Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Jeugdhonken Urk 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels Jeugdhonken Urk 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde |
Geen
Art. 4:81 Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2017 | 14-03-2020 | Onbekend | 29-06-2017 Onbekend | 2017.04065 |
Hoofdstuk 1. Algemene uitgangspunten
In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Veel gemeenten in Nederland zijn bekend met het fenomeen van jeugdhonken, jeugdcaravans, keten, schuren etc. Ook op Urk zijn sinds jaar en dag jeugdhonken waar jongeren elkaar ontmoeten. Deze jeugdhonken zijn momenteel gehuisvest op de bedrijventerreinen Zwolsehoek en Lemsterhoek. Het belang van jeugdhonken als ontmoetingsgelegenheid voor de jeugd wordt erkend. De eigen verantwoordelijkheid en zelf organiserend vermogen van alle betrokkenen bij jeugdhonken staat voorop.
Jeugdhonken vormen een belangrijk aandachtspunt in het alcoholbeleid van het kabinet. Naast de positieve sociale functie van jeugdhonken kan het alcoholgebruik door jongeren zorgelijk zijn. Gemeenten hebben het beste zicht op lokale problematiek en dus de regie bij de aanpak van jeugdhonken. De samenwerkende ministeries (Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Volksgezondheid Welzijn en Sport) hebben gemeenten opgeroepen om actief beleid te voeren op jeugdhonken en welke niet aan wettelijke en nadere gemeentelijke voorschriften voldoen te sluiten (brief aan de Tweede Kamer, kenmerk 2009-0000606639). Deze landelijke handreiking is voor zover mogelijk, gezien de inmiddels deels verouderde handreiking alsmede de unieke situatie op Urk, als basis gebruikt voor het opstellen van deze beleidsregels.
Het college van gemeente Urk heeft deze verantwoordelijkheid opgepakt. Jeugdhonken zijn integraal onderdeel van de beleidsnota (2015 – 2018) en uitvoeringsprogramma (2017) Sociaal Domein Urk. De portefeuillehouder jeugdbeleid is aangewezen als eerst verantwoordelijke voor jeugdhonken en is in 2016 samen met een vertegenwoordiging van de gehele gemeenteraad gestart om te komen tot een structurele borging van preventie, toezicht en handhaving op jeugdhonken. Een enquête is uitgezet onder bezoekers van jeugdhonken (bijlage 3) en betrokkenen uit de praktijk, zoals toezichthouders, jongerenwerkers, adviesraad en klankbordgroep zijn gevraagd om input te leveren.
De verantwoordelijkheid van gemeente Urk op het gebied van jeugdhonken omvat preventie, toezicht en handhaving. Deze drie verschillende taakgebieden moeten breed ingebed en structureel geborgd zijn. Een startnotitie Jeugdhonken is met flankerend beleid in 2015 vastgesteld waarin speerpunten zijn benoemd om te komen tot gezonde en veilige jeugdhonken. Er is voor gekozen om de aanpak te concretiseren middels het opstellen van specifieke beleidsregels jeugdhonken waarin alle door betrokkenen uit de praktijk geleverde input voor zover mogelijk is verwerkt.
Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat bestuursorganen, zoals de Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders, beleidsregels kunnen vaststellen met betrekking tot een aan hen toekomende of gedelegeerde bevoegdheid. Concreet betekent dit voor de uitvoeringspraktijk dat alle (min of meer) gelijke gevallen op een gelijke manier worden behandeld volgens de vastgestelde en gepubliceerde beleidsregels. Op deze wijze maakt de Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders duidelijk op welke wijze zij van de hun toekomende bevoegdheid gebruik maken.
Bij jeugdhonken wordt afgezien van handhavend optreden als zij voldoen aan deze beleidsregels en daarop berustende bepalingen. Indien jeugdhonken niet voldoen worden sancties opgelegd. Het sanctiebeleid / handhavingsmatrix is als bijlage 2 toegevoegd aan deze beleidsregels.
