van de nieuwbouw woningen voldoen aan de basisprincipes van Bruikbaarheid, Toegankelijkheid, Bruikbaarheid en Veiligheid.

 

Inleiding

Een nieuwe visie op het wonen

De laatste jaren is er veel veranderd op de woningmarkt. De woningmarkt komt na een financiële en economische crisis uit een dal. Er is nieuw Europees- en Rijksbeleid en er zijn gewijzigde kaders. Zoals de Woningwet 2015 waardoor gemeenten een nieuwe rol krijgen. De gemeenten hebben ook nieuwe taken door de veranderingen in het sociaal domein. Begin 2015 is de eindrapportage ‘Woonmarktonderzoek Wijk bij Duurstede’ opgesteld. De uitkomsten en aanbevelingen van dit onderzoek geven de veranderingen op de woningmarkt in Wijk bij Duurstede weer. Al deze veranderingen en ontwikkelingen geven aanleiding voor een nieuwe visie op het wonen in Wijk bij Duurstede. Op basis van de woonvisie worden met de corporaties nieuwe prestatieafspraken gemaakt. De woonvisie is óók een belangrijk instrument voor het sturen op en het toetsen van woningbouwinitiatieven en – ontwikkelingen van derden zoals ontwikkelaars.

Proces

We hebben een analyse gemaakt van de actuele informatie over de lokale woningmarkt, de beleidskaders en de gegevens van gemeente en woningbouwcorporaties Volksbelang en Woningbouwstichting Cothen. Daarnaast hebben we gesprekken gevoerd met beleidsmedewerkers van Wmo, duurzaamheid, de projectleiders woningbouw en die van de lokale woningcorporaties, over hun visie op de woningmarkt. De analyse en de gespreksverslagen zijn vervolgens als tussenrapportage besproken met alle belangrijke spelers op de lokale woningmarkt. Daarna is er een notitie als input voor de woonvisie opgesteld en besproken met de gemeenteraad en de inwoners tijdens meedenkavonden. Daarbij is gediscussieerd over de relevante thema’s voor deze nieuwe woonvisie en het woonbeleid. Dit zijn:

  • ·

    Betaalbaarheid en beschikbaarheid;

  • ·

    Op maat wonen;

  • ·

    Duurzaam wonen en leven.

Leeswijzer

Dit document bestaat uit vijf hoofdstukken. Na de inleiding zijn de trends en ontwikkelingen op hoofdlijnen beschreven. Als bijlage is een uitvoeriger stuk opgenomen over de veranderde wetgeving. Hoofdstuk 3 geeft de visie en missie voor het beleidsthema wonen. Hoofdstuk 4 belicht de voornoemde thema’s (de belangrijkste thema’s van het woonbeleid) met daarbij de ambities en de beleidsdoelen. Per ambitie beschrijven we wat we willen gaan doen om de doelen te bereiken (de acties). Tot slot beschrijven we in hoofdstuk 5 de uitvoeringsagenda en evaluatie waarin ook de monitoring van het woonbeleid aan de orde komt.

De bijlage bevat:

  • 1.

    Wettelijke bepalingen: wijzigingen en (lokale) ontwikkelingen

  • 2.

    Analyse tbv de woonvisie 2016-2021

  • 3.

    Verslag van meedenkavonden

  • 2.

     

     

    2. Trends en ontwikkelingen: de highlights

In dit hoofdstuk worden de trends en ontwikkelingen op hoofdlijnen genoemd. Het gaat dan om wettelijke wijzigingen, beleidsmatige relevante kaders en maatschappelijke ontwikkelingen en trends. In bijlage 2 wordt hier uitgebreider op ingegaan. Deze hebben impact op het wonen in onze gemeente, leiden tot een veranderde woningmarkt en verhoudingen en daardoor ook tot een andere rol van de gemeente.

 

2.1 Wettelijke wijzigingen

HuisvestingswetPer 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet van kracht. Het doel is om de schaarste van woonruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen. De wet geeft iedereen de mogelijkheid om zich overal in Nederland te vestigen. Dit is uitgewerkt in de Regionale huisvestingsverordening 2015.

Herziening WoningwetDe herziene Woningwet is per 1 juli 2015 van kracht (Woningwet 2015). Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid en bevoegdheden om hun woonbeleid uit te voeren, woningcorporaties moeten zich richten op hun kerntaak en de huurdersbelangenvereniging krijgt verregaande zeggenschap en invloed bij prestatieafspraken die gemeenten en corporaties maken.

In de Woningwet staat ook dat corporaties nieuwe huurders ‘passend moeten toewijzen’, wat inhoudt dat nieuwe huurders alleen in aanmerking komen voor sociale huurwoningen die bij hun inkomen passen.

Rijksprioriteiten VolkshuisvestingDe minister voor Wonen en Rijksdienst benoemde in zijn kamerbrief van juni 2015 vier thema’s die met voorrang aan de orde moeten komen in de periode 2016 tot en met 2019. Dat zijn:

  • 1.

    betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep van beleid (dat zijn de primaire en secundaire doelgroepen samen, zie de begrippenlijst na hoofdstuk 5);

  • 2.

    realiseren van een energiezuinige sociale huurwoningvoorraad;

  • 3.

    huisvesten van urgente doelgroepen en;

  • 4.

    realiseren van wonen met zorg en ouderenhuisvesting in verband met langer zelfstandig wonen.

 

Transities sociaal domein

De transities hebben ertoe geleid dat meer taken ten aanzien van kwetsbare burgers aan gemeenten zijn overgedragen. Wij zijn aan zet om inwoners integrale ondersteuning te bieden op de terreinen wonen, welzijn en zorg. Kwetsbare inwoners moeten langer thuis blijven wonen. Tegelijkertijd is bezuinigd op de budgetten, wat vraagt om nieuwe, creatieve oplossingen.

 

2.2 Relevante kaders

Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020

In de structuurvisie staan deze trends: vergrijzing, grotere zelfredzaamheid, vraag naar levensloopbestendig wonen, het nieuwe werken (HNW) en, daarmee samenhangend, werken vanuit huis. Twee voor wonen relevante doelen die genoemd zijn in de structuurvisie zijn: het zoveel mogelijk spreiden van woningen voor zorgbehoevende inwoners en het inzetten op het vasthouden van een diversiteit aan bewoners. Deze trends en doelen hebben effect op de (toekomstige) samenleving van Wijk bij Duurstede. De structuurvisie Wijk bij Duurstede2020 wordt in 2016 herijkt in project Toekomstblik.

 

Het collegeprogramma 2014-2018

Binnen het thema wonen wordt ingezet op een beleid dat aansluit op de ontwikkeling dat mensen langer zelfstandig blijven wonen, waarbij de overheid niet vanzelfsprekend de zorg regelt, maar ondersteuning kan bieden indien noodzakelijk. Als trend wordt benoemd dat er vanwege gezinsverdunning relatief meer woningen gebouwd moeten worden. Dit om aan de woonbehoefte te kunnen blijven voldoen en het inwonersaantal in stand te houden.

 

Provinciale ruimtelijke structuurvisie

In 2016 vindt er een herijking plaats van de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) en de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013. In het geldende provinciale beleid heeft Wijk bij Duurstede een stedelijk programma van 1000 woningen waarvan 250 uitbreiding, dat wil zeggen buiten de rode contour. Op het moment van schrijven is de herijkte Provinciale Structuurvisie door Provinciale Staten nog niet vastgesteld. Daarmee is nog niet bekend wat het stedelijk programma voor Wijk bij Duurstede zal behelsen.

 

2.3 Maatschappelijke ontwikkelingen en trends

Veranderende woningmark

tDe economische en financiële crisis hebben blijvende sporen achtergelaten op de woningmarkt. Sinds het dieptepunt in 2013 is sprake van maandelijks verder herstel: de huizenprijzen stijgen, evenals de verkoop van woningen. De waarde van potentiële bouwgrond is echter met 25% gedaald. De waarde van koopwoningen is met gemiddeld 20% gedaald. Het aanbod van sociale huurwoningen is afgenomen. De vraag naar betaalbare huur-en koopwoningen is echter juist sterk toegenomen.

De betaalbaarheid van het wonen komt steeds meer onder druk te staan. Europees gezien is een woonlastenquote van 30% de norm; in Nederland is deze nog stijgende quote 36%. Een derde van de huurders leeft onder het sociaal minimum. Gezinnen met een inkomen tot

€ 35.000 komen steeds vaker in de knel. Sommige inwoners hebben te maken met onzekerheden, zoals vermindering van inkomen, tijdelijke arbeidscontracten en (toekomstige) pensioenopbrengsten en beperking van financieringsmogelijkheden c.q. verkrijgen van een hypotheek. Dit laatste geldt vooral voor startende kopers.

Mensen willen wel prettig en goed wonen, met voldoende kwaliteit. Binnen de veranderende woningmarkt is dus aandacht voor een ander woningaanbod, dat innovatief, goedkoop en slim gebouwd is, met variatie in grootte en uitvoering (kleiner, sober en doelmatig). Er is vraag naar meer vrijheid en flexibiliteit in keuzemogelijkheden. Ook zien we een verschuiving van grootschalige nieuwbouwprojecten naar meer kleinschalige nieuwbouw met maatwerk.

 

Veranderende samenleving

Er zijn veel veranderingen in de samenleving die invloed hebben op de woningmarkt. Huishoudens worden kleiner, meer mensen wonen alleen, bevolking ontgroend en vergrijst, senioren worden ouder (dubbele vergrijzing), kwetsbare inwoners blijven vaak langer thuiswonen.

 

Er is een trend dat mensen liever gebruik willen maken van woningen dan ze zelf bezitten: ‘delen is het nieuwe hebben’. Mensen willen meer toegang en gebruik van (digitale) voorzieningen om het huis heen. Ook geldt dat mensen in diverse omstandigheden (scheiding, tijdelijke baan, etc.) op zoek zijn naar tijdelijke huisvesting, of die aanbieden. De huidige samenleving vraagt vaker om tijdelijke en flexibele woonarrangementen.

 

Overig

Van belang is verder dat mensen willen meedenken, meepraten en meedoen. Ook over zaken als wonen en woningbouw. Het meedenken en -praten is makkelijker geworden door bijvoorbeeld social media.

Daarnaast is er de behoefte aan duurzaamheid. De noodzaak van duurzaam denken, leven en handelen is doorgedrongen en duurzaam bouwen is de toekomst.

 

3.Missie en visie voor wonen in Wijk bij Duurstede

Mensen wonen graag in onze gemeente. De mooie, groene, landelijke omgeving, een sfeervolle binnenstad en de nabijheid van Utrecht maakt ons aantrekkelijk als vestigingsplaats. Wij vinden het belangrijk om onze huidige inwoneraantal minimaal op peil te houden. We willen ook graag nieuwe inwoners verwelkomen.

 

Visie

Onze “Wijkse” samenleving is toekomstbestendig indien alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede tevreden zijn als voor hen op ieder moment in hun levensfase, een duurzame passende woning binnen een redelijke termijn beschikbaar is, waarbij aandacht is voor zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid in een schone, hele en veilige woonomgeving.

Om deze visie te realiseren is de volgende missie geformuleerd:

 

Missie

De missie is drieledig:

  • 1.

    Inzetten op realisatie van 125 nieuwbouwwoningen per jaar (in de categorieën < 60 m², 60-90 m², 90-120 m² en > 120 m²);

  • 2.

    Deze woonvisie te verbinden met beleidsuitgangspunten op het gebied van economische zaken, ruimtelijke ontwikkeling en het sociale domein, zodat het maatschappelijk middenveld een rol kan gaan spelen in de sociale samenhang en zelfredzaamheid;

  • 3.

    Doorstroming door:

    • a.

      actief in te zetten op doorstroming, waardoor woningen beschikbaar komen voor jongeren, gezinnen met kinderen, vergunninghouders en kwetsbare inwoners;

    • b.

      het aantrekkelijk te maken voor scheefwoners om te verhuizen.

       

  • 4.

    Beleidsthema’s, ambities en acties

Vanuit de visie en missie geformuleerd in hoofdstuk 3, de analyse in bijlage 2 en de resultaten van de meedenkavonden in bijlage 3 bepalen we in dit hoofdstuk de koers van het gemeentelijk woonbeleid. Bij het bepalen van het beleid is rekening gehouden met onderstaande kernpunten en de daarbij optredende dilemma’s.

De bestuurlijke kernpunten volgen uit de gesprekken die tijdens het proces van de voorbereiding van de woonvisie naar voren zijn gekomen. De bestuurlijke kernpunten zijn:

  • ·

    Op peil houden voorzieningenniveau door bevolkingsgroei.

  • ·

    Zorgen voor passende huisvesting voor de vergrijzende bevolking.

  • ·

    Stimuleren evenwichtige bevolkingsopbouw (behoud van jongeren en instroom jonge gezinnen) door sturing via het woningbouwprogramma. De juiste woningen voor de juiste doelgroepen van beleid.

  • ·

    Streven naar gemengde wijken: zowel vanuit leeftijd als sociale positie. Daarnaast het stimuleren van sociale cohesie in de wijken.

  • ·

    Balans tussen bouwen voor de huidige- en toekomstige vraag.

  • ·

    Voortzetten van- en ruimte bieden aan nieuwe samenwerkingsvormen en partners.

