Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cromstrijen

Protocol en stappenplan Agressie, geweld en intimidatie tegen politieke ambtsdragers gemeente Cromstrijen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCromstrijen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol en stappenplan Agressie, geweld en intimidatie tegen politieke ambtsdragers gemeente Cromstrijen
CiteertitelProtocol en stappenplan Agressie, geweld en intimidatie tegen politieke ambtsdragers gemeente Cromstrijen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Niet van toepassing

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-201701-01-2021nieuwe regeling

26-09-2017

Het Kompas, d.d. 6 oktober 2017

Z0.5070/ADV-BenW-17-00765

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol en stappenplan Agressie, geweld en intimidatie tegen politieke ambtsdragers gemeente Cromstrijen

 

 

Protocol Agressie, geweld en intimidatie tegen politieke ambtsdragers gemeente Cromstrijen

Inleiding

Voor politieke gezagsdragers en voor democratisch gekozen volksvertegenwoordigers is het belangrijk dat zij gemakkelijk benaderbaar zijn, open in de samenleving kunnen staan, het politieke debat vrij kunnen voeren, publieke taken vrij van dwang en drang kunnen uitoefenen en dat besluiten zonder druk genomen kunnen worden.

Confrontatie met grensoverschrijdend gedrag van burgers (uitschelden, beledigen, persoonlijke bedreiging of bedreiging aan het adres van familie, langdurig stalken, fysieke agressie en in extreme gevallen bijvoorbeeld gijzeling) is echter niet uit te sluiten. Grensoverschrijdend gedrag kan ‐ bedoeld of onbedoeld ‐ de besluitvorming beïnvloeden en raakt de integriteit van de besluitvorming. Daarnaast kan het een grote impact hebben op degene die het overkomt en op zijn of haar omgeving.

Uitgangspunt is dat de gemeente Cromstrijen grensoverschrijdend en ontoelaatbaar gedrag tegen haar politieke ambtsdragers onder geen beding accepteert en dat dit gedrag altijd een vervolg krijgt.

1. Basisafspraak

De individuele politieke ambtsdrager meldt grensoverschrijdend gedrag opgelopen in zijn of haar functie altijd intern en overlegt over de te volgen handelwijze. Elke melding van grensoverschrijdend gedrag wordt serieus genomen en met respect behandeld.

Politieke ambtsdragers vervullen hun publieke taken per definitie in de openbaarheid; de manier waarop zij omgaan met agressie heeft dus altijd een voorbeeldfunctie. De politieke ambtsdrager is zich bewust van de van invloed zijnde factoren die aanleiding kunnen geven tot incidenten. Hij of zij probeert de verschillende vormen van agressie te herkennen, taxeert de risico's en de-escaleert bij agressief gedrag.

Politieke ambtsdragers die buiten het gemeentehuis werken lopen meer risico. Hij/zij heeft altijd een opgeladen telefoon met voorgeprogrammeerde alarmnummers (politie en collega's) bij de hand en laat anderen weten waar hij/zij is. Bij een mogelijk risico gaat de politieke ambtsdrager nooit alleen het gesprek aan. Bij een noodsituatie/acute dreiging wordt altijd direct 112 gebeld.

De in dit protocol opgenomen afspraken zijn erop gericht om in overleg regie te voeren zodra sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers.

Waar in dit protocol wordt gesproken over "raadsleden" wordt daaronder tevens verstaan commissieleden en fractiemedewerkers voor zover grensoverschrijdend gedrag betrekking heeft op hun functioneren als (voormalig) raadslid, danwel op politieke werkzaamheden zoals het optreden als woordvoerder in commissie vergaderingen.

2. Wat is grensoverschrijdend/ontoelaatbaar gedrag?

Grensoverschrijdend gedrag is: aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat – nadat de burger erop is aangesproken – niet verandert of zelfs verergert.

Het gedrag is gericht op:

  • het (door dreiging en agressie) teweegbrengen van onlustgevoelens,

  • het verstoren van de orde of op ontoelaatbare wijze beïnvloeden van de taakuitoefening,

  • het veroorzaken van letsel of schade.

Onder agressie verstaan we: lichamelijke en verbale geweldpleging, belaging, intimidatie en bedreiging gepleegd in of door omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de publieke taak. Dit kan gepaard gaan met beschadiging van goederen. Onder agressie wordt in dit protocol ook verstaan ieder gebruik van geweld.

Er kan ook sprake zijn van alleen emotioneel gedrag. Hieronder wordt verstaan dat een burger op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn persoonlijke situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Het verschil met grensoverschrijdend gedrag is dat emotioneel gedrag van korte duur is en zich laat corrigeren. Voor dergelijk gedrag kan (enig) begrip worden getoond. Emotioneel gedrag is niet verboden, boosheid is niet grensoverschrijdend en is geen agressie.