Een belangrijk onderdeel van deze beleidsregels zijn criteria waaraan elk jeugdhonk moet voldoen. Deze criteria zijn onderdeel van een convenant welke door de 18+ contactpersonen/aanspreekpunten van jeugdhonken (eigenaar bedrijfspand en jongeren die het jeugdhonk runnen) moeten worden ondertekend:
Er is een registratieplicht voor de 18+ contactpersonen/aanspreekpunten van het bedrijfspand/jeugdhonk. De contactgegevens van de eigenaar van het bedrijfspand en de jongeren die het jeugdhonk runnen moeten bekend zijn. Tijdens opening van het jeugdhonk moet één van de jongeren die het jeugdhonk runnen aanwezig zijn.
Deze criteria zijn allen getoetst aan wet- en regelgeving, zie bijlage 1.
Naam…………………………………………………………………………………………………….
Geboortedatum…………………………………………………………………………………………
Adres…………………………………………………………………………………………………….
Telefoon…………………………………………………………………………………………………
Als 18+ contactpersoon/aanspreekpunt van jeugdhonk*…………………………………………..
gevestigd aan…………………………………………………………………………………………..
*Op het moment dat de ondertekenaar geen deelnemer meer is van het jeugdhonk, moet het convenant zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken door de nieuwe contactpersoon ondertekend worden.
O Jongere die het jeugdhonk runt……………………………………………………………….
O Tweede jongere die het jeugdhonk runt…………………………………………………...…
O Eigenaar van het bedrijf……………………………. K.v.K. …………………………………
O Huurder van het bedrijf…………………………………………………………………………
O Anders, namelijk………………………………………………………………………………..
Dat met inachtneming van alle bijgevoegde criteria van de gemeente Urk mijn jeugdhonk gemiddeld één keer per week open is.
Tevens verklaar ik dat de toegevoegde beleidsregels worden nageleefd zoals die door het College van Burgemeester en Wethouders zijn vastgesteld en aan mij ter kennis zijn gebracht. Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend.
Datum …………………………………………………………………………………………………..
Handtekening ………………………………………………………………………………………….
Citeertitel en inwerkingtreding
Aldus besloten in de collegevergadering van ………….. ………… 2017
In de gebieden Zwolsehoek en Lemsterhoek Urk zijn jeugdhonken waar jongeren elkaar ontmoeten. Voor deze jeugdhonken gelden de bestemmingsplannen “Bedrijventerrein” en “Havens”. Diverse horecaondernemers wilden in 2014 dat door het gemeentebestuur handhavend werd opgetreden tegen deze jeugdhonken en hebben een verzoek tot handhaving ingediend. Het gemeentebestuur heeft dit verzoek afgewezen omdat uit controles is gebleken dat de jeugdhonken geen commerciële bedrijfsvoering hebben (het verstrekken van drank met een winstoogmerk) en derhalve geen sprake is van strijdigheid met de bepalingen uit de Drank- en Horecawet (verder: DHW) en de notitie Jeugdhonken 2012-2014 van de gemeente Urk.
In haar tussenuitspraak van 24 oktober 2014 overweegt de Rechtbank Midden Nederland, sector bestuursrecht dat van het verstrekken van alcohol anders dan om niet (bedrijfsmatig of bedrijfsmatige omvang) sprake is als:
Het uitgangspunt dat er geen drank wordt verstrekt tegen betaling was dan ook niet voldoende om te kunnen vaststellen dat geen sprake is van strijd met de DHW.
Vervolgens heeft de Rechtbank in de einduitspraak bepaald dat op basis van het nadere onderzoek door de gemeente niet vastgesteld kon worden dat sprake was een vergunningplichtig horecabedrijf. Daarnaast stelde de Rechtbank vast dat de Notitie (jeugd)honken buiten toepassing moet worden gelaten omdat de wettelijke grondslag waarop de daarin neergelegde beleidsregels zijn gebaseerd niet duidelijk is.
Mede naar aanleiding hiervan heeft Urk een startnotitie Jeugdhonken 2015 opgesteld waarin speerpunten en een stappenplan zijn benoemd. Dit met als doel een sluitende aanpak te realiseren op preventie, toezicht en handhaving van jeugdhonken. De ‘oude’ criteria moeten in de vorm van beleidsregels herijkt worden op basis van een wettelijke grondslag. Op basis van vastgestelde en gepubliceerde beleidsregels kan vervolgens worden gehandhaafd op jeugdhonken welke niet voldoen aan deze beleidsregels.