  • ·

    Signaleren en stimuleren van nieuwe woon- en bouwconcepten (tiny houses, herontwikkeling voormalige agrarische bedrijven, collectief particulier opdrachtgeverschap).

  • ·

    Betere en heldere afweging maken tussen rendement en invulling woningbouwprogramma.

  • ·

    Stimuleren en initiëren van duurzaamheidsinitiatieven op het gebied van woningbouw met

optimale gebruikmaking van zonne-energie.

 

Op basis van de bestuurlijke kernpunten zijn de volgende dilemma’s te onderscheiden:

 

·De benodigde bevolkingsgroei voor het behoud van de voorzieningen versus de mogelijkheden die gemeentes toebedeeld krijgen van de provincie (via bijvoorbeeld de PRS).

  • Te veel aanpassingen aan woningen belemmert de doorstroming.

  • Inzetten op jonge gezinnen van buiten de gemeente versus faciliteren lokaal maatwerk namelijk voorrang bij toewijzing van woningen voor eigen bewoners.

  • Vraag vanuit lokale woningmarkt (bijvoorbeeld meer eengezinswoningen) versus de toekomstige behoefte (kleinere woningen).

  • Toeleggen op sociale woningbouw versus sluitende grondexploitaties.

  • Investeren in duurzaamheidsinitiatieven versus betaalbaarheid van woningen.

Met behulp van bovenstaande kernpunten en rekening houdend met de dilemma’s zijn de thema’s van beleid opgesteld. De thema’s van het beleid, waar we ons voor de Woonvisie op willen richten, zijn:

 

Thema 1: Betaalbaarheid en beschikbaarheid.

Thema 2: Wonen op maat.

Thema 3: Duurzaam wonen en leven.

 

Per thema beschrijven we wat we willen bereiken (de ambitie als kop en de doelstellingen eronder). Vervolgens beschrijven we welke acties en maatregelen er komen (de acties). Aandachtspunt hierbij is de beperkte financiële mogelijkheden van de lokale coporaties.

 

4.1 Thema 1: Betaalbaarheid en beschikbaarheid

 

4.1.1 Voldoende aanbod van betaalbare en beschikbare woningen voor de lage inkomensgroepen

De druk op de voorraad sociale huurwoningen is en blijft komende jaren groot. In het bijzonder op de beschikbaarheid van betaalbare sociale huurwoningen. De aandacht is daarom gericht op de bestaande woningvoorraad sociale huurwoningen en de uitbreiding hiervan. Maar ook op nieuwbouw in de middeldure huur- en goedkope en middeldure koopsector. Dit om de doorstroming in de sociale huursector te bevorderen. Door gevarieerde nieuwbouw en in te zetten op voorlichting willen we mensen stimuleren om te verhuizen naar een andere huur- of koopwoning die past bij nieuwe omstandigheden en inkomen. Zo komen er woningen beschikbaar voor nieuwe woningzoekenden en ontstaat er de noodzakelijke doorstroming. Betaalbaarheid krijgt vorm door een woonlastenbenadering.

Voor de huidige voorraad sociale huurwoningen ligt de focus op de betaalbaarheid van de sociale huurwoningen. Dat willen we bereiken door een gematigde ontwikkeling van de huurprijzen en beperking van de woonlasten; door investeringen in energiezuinige maatregelen en het stimuleren van zelfredzaamheid.

Er moeten betaalbare woningen beschikbaar zijn en blijven voor de groep inwoners, voor wie er vanwege hun inkomen geen alternatieven zijn en daarom zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Uitbreiding van de voorraad sociale huurwoningvoorraad is noodzakelijk, gelet op de groeiende vraag.

Circa 25% van de voorraad sociale huurwoningen wordt bewoond door huurders die op grond van hun inkomen niet (meer) tot de doelgroep van beleid behoren. Dit zijn de zogenoemde ‘goedkope scheefwoners’. Dit is één van de redenen van de stagnatie in de voorraad sociale huurwoningen en waardoor er geen doorstroming is. Er is daarom beleid nodig om doorstroming te stimuleren. Omdat de huidige instrumenten hiertoe niet toereikend zijn, willen we experimenteren met maatregelen. Hierbij is het beperken van de armoedeval een belangrijk aandachtspunt. Doorstroming kan op verschillende manieren worden gestimuleerd. Gemeenten en woningcorporaties bekijken samen de mogelijkheden om de doorstroming te bevorderen.

Vanwege het huidige tekort en de toename van de vraag naar sociale huurwoningen is het streven dat de huidige omvang kernvoorraad sociale huurwoningen niet vermindert. Passend bij de vraag op de woningmarkt, maken gemeente en woningcorporaties afspraken over de gewenste omvang van de voorraad sociale huurwoningen. Daarbij is het gewenst dat dit een gedifferentieerd aanbod is van type woningen en de hoogte van de huurprijzen.

We sluiten aan op het Rijksbeleid voor passend toewijzen. Minimaal 95% van de goedkope sociale huurwoning moet worden toegewezen aan de primaire doelgroep van beleid. Een gedifferentieerd aanbod met voldoende gezinswoningen zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.

 

Acties

  • -

    De woningcorporaties bepalen in overleg met de gemeente en huurdersbelangenvereniging de toekomst van de voorraad sociale huurwoningen- en formuleren hiervoor beleid zoals is vastgelegd in de Woningwet 2015.

  • -

    We sluiten daarbij aan bij de passendheidsnorm van het Rijk en de verhouding tussen de primaire en secundaire doelgroep van beleid en monitoren hiervoor jaarlijks de omvang van de doelgroep van het huurbeleid.

  • -

    Voor het voorkomen en de aanpak van huurachterstand maken we met de woningcorporaties en huurdersbelangenvereniging (prestatie) afspraken.

  • -

    We onderzoeken samen met corporaties de mogelijkheid voor het instellen van een gemeentelijk woonfonds voor ondersteuning van huurders en/of bewoners die in betalingsproblemen zijn geraakt vanwege hoge woonlasten.

     

4.1.2 Meer doorstroming in de voorraad sociale huurwoningen

Bevorderen van doorstroming in de sociale huurwoningen zorgt ervoor dat betaalbare huurwoningen beschikbaar komen. Dit is mogelijk door:

  • ·

    Een alternatief aan te bieden, zoals een betaalbare middeldure huur- of koopwoning;

  • ·

    Voorrangsregelingen te bieden, voor senioren en (andere) huurders die een betaalbare huurwoning achterlaten;

  • ·

    Ingroeihuur voor senioren bij verhuizing naar een passende woning;

  • ·

    Gerichte toepassing van tijdelijke huurcontracten.

     

Acties

  • -

    De woningcorporaties en de gemeente voeren regelmatig gesprekken met bewoners over hun (woon)wensen, kansen en mogelijkheden om te verhuizen.

  • -

    De woningcorporaties bekijken de mogelijkheden om doorstroming in de voorraad sociale huurwoningen te bevorderen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van pilots die in andere gemeenten doorstroming hebben opgeleverd. Wij werken als gemeente mee aan het toepasbaar maken van de woonruimteverdeelregels, gerelateerd aan de experimenten.

     

4.1.3 Aanbod van middeldure huur- en goedkope koopwoningen voor huishoudens met een inkomen vanaf € 34.911,- tot € 45.000,-

Op dit moment is sprake van ongeveer 25% ‘goedkope scheefwoners’. Scheefwoners zijn mensen die in een sociale huurwoning wonen, terwijl ze hiervoor een te hoog inkomen hebben. Om het voor hen aantrekkelijk en betaalbaar te maken om te verhuizen moet er aanbod komen van huurwoningen tussen de € 710,- en € 850,- per maand en koopwoningen van minder dan € 150.000,-.

 

Acties

  • -

    De gemeente bespreekt met in iedergeval ontwikkelaars en beleggers de mogelijkheden voor de bouw van middeldure huur- en goedkope koopwoningen.

  • -

    We gaan met de woningcorporaties na hoe we huurders met een middeninkomen kunnen stimuleren om te verhuizen.

     

4.1.4 Woningkwaliteit met toekomstwaarde

Er moet voldoende diversiteit aan woningen zijn, in verschillende leefomgevingen en wijken, om de hedendaagse woonconsument te bedienen. Ook is er een toenemende behoefte aan tijdelijke woonruimte. Woningen moeten aangepast kunnen worden gedurende hun hele levensloop. Daarvoor is innovatie bij nieuwbouw nodig. Ook in de bestaande voorraad en bij transformatie van leegstaande gebouwen is innovatie nodig. Een kwalitatief hoogwaardige woning is per definitie duurzaam. Aandacht voor kwaliteit en toekomstwaarde passen daarom goed in de duurzaamheidsdoelstellingen. De mate van flexibiliteit van de woning zal worden afgewogen ten opzichte van de wens voor betaalbaarheid van de woning.

 

Acties

  • -

    We geven ruimte aan private en particuliere investeringen en zorgen voor gunstige randvoorwaarden om deze ruimte optimaal te kunnen benutten.

  • -

    We nodigen de woningcorporaties en marktpartijen uit om mee te denken over oplossingsrichtingen die hierbij aansluiten.

 

4.1.5 Gevarieerd en duurzaam aanbod van nieuwbouwwoningen in verschillende woonmilieus

In onze gemeente is vraag naar een diversiteit van woningen. Ook is er een goede afzetmarkt voor nieuwbouwwoningen. Er zijn verschillende woonmilieus in onze gemeente. We willen de gewilde woonmilieus koesteren. Belangrijke aspecten zijn daarbij een goede woonomgeving, voldoende voorzieningen, groen en gemengde .

Ook de sociale samenhang is belangrijk in een goed woonmilieu. We willen een gevarieerd woningbouwprogramma aanbieden in gemengde wijken; zowel vanuit leeftijd als sociale positie. Nieuwbouw dient hieraan bij te dragen. Daarnaast zijn toevoegingen in de woningvoorrraad zoveel mogelijk geschikt voor één en tweepersoons huishoudens omdat dit aanbod beperkt aanwezig is.

Bij een gunstige economische ontwikkeling is de woonbehoefte berekend op 125 woningen per jaar in verschillende prijssegmenten. We streven er daarom naar om in de komende zes jaar (periode 2016-2021) in totaal 750 nieuwbouwwoningen te bouwen. Deze woningen komen in alle drie de kernen. Vooralsnog is de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 leidend over waar deze woningen zouden kunnen komen.

Om een gevarieerd aanbod van woningen te realiseren, dat aansluit bij de woonbehoeften van nu en in de toekomst, hanteren we voor het gemeentelijk woningbouwprogramma de volgende indeling voor de te bouwen typen en prijsklassen en percentages:

Type Prijsklassen Percentage

Sociaal:

huur en koop

huur tot € 710,- per maand

koop tot € 181.512,-

35% nieuwbouwwoningen per jaar

Middelduur:

Huur en koop

huur vanaf € 710,- tot € 850, -

koop vanaf € 181.512, - tot €260.000,-

35 % nieuwbouwwoningen per jaar

Vrije sector:

Huur en koop

huur vanaf € 850, -

koop vanaf € 260.000, -

30 % vrij sector nieuwbouwwoningen per jaar

 

Acties

  • -

    We bouwen vanaf 2016 per jaar 125 nieuwbouwwoningen. In zes jaar in totaal 750. Daarvan is 35% sociale huur- en koopwoning (20 % huur en 15 % koop), 35% middeldure huur- en koopwoning en 30% vrije sector huur- en koopwoning.

  • -

    Het bouwen van voldoende betaalbare huur- en koopwoningen die passen bij de financiële mogelijkheden van alle woningzoekenden. Bijvoorbeeld het bouwen van sociale koop- en huurwoningen die aansluiten bij de vraag naar woningen van nu: kleinere woningen met een huurprijs tot € 587,- per maand (1e aftoppingsgrens). Om dit mogelijk te maken blijven we we sociale grondprijzen hanteren.

  • -

    In de sociale sector bouwen we woningen (voor starters en alleenstaanden) met een huurprijs tot € 628,- en goedkope koopwoningen tot € 150.000,- (bijvoorbeeld rug-aan-rugwoningen).

  • -

    We bieden de woningcorporaties en marktpartijen mogelijkheden voor de bouw van goedkope woningbouw door flexibiliteit in de uitvoering van procedures en bestaande regelgeving, met toepassing en experimenten met goedkope en slimme bouwtechniek, waardoor tegen relatief lage bouwkosten betaalbare sociale huur- en koopwoningen kunnen worden gebouwd.

  • -

    We zoeken samenwerking en afstemming met alle betrokken partijen, zoals de woningcorporaties, ontwikkelaars, plaatselijke ondernemers en (toekomstige) bewoners om aantrekkelijke woonmilieus met gevarieerd woningaanbod in de gemeente te ontwikkelen en bestaande woonmilieus te verbeteren.

  • -

    We gaan door met het ondersteunen van(collectieve) particuliere projecten voor woningbouw en bieden ruimte en mogelijkheden voor nieuwe woonconcepten, zoals wonen en werken aan huis en collectieve woonprojecten voor senioren of starters.

