Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening jeugdhulp Montferland 2017 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp Montferland 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Na onderzoek is gebleken dat bijgaande wijziging niet eerder officieel bekend is gemaakt. Deze omissie wordt hiermee hersteld.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-07-2018 | 01-01-2018 | 25-07-2020 | Wijziging artikel 5b | 25-01-2018 | 17int06158 |
01-01-2017 | 24-07-2018 | Nieuwe regeling | 30-03-2017 | 17b0001417 |
De raad van de gemeente Montferland;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:
de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen:
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de jeugdwet;
pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet,zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
wet: Jeugdwet.
hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid van de wet en zoals bedoeld in artikel 4 van de verordening;
jeugdhulp: jeugdhulp, zoals bedoeld in art 1.1. van de Jeugdwet;
Artikel 2: Vormen van jeugdhulp
De volgende vormen van individuele (niet vrij toegankelijke) voorzieningen zijn beschikbaar:
Ondersteuning individueel gericht op ontwikkeling en stabilisatie
De ondersteuning is gericht op het aanleren, oefenen en bestendigen van vaardigheden en gedrag. Het doel is vergroten dan wel behouden van de zelfredzaamheid en de deelname aan de samenleving.
Ondersteuning groep gericht op ontwikkeling en stabilisatie
Begeleiding groep is gericht op een zinvolle dag invulling, dag structuur, aanleren, oefenen, bestendigen of overnemen van vaardigheden en het ontplooien van talenten om zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten, dan wel achteruitgang te voorkomen.
Logeren is gericht op ontlasting van ouders, voor jeugdigen die een beschermende en passende woonomgeving nodig hebben
Jeugdhulp met verblijf en jeugdhulp crisis
Verblijf is gericht op het bieden van een opgroeiomgeving, passend bij de achtergrond van de jeugdige en zijn behoefte en/of beperking, wanneer daar in de thuissituatie geen invulling aan kan worden gegeven.
Zorg en ondersteuning die gericht is op het herstel of voorkoming van (verergering van) een psychische stoornis met een matige complexiteit en risico t.a.v. het verloop van de klachten.
Zorg en ondersteuning die gericht is op het herstel of voorkoming van verergering van een psychische stoornis een hoge complexiteit van de klachten of een hoog risico.
Ernstige Enkelvoudige Dyslexie
Het doel van de behandeling tussen de 7 t/m 12 jaar, conform het protocol dyslexie, is het behalen van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen.
Kindergeneeskunde (curatieve GGZ door kinderartsen)
Kortdurende zorg en ondersteuning ADHD die gericht is op voorkoming of verergering van klachten als gevolg van ADHD, als het voortraject van onder andere een behandeling door een psychiater of een doorverwijzing naar het Sociaal Team Jeugd.
Artikel 3a: Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Alleen als de jeugdige of zijn ouders na verwijzing, als bedoeld in het derde lid, hierom verzoeken, of als de gemeente niet instemt met het oordeel over benodigde hulpverlening van de jeugdhulpaanbieder na verwijzing, legt het college de te verlenen individuele voorziening, respectievelijk het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 6;
Artikel 3b: Toegang jeugdhulp via kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering;
Artikel 3c: Toegang jeugdhulp in spoedeisende gevallen
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening, of vraagt het college een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp bij de rechter als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.
Artikel 4: Procedure toegang jeugdhulp via gemeente
Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de procedure van en de voorwaarden voor toekenning, gebruik van het gezinsplan de wijze van beoordeling en de afwegingsfactoren bij een melding of een hulpvraag voor een individuele voorziening bij het Sociaal Team-Jeugd. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen.
HOOFDSTUK 3: Afweging bij en voorwaarden voor toekennen aanvraag individuele voorziening
Artikel 5a: Toekenning individuele voorzieningen
Het college kent een individuele voorziening toe voor zover volgens de procedure, op basis van artikel 4, is vastgesteld dat de jeugdige:
Artikel 5b: Toekenning individuele voorziening via Persoonsgebonden budget
De hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld voor:
ondersteuning gericht op ontwikkeling of stabilisering individueel of in groepsverband of logeren: 1°. door een daartoe opgeleid persoon; of 2°. waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist; wordt berekend op basis van het op dat moment van toepassing zijnde gemiddelde Achterhoekse ZIN tarief, minus 15% overhead, tenzij dit tarief onder het laagste Achterhoekse ZIN tarief komt van die datum. In dat geval wordt uitgegaan van het laagste Achterhoekse ZIN tarief. Jaarlijks kan het persoonsgebonden budget tarief geïndexeerd worden conform de indexering van de ZIN tarieven.
Het bedrag dat wordt uitbetaald, bedraagt voor vervoer ten behoeve van deelname groepsondersteuning in het kader van de Jeugdwet is opgenomen in Financieel Besluit Jeugdhulp Montferland 2018. Jaarlijks kan het persoonsgebonden budget tarief geïndexeerd worden conform de indexering van de ZIN tarieven.
Het bedrag dat wordt uitbetaald bedraagt voor vervoer met rolstoel ten behoeve van deelname groepsondersteuning in het kader van de jeugdwet is opgenomen in Financieel Besluit Jeugdhulp Montferland 2018. Jaarlijks kan het persoonsgebonden budget tarief geïndexeerd worden conform de indexering van de ZIN tarieven.
HOOFDSTUK 4: Overige bepalingen
Artikel 7: Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, dient het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde te vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Een besluit tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.
Artikel 8: Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders
kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Het college behandelt klachten van jeugdigen of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en/of een nog nader vast te stellen regeling.
Artikel 11: Inspraak en medezeggenschap
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval de Sociale Raad, bij de voorbereiding en evaluatie van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college overige nadere regels stellen.