Een convenant is een afspraak van de overheid met een of meer partijen gericht op het realiseren van bepaalde (beleids-) doelstellingen. In een convenant worden schriftelijke afspraken over het leveren van prestaties vastgelegd. Een convenant is een privaatrechtelijk instrument en kan slechts worden ingezet voor die onderdelen waar de wet- en regelgever niets heeft (willen) regelen, dan wel waar dit in de wet- en regelgeving mogelijk is gemaakt.
Weliswaar kunnen in een convenant afspraken worden gemaakt die een herhaling zijn van wet- en regelgeving, maar handhaving vindt plaats op grond van het publiekrecht. Een convenant kan wel een aanvullende werking hebben en een belangrijke signaleringsfunctie vervullen.
Op Urk is de laatste jaren veel beleid ontwikkeld waar in meer of mindere mate raakvlakken zijn met jeugdhonken. Onder andere beleidsnota’s gericht op jeugd (Jeugdnota), gezondheid (nota Gezondheidsbeleid), verslaving (visie Verslavingszorg), ruimtelijke ordening (Bestemmingsplan), het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2015 – 2018, op basis van artikel 43a Drank- en Horecawet, het Damoclesbeleid en het Handhavingsbeleid gemeente Urk 2016 - 2019. In elke nota staan doelstellingen en adviezen welke bijdragen aan preventie, toezicht en handhaving in meest brede zin. Jeugdhonken zijn daarnaast integraal onderdeel van de beleidsnota (2015 – 2018) en uitvoeringsprogramma (2017) Sociaal Domein Urk ‘Zorg voor elkaar’.
Met de startnotitie Jeugdhonken (bijlage 4) heeft Urk de eerste stap gezet om te komen tot gemeentelijk jeugdhonkenbeleid. In deze startnotitie, in navolging op de landelijke handleiding ketenbeleid, wordt de term jeugdhonken als volgt uitgelegd:
“Jeugdhonken zijn ontmoetingsplekken opgezet voor en door jongeren, die daar één of meerdere keren per week samenkomen voor de gezelligheid. Er zijn drie typen jeugdhonken of - de landelijk gebruikte term - hokken en keten te onderscheiden. Deze keten onderscheiden zich op de criteria: toegang tot de keet en de verstrekking van alcohol tegen betaling. In de praktijk overlappen deze drie typen keten elkaar:
Jeugdhonken wisselen sterk in samenstelling en verhuizen veel. Plaatsen waar jeugdhonken zich zouden kunnen bevinden worden wekelijks gecontroleerd door toezichthouders. Op dit moment varieert het aantal tussen de 10 en 15 jeugdhonken. Hierop is een gedoogconstructie van toepassing waarbij 15 jeugdhonken tegelijkertijd het maximum is. Er is voor een maximum van 15 jeugdhonken gekozen vanwege de ruimtelijke impact op het bedrijventerrein.
Op het voorblad van deze beleidsregels is door middel van twee oranje cirkels globaal aangegeven waar jeugdhonken zich op het moment van de nulmeting (april 2017) bevinden; in de gebieden ‘Zwolsehoek’ en ‘Lemsterhoek’.
Wat overlast is, is subjectief. Een ieder ervaart overlast op een eigen manier. In ieder geval wordt het verstoren van de openbare orde als overlast ervaren, maar ook de aanwezigheid van hangjongeren op een bepaalde plek kan door sommigen al als overlast worden ervaren.
In de beleidsregels wordt er van uitgegaan dat sprake is van overlast als er sprake is van aanwijsbaar en corrigeerbaar gedrag; om gedrag dat leidt tot hinder, angst of onbehagen bij anderen (wangedrag).
De gemeente Urk wil met name handhaven op de overlastgevende jeugdhonken en jeugdhonken die bij herhaling één of meerdere criteria overtreden. Alle jeugdhonken moeten het convenant jeugdhonken ondertekenen.
