| | Tarief 2016 € | Tarief 2017 € |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project: de som van de verschuldigde
leges voor de verschillende activiteiten of
handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de
extra toetsen die in verband met de aanvraag
moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | | |
2.3.1.1.1 | als de bouwkosten minder bedragen dan €
20.000: | 6,16% | 6,20% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | 254,00 | 256,00 |
2.3.1.1.2 | als de bouwkosten € 20.000 tot € 300.000
bedragen: | 1.232,00 | 1.240,00 |
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000
te boven gaan; | 3,31% | 3,33% |
2.3.1.1.3 | als de bouwkosten € 300.000 of meer
bedragen: | 10.500,00 | 10.564,00 |
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 300.000
te boven gaan. | 1,90% | 1,91% |
| | | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | | |
2.3.1.2.1 | Als de aanvraag betrekking heeft op
bouwactiviteiten en hiervoor advies van de
welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt
het overeenkomstig artikel 2.3.1 berekende bedrag
verhoogd met | 84,20 | 84,85 |
2.3.1.2.3 | Als voor een bouwplan als bedoeld in 2.3.1.2.1
meer dan één keer advies moet worden ingewonnen
geldt voor ieder uit te brengen vervolgadvies een
toeslag van | 84,20 | 84,85 |
| | | |
2.3.1.3 | Verplicht advies Adviescommissie
Agrarische Bouwaanvragen/Stichting Brabants
Heem | | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk
voorschrift of naar het oordeel van het college
van burgemeester en wethouders voor de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen nodig is
en wordt beoordeeld: | 619,00 | 623,60 |
2.3.1.3.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een advies van Stichting Brabants Heem
nodig is en wordt beoordeeld: | 158,20 | 159,40 |
2.3.1.3.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1.
bedraagt het tarief voor een advies van de
adviescommissie toerisme en recreatie van de
Stichting Toerisme en Recreatie over uitbreiding
en/of nieuwvestiging van dag- en
verblijfsrecreatiebedrijven in de GHS en AHS
landschappen, als dit advies naar het oordeel van
burgemeester en wethouders noodzakelijk is: voor de beoordeling van de aanvraag bij
niet-complexe initiatieven: voor de beoordeling van de aanvraag bij complexe
initiatieven: waarbij de complexiteit wordt beoordeeld door de
genoemde Stichting. | 2.045,00 4.090,00 | 2.060,00 4.120,00 |
| | | |
| Achteraf ingediende
aanvraag | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
wordt het tarief, als de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen
van de bouwactiviteit, verhoogd met: | 328,50 | 331,00 |
2.3.1.5 | Advieskosten | | |
| Het tarief voor een beschikking op een aanvraag
tot het verlenen van een van een
omgevingsvergunning die betrekking heeft op een
bouwactiviteit, als bedoeld onder 2.3.1.1.1 tot en
met 2.3.1.1.3 wordt verhoogd met een bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag, aan de aanvrager medegedeelde kosten van
externe advieskosten, blijkend uit een begroting
door of namens het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van
dit artikel wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting van de externe advieskosten aan de
aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de
werkelijke advieskosten minder bedragen dan het
aan de hand van de begroting geraamde bedrag,
wordt voor het verschil teruggaaf verleend. | | |
| | | |
2.3.1.6 | Afwijkende bepaling
legesberekening bouwactiviteiten onderdeel
2.3.1.1 Het tarief dat voortvloeit uit de berekening in
onderdeel 2.3.1.1 hiervoor wordt verminderd met 10
% wanneer de aanvraag mede dient te worden
getoetst aan een
bestemmingsplan/beheersverordening waarvoor niet
is voldaan aan de verplichting uit artikel 3.1,
lid 2 en/of artikel 3.38, lid 2 van de Wet
ruimtelijke ordening. | | |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van
de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk
indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | 273,50 | 275,50 |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik
| | |
2.3.3.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel
2.3.1 en en het bepaalde in de andere onderdelen
van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de
in die onderdelen bedoelde activiteiten; | | |
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | 193,00 | 194,50 |
2.3.3.2 | als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking art. 3.23 Wro): | | |
2.3.3.2.1 | als de aanlegkosten of bouwkosten minder
bedragen dan € 15.000 | 273,50 | 275,50 |
2.3.3.2.2 | als de aanlegkosten of bouwkosten € 15.000
bedragen of méér | 547,00 | 551,00 |
2.3.3.3 | bij onrechtmatige bewoning van een
recreatiewoning | | |
2.3.3.3.1 | als artikel 3 van de Wet vergunning
onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt
toegepast | 273,50 | 275,50 |
2.3.3.3.2 | als artikel 4 van de Wet vergunning
onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt
toegepast | 273,50 | 275,50 |
2.3.3.4 | als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking art. 3.10 Wro): | | |
2.3.3.4.1 | als de aanlegkosten of bouwkosten minder
bedragen dan € 20.000: | 6.700,00 | 6.750,00 |
2.3.3.4.2 | als de aanlegkosten of bouwkosten € 20.000
bedragen of meer, maar minder dan € 300.000: | 7.351,00 | 7.406,00 |
2.3.3.4.3 | als de aanlegkosten of bouwkosten € 300.000
bedragen of meer: | 7.351,00 | 7.406,00 |
| vermeerderd met | 0,474% | 0,477% |