     

4.1.6 Kansen bieden voor nieuwe woonvormen

Tegenwoordig zijn er andere behoeften aan woonvormen dan vroeger. Er lijkt bijvoorbeeld behoefte aan leefvormen met meer gezamenlijkheid, bijvoorbeeld het wonen in hofjeswoningen. Een ander voorbeeld is het delen van woonruimte en andere voorzieningen. Het coöperatieve woonmodel is één van de woonvormen die hierop inspelen. Dit kan op verschillende manieren: in nieuwbouw, in verbouw of door het overnemen van huidig bestaand bezit. Er komen daarnaast steeds meer woonconcepten die geschikt zijn voor gezamenlijk wonen of gebruiken van voorzieningen.

 

Actie

We onderzoeken de feitelijke behoefte aan gezamenlijk wonen en zijn bereid tot flexibele toepassing van planologische en juridische regelgeving bij planontwikkeling voor nieuwe woonvormen.

 

4.2 Thema 2: Wonen op maat

 

4.2.1 Toekomstige behoefte aan zorgwoningen in beeld brengen

De vraag naar aangepaste woningen neemt de komende jaren sterk toe. Er is sprake van verschillende groepen kwetsbare inwoners, met elk hun specifieke woon- en zorgbehoeften. Bekend is dat er een tekort is aan plaatsen in de intramurale verpleeghuiszorg. We moeten de toekomstige vraag naar aangepaste woningen in beeld krijgen. Zo kan nieuwbouw en renovatie van woningen daarop worden afgestemd.

Acties

  • -

    Samen met woningcorporaties stellen we een analyse op van de toekomstige behoefte aan aangepaste woningen. We houden rekening met verschillende groepen kwetsbare inwoners, met de demografische ontwikkelingen en het huidige aanbod van aangepaste woningen.

  • -

    Op basis van het huidige aanbod van aangepaste woningen maken de woningcorporaties en Loket Wijk afspraken over het opstellen van een register van de aangepaste woningen.

  • -

    Wij maken afspraken met het Zorgkantoor over de (her)verdeling van voldoende intramurale verpleeghuiszorg in de regio, in overleg met de regiogemeenten.

     

4.2.2 Langer zelfstandig blijven wonen in eigen woning en woonomgeving, voor senioren en dementerenden

SeniorenSenioren blijken om verschillende redenen niet graag te willen verhuizen. Of ze kunnen niet verhuizen, om financiële redenen of omdat er niet genoeg betaalbare en geschikte woningen voor hen zijn. Daardoor wonen ze vaak in een te grote woning of in een woning die niet meer veilig is vanwege fysieke of psychische beperkingen.

De woonomgeving is belangrijk voor senioren (en andere kwetsbare inwoners). Zo is het belangrijk voor hen dat de woonomgeving ze uitnodigt om te gaan wandelen, boodschappen doen, elkaar te ontmoeten en te helpen, activiteiten met elkaar te ondernemen. Dit zijn zaken om rekening mee te houden bij nieuwbouw van woningen.

DementerendenWe verwachten dat, met de sterke vergrijzing, het aantal dementerenden sterk toeneemt. Tegelijkertijd moeten ook zij langer thuis blijven wonen. Woningen zijn vaak niet veilig genoeg voor dementerenden. Er is veel informatie beschikbaar over aanpassingen van woningen voor dementerenden, alleen bereikt die informatie hen vaak niet. Informatievoorziening is dus een belangrijk punt om langer zelfstandig blijven wonen mogelijk te maken.

Acties

  • -

    Wij doen samen met woningcorporaties onderzoek naar mogelijkheden en voordelen van het instellen van een wooncoach die inwoners (ook woningbezitters) kan informeren over en begeleiden bij keuzes rond aanpassingen van de eigen woning (ook bij dementie), verhuizen en veiligheid. Hierbij worden loket Wijk, inwoners en het nieuwe platform sociaal domein actief betrokken.

  • -

    Wij gaan met woningcorporaties en zorgpartners actief aan de slag om de bewustwording bij inwoners ten aanzien van tijdige aanpassingen van de woning te vergroten. Dit geldt voor zowel huurders als eigenaren.

  • -

    Wij ontwikkelen samen met corporaties en zorgaanbieders een visie op toepassingen van domotica bij het vergroten van de zelfredzaamheid en veiligheid van kwetsbare inwoners.

  • -

    Samen met woningcorporaties stimuleren en faciliteren we de ontwikkeling van nieuwe woonconcepten voor senioren en dementerenden mede in het belang van de doorstroming.

  • -

    We houden bij nieuwbouw of renovatie rekening met vereisten vanuit zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare inwoners en leefbaarheid van de wijken. Wij zetten daarom het BTBV-beleid voort, waarmee in principe woningen bij grootschalige renovatie en bij nieuwbouw dienen te voldoen aan de basisprincipes van BTBV (zoals bredere deuren en verlaagde drempels).

  • -

    Gemeente, Loket Wijk, de woningcorporaties en andere maatschappelijke organisaties ontwikkelen gezamenlijk een visie op het thema ‘dementie en wonen’.

  • -

    We bouwen voldoende vrije sector huurwoningen voor senioren (huurprijs € 710,- tot € 850,-) en in beperkte mate in de vrije sector huur (hoger dan € 850,-).

 

4.2.3 Huisvesting van overige bijzondere groepen in Wijk bij Duurstede

Voor alle kwetsbare inwoners geldt dat de veiligheid voor henzelf en voor hun omgeving een belangrijk punt van aandacht is. Het kan dan gaan over risico’s in huis (bijvoorbeeld vallen, gasexplosies, brand), huiselijk geweld en overlast voor de omgeving, dan wel gevoelens van onveiligheid van omwonenden. Naast senioren en dementerenden onderscheiden we vergunninghouders, inwoners met psychische of psychosociale problemen en inwoners met een verstandelijke- of psychische beperking.

 

Vergunninghouders

Een belangrijke kwetsbare groep woningzoekenden zijn de vergunninghouders. Zij zijn vluchtelingen die eerst zijn opgevangen in opvangcentra en die nu een verblijfsvergunning hebben. Het Centraal Orgaan voor opvang van Asielzoekers (COA) wijst deze mensen aan gemeenten toe. Dit gaat buiten het reguliere woonruimteverdeelsysteem om, waardoor minder sociale huurwoningen beschikbaar komen voor reguliere woningzoekenden. Gezien de hoger wordende taakstellingen moet hiervoor extra aandacht zijn. Belangrijk is de kleinschaligheid van de opvang en de spreiding in en over de kernen.

 

Inwoners met psychische of psychosociale problemen

Inwoners die vanwege psychische of psychosociale problemen niet in staat zijn om zelfstandig te wonen kunnen binnen de Wmo beschermd wonen. Dit wordt geregeld door de centrumgemeente Utrecht, in samenwerking met wijkteams van regiogemeenten. Knelpunt is dat er in Utrecht een tekort is aan crisisopvang. Daardoor wordt meer ingezet op snelle terugkeer van deze inwoners naar zelfstandig wonen in de gemeente van herkomst. Zij maken aanspraak op geschikte huisvesting en ondersteuning, die een probleem oplevert omdat de wachttijd voor sociale huurwoningen lang is. Per 2017 komen deze taken ook naar de gemeente.

Inwoners met een zwaardere zorgvraag kunnen op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) een indicatie krijgen voor (tijdelijke) opname in een instelling. Als gevolg van Rijksbeleid zijn deze intramurale instellingen niet meer toegankelijk voor inwoners met lichtere zorgvragen. Zij blijven thuis wonen. Als ze wel worden opgenomen, kan dat in een verpleeghuis zijn, maar ook in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Zowel indicatiestelling als bekostiging voor deze instellingen zijn Rijkstaken. Uitvoering van deze taken doen het Centraal Indicatie Orgaan Zorg (CIZ) en de Zorgkantoren. Inwoners met een indicatie vanuit de Wlz kunnen er ook voor kiezen thuis te blijven wonen. De benodigde ondersteuningsvoorzieningen worden dan (deels vanaf 2015 en 2016, geheel vanaf 2017) vanuit de Wlz vergoed.

 

Inwoners met verstandelijke- of psychische beperking

Voor mensen met een verstandelijke of psychische beperking geldt net als voor andere kwetsbare inwoners dat zij met een lichtere zorgvraag zelfstandig thuis wonen. Vaak wonen ze bij hun ouders thuis of zelfstandig in een reguliere sociale huurwoning met begeleiding thuis van een zorgaanbieder. Er zijn geen aanwijzingen dat er een tekort is aan specifieke woningen voor deze inwoners.

Met aanbieders van begeleiding aan inwoners met psychische problemen is in 2015 gesproken over hun wensen als het gaat om woningen met ambulante woonondersteuning. Het betreft dan voldoende geschikte sociale huurwoningen voor deze doelgroep, verspreid over de stad en deels voorzien van gezamenlijke ruimtes in het belang van onderlinge contacten, samenwerking op preventie en veiligheid, wifi-aansluitingen etc.

 

Acties

  • -

    Wij onderzoeken samen met de woningcorporaties de alternatieve mogelijkheden van de huisvesting van vergunninghouders.

  • -

    In overleg met de regiogemeenten zorgen wij voor kaderstelling en samenwerking op het gebied van inwoners die vanuit beschermd wonen terugkeren naar de gemeenten.

  • -

    Wij maken met de woningcorporaties een inschatting van de opgave voor het huisvesten van ex- cliënten van beschermd wonen. Hiervoor worden geschikte woningen gelabeld met aanbod voor begeleiding van re-integratie in de samenleving.

  • -

    Voor de ontwikkeling van zogenaamde ‘omklapwoningen’ sluiten we aan bij het regionale beleid. Dit zijn woningen voor mensen die vanuit een beschermde woonsituatie zelfstandig gaan wonen en waarbij de zorginstelling eerst zorgt voor huur en ambulante begeleiding. Na verloop van tijd neemt de huurder de huurverplichting zelf over.

  • -

    Gemeente, woningcorporaties en zorginstellingen zorgen voor een sluitende keten op welzijn, wonen, zorg en ondersteuning voor deze doelgroep teneinde deze doelgroep op te vangen en overlast- en gevaarsituaties te voorkomen.

  • -

    Wij werken samen met politie, brandweer en andere lokale partijen om de veiligheid van kwetsbare inwoners en hun omgeving te vergroten.

  • -

    Wij ondersteunen en faciliteren lokale initiatieven voor (kleinschalige) huisvesting van inwoners met een verstandelijke of psychische beperking (st. BED, Driestroomhuis).

  • -

    Gemeente, woningcorporaties, zorgaanbieders en maatschappelijke partners zetten actief in op signalering van problematische- en onveilige situaties, ook in het kader van huiselijk geweld en overlast.

 

4.2.4 Platform wonen en zorg

Afstemming en overleg over de aanpak rond zelfstandig thuis wonen van kwetsbare inwoners is noodzakelijk. Het gaat daarbij om verdere beleidsontwikkeling, maar ook om concrete acties, financiering en taakverdeling tussen partijen: gemeente, zorginstellingen- en aanbieders, woningcorporaties, welzijnsinstelling, vrijwilligers en, natuurlijk, inwoners.

 

Acties

  • -

    Wij faciliteren en organiseren samen met inwoners een breed platform van inwoners voor overleg, signalering en uitwisseling van ervaringen over de uitvoering van het sociaal domein en het gemeentelijk beleid, ook om mee te denken over de vorming van passend beleid.

  • -

    Er komt een strategisch overleg voor wonen-zorg-welzijn met alle relevante partijen.

 

4.3 Thema 3: Duurzaam wonen en leven

Milieu en duurzaamheid zijn belangrijke thema’s die leven bij overheden maar zeker ook bij onze inwoners en bij ondernemers. In het Beleidsplan Milieu en Duurzaamheid 2016-2020 zijn doelen en acties op deze thema’s opgenomen. De ambitie is dat Wijk bij Duurstede in 2030 klimaatneutraal is, dat geldt dus ook voor alle woningen. Dit levert energiebesparing op en draagt bij aan lagere woonlasten en daarmee aan betaalbaarheid van het wonen. Duurzaamheid is daarom een belangrijke thema in de Woonvisie.

 

4.3.1 Een klimaatneutrale gemeente in 2030

De ambitie om in 2030 een klimaatneutral gemeente te zijn is een grote opgave. Ook vanuit het wonen moet er daarom ingezt worden op duurzaamheid om deze ambitie te kunnen realiseren.

Actie

  • -

    100% van de nieuwbouw bestaat uit nul-op-de-meter woningen en gebruik van GPR programma, gemiddelde GPR gebouwscore 7,5 en voor het onderdeel energie 8,5;

  • -

    Experimenteren met een energiecoach, die bewoners stimuleert over te stappen naar een 100% duurzame energie en mensen verleid en motiveert om duurzame keuzes te maken voor een duurzame leefstijl.

  • -

    We onderzoeken het instellen van een duurzaamheidsfonds.

 

4.3.2 Duurzaamheid en energiebesparing in de bestaande woningvoorraad

We kunnen besparen door te investeren in verandering van gebruik van bestaande woningen. Samen met de woningcorporaties maken we de komende jaren hiervoor acties. Dat gaan we ook doen om te komen tot energiebesparing in het particulier bezit. Daarnaast besteden we aandacht aan de al aanwezige subsidie en financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren.