Preventie vindt plaats vanuit flankerend (jeugd)beleid, gericht op gezondheid van jongeren, het activeren van jongeren via welzijnswerk en verslavingszorg. Vanuit de beleidsnota Sociaal Domein staat de zelfredzaamheid van inwoners voorop. De gemeente heeft een beperkte rol. De verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen ligt allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf. Het streven naar de menselijke maat waarbij burgers worden gewezen op hun rechten maar ook worden gehouden aan hun plichten blijft overeind.
Fraude en oneigenlijk gebruik worden actief bestreden door middel van toezicht en handhaving. Controles vinden plaats op basis van toepasselijke wet- en regelgeving en vinden in ieder geval wekelijks plaats door toezichthouders in plaatsen waar jeugdhonken zich mogelijk bevinden, waarbij meerdere controles op één avond plaats kunnen vinden.
Bij constatering van een overtreding van (één van de) criteria wordt het sanctiebeleid gehanteerd, zie bijlage 2. Echter als er sprake is van een ernstige schending van openbare orde en veiligheid kan afgeweken worden van het sanctiebeleid en wordt het jeugdhonk per direct gesloten.
Criteria die ruimtelijk relevant zijn worden in het kader van de regulering van het gebruik van een jeugdhonk in het bestemmingsplan betrokken, dit betreft de criteria 3, 4, 7 en 8.
Criteria die betrekking hebben op de registratieplicht, het verbod van de verkoop van alcohol enz. zijn criteria ten behoeve van de openbare ordehandhaving en volksgezondheid. Deze belangen kunnen en behoren te worden behartigd op grond van andere wetgeving. Een tabel (bijlage 1) is als onderdeel van deze beleidsregels toegevoegd waarin alle criteria met de toepasselijke wet- en regelgeving wordt weergegeven.
Hierna worden de afzonderlijke criteria toegelicht in het licht van de doorwerking van het beleid in de wet- en regelgeving.
Criterium 1. Er moet sprake zijn van een besloten karakter en
Criterium 3. Kleinschalig (maximaal 1 persoon per m2 netto vloeroppervlak, met een maximumvan 25 personen)
Er moet sprake zijn van een besloten karakter en de ruimte voor het jeugdhonk moet kleinschalig van aard zijn. Ter verduidelijking, het gaat om een vaste vriendengroep met eventueel één of enkele genodigden. Het maximale aantal bezoekers tegelijkertijd mag niet meer dan 25 personen bedragen.
Het criterium van kleinschaligheid kan zowel vanuit planologisch oogpunt (vanwege de impact op de woon- en leefomgeving) als brandveiligheid worden ingestoken. Voor de onderbouwing van brandveiligheid wordt verwezen naar het onderdeel brandveiligheid.
Criterium 2. Uitsluitend toegankelijk voor personen van 16-jaar en ouder (legitimatieplicht)
Welke personen worden binnengelaten in een ruimte is een private aangelegenheid. In het kader van de DHW, Tabaks- en rookwarenwet is een identificatieplicht geïntroduceerd als het gaat om het verkopen van alcohol en/of tabakswaren. Zoals ook al in de Startnotitie is vastgesteld is de DHW vooralsnog niet van toepassing. Wel geldt voor iedere Nederlander boven de 14 jaar een identificatieplicht. Toezichthouders kunnen, als zij daartoe aanleiding zien, bezoekers van jeugdhonken vragen zich te identificeren..
Criterium 4. Geen commerciële bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld de verkoop van (non) alcoholische dranken en/of etenswaren, openbare uitnodigingen etc.
De achtergrond van deze bepaling is afgeleid van de Drank- en Horecawet (DHW). Dit criterium is ook van belang voor de reguliere horeca. De jeugdhonken kunnen concurrerend zijn als zij op commerciële wijze wordt geëxploiteerd, dat wil zeggen het verstrekken van alcohol anders dan om niet (bedrijfsmatig of bedrijfsmatige omvang), als er sprake is van (één van) de volgende situaties: drank wordt verstrekt tegen betaling, toegangsprijs moet worden betaald waarna drankjes gratis zijn, onderling verrekenen van de kosten voor de hoeveelheid geconsumeerde drank per persoon. Indien van één van deze situaties sprake is, dan kan worden gehandhaafd op grond van artikel 3 DHW.