| van de aanlegkosten of bouwkosten; | | |
| | | |
2.3.3.5 | als artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | 193,00 | 194,50 |
2.3.3.6 | als de aanvraag betrekking heeft op een werk of
werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, lid
1 onder a van de Wro wordt toegepast | 4.547,00 | 4.581,00 |
2.3.3.7 | als de aanvraag betrekking heeft op een werk of
werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 2.12,
tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking art. 3.22 Wro) | 273,50 | 275,50 |
2.3.3.8 | het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel
2.3.1 wordt, als de aanvraag betrekking heeft op
een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan: | | |
2.3.3.8.1 | toetsing aan een exploitatieplan dient plaats te
vinden, verhoogd met | 273,50 | 275,50 |
2.3.3.8.2 | een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12 lid 6
van de Wro wordt verleend | 273,50 | 275,50 |
| | | |
2.3.4 | (Gereserveerd) | | |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken
bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in
de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | 286,60 | 288,75 |
2.3.5.2 | De onder 2.3.5.1. bedoelde leges worden voor een
bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte (conform
NEN 2580) tot 100 m² verhoogd met | 286,60 | 288,75 |
2.3.5.3 | De onder 2.3.5.1 bedoelde leges worden verhoogd
met € 288,75 en € 1,583 | 1,571 | 1,583 |
| per m2 voor de oppervlakte welke de 99 m²
overstijgt voor een bouwwerk met een bruto
vloeroppervlakte (conform NEN 2580) van 100 m² tot
500 m². | | |
2.3.5.4 | De onder 2.3.5.1. bedoelde leges worden verhoogd
met € 922,00 en € 0,591 | 0,587 | 0,591 |
| per m2 voor de oppervlakte welke de 499 m²
overstijgt voor een bouwwerk met een bruto
vloeroppervlakte (conform NEN 2580) van 500 m² tot
2.000 m². | | |
2.3.5.5 | De onder 2.3.5.1. bedoelde leges worden verhoogd
met € 1.808,50 en €
0,147 | 0,146 | 0,147 |
| per m2 voor de oppervlakte welke de 1.999 m²
overstijgt voor een bouwwerk met een bruto
vloeroppervlakte (conform NEN 2580) van 2.000 m²
tot 5.000 m². | | |
2.3.5.6 | De onder 2.3.5.1. bedoelde leges worden verhoogd
met € 2.249,50 en €
0,039 | 0,039 | 0,039 |
| per m2 voor de oppervlakte welke de 4.999 m²
overstijgt voor een bouwwerk met een bruto
vloeroppervlakte (conform NEN 2580) van 5.000 m²
tot 50.000 m². | | |
2.3.5.7 | De onder 2.3.5.1. bedoelde leges worden verhoogd
met € 4004,50en € 0,015 | 0,015 | 0,015 |
| per m2 voor de oppervlakte welke de 49.999 m²
overstijgt voor een bouwwerk met een bruto
vloeroppervlakte (conform NEN 2580) van 50.000 m²
en meer. | | |
2.3.5.8 | Als de aanvraag zoals bedoeld onder 2.3.5.1
betrekking heeft op een wijziging van een
bestaande vergunning waarbij het een uitbreiding
van een bouwwerk betreft, met dien verstande dat
de uitbreiding ten minste 10% van de
oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, dan
bedraagt het legestarief conform het gestelde
onder 2.3.5.1 en verder, waarbij het legestarief
uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van
de uitbreiding. | | |
2.3.5.9 | Als de aanvraag zoals bedoeld onder 2.3.5.1
betrekking heeft op een wijziging van een
bestaande vergunning waarbij het een herindeling,
interne verbouwing of gewijzigd gebruik van een
bouwwerk betreft, met dien verstande dat de
herindeling, interne verbouwing of gewijzigd
gebruik ten minste 10% van de oorspronkelijke
gebruiksoppervlakte beslaat, dan bedraagt het
legestarief conform het gestelde onder 2.3.5.1 en
verder, waarbij het legestarief uitsluitend wordt
berekend over de oppervlakte van de
uitbreiding. | | |
2.3.5.10 | De onder 2.3.5.1 tot en met 2.3.5.7 genoemde
leges worden verhoogd met als voor de beoordeling van de aanvraag advies
dient te worden ingewonnen bij de Regionale
Brandweer noord-oost Noord-Brabant, met dien
verstande dat voor projecten met een bouwsom van
meer dan € 500.000,00 de onder 2.3.5.1 tot en met 2.3.5.7
genoemde leges worden verhoogd met een tarief op
basis van declaratie van uren, met een uurtarief
van waarvan voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag een begroting die door de
gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede
lid onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld
aan de aanvrager wordt overlegd. | 167,75 51,80 | 169,00 52,20 |
2.3.5.11 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een verklaring
van overdracht van een gebruiksvergunning aan een
nieuwe gebruiker bedraagt: | 83,60 | 84,25 |
2.3.5.12 | Als, na het in behandeling nemen van een
aanvraag als bedoeld in 2.3.5.1 of 2.5.3.11 vóór
verlening van de vergunning de aanvraag wordt
ingetrokken of als de vergunning wordt geweigerd,
dan wordt teruggave van leges gegeven van: van de leges geheven onder 2.3.5. | 50% | 50% |
| | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot
monumenten of beschermde stads- of
dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of
op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, onder b, van de Wabo bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake
is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | 193,00 | 194,45 |
2.3.6.2 | Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.6.1
wordt het tarief, als de aanvraag betrekking heeft
op het slopen van een monument, verhoogd met | 87,70 | 88,35 |
2.3.6.3 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in
een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op
het slopen van een bouwwerk in een krachtens