Qua nieuwbouw hebben we de ambitie om duurzamer te bouwen dan het Bouwbesluit voorschrijft. We willen:

  • 1.

    de energievraag beperken door duurzame technieken in te zetten;

  • 2.

    duurzame energie te gebruiken en;

  • 3.

    wanneer er toch nog fossiele brandstoffen nodig zijn deze zo efficiënt mogelijk inzetten.

Niet alleen ontwikkelaars zijn belangrijke spelers om energie te besparen, ook onze inwoners. Bewustwording van energiebesparing en –opwekking is een randvoorwaarde voor duurzaam woninggebruik.

 

Acties

  • -

    Met de corporaties maken we afspraken over het verduurzamen van hun woningbezit. Dit ten aanzien van renovatie, planmatig onderhoud en nieuwbouw. Bij renovatie van sociale huurwoningen wordt het energielabel A+.

  • -

    Met corporaties stappenplan, een routekaart, maken voor verduurzaming alle huurwoningen op basis van maatregelen per stap.

  • -

    In de drie kernen 10 bestaande woningen klimaat neutraal maken, en resultaten promoten.

  • -

    Toegankelijke financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren en huurders marktrijp maken in samenwerking met geldverstrekkers en dit bekendheid geven bij burgers.

  • -

    We maken procesafspraken om te komen tot een klimaatneutraal Wijk bij Duurstede in 2030.

 

4.3.3 Leefbaarheid

De Woningwet begrenst de investeringen die corporaties in leefbaarheid mogen doen. Gemeente en woningcorporaties hebben wel de mogelijkheid om in de prestatieafspraken aanvullend daarop afspraken te maken over investeringen in de leefbaarheid. Wij (de gemeente), Stichting Binding, Woningbouwstichting Volksbelang en Woningbouwstichting Cothen vinden een leefbare samenleving van vitaal belang. Wij blijven op zoek naar creatieve en flexibele oplossingen om de leefbaarheid in onze wijken te stimuleren. Samen met onze inwoners.

 

Acties

  • -

    We maken met de woningcorporaties en huurdersbelangenvereniging afspraken over de noodzakelijke investeringen in de leefbaarheid voor de komende vijf jaar. Daarnaast benoemen we hierbij de maatschappelijke speerpunten die passen bij de woonvisie.

  • -

    We zetten met de woningcorporaties en Stichting Binding experimenten op onder de noemer Gouden Gemeenschap: het ontwikkelen van een ruilsysteem, leefbaarheidsprojecten en concepten voor zelfbeheer.

     

  • 5.

    De uitvoeringsagenda en evaluatie

Deze woonvisie is het kader van het woonbeleid van onze gemeente voor de komende vijf jaar. Het geeft de thema’s van het beleid weer en de onderwerpen waarover we (prestatie)afspraken willen maken met woningcorporaties en de huurdersbelangenvereniging. Om de beleidsdoelen voor de komende vijf jaar te concretiseren maken we gebruik van een uitvoeringsagenda. Die monitoren en evalueren we.

 

5.1 Uitvoeringsagenda

Als gemeente hebben we beperkte- maar wel sturende - mogelijkheden om de woningmarkt te beïnvloeden. We willen in de uitvoering maximale ruimte bieden voor samenwerking, coproductie en participatie van betrokkenen en deskundigen. Dat is reden om te kiezen voor een dynamische agenda in plaats van voor een vaststaand programma.

Locatieinvulling en –typering volgt in het woningbouwprogramma.

 

5.2 Afstemming en overleg

Gezamenlijk overleg en afstemming over het wonen is belangrijk voor een integraal en breed gedragen woonbeleid. Wij nemen daartoe initiatief en faciliteren partijen om met elkaar te overleggen. Het gaat dan over actuele thema’s die op de uitvoeringsagenda staan, of over nieuwe ontwikkelingen die tot aanpassing van de uitvoering kunnen leiden. We kiezen voor overleg en afstemming in verschillende samenstellingen.

 

  • 1.

    Minimaal vier keer per jaar is er een bestuurlijk overleg tussen de woningcorporaties en ons, de gemeente.

  • 2.

    Er is een maatschappelijk platform voor overleg en discussie. Deelnemers aan dit platform zijn: gemeente, woningcorporaties, Loket Wijk en andere partijen. De vraagstukken gaan over zorg en ondersteuning, maar ook andere sociaal maatschappelijke onderwerpen komen aan de orde

  • 3.

    We gaan blijvend in gesprek met alle relevante partijen die actief zijn op de woningmarkt over belangrijke thema’s en ontwikkelingen in de lokale woningmarkt.

  • 4.

    Een breed platform van inwoners, zie hoofdstuk 4.2.4.

     

5.3 Monitoring en evaluatie

Door de lokale woningmarkt te monitoren en het ingezette beleid te evalueren is het mogelijk dat de ambities worden bijgesteld. Resultaten van de prestatieafspraken geven inzicht in de resultaten van het gevoerde beleid. We maken met onze partners bij de prestatieafspraken ook afspraken over inhoud, proces en taakverdeling rondom de monitoring, zodat die ook tot stand zal komen. We houden in ieder geval bij:

  • ·

    de vragen van externe/particuliere initiatiefnemers voor ontwikkeling van (grootschalige) woonzorgvoorzieningen. Dit doen wij als gemeente;

  • ·

    de verhuurbaarheid van aangepaste woningen. De woningcorporaties stellen hierover jaarlijks een rapportage op.

     

    Begrippen, afkorting en bronnen

     

    Aftoppingsgrens De aftoppingsgrens is een grens die binnen de huurprijsgrenzen wordt gehanteerd. Dit is de grens tot waar men een huurtoeslag ontvangt tot 75% ontvangt. Als het huurgrens hoger is dan deze grens wordt de huurprijs afgetopt danwel verlaagd.

     

    BTBV Bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid en veiligheid.

     

    CPO Collectief particulier opdrachtgeverschap.

     

    Daeb Diensten van Algemeen Economisch Belang.

     

    Niet- Daeb Niet- Diensten van Algemeen Economisch Belang.

     

    Doelgroep van beleid Primaire en secundaire doelgroep samen.

     

    Domotica Digitale hulp – en ondersteuningsmiddelen die kwetsbare mensen in staat

    stellen om zelfstandig te kunnen wonen en leven.

     

    (lage) middeninkomens Huishoudens met een belastbaar inkomen tussen € 35.739,- en € 45.000,-, prijspeil 2016.

     

    Gouden Gemeenschap het ontwikkelen van en ruilsysteem, leefbaarheidsprojecten en concepten voor zelfbeheer.

     

    Kwetsbare inwoners Een term om bij mensen het verschil tussen draaglast en draagkracht aan te geven in sociaal, materieel, fysiek en psychisch opzicht. Kwetsbare mensen hebben te maken met een opeenstapeling van draaglastfactoren en een tekort aan draagkrachtfactoren (zoals een goede gezondheid, inkomen, betaald werk, sociale contacten, opleiding).

     

    Kwaliteit Onder kwaliteit verstaan wij in dit document: een woning die aansluit bij de behoefte. Nu en in de toekomst. Niet: de staat van onderhoud.

     

    Passend toewijzen Vanaf 1 januari 2016 moet een woningcorporatie voldoen aan de passendheidsnorm. Woningcorporaties moeten vanaf deze datum bij nieuwe verhuringen passend toewijzen. Van alle toewijzingen aan huishoudens met een inkomen tot en met de huurtoeslaggrens moet de woningcorporatie zich in ten minste 95% van de gevallen houden aan de volgende huurprijzen:

    1 persoonshuishouden inkomen ≤ € 22.100,- : max. huur € 586,68

    2 persoonshuishouden inkomen ≤ € 30.000,- : max. huur € 586,68

    3 of meerpersoonshuishoudens inkomen ≤ € 30.000,-: max. huur € 628,76

    Er blijft een marge van 5% bestaan voor uitzonderingssituaties.

    Het passend toewijzen geldt ook voor:

    zorginstellingen die woningen zelfstandig toewijzen, indien het vastgoed in

    eigendom is van een corporatie (doorverhuur);

    nieuwbouwwoningen, ook als die vlak na 1 januari 2016 worden opgeleverd;

    doelgroepen die huurtoeslag krijgen boven de aftoppingsgrenzen, zoals senioren en huishoudens die een aangepaste (vaak grotere) woning behoeven (tot de liberalisatiegrens); onzelfstandige woonruimten; woningen (met een huur tot de liberalisatiegrens) in de niet-DAEB-tak.

     

    Primaire doelgroep Huishoudens met een belastbaar inkomen tot de grenzen als

    genoemd in de wet op de Huurtoeslag, prijspeil 2016.

    Eenpersoonshuishouden <65 : € 22.100,-

    Meerpersoonshuishouden <65 : € 30.000,-

    Eenpersoonshuishouden > 65 : € 22.100,-

    Meerpersoonshuishouden > 65: € 30.050,-

     

    Secundaire doelgroep Huishoudens met een belastbaar inkomen tussen dat van de primaire doelgroep en €35.739 (prijspeil 2016), de zogenoemde Europagrens.

     

    Wooncoach Een deskundige persoon op het terrein van wonen (inclusief domotica), welzijn

    en zorg, die inwoners kan informeren over- en ondersteunen bij het tijdig maken van woonkeuzes die passen bij hun individuele situatie of levensfase.

     

    Woonmilieus De woonmilieutypering is onderscheid te maken in stedelijke, klein stedelijke, dorpse en landelijke woonmilieus. Daarbinnen is onderscheid mogelijk naar de ligging ten opzichte van centrumfuncties, naar bouwperiode (voor- en naoorlogs), naar dichtheid van de bebouwing (compact en grondgebonden) en naar bereikbaarheid (bereikbaar en perifeer).

     

    ZZP Zorg zwaarte pakket: dit bepaalt de omvang van de zorg en ondersteuning waarop een inwoner recht heeft. Een hoog zzp geeft toegang tot intramurale zorg (opname in verpleeghuis of GGZ-instelling).

     

    Bronnen *

    • 1.

      Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede Bureau stedelijke planning januari 2015.

    • 2.

      Analyse woningmarktgegevens 2015 Wijk bij Duurstede: Cees de Hoop.

     

    Bijlage 1Wettelijke bepalingen: wijzigingen en (lokale) ontwikkelingen

    In deze bijlage staan de belangrijkste gevolgen beschreven van de nieuwe Huisvestingswet, Woningwet (op 1 juli 2015 ingegaan) en de Wmo 2015 (ingegaan op 1 januari 2015). Ook worden landelijke en lokale trends beschreven.

     

    Huisvestingswet

    Met ruimte voor maatwerk, om aan te sluiten bij de woningmarkt. Alleen als er aantoonbaar sprake is van schaarste mag de gemeente beperkt ingrijpen in de woonruimteverdeling. Uit regionaal onderzoek blijkt dat er schaarste bestaat aan sociale huurwoningen. Regels voor toewijzing van koopwoningen(nieuwbouw en bestaand) zijn vervallen. Sturing in de woningmarkt is daardoor beperkt mogelijk. Er zijn wel voorrangsregels voor mantelzorgontvangers en -verleners. In verband met de nieuwe wet is een regionale huisvestingsverordening opgesteld en per 1 juli 2015 van toepassing. Deze verordening wordt uitgevoerd.

     

    Woningwet

    De Woningwet 2015 is per 1 juli 2015 herzien en stelt nieuwe spelregels voor de sociale huursector. Woningcorporaties moeten zich uitsluitend concentreren op hun kerntaak: mensen met een laag inkomen goed en betaalbaar huisvesten.

     

    Terug naar de kern

    Het werkdomein voor corporaties betreft de verhuur van woningen, het verlenen van diensten aan bewoners, de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed, het bijdragen aan de leefbaarheid en de ontwikkeling van bedrijfsmatig vastgoed. Op al deze terreinen is de corporatie nu al actief, dus dat is niet nieuw. Nieuw is dat de corporatie (de nieuwe naam: toegelaten instelling) op al deze terreinen te maken krijgt met een beperking van de toegestane activiteiten en de gemeente een grotere rol krijgt bij het bepalen van de door de corporatie uit te voeren activiteiten. De prestatieafspraken worden gemaakt in samenwerking waar ook de huurdersorganisaties deel van uitmaken.

     

    Ladder voor duurzame verstedelijkingDe ladder voor duurzame verstedelijking (1 oktober 2012) heeft als doel dat de ruimte in het stedelijk gebied optimaal wordt benut. Er moet geen overaanbod ontstaan (leegstand), waardoor het minder leefbaar wordt. De ladder is een belangrijk instrument bij goed- of afkeuring van nieuwbouw.

     

    Governance

    Het interne toezicht is veranderd. Bestuurders en commissarissen moeten voortaan voldoen aan een aantal geschiktheidseisen voordat ze worden (her)benoemd. Op vergelijkbare wijze als in de financiële sector moeten ze hiertoe een ‘fit & proper’-test afleggen. De minister moet eerst een positief advies geven op basis van toetsingscriteria, voordat een bestuurder of commissaris kan worden (her)benoemd.

    Het takenpakket van de Raad van Toezicht (RvT) wordt uitgebreid. Voortaan is voor investeringen van € 10 miljoen of meer voorafgaand de goedkeuring van de RvT nodig.