Criterium 5. Geen verstoring van de openbare orde (geen overlast veroorzaken aan derden)
Zoals onder andere benoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Criterium 6. Geen handel in en gebruik van drugs in (de directe omgeving van) het jeugdhonk
Er mag geen handel in en gebruik van drugs in (de omgeving van) het jeugdhonk plaatsvinden. Handel in drugsgebruik is overigens ook al strafbaar gesteld in de Opiumwet (Opw).
De Burgemeester is op grond van artikel 13b Opw bevoegd om woningen of lokalen te sluiten als daar sprake is van drugshandel. Van deze bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt zonder dat is aangetoond dat de openbare orde in het geding is. De enkele aanwezigheid van drugs boven de normen voor eigen gebruik is voldoende rechtvaardiging om de woning of het lokaal (jeugdhonk) te sluiten voor bepaalde tijd.
Het sluiten van het pand/lokaal is een vorm van bestuursdwang. Hoewel de handhavingsbevoegdheid is geformuleerd als discretionaire bevoegdheid is in de jurisprudentie sprake van een beginselplicht tot handhaving. In veel gemeenten is beleid opgesteld m.b.t. de uitvoering van dit zogenaamde “Damoclesbeleid”. In het door het college vastgestelde Handhavingsbeleid gemeente Urk 2016-2019 is vermeld dat het Damoclesbeleid eind 2016 in samenwerking met de gemeenten Lelystad, Dronten en Noordoostpolder is ontwikkeld. Het Damoclesbeleid gemeente Urk is op 25 januari 2017 door de Burgemeester van gemeente Urk vastgesteld, aansluitend gepubliceerd en in werking getreden.
Na de sluiting kan het college op grond van artikel 14 Woningwet (Ww) de eigenaar van een gebouw dat gesloten is op grond van art. 13b Opw, zelfs verplichten dat gebouw bij een ander in gebruik of beheer te geven.
Indien sprake is van overlast, kan de burgemeester ook op grond van artikel 174a Gemeentewet een pand sluiten. Dit betreft (zeer) ernstige overlast. Gelet op de gevolgen voor de eigenaren van de bedrijfspanden moeten zij huisregels opstellen waaraan ook bezoekers van de jeugdhonken zich moeten houden (zie ook criteria, pagina 6).
Criterium 7. Bepalingen met betrekking tot brandveiligheid en vluchtwegen moeten in acht genomen zijn op grond van het geldende Bouwbesluit
Brandveiligheid van bouwwerken is een belangrijk thema in het omgevingsrecht. Regels over brandveiligheid zijn terug te vinden in de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), het Bor (Besluit omgevingsrecht) en in het Bouwbesluit 2012.
In artikel 2.1, lid 1 onder d Wabo is het verboden om zonder een omgevingsvergunning een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken in strijd met brandveiligheidseisen.
Brandveiligheid is één van de onderwerpen waarover in het Bouwbesluit 2012 voorschriften zijn opgenomen. Een bedrijfsruimte waarin een jeugdhonk is gevestigd moet voldoen aan deze voorschriften. Het gaat om landelijk vastgestelde en geldende regels.
Voor bouwwerken waar voor het brandveilig gebruik een omgevingsvergunning benodigd is, of waarvoor een gebruiksmelding zal moeten worden gedaan kunnen door het college nadere voorwaarden worden opgenomen wanneer dat bij dat bouwwerk noodzakelijk is voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.
Deze nadere voorwaarden mogen geen eisen zijn die al als algemene eis in het Bouwbesluit 2012 zijn opgenomen. Het mogen ook geen eisen zijn over bouwtechnische veranderingen van het bouwwerk. Wanneer de gemeente bouwtechnische veranderingen noodzakelijk vindt, kan zij dat dus niet afdwingen door voorwaarden daarover op te nemen in de omgevingsvergunning brandveilig gebruik of door nadere voorwaarden daarover op te leggen na een gebruiksmelding.
De jeugdhonken worden geëxploiteerd in bedrijfsruimten. Ook in deze gebouwen moet worden voldaan aan de eisen uit het bouwbesluit. Jeugdhonken worden getoetst aan de regels die gelden voor verblijfsfuncties.