provinciale of gemeentelijke verordening
aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo,
waarvoor op grond van die provinciale of
gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | 87,70 | 88,35 |
2.3.6.4 | Onverminderd het in dit onderdeel bepaalde
bedraagt het tarief voor het toetsen van een
sloopveiligheidsplan | 51,90 | 52,30 |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij
monumenten of in beschermd stads- of
dorpsgezicht | | |
2.3.7.1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in
gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is
bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een
provinciale of gemeentelijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de
Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk
indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | 87,70 | 88,35 |
2.3.7.2 | Onverminderd het in dit onderdeel bepaalde
bedraagt het tarief voor het toetsen van een
sloopveiligheidsplan | 51,90 | 52,30 |
| | | |
2.3.8 | Reclamevergunning | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op handelsreclame met behulp van
een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke
vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het
publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge
artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke
verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, en als niet tevens sprake is van een
activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1
(bouwactiviteit), bedraagt het tarief onverminderd
het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die
onderdelen bedoelde activiteiten. | 132,50 | 133,50 |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen
of het veranderen van het gebruik van een uitweg
waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:12 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning
of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | 38,30 | 38,60 |
2.3.10 | Kappen | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale of gemeentelijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van
de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk
indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | 43,60 | 43,90 |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken
(gereserveerd) | | |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het
kader van de Natuurbeschermingswet 1998
(gereserveerd) | | |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de
Flora- en Faunawet
(gereserveerd) | | |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten
(gereserveerd) | | |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee
fasen | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag
voor een beschikking met betrekking tot de eerste
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing
van de tarieven in dit hoofdstuk voor de
activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste
fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag
voor een beschikking met betrekking tot de tweede
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing
van de tarieven in dit hoofdstuk voor de
activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede
fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling
bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt
beoordeeld: | | |
| voor de beoordeling van een milieukundig
bodemrapport | 191,50 | 193,00 |
| | | |
2.3.17 | Archeologische
aanvragen | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief
voor een aanvraag waarbij archeologische controle,
toetsing en archief wordt verricht: | | |
2.3.17.1 | voor bureauonderzoek | 506,00 | 509,80 |
2.3.17.2 | voor inventariserend veldonderzoek
(booronderzoek) | 506,00 | 509,80 |
2.3.17.3 | voor proefsleuvenonderzoek, incl. voorafgaand
programma van eisen | 506,00 | 509,80 |
2.3.17.4 | bij definitieve opgraving, inclusief voorafgaand
programma van eisen en plan van aanpak | 506,00 | 509,80 |
| | | |
2.3.18 | Advies | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
als een daartoe bij algemene maatregel van
bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26,
derde lid, van de Wabo: het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door of namens het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Het
tarief gaat een bedrag van niet te boven. | 39.000,00 | 39.300,00 |
2.3.18.2 | Als een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. Als de werkelijke
advieskosten minder bedragen dan het aan de hand
van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het
verschil teruggaaf verleend. | | |
| | | |
2.3.19 | Verklaring van geen
bedenkingen | | |
2.3.19.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
als een daartoe bij wet of algemene maatregel van
bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring
van geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als
bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
| | |
2.3.19.1.1 | als de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | 328,50 | 331,00 |
2.3.19.1.2 | als een ander bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. | | |
2.3.19.2 | Als een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.20 | Publicatiekosten | | |
2.3.20.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief,
voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag,
verhoogd met wegens publicatiekosten ingevolge art. 3.8 Wabo
of enig ander wettelijke voorschrift, per
publicatie. | 45,10 | 45,45 |