    De RvT moet de minister actief informeren over zaken die deze moet weten voor een goede taakvervulling. Bijvoorbeeld als sprake is van (mogelijke) schade voor de volkshuisvesting, een conflict tussen bestuur en RvT of financiële problemen.

     

    Autoriteit woningcorporaties

    Het externe toezicht voor corporaties is eveneens gewijzigd. Er is een integrale Autoriteit woningcorporaties, die onder de Minister voor Wonen en Rijksdienst valt. De Autoriteit woningcorporaties is verantwoordelijk voor zowel het financiële toezicht op de corporaties als het toezicht op rechtmatigheid, governance en integriteit.

     

    Meer invloed voor gemeenten en huurdersorganisaties

    De gemeente krijgt meer informatie van de corporatie, zoals een overzicht van voorgenomen werkzaamheden. Een corporatie moet naar redelijkheid bijdragen aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid en daarvoor een bod doen en prestatieafspraken maken met de gemeente(n). Voorwaarde is dat de gemeente eerst zelf een woonvisie heeft vastgesteld. Huurdersorganisaties krijgen meer invloed ten opzichte van de corporatie en het woonbeleid. Zij mogen meebeslissen over de prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties en krijgen instemmingsrecht bij bijvoorbeeld fusies. Ook mogen zij minimaal een derde van de leden van de Raad van Toezicht voordragen.

     

    Passend toewijzen

    De nieuwe Woningwet stelt duidelijke eisen en regels voor de hoogte van de huur en toewijzing van sociale huurwoningen. Vanaf 1 januari 2016 moeten verhuurders er voor zorgen dat woningen die door hen worden verhuurd aan huishoudens met een inkomen beneden de huurtoeslagengrenzen voor 95% beneden de aftoppingsgrenzen zijn.

    De overheid wil hiermee voorkomen dat huishoudens met de laagste inkomens in te dure woningen terecht komen. De accountant van de corporatie moet controleren of de toewijzingen correct zijn verricht. Haalt een woningcorporatie de norm niet, dan kan een sanctie worden opgelegd door de Autoriteit Woningcorporaties (AW), bijvoorbeeld een bestuurlijke boete.

    Bij passend toewijzen zal per 1 januari 2016 dezelfde inkomensdefinitie gebruikt worden als die nu al geldt in het kader van de regeling voor staatssteun (90%).

     

    Samenstelling woningvoorraad

    De woningvoorraad sociale huurwoningen moet onder aftoppingsgrenzen niet veel groter zijn dan het aantal huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens. Dus feitelijk mag de (jaarlijks) vrijkomende voorraad sociale huurwoningen tot de tweede aftoppingsgrens niet veel groter zijn dan het (jaarlijks) aantal woningzoekenden met een inkomen tot de huurtoeslagengrens. De toetsing vindt plaats op het moment van toewijzing. Wanneer een corporatie meer woningen heeft in dit prijssegment, zal het moeilijker worden om deze woningen volgens de wet te verhuren. Er kan daarbij in eerste instantie voorrang gegeven worden aan huishoudens met een laag inkomen.

     

    DAEB en niet- DAEB

    Woningcorporaties zijn wettelijke verplicht hun DAEB (diensten van algemeen en economisch belang) activiteiten los te koppelen van niet- DEAB activiteiten. Dat kan door de woningcorporatie op te splitsen in twee van elkaar gescheiden bedrijfsonderdelen, zijnde de kerntaken van de toegelaten instelling en de overige werkzaamheden. De wet verplicht daarbij, in overeenstemming met de Europese transparantie-richtlijn, tot een administratieve scheiding. Daarnaast is een juridische scheiding mogelijk, die in dat geval logischerwijs in de plaats komt van de administratieve scheiding.

     

    Betaalbaarheid en financiering van de eigen woning

    Door de daling van de koopprijzen van woningen in de afgelopen jaren en een forse daling van de hypotheekrente (voor 5 tot 10 jaar rentevaste periode) van 5,5 % in 2008 naar 2,1 eind 2015, is de betaalbaarheid van koopwoningen in Nederland sterk verbeterd. Echter de voorwaarden voor het verkrijgen van een hypothecaire lening zijn aangescherpt en de financierings- en fiscale mogelijkheden worden (geleidelijk) beperkt. Voor de koopstarters kan dit nadelig zijn. Daarnaast moeten de starters een deel van de kosten voor het kopen van een koopwoning met eigen geld financieren. Dit zal de drempel voor koopstarters om een eigen woning te kopen verhogen. Hierdoor wordt het ook moeilijker om het onderhoud en verbeteringen van hun woning te kunnen financieren.

    De mogelijke prijsstijgingen kunnen voor potentiële doorstromers op de koopwoning-markt gunstig zijn, eventuele restschuldproblemen verminderen en nieuwe kansen bieden om te verhuizen. Door het herstel van de woningmarkt en koopprijsstijging zullen huiseigenaren ook geneigd zijn om bij verkoop weer meer vast te houden aan de vraagprijs.

     

    Veranderende samenleving

    In een aantal delen van het land is sprake van bevolkingskrimp, vooral in de randen van Nederland. Huishoudens veranderen en verdunnen: meer alleenstaanden en alleengaanden. Dit is van invloed op het aanbod van woningen.

    Jongeren (20- 25 jaar) trekken vanwege hun behoeften en ambities voor werk, studie en vermaak naar de grote steden. Na verloop van tijd is het hun wens om terug te keren naar hun eigen woonplaats vanwege veranderde (persoonlijke) omstandigheden (> 30 jaar ) en zijn ze op zoek naar een betaalbare koopwoning in plaats van een dure woning in de stad.

     

    Vergrijzing

    De prognoses van het Centraal Planbureau zijn dat de levensverwachting toeneemt en het aantal geboortes afneemt. Het gevolg hiervan is dubbele vergrijzing. In 2030 is daardoor een op drie inwoners van Nederland ouder dan 55 jaar. In 2005 was dat nog een op vier inwoners. De generatie die nu ouder wordt, is anders dan de huidige ouderen. Het zijn ‘nieuwe ouderen’ met andere verwachtingen, eisen en wensen, maar vaak ook met een hoger inkomen en opleidingsniveau en een eigen woning. Meestal kritisch en zelfverzekerd. Voor het betaalbaar houden van de AOW wordt de pensioengrens verhoogd.

     

    De Wmo 2015

    Nieuwe Wmo

    De Wmo 2015 draagt gemeenten op inwoners te ondersteunen in zelfredzaamheid, participatie, voor zover hij/zij in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat tot participatie’. De gemeente is gehouden om algemene voorzieningen te bieden die voorkomen dat inwoners zijn aangewezen op maatschappelijke ondersteuning. De wet stelt daarbij dat inwoners in staat gesteld moeten worden om zo lang mogelijk in de eigen omgeving te kunnen blijven. Het rijksbeleid heeft ertoe geleid dat kwetsbare inwoners langer thuis blijven wonen, ook als zij een fysieke of psychische beperking of chronische aandoening hebben.

    In de gemeentelijke praktijk betekent dit dat er voldoende geschikte woningen beschikbaar moeten zijn voor alle inwoners. Inwoners hebben daarbij in eerste instantie een eigen verantwoordelijkheid om tijdig in te spelen op hun gewijzigde levenssituatie of verslechterende gezondheid. Waar dat onvoldoende tot stand kan komen, dient de gemeente vanuit de Wmo maatwerkvoorzieningen te bieden, afgestemd op individueel cliëntniveau. Dat kan in de vorm van woningaanpassingen maar ook in verbouwing of verhuizing, in de vorm van het bieden van voorlichting en ondersteuning bij woonvragen. De beschikbaarheid van voldoende geschikte woningen in de gemeente is daarbij een basisvoorwaarde.

    Voldoende geschikte woningen dragen bij aan het verminderen van de noodzaak tot woningaanpassingen op cliëntniveau en leiden dus op de langere termijn tot besparingen.

     

    Wmo-beleid in Wijk bij Duurstede ten aanzien van wonen

    Vanuit de lokale Wmo-praktijk en vanuit landelijke jurisprudentie vinden in de loop van de jaren verschuivingen plaats in de verantwoordelijkheden rond aangepast wonen. Hoewel de wettelijke basis zoals hiervoor aangegeven behouden blijft, hebben inwoners en woningcorporaties ook verantwoordelijkheden. Zo is sinds een aantal jaren vastgesteld beleid, bij de bouw al algemene voorzieningen mee te nemen in het belang van de zelfredzaamheid van de beoogde doelgroep. Voorbeelden hiervan zijn: automatische deurdrangers, een lift, verlaagde drempels, oplaadruimtes voor scootmobielen, enzovoorts.

    Begin 2016 is door de gemeenteraad in een nieuwe verordening maatschappelijke ondersteuning vastgesteld. Dit houdt in dat woningaanpassingen die ‘logisch en voorzienbaar zijn’ (bij voorbeeld in het kader van veroudering van de bewoners) niet meer toegekend worden vanuit de Wmo. Wel blijft altijd een afweging op een individuele casus noodzakelijk (maatwerk).

     

    Ouderen blijven langer zelfstandig wonen

    Voorheen was het gebruikelijk dat ouderen, naarmate de toename van leeftijd vanuit hun koopwoning, verhuisden naar een geschikte seniorenwoning in de huursector. Uit recent onderzoek blijkt dit achterhaald. Dit blijkt uit het onderzoek ‘ Woonvoorkeuren specifiek woonvormen voor ouderen: een verhaal met veel gezichten’ dat door Companen is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van BZK. Daaruit blijkt dat de meeste ouderen zo lang mogelijk willen wonen in hun eigen woning, ook als hun mobiliteit minder wordt. Door met eenvoudige ingrepen hun woning aan te passen, en de zorg die grotendeels thuis geleverd kan worden, is verhuizing vaak niet meer noodzakelijk of kan verhuizing uitgesteld worden.

     

    Dementie

    Wanneer grote woningaanpassingen nodig zijn of mensen vanwege ernstige psychische beperkingen (bij voorbeeld vergevorderde dementie) niet langer thuis kunnen blijven wonen, is verhuizing noodzakelijk. In het laatste geval is toegang tot intramurale verpleeghuiszorg nog steeds een optie.

    Deze ontwikkeling is van invloed op de bestaande woningvoorraad en de nieuwbouw van seniorenwoningen. Het vergt ook voldoende beschikbare woningen waarnaar senioren door kunnen stromen.

    In Nederland zijn er op dit moment ruim 260.000 mensen met dementie. Door de vergrijzing zal dit aantal in de toekomst nog verder toenemen. Dat geldt ook voor Wijk bij Duurstede. In 2014 waren er 250 inwoners met dementieproblemen; de prognose is dat het aantal dementerenden in de drie kernen gezamenlijk in de komende jaren zal stijgen naar 839 in 2020 (toename van 236%).

    Ook bij inwoners met dementie is sprake van de noodzaak om langer thuis te blijven wonen. Opname in een verpleeghuis is pas aan de orde in een vergevorderd stadium van de ziekte. Vanuit de Wmo heeft de gemeente wettelijke taken voor dementerenden en hun omgeving: bieden van voldoende begeleiding (‘dagopvang’), ondersteuning van de mantelzorger(s), het ontwikkelen van voldoende geschikte woningen en het bieden van een geschikte woonomgeving.

    Wijk bij Duurstede heeft het voornemen om zich te ontwikkelen tot ‘dementievriendelijke gemeente’. Dat houdt in dat het voorzieningenniveau op het gebied van wonen, welzijn, ondersteuning en zorg is toegerust om deze groep inwoners langere tijd te kunnen laten functioneren in de lokale gemeenschap. Het houdt ook in dat inwoners, activiteitenaanbieders, winkels en andere instellingen die te maken krijgen met dementerenden, voldoende zijn toegerust om met deze doelgroep om te gaan.

     

    BTBV-beleid

    De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de nieuwbouw van woningen die op een basisniveau van levensloopbestendigheid gebouwd zijn, dit vanuit het Wijkse BTBV -beleid, dat in 2013 van start is gegaan. Concreet houdt dit in dat bouwplannen, herstructureringsplannen en plannen voor de (her)inrichting van buitenruimte door een commissie op voorhand getoetst worden. Voor woningen is de basiseis dat ze geschikt dienen te zijn voor inwoners met een rollator en op de woonverdieping bezoek baar voor mensen met een rolstoel (bredere deuren, verlaagde- of geen drempels).

    Daarnaast zijn er wooncomplexen gebouwd die een hogere graad van aanpassingen hebben, zoals de Oranjehof in Langbroek, geschikt voor inwoners met een rolstoel.

     

    Primaat van verhuizen

    De gemeente hanteert binnen het Wmo-beleid het ‘primaat van verhuizen’. Het kan zijn dat er bij forse beperkingen van een inwoner grootschalige woningaanpassingen noodzakelijk zijn: aanbouw, traplift, aanpassingen in badkamer of keuken etc. Vanuit de Wmo is de gemeente wettelijk verplicht dit te regelen. In het kader van het ‘primaat van verhuizen’ vindt eerst onderzoek plaats of elders in de gemeente een geschikte, al aangepaste woning voorhanden is. Indien dat het geval is, is de gemeente niet gehouden om de benodigde aanpassingen te bekostigen vanuit de Wmo.