Criterium 8. Het gebruik als jeugdhonk is altijd ondergeschikt aan de bedrijfsmatige activiteiten in en op de locatie van het bedrijfspand. Een bedrijfspand in hoofdzaak of uitsluitend gebruiken als jeugdhonk is niet toegestaan.
Met deze bepaling wordt beoogd om nadrukkelijk te kunnen handhaven op zelfstandige vestigingen van jeugdhonken. Ook verhuur van bedrijfspanden om daar een jeugdhonk in te vestigen is niet toegestaan.
Criterium 9. Er mogen geen personen in kennelijke staat van dronkenschap in een jeugdhonk aanwezig zijn
Het verstrekken van drank aan jongeren is hoofdzakelijk geregeld in de Drank- en Horecawet. Reeds aangegeven is dat, gezien de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, de DHW niet van toepassing is op de jeugdhonken. Daarnaast zien de verboden van de DHW op de verkoop van alcohol aan minderjarigen, niet op het gebruik van alcohol door minderjarigen.
Als flankerend beleid kan artikel 2.48 lid 1 APV Urk 2008 worden aangewend. Dit artikel luidt als volgt: “Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken of gesloten flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, wanneer daarmee wordt beoogd op die openbare plaats alcoholhoudende drank te nuttigen.”
Minderjarigen mogen overigens geen alcoholhoudende dranken in bezit hebben op een openbare plaats. Evenwel wordt de overlast ook doorgaans ervaren door gedrag in openbaar gebied.
Strafrechtelijk is er wel een mogelijkheid omdat in artikel 252 Wetboek van Strafrecht (WvSr) verboden is om alcohol te verkopen of toe te dienen aan iemand die in een kennelijke staat van dronkenschap verkeert. Daarnaast is in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, de orde verstoren dan wel de veiligheid van een ander bedreigen strafbaar en wordt beboet met €370 (in 2017 en exclusief administratiekosten).
Criterium 10. Er is een registratieplicht voor de 18+ contactpersonen/aanspreekpuntenvan het bedrijfspand/jeugdhonk. De contactgegevens van de eigenaar van het bedrijfspand en de jongeren die het jeugdhonk runnen moeten bekend zijn. Tijdens opening van het jeugdhonk moet één van de jongeren die het jeugdhonk runnen aanwezig zijn.
Contactpersonen/aanspreekpunten moeten 18+ zijn en in ieder geval één van degenen die het convenant ondertekend hebben moet tijdens opening van het jeugdhonk als aanspreekpunt aanwezig zijn voor toezichthouders.
Criterium 11. Ten allen tijde moet toegang verleend worden aan toezichthouders
Het uitgangspunt is dat jeugdhonken die bij herhaling overlast geven of de criteria overtreden worden gesloten. Dit betekent dat alle jeugdhonken wekelijks worden bezocht door toezichthouders. Zij controleren of de jeugdhonken voldoen aan de door de gemeente vastgestelde criteria. Voor de uitoefening van hun taak zijn zij door het College aangewezen en beëdigd als onbezoldigd toezichthouder zonder opsporingsbevoegdheid. Op grond van artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht is een toezichthouder bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. Weigering van toezichthouders kan er toe leiden dat het betreffende jeugdhonken voor een maand verzegeld wordt en dus niet meer toegankelijk is.
Toezichthouders die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens de APV gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning/bedrijfspand zonder toestemming van de eigenaar (artikel 6.2 en 6.3 APV Urk 2008). Hiervoor is een last tot binnentreden van de Burgemeester noodzakelijk.
De APV-bevoegdheden hebben onder andere betrekking op verstoring van de openbare orde. Eventueel kan als flankerende maatregel voor de jeugdhonken worden overwogen om de gebiedsaanwijzing alcoholverbod of drugsverbod uit te breiden met de gebieden waar de jeugdhonken zich bevinden.