3. Handelswijze bij vormen van ontoelaatbaar gedrag

a)Telefonische agressie

De eerste stap is er op te wijzen dat de toon van het gesprek niet respectvol is.

Indien geen verbetering optreedt, waarschuwen dat de verbinding verbroken wordt als het gesprek op deze manier gevoerd blijft worden.

b)Schriftelijke agressie

Wanneer de boodschap, dat wil zeggen wat de burger/klant ons wil vragen, in een brief op een agressieve manier wordt verwoord, dan dient hij/zij daarop aangesproken te worden. Bij voorkeur in een gesprek, waarin nadat de burger is aangesproken het gesprek vervolgens gaat over de "echte" boodschap in de brief. Van het gesprek wordt een kort verslag gemaakt, wat naar de burger met een begeleidende brief wordt verzonden. Brief en verslag worden opgeborgen in het dossier. Daarna wordt op dergelijke brieven niet meer gereageerd. Indien mogelijk stel het schriftelijk stuk veilig als bewijsmiddel.

c)Verbale en (dreigende) lichamelijke agressie

In geval van verbale agressie waarbij sprake is van bedreigingen tegen het leven of goederen en/of tegen zijn/haar gezin of familie van raadsleden of wethouders contact opnemen met de eigen fractievoorzitter en de griffier, respectievelijk de gemeente-secretaris. De burgemeester wordt op de hoogte gebracht van de melding. De burgemeester zelf meldt een incident bij de gemeentesecretaris. De griffier wordt hiervan op de hoogte gebracht (zie 4. Melden van grensoverschrijdend gedrag). Na overleg kan besloten worden tot doen van aangifte. Bij ernstige acute nood/agressie bel 112. Tijdens een noodgeval in het gemeentehuis, wordt naast 112 ook altijd het interne noodnummer gebeld (3000).

d)Geweld tegen voorwerpen en vernielingen

Wanneer de agressie leidt tot geweld tegen voorwerpen wordt, in geval van schade, aangifte gedaan. Schade wordt te allen tijde verhaald op de veroorzakers.

e) Ordeverstoring van een raads-/commissievergadering (lokaalvredebreuk)

  • -

    bij ordeverstoring van een vergadering schorst de voorzitter de vergadering en verzoekt degene(n) die de orde verstoort/verstoren de ruimte te verlaten. Indien dit geweigerd wordt, zal de voorzitter dit nog tweemaal doen (na drie vorderingen is er sprake van lokaalvredebreuk).

  • -

    de politie wordt via de bode ingeroepen.

  • -

    aanwezigen passen geen fysieke maatregelen toe om personen uit de ruimte of het gebouw te verwijderen, maar laten dit over aan de politie.

  • -

    alleen bij fysieke agressie naar een deelnemer of bezoeker van een vergadering is het toegestaan fysieke maatregelen toe te passen om de persoon in kwestie te ontzetten en/of te beschermen.

  • -

    de voorzitter besluit in samenspraak met de griffier tot het doen van aangifte van de ordeverstoring.

4. Melden van grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd intern gemeld.

  • Raadsleden melden incidenten bij de eigen fractievoorzitter en de griffier. De griffier stelt de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • Wethouders melden incidenten bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris stelt de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • De burgemeester meldt een incident bij de gemeentesecretaris en de griffier wordt hiervan op de hoogte gebracht.

Alle meldingen worden door de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris geregistreerd in het Gemeentelijke Incidenten Registratiesysteem (GIR) van de gemeente. Voor toegang tot het meldingssysteem wordt aangesloten bij de gemaakte afspraken met de daarbij behorende namen van personen.

5. Interne maatregelen

Na iedere interne melding wordt besproken welke maatregelen tegen de veroorzaker worden genomen. Al naar gelang de ernst van het grensoverschrijdend gedrag (en als sprake is van herhaald gedrag) kan de gemeente:

  • de persoon verwijderen uit een gebouw/van een terrein;

  • mondeling of schriftelijk waarschuwen;

  • (tijdelijk) beperken van de toegang tot de gemeentelijke gebouwen of van de dienstverlening. De burgemeester en de politieke ambtsdragers zijn altijd bevoegd om een burger te verzoeken een gebouw te verlaten en mondeling de toegang tot een gebouw te ontzeggen. In de praktijk geschiedt de ontzegging door de bodes van de gemeente. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van het college.

  • oproepen voor een (orde‐ of herstel)gesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het ongewenste gedrag;

  • het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel grensoverschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie);

  • aangifte doen bij de politie;

  • of andere maatregelen treffen, al naar de omstandigheden.