     

    MantelzorgwoningenSinds november 2014 zijn de regels voor vergunning vrij bouwen aangepast en wel via het Besluit omgevingsrecht (Bor). De wijziging in de Bor heeft onder andere tot gevolg dat het mogelijk wordt om zonder vergunning een mantelzorgwoning te bouwen of te plaatsen op het achtererf van een woning. Om hiervoor in aanmerking te komen is het onder andere noodzakelijk dat aantoonbaar sprake is van een mantelzorgrelatie tussen de hoofdbewoner en de bewoners waarvoor een (extra) woning gebouwd of verplaatst wordt. Bij twijfels over een mantelzorgrelatie kan de gemeente een verklaring vragen aan een deskundige persoon of instantie. Dit is door het college belegd bij loket Wijk.

    Het faciliteren van mantelzorgwoningen is vanuit Wmo-oogpunt een goede zaak. Inwoners nemen hun verantwoordelijkheid in de zorg voor elkaar, het bespaart Wmo-aanspraken en helpt vereenzaming te voorkomen.

     

    Andere kwetsbare doelgroepen en verhuizen

    De informatie over verhuiskeuzes voor senioren, zoals hierboven aangegeven, geldt niet alleen voor senioren. Ook jongere mensen kunnen een functiebeperking krijgen die fysiek of psychisch van aard is. Voor hen gelden dezelfde keuzes en afwegingskaders als hierboven aangegeven, inclusief het primaat van verhuizen.

     

    Senioren nog onbekend met nieuw en divers woonaanbod: onderzoeksgegevens

    Uit recent onderzoek ( ‘De Woonmonitor 2015’, een landelijk onderzoek van Bureau Vijftig en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg) blijkt dat senioren honkvast zijn. Meer dan de helft van de 75-plussers woont alleen, huurt een woning en overweegt alleen te verhuizen als er zorg en ondersteuning nodig is. Ook blijkt uit dit onderzoek dat de 55-plusser zich gezond voelt en tevreden is over zijn woonsituatie. Ruim 30% wil niet meer verhuizen; van de 75-plussers is dat zelfs 44%.

    Naast de honkvaste groep is er ook een grote groep is die wel een verhuizing overweegt. De belangrijkste reden om te verhuizen is om kleiner en aangepast te wonen. Senioren betalen nu gemiddeld 500 tot 750 euro voor hun woning, inclusief gas, water en licht. Ze willen bij een verhuizing dezelfde woonlasten betalen. Voor diensten aan huis is men bereid ongeveer 100 euro per maand neer te leggen. Daarbij zijn de klusjesman en huishoudelijke hulp en glazenwasser het meest populair.

    Traditionele woonvormen zoals aanleunwoningen, seniorenwoningen, serviceflats en woon-zorgcomplexen zijn het meest bekend (70-80% van de respondenten kent deze woonvormen). Wat opvalt, is dat ouderen veel minder bekend zijn met nieuwe woonvormen, zoals moderne hofjes (11%), mantelzorgwoningen (2%) en kangoeroewoningen (2%). Van de mensen die de nieuwe woonvormen wel kennen, zou een groter deel daar wel willen wonen. Daarbij komt naar voren dat het opleidingsniveau zeer bepalend is voor de kennis over woonvormen en dat jonge ouderen beter bekend zijn met woonvormen dan de 75-plusser.

    Bijlage 2 Analyse tbv de woonvisie 2016-2021

    In deze analyse worden de belangrijkste feiten en cijfers uit de verschillende onderzoeken en analyses op een rij gezet. Aan het eind van dit hoofdstuk staan de bewegingen centraal en constateren we hoe de lokale woningmarkt zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.

     

    Er is een woningmarktanalyse gemaakt voor de onderbouwing van de te maken keuzes. De belangrijkste aandachtspunten komen in dit hoofdstuk aan de orde. Daarbij is vooral gebruik gemaakt van de analyses uit de rapportages:

    1) Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede januari 2015: Bureau stedelijke planning;

    2) Analyse woningmarkt Wijk bij Duurstede 2015 van Cees de Hoop.

    De woningmarkt van Wijk bij Duurstede

    De gemeente Wijk bij Duurstede is een aantrekkelijke gemeente om te wonen vanwege haar gunstige ligging in een groene en agrarische omgeving en gunstige bereikbaarheid vanuit Utrecht, Amersfoort en Arnhem.

    Wijk bij Duurstede biedt als woonplaats een historische kern met gezelligheid en buurtcentra met, voldoende winkelaanbod en betaalbare woningen met kwaliteit. Daarnaast hebben de drie kernen eigen sport-, onderwijs- en sociaal-culturele voorzieningen.

    De kernen Cothen en Langbroek hebben hun eigen historie, samenstelling van bewoners en woningmarkt. Beide dorpen zijn eveneens gunstig gelegen in een aantrekkelijke groene omgeving. In de afgelopen jaren is in de kernen Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek een aantal nieuwbouwprojecten met succes afgerond en opgeleverd.

     

    Wijk bij Duurstede in de regio

    Het woningaanbod in de gemeente is een redelijk betaalbaar alternatief voor woningzoekenden uit Houten, Utrechtse Heuvelrug en Utrecht (Leidsche Rijn) waar de koopwoningen duurder zijn. Dit blijkt ook uit de verhuisbewegingen (zie tabel 1).

    Tabel 1 Verhuisbewegingen tussen gemeenten in de periode 2011-2013 (in personen; bron: CBS)

    Op grond van de Woningwet kan de gemeente een keuze maken voor een woningmarktregio. Dit is belangrijk voor het functioneren van de volkshuisvesting van de gemeente en haar rol en positie in de regio. De woningmarktregio bepaalt waar woningcorporaties actief mogen zijn en investeren in nieuwbouw en aankoop van vastgoed. Vanuit het regionale samenwerkings verband U16, waarbij de gemeente is aangesloten, wordt een voorstel voorbereid voor de vorming van een regionale woningmarkt in U16 verband (regio Utrecht). Per 1 juli 2016 wordt door de Minister een besluit genomen over de indeling van de woningmarktregio’s.

    Samenstelling bevolking: kenmerken en huishoudensontwikkeling

    In deze paragraaf kijken we eerst naar de ontwikkeling tot nu toe en daarna komt de prognose aan bod. Begin 2015 woonden 23.222 personen in de gemeente Wijk bij Duurstede. Dit is 179 personen meer dan een jaar eerder. Na jaren van een kleine daling in inwonertal is er de laatste twee jaar weer sprake van een beperkte stijging. De bevolkingsontwikkeling wordt bepaald door de migratie (aantal verhuizingen naar de gemeente), en door de ontwikkeling van de natuurlijke aanwas (geboorten minus sterfte, zie figuur 1). De migratie wordt onder andere bepaald door het aantal nieuwbouwwoningen dat is opgeleverd.

    Figuur 1 Ontwikkeling bevolking Wijk bij Duurstede

    Voor het bepalen van de woonbehoeften is de ontwikkeling van de huishoudens van belang. Deze ontwikkeling beïnvloedt de woonbehoefte. Het huishoudensaantal is tussen 2000 en 2014 gestegen van 8720 naar 9510.

    Sinds 2000 zien we een verschuiving van de samenstelling van de huishoudens, zie figuur 2. Het aantal 55-plussers is met 90% toegenomen. Op dit moment zijn 4554 huishoudens 55 jaar of ouder. Dit is 48% van het totaal aantal huishoudens. Het percentage ligt boven het provinciale en landelijke gemiddelde van respectievelijk 39% en 44%. Dit heeft te maken met het feit dat Wijk bij Duurstede in jaren ‘70 en ‘80 in de vorige eeuw een groeikern was.

    Figuur 2 Ontwikkeling huishoudens naar leeftijdscategorie (in absolute aantallen; bron: CBS)

     

    Vergrijzing

    Vanaf 2000 zien we een daling van inwoners tot 55 jaar en een stijging van inwoners van 55 jaar en ouder, zie figuur 3.

    Figuur 3 Ontwikkeling leeftijdsopbouw inwoner Wijk bij Duurstede

    Van belang is ook de prognose ten aanzien van de verwachte vergrijzing in de gemeente. In onderstaande tabel is deze opgenomen. Daaruit blijkt dat het aandeel 65-plussers op de totale bevolking in de periode 2015 – 2035 toeneemt van 17% naar 29%. Ook bij de 80-plussers is in dezelfde periode sprake van een forse toename: in 2015 is 3% van de inwoners 80 jaar of ouder. De verwachting is dat dit in 2035 gestegen is naar 9%.

    Tabel 2 Totale bevolking (senioren) - Wijk bij Duurstede (Bron: CBS – Bevolkingsstatistiek)

    kwantitatieve woningbehoefte

    Onderstaand figuur geeft de demografische prognose weer. Deze prognose biedt niet alleen inzicht in de potentiële huishoudensontwikkelingen, het geeft ook inzicht in de woningbehoefte.

    Voor de kwantitatieve woningbehoefte is in het model gerekend met de bouw van circa 100 woningen en de sloop van 4 woningen per jaar. Dit is berekend voor de periode 2015-2019 In onderstaand figuur 4 is de huishouden- en voorraadontwikkeling te zien. Hieruit blijkt dat de spanning op de woningmarkt komende jaren blijft, tenzij er extra wordt gebouwd.

    Figuur 4 Prognose van de ontwikkeling van de voorraad, de huishoudens en het tekort of overschot aan woningen (bron: ABF Research, PRIMOS)

    Woningvoorraad: samenstelling en aanbod

    De samenstelling van de woningvoorraad in Wijk bij Duurstede wijkt af van het landelijke gemiddelde. In Wijk bij Duurstede zijn er verhoudingsgewijs meer koopwoningen en minder huurwoningen.

    Figuur 5 Samenstelling woningvoorraad huur en koop per 1 januari 2014. (Bron: CBS en Syswov dat wonen)

    Kwaliteit van de voorraad

    Veel woningen in de gemeente zijn gebouwd in de 70 en 80-er jaren. Sociale huurwoningen hebben een exploitatieperspectief van 50 jaar. Dat betekent dat tussen 2020 en 2030 voor een aantal woningen renovatie of vervanging aan de orde is, omdat de woningen veelal niet meer aan de toekomstige kwaliteitseisen voldoen. Dat vraagt (extra) investeringen van de woningcorporaties. Hierbij zijn betaalbaarheid, duurzaamheid, toegankelijkheid en kwaliteit belangrijk.

    Uit onderstaande figuur blijkt dat Woningstichting Volksbelang 42% woningen met een C-label heeft. En woningbouwstichting Cothen 24%. Woningstichting Volksbelang heeft naar verhouding veel woningen met een A- of B-label.

    Vergeleken met landelijke cijfers scoren Woningstichting Volksbelang goed en Woningbouw stichting Cothen minder goed. Hierbij geldt de kanttekening dat niet van alle woningen van Woningbouwstichting Cothen het label bekend is.

    In het energieakkoord en in het oudere convenant Energiebesparing Corporatiesector is landelijk door onder andere Aedes afgesproken dat in 2020 iedere corporatie gemiddeld een B label zou moeten scoren. Volksbelang en Cothen zitten onder dit streefgemiddelde.

    Figuur 6 Bezit van de corporaties per energielabel in %.

    Aanbod sociale huurwoningvoorraad

    De voorraad sociale huurwoningen van woningstichting Volksbelang en Woningbouwstichting Cothen bedroeg op 1 januari 2015 totaal 2350 woningen. Uit tabel 3 blijkt dat het merendeel van de woningen uit eengezinswoningen bestaat.

    Tabel 3 Overzicht van het aantal en type woningen per woningcorporatie (Bron: woningcorporaties Volksbelang en Woningstichting Cothen, 2015)

     

    Woningstichting Volksbelang

    Woningbouwstichting Cothen

    Totaal

     Woningtype

    Aantal woningen

    % woningen

    Aantal woningen

    % woningen

     

    Eengezinswoning

    997

    49%

    151

    50%

    1148

    Meergezinswoning

    327

    16%

    -

    -

    327

    Eengezins plus

    159

    8%

    80

    26%

    239

    Meergezins plus

    563

    28%

    58

    19%

    621

    Starterswoning/onzelfstandige woning

    -

    -

    14

    5%

    14

    Totaal

    2046

    100%

    303

    100%

    2350

    In tabel 4 is een verdeling gemaakt van de woningtypen en huurprijzen. Hieruit valt op te maken dat er veel goedkope huurwoningen zijn met en huurprijs tot € 577, -. Het aandeel woningen met huurprijs van respectievelijk € 577, - tot € 618, - en van € 618, - tot € 711, - is nagenoeg gelijk met 17% en 19%.

    Tabel 4 Overzicht typen woningen en huurprijzen (Bron: woningcorporaties Volksbelang en Woningstichting Cothen, prijspeil 2015)

     

    Huurprijsklasse

    Totaal

     Woningtype

    ≤403

    403-577

    577-618

    618-711

    ≥711

     

    Eengezinswoning

    3%

    45%

    22%

    25%

    4%

    100%

    Meergezinswoning

    31%

    64%

    3%

    2%

     

    100%

    Eengezins plus

    6%

    62%

    11%

    14%

    7%

    100%

    Meergezins plus

    15%

    51%

    15%

    18%

    1%

    100%

    Starterswoning/onzelfstandige woning

     

    25%

    42%

    33%

     

    100%

    Totaal

    10%

    51%

    17%

    19%

    3%

    100%

    De vraag naar sociale huurwoningen

    Uit tabel 5 blijkt dat sinds 2012 zowel het aantal actief woningzoekenden als het aanbod van vrijgekomen woningen even is gedaald. Waarschijnlijk onder invloed van de crisis. In de gemeente is echter nog steeds sprake van een gespannen woningmarkt.

