Organisatie | Zandvoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Zandvoort 2018 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Subsidies Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Zandvoort 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie |
Geen
Algemene subsidieverordening gemeente Zandvoort 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 03-10-2017 | Z2017-003565 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort, gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Zandvoort,
overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang;
teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van peuteropvang in peuterspeelzalen in de gemeente;
gelet op het raadsbesluit d.d. 26 september 2017 betreffende de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in de gemeente Zandvoort;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
“Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Zandvoort 2018’’
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Zandvoort ingaande 29 december 2016;
wet:Wet kinderopvang;
VVE-indicatie: indicatie afgegeven door de Jeugd Gezondheid Zorg (JGZ) op basis van de Zandvoortse VVE-doelgroepdefinitie, zoals vastgelegd in het ‘Beleidsplan Voor - en Vroegschoolse Educatie 2014-2016 Ieder kind telt’, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie;
inburgeringstraject: scholing gericht op het behalen van het inburgeringsexamen, zoals bedoeld in de Wet Inburgering;
houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;
kindercentrum: kindercentrum een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Zandvoort plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en dat is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;
kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de wet;
landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
ouder: ouder in de zin van de wet
toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;
Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Zandvoort. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie:
gedurende 40 weken per jaar, waarin per week minimaal 10 en maximaal 14 uur verdeeld 3 of 4 dagdelen van maximaal 3,5 uur wordt aangeboden (minimaal 400 of maximaal 560 uur per jaar), specifiek voor kinderen van statushouders die op het moment van de peuteropvang scholing op locatie volgen in het kader van een inburgeringtraject;
De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:
Voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;
Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage
Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang op basis van de kinderopvangtoeslagtabel:
Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal minimaal 10 en maximaal 10,5 per week, wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;
Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder die een kindercentrum, waar een kind woonachtig in Zandvoort gebruik van maakt.
Artikel 11 Weigerings- en intrekkingsgronden
In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2016 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.
Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie
Artikel 12 Verantwoording peuteropvang
De locaties leveren na afloop van ieder kwartaal binnen twee weken door middel van een door het college vastgesteld format een korte tussentijdse verantwoording van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de peuteropvang en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage door middel van een door het college vastgesteld format;
Artikel 13 Vaststelling van de subsidiebedrag
Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de verantwoording van de subsidieaanvrager, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, het werkelijk gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.