Toezicht en handhaving van de DHW is sinds 2013 een gemeentelijke taak geworden. Toezicht is geregeld in de artikelen 41 en 42 DHW. Op grond van deze bepalingen zijn de daartoe door de Burgemeester aangewezen toezichthouders bevoegd om zonder toestemming van de bewoner, de woning (lees ook bedrijfspand) te betreden in het kader van toezicht. Dit kan dus zonder last van de Burgemeester. Op grond van het bepaalde in artikel 3 , aanhef onder a van de Regeling zijn de toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet tevens bevoegd om strafrechtelijk op te treden tegen onder meer overtreding van artikel 45 DHW, waarin het aanwezig hebben van alcohol voor personen onder de 18 jaar. De naleving van de DHW in de reguliere horeca en de verenigingen geschiedt door BOA’s van de gemeente NOP die hiertoe als zodanig zijn aangewezen.
De Tabaks- en rookwarenwet wet bepaalt dat het verboden is om tabaksproducten, elektronische sigaretten en navulverpakkingen aan jongeren onder de 18 jaar te verkopen. Het gebruik van die producten in de daarvoor toegestane rookruimtes is echter niet leeftijdsgebonden en ook niet verboden. Tegen het gebruik van rookwaren (anders dan drugs in de zin van de Opiumwet) kan dan ook niet worden opgetreden. Tegen de verkoop van dergelijke waren wel.
De jeugdhonken zijn gevestigd binnen bestaande bedrijfsgebouwen. Gesteld kan dan ook worden dat alleen in de daarvoor toegestane rookruimtes wordt gerookt. Het is maar zeer de vraag of de kantines van de gebouwen kunnen worden aangemerkt als een rookruimte. Als dit niet het geval is, kan door de NVWA worden opgetreden tegen het bedrijf. Het opleggen van een bestuurlijke boete hoort dan tot de mogelijkheden. Een eerste overtreding kost €600. Bij een 2e overtreding wordt een boete van €1200 opgelegd. Deze verdubbeling gaat door tot een maximum van €4500.
Deze sanctiemogelijkheid kan een reden zijn voor de eigenaar van het bedrijf om nadere afspraken te maken met de jeugdigen over het gebruik van het bedrijfsgebouw.
De gemeente is de belangrijkste partij als het gaat om handhaving van wet- en regelgeving. Op verschillende beleidsterreinen zal moeten worden gehandhaafd. Een gerichte jeugdhonkenaanpak vraagt om een integrale benadering van handhaving en toezicht. Niet alleen integraal vanwege de verschillende beleidsterreinen, maar ook integraal in de keuze van het handhavingsinstrumentarium. In de regel zal er bestuursrechtelijk worden opgetreden tegen overtreding van de criteria jeugdhonken. Strafrechtelijke handhaving zal slechts bij hoge uitzondering al dan niet in combinatie met een bestuursmaatregel worden toegepast. Bij de handhaving zijn verschillende stakeholders (zowel intern als extern) betrokken. Deze beleidsregels jeugdhonken zijn dan ook afgestemd met het Handhavingsbeleid Urk 2016-2019 en het Damoclesbeleid.
Criterium 12. Nieuwe en bestaande jeugdhonken mogen niet geopend worden voordat deze criteria als onderdeel van het convenant ondertekend zijn door de eigenaar van het bedrijfspand en de jongeren die het jeugdhonk runnen.
Bijlage 1. Criteria gekoppeld aan wet- en regelgeving
Bijlage 2. Sanctiebeleid / Handhavingsmatrix
Bijlage 3. Uitkomsten enquête bezoekers jeugdhonken
Bijlage 4. Startnotitie Jeugdhonken Urk
Bijlage 1. Criteria gekoppeld aan wet- en regelgeving
Bijlage 2. Sanctiebeleid / Handhavingsmatrix
Als er sprake is van een ernstige schending van openbare orde en veiligheid kan afgeweken worden van het sanctiebeleid en wordt het jeugdhonk per direct gesloten. Als bijvoorbeeld drugshandel/fabricage/teelt wordt geconstateerd door de toezichthouders dan vindt per direct sluiting plaats van het jeugdhonk volgens de handhavingsmatrix van het Damoclesbeleid.
Bijlage 3. Uitkomsten enquête bezoekers jeugdhonken
Een ieder die de enquête ingevuld inleverde maakte kans op een culibon.