Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten van het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële functie van de gemeente Waterland |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Waterland 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage behorende bij artikel 7, derde lid, Financiële verordening gemeente Waterland 2010 |
Deze regeling is vervangen door de Financiële verordening gemeente Waterland 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2015 | 17-11-2016 | art. 3, 5, 7, 13, 15 | 12-11-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 24-12-2015 | 127-12 | |
21-11-2014 | 25-12-2015 | art. 1, 2, 4, 5, 8, 14, 19, bijlage | 06-11-2010 Elektronisch Gemeenteblad, 20-11-2014 | 223-39 | |
24-12-2010 | 01-11-2010 | 21-11-2014 | Nieuwe regeling | 04-11-2010 Ons Streekblad, 23-12-2010 | 127-6 |
17-03-2006 | 22-12-2010 | Nieuwe regeling | 16-02-2006 Ons Streekblad, 16-03-2006 | 271B |
De raad van de gemeente Waterland,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2010;
Overwegende dat het wenselijke is te komen tot een nieuwe opzet van de financiële stukken van de gemeente Waterland
Vast te stellen de navolgende verordening op de uitgangspunten voor het financiele beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Waterland.
In de begroting wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten van een programmaonderdeel en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten van een programmaonderdeel te dekken uit het geautoriseerde bedrag voor onvoorzien. Indien er een wijziging uit de post onvoorzien plaatsvindt, wordt de raad bij het aanbieden van de 1e en 2e IBU hierover geïnformeerd.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaande aan het aangaan van de verplichtingen een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor, tenzij sprake is van verkrijging van onroerende zaken in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten dan wel de Onteigeningswet.
Het college neemt geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen met betrekking tot:
a. de verkrijging van onroerende zaken, tenzij de raad ten aanzien van deze verkrijging reeds een investeringskrediet heeft vastgesteld dan wel dat sprake is van verkrijging in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten dan wel de Onteigeningswet;
b. de vervreemding van gemeentelijke onroerende zaken met een waarde in het economisch verkeer van meer dan € 25.000;
c. de bezwaring van gemeentelijke onroerende zaken;
d. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties, en
e. het aangaan van leningen anders dan die genoemd zijn in de paragraaf financiering van de begroting.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd, waarbij naast de directe kosten en kapitaallasten de indirecte kosten door middel van een uurtarief worden toegerekend.
De paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken bevat naast het in artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten genoemde ten minste de mate van kostendekkendheid van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
De paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken bevat naast het in artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten genoemde ten minste:
a. een overzicht van de uitstaande geldleningen, waarbij in ieder geval worden vermeld het verschuldigde rentepercentage, de stand per 1 januari, de over het boekjaar verschuldigde rente, de aflossingen gedurende het boekjaar en de stand per 31 december;
b. een overzicht van de rentebaten, en
c. een overzicht van de financieringsbehoefte voor het begrotingsjaar.
De paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken bevat naast het in artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten genoemde ten minste een organogram van de gemeentelijke organisatie, waarbij in ieder geval per afdeling wordt weergegeven de personeelssterkte uitgedrukt in fte en de kosten voor de inzet van niet in ambtelijke dienst zijnde arbeidskrachten.
De paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken bevat naast het in artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten genoemde ten minste van elke verbonden partij:
De paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken bevat naast het in artikel 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten genoemde ten minste de uitgangspunten voor prijsstelling van de verhuur en verkoop van gemeentelijke onroerende zaken en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte voor gronden en erfpachtcanons.
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van verschillende activa en passiva;
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel
Het college zorgt voor en legt vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e. de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Waterland, gehouden op 4 november 2010
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
Drs. E.G.H. Dijk Mr. E.F. Jongmans
Bijlage behorende bij artikel 7, derde lid, Financiële verordening gemeente Waterland 2010
Bijlage behorende bij artikel 7, derde lid, Financiële verordening gemeente Waterland 2010