    Tabel 5 Ontwikkeling van vraag en aanbod

    Uit onderstaand figuur blijkt dat er vanuit de regio veel vraag is naar sociale huurwoningen in de gemeente Wijk bij Duurstede. De hardheid van deze vraag is echter minder groot dan van actief woningzoekenden uit de gemeente. Woningzoekenden uit de regio weigeren vaker een woning dan woningzoekenden uit de gemeente.

    Figuur 7 Vraag van actieve woningzoekenden gemeente en regio

    Uit tabel 6 blijkt dat de gemiddelde wachttijd in de gemeente en de regio circa 5 jaar is. Daarnaast valt op, dat de woningzoekenden in alle gemeenten tot 30 jaar een dubbele wachttijd hebben ten opzichte van woningzoekenden > 45 jaar. De wachttijd voor een eengezinswoning is in Wijk bij Duurstede ten opzichte van de andere gemeenten in de regio met 7,8 jaar op een na het hoogst. Voor een meergezinswoning in de gemeente bedraagt de wachttijd circa 5 jaar.

    Tabel 6 Benodigde wachttijd in jaren, per woningcluster, 2010-2014 september (Bron: Schaarste in de regio Utrecht door RIGO)

    Het totale aanbod van woningen op basis van WOZ-waarde

    Hieronder een overzicht van alle woningen in de gemeente op basis van de WOZ waarde.

    Tabel 7 WOZ-waardes woningen

    Kern

    Cothen

    Langbroek

    Wijk bij Duurstede

    Gemeente totaal

    WOZ-waarden woningen

    aantal

    %

    aantal

    %

    aantal

    %

    aantal

    %

    <=€ 150.000

    69

    6%

    57

    7%

    655

    9%

    781

    8%

    € 150.000-€181.512

    191

    15%

    106

    12%

    1322

    18%

    1619

    17%

    € 181.512-€260.000

    463

    37%

    270

    31%

    3638

    48%

    4371

    45%

    >€ 260.000

    521

    42%

    434

    50%

    1919

    25%

    2874

    30%

    Totaal

    1244

    100%

    867

    100%

    7534

    100%

    9645

    100%

    Wanneer we kijken naar de waarde van de woningen dan valt op, dat 45 % van de woningen een WOZ-waarde hebben tussen € 181.512, - en € 260.000, -. En 30% van de voorraad woningen een WOZ-waarde heeft > € 260.000, -. Respectievelijk 17% heeft een WOZ-waarde vanaf € 150.000, - tot € 181.512,- en 8% een WOZ-waarde < € 150.000,-. Onder deze categorie vallen ook veel sociale huurwoningen in eigendom van de corporaties.

    De vraag naar koopwoningen

    Om inzicht te krijgen in de vraag naar koopwoningen, zijn in deze paragraaf de prijsontwikkeling en de verkooptermijn van alle type koopwoningen op een rij gezet. In figuur 8 is te zien dat in 2014 de appartementen het goedkoopst waren en de vrijstaande woningen het duurst. Overigens zijn er weinig appartementen verkocht.

    Figuur 8 Ontwikkeling van de mediane verkoopprijs per woningtype in de gemeente Wijk bij Duurstede (bron: NVM)

    Uit figuur 9 blijkt dat de gemiddelde verkoopprijs van woningen in Wijk bij Duurstede lager is dan in omliggende gemeenten. De gemiddelde verkoopprijs en verkooptijd daalt sinds 2012, zie figuur 10. Daarnaast is in figuur 11 te zien dat in Wijk bij Duurstede relatief weinig woningen onder de €150.000 en boven de €250.000 verkocht zijn vergeleken met omliggende gemeenten.

    Figuur 9 Prijsontwikkeling koopwoningen

    Figuur 10 Ontwikkeling van de mediane verkoopprijs en verkooptijd (rechter as) in de gemeente Wijk bij Duurstede (bron: NVM)

    Figuur 11 Verdeling naar prijsklasse per gemeente in 2013 (bron: IJsselstreek Makelaars)

    Aanbod voor midden inkomens: huur en koop

    Op de middeninkomens, dat wil zeggen huishoudens met een inkomen tussen € 34.911, - en circa € 45.000, wordt apart ingegaan. Deze groep komt namelijk niet meer in aanmerking voor een sociale huurwoning. Het aandeel particuliere huurwoningen is relatief laag in onze gemeente, zie figuur 5. En kopen is voor deze groep ook niet altijd mogelijk. Dit komt doordat er weinig aanbod is van goedkope koopwoningen (onder de €150.000), zie figuur 11 . Dit zijn de woningen die betaalbaar zijn voor huishoudens met een middeninkomen. Zie ook de “Analyse woningmarkt Wijk bij Duurstede 2015 van Cees de Hoop”.

    De lokale woningmarkt in beweging: wat zien en constateren we ?

    Uit een onderzoek van Achmea/Zilveren Kruis (2015) blijkt dat er in de gemeente een tekort wordt verwacht aan intramurale woonzorgplaatsen. In de omliggende gemeenten wordt eveneens een tekort voorzien. Daarnaast zullen als gevolg van het gewijzigde rijksbeleid, mensen met een aandoening of chronische ziekte langer thuis moeten blijven wonen. Hiervoor zijn nieuwe concepten van wonen met passende ondersteuning. De opgave is om op basis van een integrale visie te zorgen voor passende zorg en ondersteuning, met gebruikmaking van de eigen mogelijkheden van inwoners en hun omgeving. Dit heeft ook consequenties voor het wonen. Voldoende aanbod realiseren van woningen die aangepast zijn of kunnen worden (volgens ‘het Wijkse’ sterrensysteem) en gunstig gelegen zijn in nabijheid van voorzieningen en inzet op gedrag van inwoners als het gaat om de eigen verantwoordelijkheid voor een woning die past bij de levensfase. In de toekomst wordt door een lichte verschuiving van de vraag van koop- naar huurwoningen, meer vraag verwacht naar vrije sector huurwoningen en appartementen. Doordat senioren langer zelfstandig moeten blijven wonen, zal deze vraag verder toenemen. Om te bepalen hoeveel aangepaste woningen er nodig zijn, ontbreekt nu duidelijk inzicht. Voor passend beleid en maatregelen is daarom nader onderzoek in de samenstelling van de woningvoorraad op dit gebied nodig.

    De vraag versus aanbod: de opgaven

    Het huidige woningbouwprogramma is een overzicht van de projecten die zijn uitgevoerd, worden uitgevoerd of in voorbereiding zijn. Per project is zoveel mogelijk rekening gehouden met de lokale vraag en mogelijkheden op dat moment.

    Afgelopen 6 jaar zijn er ondanks de crisis ongeveer 600 woningen gebouwd. Uit Tabel 8 blijkt dat in deze periode relatief veel goedkope woningen zijn gebouwd. Dit past ook in de nota Kansen voor starters uit 2008. In deze nota werd ingezet op 40% sociale huur woningen om een inhaalslag te maken omdat er in de jaren daarvoor weinig (sociaal) was gebouwd. Overigens zijn er naast sociale huurwoningen ook sociale koopwoningen gerealiseerd. Door de crisis is er relatief goedkoop gebouwd omdat de markt daar om vroeg. Voor de komende jaren zit er een verschuiving naar het middeldure segment in het woningbouwprogramma.

    Voor de komende 6 jaar zijn in het woningbouwprogramma een kleine 1000 woningen opgenomen. In de genoemde 1000 woningen zit ook de uitbreidingsmogelijkheid van 250 woningen die in de PRS (2013) is opgenomen. Het woningbouwprogramma is geen hard gegeven. In de praktijk blijkt dat veel projecten in de tijd opschuiven. Daarom is het van belang om in te zetten op meer woningen dan we feitelijk willen realiseren. Ook omdat de te ontwikkelen binnenstedelijke locaties complex zijn.

    Tabel 8 Aandeel woningen per prijsklasse per periode (Bron: woningbouwprogramma febr. 2016)

    Periode

    2010-2015

    2016-2021

    Sociale huur < 711,- en koop (tot €181.512)

    49%

    34%

    Middeldure koop (€181.512-€260.000)

    24%

    36%

    Dure koop (>€260.000)

    27%

    30%

    Totaal

    100%

    100%

    Uit onderzoek blijkt dat, bij herstel van de lokale woningmarkt, de woningbouwbehoefte circa 125 woningen per jaar is. Vanaf 2016 tot en met 2021 zijn dat in totaal 750 woningen (6x 125 woningen). Betaalbaarheid en aanbod van kwaliteit van woning en woonomgeving blijft hoofdzaak. De voorraad koopwoningen bestaat voornamelijk uit eengezinskoopwoningen met een verkoopprijs tussen € 180.000, - en € 260.000, -. Zowel in de koop- als in de huursector zijn er te weinig appartementen. Ook is er weinig aanbod van goedkope koopwoningen onder de € 180.000, -.

    Kansen en toekomst woningmarkt Wijk bij Duurstede

    Wijk bij Duurstede is een gemeente met potentie. Er zijn goede mogelijkheden voor woningafzet.

    Kansen zijn er ook in het aantrekken van woningzoekenden buiten de gemeente. Enerzijds zijn dat voormalige inwoners die weer willen terugkeren in de gemeente. Anderzijds zijn dat huishoudens die willen doorstromen naar een ruimere woning vanuit de relatief dure locaties in de regio.

    Bij een gunstige economische ontwikkeling is de woonbehoefte voor de komende jaren berekend op 750 woningen in de periode 2016 tot en met 2021.

    Prioriteiten projecten

    De gemeente heeft in de afgelopen jaren een aantal nieuwbouwprojecten met succes afgerond. Wij hebben daarbij omwonenden en toekomstige bewoners van het begin van het proces tot de definitieve uitvoering van het project actief betrokken. We willen daarom inwoners in meerdere projecten via het particulier opdrachtgeverschap (door kaveluitgifte voor zelfbouw) en collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) mogelijkheden bieden om in collectief verband woningen te kunnen bouwen. Hierdoor kunnen inwoners zelf een belangrijke bijdrage leveren aan het ontwerp, de inrichting en de bouw van hun woning en woonomgeving, binnen de daarvoor gestelde kaders, wettelijke en gemeentelijke regelgeving en financiële mogelijkheden.

    Betaalbaarheid en woonkwaliteit

    De gemeente streeft er naar om haar inwoners binnen hun financiële mogelijkheden en huishoudensomstandigheden te kunnen huisvesten. Woningzoekenden die zelf niet in staat zijn om in passende huisvesting te voorzien: de doelgroep van beleid, kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente en corporaties, uiteraard binnen de gestelde kaders en financiële mogelijkheden. Onder deze groep vallen starters, jonge gezinnen, senioren, economisch gebonden woningzoekenden en vergunninghouders met een inkomen onder € 35.739, - en tussen € 35.739. - en € 39.874,- (prijspeil 1.1.2016).

    Daarnaast heeft de gemeente wettelijke taken als het gaat om woningaanpassingen voor inwoners met een beperking, vanuit de Wmo.

    Huurbeleid

    De huren gaan ieder jaar omhoog, zowel integraal als bij mutatie. Het Rijk geeft jaarlijks een maximum-percentage aan voor de integrale huurverhoging. Dit percentage geldt voor huurders met een inkomen tot € 35.739, - (de grens van de sociale sector). Voor hogere inkomens die in een huurwoning wonen, geldt een opslag op de huurverhoging.

    Vanaf 2016 wordt deze inkomensafhankelijke huurverhoging (waarschijnlijk) vervangen door de huursombenadering. Hierbinnen krijgen de individuele corporaties meer ruimte om gedifferentieerd met huurverhoging om te gaan. Bij het vrijkomen van een huurwoning wordt meestal een extra huurverhoging doorgevoerd voor de nieuwe huurder om de woning op een hoger percentage van de maximaal redelijke huur op basis van het Woning Waardering Stelsel (WWS) te krijgen. Binnen deze wettelijke kaders kunnen lokale afspraken worden gemaakt tussen verhuurders en huurders over de jaarlijkse huurverhoging.

    Kernvoorraad sociale huurwoningen

    Het is in het belang van de doelgroep van beleid dat er tussen de gemeente en de woning-corporaties afspraken over de omvang van de betaalbare voorraad sociale huurwoningen worden gemaakt.

    De omvang hangt nauw samen met de omvang van de doelgroep die voor een sociale huurwoning in aanmerking komt. Nog belangrijker dan de omvang is het jaarlijks beschikbaar komende aantal goedkope en betaalbare huurwoningen. Wij gaan hierover prestatieafspraken maken met de corporaties voor de korte en langere termijn.