De maatregelen worden bij voorkeur binnen 48 uur na het incident getroffen en schriftelijk door de burgemeester of het college bekendgemaakt aan de geadresseerde.

Maatregelen kunnen, naar gelang de ernst van het incident, worden toegepast na iedere (interne) melding en ook als wordt besloten dat van een incident melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De maatregelen die door de gemeente worden genomen jegens de veroorzaker worden zo mogelijk meteen bij het doen van aangifte of bij de melding aan de politie en/of Openbaar Ministerie aan hen doorgegeven en anders zo spoedig mogelijk na het nemen van deze maatregelen (afschrift besluit naar politie/justitie).

6. Melding en aangifte

Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van groot belang dat van mogelijk

strafbaar gedrag zo snel mogelijk aangifte wordt gedaan.

Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag dat strafbaar kan zijn:

  • schelden, (doods)bedreigingen uiten,

  • dreigen met represailles, bedreigen (van familieleden) en uitvoeren van dreigementen,

  • schoppen, spugen en andere fysieke agressie,

  • letsel toebrengen of materiële schade veroorzaken en gedrag dat anderen in gevaar brengt.

De griffier en/of de gemeentesecretaris overleggen zo nodig met de betrokkenen en met de politie over de ernst van de situatie en de aangifte.

Bij het doen van aangifte kiest de politieke ambtsdrager domicilie op het adres van de gemeente Cromstrijen en nooit op het privéadres. De betrokkene laat zich bij de aangifte zo nodig bijstaan door een vertegenwoordiger van de gemeente.

Melden en het doen van aangifte moet zo volledig mogelijk gebeuren: wat is er gebeurd, waar en wanneer, wie heeft het gedaan of gezien? Als er een vermoeden bestaat dat er een verband bestaat tussen de agressie en een door de politieke ambtsdrager of door zijn/haar partij ingenomen standpunt of besluit, wordt dit gemeld. Als sprake is van brieven, e‐mail, boodschappen op een voicemail of dreigtweets, dan worden deze bewaard en wordt een kopie bij de melding gevoegd. Kenmerken van de dader(s) en zaken als kentekens worden zo mogelijk doorgegeven. Fotograferen van verdachten of hun voertuigen is alleen aan te raden als dat de eigen veiligheid of die van anderen niet in gevaar brengt.

7. Noodgevallen en alarmering beveiliging

Wanneer zich een noodgeval voordoet, belt de bedreigde politieke ambtsdrager altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is.

Tijdens een noodgeval in het gemeentehuis wordt naast 112 ook altijd het interne noodnummer gebeld 3000.

Opvang en begeleiding van de hulpdiensten en overige hand- en spandiensten wordt dan verzorgd door de bodes of het hoofd BHV. Zolang de dreiging duurt en de bedreigde niet weg kan komen staat de eigen veiligheid van de bedreigde politieke ambtsdrager voorop. De bedreigde politieke ambtsdrager geeft de bedreiger zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken. Te allen tijde behoudt de bedreigde hierbij het recht op verdediging van de persoonlijke integriteit. De bedreigde politieke ambtsdrager probeert kalm te blijven en de bedreiger niet te provoceren (met een grapje, onverwachte beweging of iets dergelijks).

8. Follow-up na melding en/of aangifte bij de politie

  • De Hoofdofficier van Justitie wordt, door tussenkomst van de beleidsmedewerker bewaken, beveiligen & crisisbeheersing van het arrondissementsparket Rotterdam, door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het Stelsel bewaken en beveiligen bij de Hoofdofficier van Justitie (H.O.v.J.). Op verzoek van de H.O.v.J. maakt de politie een inschatting van de dreiging op basis waarvan de politie voorstellen doet aan de H.O.v.J. over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • Als de burgemeester zelf onderwerp is van dreiging, blijft de Hoofdofficier van Justitie verantwoordelijk en wordt het maatregelenadvies van de politie ter advies besproken met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Als de burgemeester slachtoffer is, wordt tevens de Commissaris van de Koning op de hoogte gesteld.

  • Als het te verwachten effect en de aard van de gebeurtenis op het terrein van de openbare orde ligt, dan maakt de burgemeester zo nodig gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de Gemeentewet.

  • Aanvullende beveiligingsmaatregelen worden in goed overleg tussen gemeente, politie en Openbaar Ministerie getroffen en uitgevoerd.

  • De politie voert maatregelen in de openbare ruimte uit (surveillance, cameratoezicht).

  • De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijzondere maatregelen aan de woning in het kader van (be)dreiging en maatregelen die noodzakelijk zijn vanwege specifieke omstandigheden en risico’s en eventueel herstel na afloop van de dreiging.