    Woonkwaliteit

    Uit landelijk onderzoek blijkt dat een kwart tot een derde van de huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens te hoge woonlasten heeft. De komende jaren zal dit toenemen, omdat de huren en energieprijzen stijgen, terwijl de koopkrachtontwikkeling achterblijft. Dit vraagt om investeringen waardoor de energielasten van voorgenoemde huishoudens dalen.

    De Minister van Wonen heeft in juni 2015 in zijn brief over de prioriteiten in de volkshuisvesting, de woningcorporaties opgeroepen, vanwege de betaalbaarheid goed om te gaan met het doorberekenen in de huur van energiemaatregelen, zodat huurders ook daadwerkelijk voordeel hebben van de noodzakelijke energiemaatregelen. We willen graag met woningcorporaties afspraken maken over het verbeteren van de voorraad sociale huurwoningen en duurzaam bouwen van nieuwe sociale huurwoningen.

     

    Belangrijke conclusies:

    • ·

      De gemeente Wijk bij Duurstede is aantrekkelijk om te wonen

    • ·

      Het aantal huishoudens blijft tot circa 2030 stijgen

    • ·

      Bij de bouw van 100 woningen per jaar blijft er sprake van een woningtekort

    • ·

      Het aandeel 65 plussers verdubbelt en het aandeel 80 plussers verdriedubbeld in de periode 2015-2035

    • ·

      Meer kwetsbare inwoners wonen thuis (denk aan GGZ, dementie)

    • ·

      In de gemeente zijn relatief weinig sociale en particuliere huurwoningbouw aanwezig

    • ·

      Er zijn veel eengezinswoningen

    • ·

      45% WOZ-waarde tussen €180.000-€260.000

    • ·

      Er is weinig aanbod voor de middeninkomens, denk daarbij onder andere aan huurappartementen voor ouderen

    • ·

      De energie labels van de corporatie liggen onder de streefwaarde, label B, voor 2020De vraag naar sociale huur woningen is groot

    • ·

      Er zijn mogelijkheden om de komende 6 jaar circa 750 woningen te realiseren

     

    Bijlage 3 Verslag meedenkavonden Woonvisie

    Langbroek 21 april 2016

    De aanwezigen brengen het volgende naar voren:

    • ·

      behoefte aan:

      • o

        kleine woningen met een ruime woonkamer en klein tuintje;

      • o

        appartementen;

      • o

        betaalbare woningen in verschillende types;

      • o

        Kamer groot genoeg, rekening houden met rollator/rolstoel;

      • o

        Levensloopbestendig.

    • ·

      sociale contacten en voorzieningen zijn belangrijk, in Langbroek zijn er weinig voorzieningen;

    • ·

      gemêleerde wijken, mix van jong en oud, Oranjehof is een goed voorbeeld;

    • ·

      coöperatieve financiering door inwoners voor mensen die nu net niet kunnen kopen;

    • ·

      wensen van ouderen zijn heel persoonlijk, dus op maat;

    • ·

      goede voorlichting over levensloopbestendig wonen. Contacten wijkverpleging en andere zorg benutten om met ouderen in contact te komen en te blijven;

    • ·

      financiële wooncoach: wat hebben ouderen voor mogelijkheden om de waarde van hun huis te verzilveren;

    • ·

      zorg om toekomstige terugverdienmogelijkheden van zonnecollectoren;

    • ·

      voorlichting over duurzaamheid, bijvoorbeeld warmtepomp, neem niet alleen mee wat dit betekent voor het milieu, maar ook wat het oplevert voor je portemonnee;

    • ·

      goede verkaveling, rekening houden met ligging;

    • ·

      Bouwbesluit is beperkend bij vernieuwing.

     

    Cothen 12 mei 2016

    De aanwezigen brengen het volgende naar voren:

    • ·

      vraag naar appartementen in kern de Wijk bij Duurstede in nabijheid van centrum;

    • ·

      voorlichting aan mensen die zelf gaan (ver)bouwen over levensloopbestendige woningen;

    • ·

      flexibel bouwen; bijvoorbeeld garages ombouwen tot slaapkamer of mantelzorgunit;

    • ·

      bouwen/concepten woningen voor Wijkse werknemers die elders wonen;

    • ·

      oudere mensen willen het liefst in de eigen wijk blijven wonen;

    • ·

      sociale controle in positieve zin wordt steeds belangrijker;

    • ·

      wat willen senioren? De senior bestaat niet;

    • ·

      de huidige 80-plussers wil niet meer gaan voor betalen;

    • ·

      mensen zijn zelf verantwoordelijk voor huisvesting;

    • ·

      bouw gedifferentieerd, kleinschalig en voor verschillende doelgroepen;

    • ·

      voldoende aanbod per doelgroep, bijvoorbeeld niet enkel ouderen tussen de tweeverdieners;

    • ·

      de ontwikkelingen op gebied van duurzaamheid gaan heel snel, de markt vindt oplossingen. Bijvoorbeeld de opslag van zonne-energie is nu nog een probleem, de markt lost dit op;

    • ·

      duurzaamheid staat of valt met kleine overzichtelijke projecten die zichzelf terugverdienen. Subsidie is niet nodig;

    • ·

      onzekerheid wijziging regelgeving en gevolgen terugverdienmogelijkheden zonnepanelen;

    • ·

      gedragsverandering lastig;

    • ·

      duurzaamheid niet opleggen maar, overlaten aan markt;

    • ·

      bij nieuwbouw zo duurzaam mogelijk, dit stimuleren en rekening houden met de keuze van architect/ontwikkelaar.

     

    Wijk bij Duurstede 18 mei 2016

    De aanwezigen brengen het volgende naar voren:

    ·behoefte aan:

    • o

      gelijkvloerse woningen voor ouderen met tuintje;

    • o

      hofjeswoning ook in de huursector;

    • o

      creatieve mogelijkheden om ouders dichtbij te kunnen laten wonen;

    • o

      appartementen zoals op het voormalige terrein Van Kerkhof, dichtbij voorzieningen;

    • o

      bouw gedifferentieerd, kleinschalig en voor verschillende doelgroepen. Geen nieuwe De Geer II;

    • o

      levensloopbestendige woningen en een goede woonomgeving;

    De thema’s zijn in twee rondes doorgesproken. Aandachtspunten die hieruit zijn gekomen voor het vervolg:

     

    Bereikbaarheid en betaalbaarheid

    • ·

      corporatie moet voldoende aanbod hebben in de betaalbare prijsklassen, doorstroming is nodig;

    • ·

      experimenten starten met doorstroming;

    • ·

      doorstroming niet afdwingen maar stimuleren, biedt een betaalbaar alternatief;

    • ·

      meer sturing in de woonruimteverdeling naar passende huisvesting; o.a. bij doorstroming

    • ·

      verschil in huurprijzen en kwaliteit moet mogelijk zijn;

    • ·

      de basiskwaliteit van woningen moet goed zijn;

    • ·

      starterswoningen met betaalbare huur. Biedt casco woningen, kluswoningen, bestaande woningen hiervoor beschikbaar stellen;

    • ·

      vaak ontbreekt voldoende eigen vermogen om te investeren. Denk aan pilots/experimenten;

    • ·

      het zogenaamde Friends concept: delen van ruimte, meerdere generaties; gekoppeld aan flexibel huurbeleid zoals een project in Amsterdam;

    • ·

      de wens kan anders zijn;

    • ·

      er is te weinig aanbod van kleine woningen;

    • ·

      wat is een betaalbare huurwoning? Waar zitten de knelpunten: jongeren trekken weg vanwege het gebrek aan betaalbare huurcontracten;

    • ·

      betaalbaar is: betaalbare prijs aangepast op de situatie van de jongere (inkomen, situatie)

    • ·

      groter aanbod van betaalbare woningen;

    • ·

      bouw voor scheefwoners. Betaalbaar met oog voor de toekomst van deze mensen;

    • ·

      jongeren willen wonen, zonder te grote kwaliteitseisen;

    • ·

      jongeren moeten weg kunnen trekken en later weer terug keren. Dit is een natuurlijk proces, laat het gebeuren;

    • ·

      voorbeeld in Cothen: bouw goede prijs kwaliteit verhouding. Dan komen jongeren weer terug;

    • ·

      kluswoningen zijn vaak niet aantrekkelijk voor jongeren. Het vermogen ontbreekt om de woningen te bouwen en te kopen;

    • ·

      gemêleerde wijken, daarbij hoort gevarieerd aanbod;

    • ·

      gedifferentieerd bouwen is noodzaak voor sociale cohesie en voorkomen van eenzaamheid;

    • ·

      ouderen wonen tussen jongeren. Gaat dat?

    • ·

      de zorg is een opgave voor morgen, reserveer daarvoor!

     

    Wonen op maat

    Soort woning

    • ·

      Niet alle senioren willen een appartement met (klein) balkon. Deel aanwezigen wil ofwel een tuintje ofwel groot balkon. Kleine bungalow is paar keer genoemd – wel alles gelijkvloers dus. Geen patiowoning.

    • ·

      Ook behoefte aan mogelijkheden mantelzorgwoningen (is er al maar dat weet men blijkbaar niet) of (tijdelijk) bij bouwen in eigen tuin.

    • ·

      Zorgen voor diversiteit, ook bij ouderenwoningen. Wel in de buurt van voorzieningen.

    Geld

    • ·

      Behoefte aan slimme financiële constructies omdat het voor ouderen vaak lastig is om een hypotheek af te sluiten.

    • ·

      Geschikte woningen (bijv. dat bungalowtje met een kleine tuin) worden duur gevonden in Wijk. In Maurik is het veel goedkoper.

    • ·

      Hoe je vermogen te benutten, sparen voor je eigen toekomstige zorg. Kan gemeente een fonds instellen? Soms doen mensen dat met elkaar zelf.

    • ·

      Nadeel van huurappartementen dat de bijkomende servicekosten vaak zo hoog zijn.

    • ·

      Diversiteit in woningen ook naar prijs! Veel verschillen tussen ouderen.

    • ·

      Financiële wooncoach? Goed plan.

    Eigen verantwoordelijkheid nemen voor tijdige aanpassingen in huis en gedrag

    • ·

      Hoe krijg je mensen zover? Benut contacten die dichtbij de mensen staan: thuiszorg, fysio’s, huisartsen. Soms is lichte dwang nodig.

    • ·

      Andere ideeën: alle 65-plussers aanschrijven, informatie verstrekken, leuk maken, niet te problematisch, bewustwording vergroten.

    Overig

    • ·

      Brandmelders en koolmonoxidemelders moeten verplicht gesteld worden in huurwoningen.

    • ·

      Cursussen valpreventie en het dan leuk brengen, niet als probleem!

    Duurzaam wonen en leven

    • ·

      in buurt samen duurzaamheidsmaatregelen nemen lijkt logisch omdat het financieel aantrekkelijk is. Maar is afhankelijk van hoe je met je buren omgaat;

    • ·

      bij bestaande woningen loont het niet; en is afhankelijk van de leeftijd van woning en bewoner;

    • ·

      zonnepanelen op bepaalde locaties, is mooier en voordeliger dan individueel op daken;

    • ·

      financiële bijdrage van overheid niet nodig;

    • ·

      je moet het in je energie rekening merken;

    • ·

      begin met gedragsverandering en energiebesparing;

    • ·

      goede voorlichting voor de jeugd;

    • ·

      gemeente heeft een voorbeeldfunctie;

    • ·

      ingrijpen in markt is niet nodig over een paar jaar is het vanzelf zover;

    • ·

      nieuwbouw is maar beperkt aandeel in het totale aanbod van woningen;

    • ·

      bij nieuwbouw is het een gemiste kans indien deze niet duurzaam ontwikkeld is;

    • ·

      bij nieuwbouw verwacht ik een energie neutrale woning.

     

    Langbroek, Cothen en Wijk bij Duurstede

    Bij binnenkomst werden de bezoekers gevraagd naar hun droomhuis en waarom men in Wijk bij Duurstede woont, de uitkomsten hiervan:

    Droomhuis:

    • ·

      Energieneutraalhuis met veranda, warmtepomp en aardwarmte.

    • ·

      Vrijstaande woning in het groen.

    • ·

      Vrijstaand, vrij uitzicht, geriefelijk.

    • ·

      Ik woon al in mijn droomhuis.

    • ·

      Gelijkvloerse woning met tuintje.

    Waarom woont u in de gemeente Wijk bij Duurstede?

    • ·

      Door werk echtgenoot.

    • ·

      Toeval, kon zelf bouwen hier.

    • ·

      Heb hier mijn droomappartement gevonden.

    • ·

      Leefomgeving bij water, bos en polder.

    • ·

      Voldoende voorzieningen.

    • ·

      “Grote” stad is bereikbaar.

    • ·

      Ruimte, culturele activiteiten en sfeer.

    • ·

      Prettige bevolking.

    Waarom zou u uw vrienden aanraden om hier te komen wonen?

    • ·

      Bruisend.

    • ·

      Wijk heeft de allure van een knusse stad met een dorps karakter.

    • ·

      Historische binnenstad.

    • ·

      Veel (culturele) activiteiten, gezelligheid, sfeer.

    • ·

      Sociaal.

    • ·

      Cothen: rustig wonen en toch alles dichtbij, goed voorzieningen niveau.

    • ·

      Redelijk betaalbare woningen.

    • ·

      Meestal milieuvriendelijk/duurzaam.