  • De Arbeidsinspectie wordt binnen 24 uur gewaarschuwd door de griffier of de gemeentesecretaris als sprake is van een ernstig incident waarbij een politieke ambtsdrager lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • De gemeentesecretaris en/of de griffier zorgen voor terugkoppeling aan de betrokkenen over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

9. Communicatie

De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk)

woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer wethouders of raadsleden. De

burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door de Hoofd Officier van Justitie. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester en eventueel de Commissaris van de Koning de handelwijze bepaald.

Andere politieke ambtsdragers worden met instemming van het slachtoffer op de hoogte

gebracht van een incident, tijdens een collegevergadering of presidiumoverleg. Vertrouwelijkheid wordt daarbij zo nodig in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand uitspraken doet die leiden tot verhoging van veiligheidsrisico’s.

Communicatie en contacten met de pers is altijd in samenspraak met de afdeling communicatie. De voorlichter van de burgemeester stemt een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging af met de afdeling voorlichting van het Openbaar Ministerie. Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.

10. Vertrouwenslijn en contact met beroepsorganisaties

Incidenten tegen de burgemeester, wethouders en raadsleden kunnen door de betrokkenen (vertrouwelijk) worden gemeld aan de beroepsverenigingen (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethouders vereniging respectievelijk de Vereniging voor Raadsleden – Raadslid.Nu).

  • Speciaal voor politieke gezagdragers en raadsleden is er een anonieme vertrouwenslijn (0800 2800 200). Deze lijn biedt zowel mentale ondersteuning na een incident als hulp bij het afwegen van de noodzaak tot melden en aangifte. Er wordt ook hulp geboden als er sprake is van sluimerende intimidatie en bijvoorbeeld bij intimidatie tussen politieke ambtsdragers onderling. (zie www.devertrouwenslijn.nl)

  • De burgemeester kan daarnaast contact opnemen met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (070-3738383) voor collegiale adviezen en verdere informatie. (zie www.burgemeesters.nl)

  • Ook de wethouders vereniging ondersteunt wethouders. De wethouders vereniging werkt samen met de Vertrouwenslijn. (zie www.wethoudersvereniging.nl)

  • Ook de Nederlandse vereniging voor raadsleden (070-3738195) ondersteund haar leden en werk hierbij samen met de Vertrouwenslijn. (zie www.raadslid.nu)

11. Schade, opvang en nazorg na incidenten.

Het kan zijn dat er schade is geleden door de gemeente zelf, aan persoonlijke eigendommen van de betrokkene of dat er aanvullende kosten moeten worden gemaakt (bijvoorbeeld medische kosten). Los van de vraag of de gemeente of de betrokkene verzekerd is voor de schade is het uitgangspunt dat schade zoveel mogelijk wordt verhaald op de veroorzakers.

Het Slachtofferloket (088 6992180) biedt hulp bij vragen over de afhandeling van een aangifte. Het Slachtofferloket informeert, adviseert en begeleidt slachtoffers tijdens het hele strafproces. In het Slachtofferloket werken de politie, Slachtofferhulp Nederland en het Openbaar Ministerie (OM) nauw samen.

Slachtofferhulp Nederland (0900-0101) biedt naast emotionele hulp ook juridische advies bij (ernstige) zaken over het vorderen van de schade en eventueel voegen van de schadeclaim in het strafproces.

Het Instituut voor Psychotrauma (IVP) biedt acute gespecialiseerde psychosociale ondersteuning, waarop dag en nacht beroep kan worden gedaan door raadsleden, en andere politieke ambtsdragers, die te maken hebben gehad met agressie, geweld en bedreigingen. Het alarmnummer/meldpunt van Instituut voor Psychotrauma kan worden ingeschakeld via 0418 683444.

Na verloop van tijd zorgen de functionarissen bij wie de melding is gedaan voor een gesprek over de eventuele gevolgen. Er is daarbij ook aandacht voor betrokken familieleden, naaste collega’s of andere personen die voor het slachtoffer belangrijk zijn.

Voor de politieke ambtsdragers van de gemeente Cromstrijen wordt in (juridische)

ondersteuning voorzien door:

  • de dienstverlening die wordt gedekt door de algemene aansprakelijkheids-verzekering van de gemeente.

  • de dienstverlening die wordt gedekt via de Collegebeschermingspolis, o.a. bestaande uit traumabegeleiding en rechtsbijstand bij het verhalen van (loon)schade als gevolg van agressie en geweld door derden ontstaan in verband met de functie uitoefening.

  • de dienstverlening die wordt gedekt door de Ongevallenbeschermingspolis collegeleden - waarbij het financieel risico bij overlijden en/of blijvende invaliditeit is verzekerd alsook schade aan eigendommen met daarnaast een beperkte dekking voor ziektekosten.

De contacten hierover lopen via de gemeentesecretaris, de griffier en de afdeling Financiën.