Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent omgevingsrecht Besluit Verklaring van geen bedenkingen |
Citeertitel | Besluit Verklaring van geen bedenkingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-07-2014 | 24-08-2019 | nieuwe regeling | 13-05-2014 Gemeenteblad 2014, 2-07-2014 | 42275 |
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De inwerkingtreding van de Wabo heeft onder andere een verandering tot gevolg voor de manier waarop ruimtelijke activiteiten, zoals bouwprojecten, die strijdig zijn met het bestemmingsplan toch mogelijk kunnen worden gemaakt. De instrumenten daartoe in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn vervallen en zijn in de Wabo teruggekeerd onder een andere naam, en op sommige aspecten met andere procedurevoorschriften.
De Wabo kent onder andere de mogelijkheid van “binnenplanse afwijking“ (artikel 2.12, lid 1, sub a onder 1° Wabo) en “buitenplanse afwijking“ (artikel 2.12, lid 1, sub a onder 2° Wabo).
Voor strijdige activiteiten die niet middels de bovengenoemde binnenplanse- of buitenplanse afwijking mogelijk gemaakt kunnen worden, heeft het college de mogelijkheid een afwijking van het bestemmingsplan toe te staan indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en deze gebaseerd is op een “goede ruimtelijke onderbouwing” (artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3° Wabo).
Voor dit afwijkingsbesluit is in principe een “verklaring van geen bedenkingen”(vvgb) vereist van de gemeenteraad (artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor)). Wanneer de raad geen vvgb afgeeft, kan het college de gevraagde omgevingsvergunning niet verlenen en dient deze te worden geweigerd.
Artikel 6.5 Bor geeft in het derde lid de mogelijkheid aan de gemeenteraad tot het aanwijzen van categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, zoor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet,
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend:
Indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
1°. met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking,
2°. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, of
3°. indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Artikel 6.5. Afwijken bestemmingsplan of beheersverordening
Voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, wordt de omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de wet wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, niet verleend dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft, tenzij artikel 3.2, aanhef en onder b, van dit besluit of artikel 3.36 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is.
Besluit “algemene verklaring van geen bedenkingen”
Het vaststellen van een besluit “categorieën van gevallen ex artikel 6.5. Bor” (Besluit “algemene verklaring van geen bedenkingen”) geeft het college in de eerste plaats de mogelijkheid binnen de geldende termijnen te kunnen beslissen op een ingekomen verzoek tot afwijking.
Ten tweede zal het vaststellen van het besluit “algemene verklaring van geen bedenkingen” zorgen voor verminderde regeldruk en voor vermindering van de werkdruk bij de raadscommissie en raad.
Categorieën van gevallen ex artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht
(algemene verklaring van geen bedenkingen).
Een verklaring van geen bedenkingen is niet vereist indien voldaan wordt aan de volgende randvoorwaarden:
De aanvraag om een omgevingsvergunning:
Op gronden gelegen in het grondgebied van de gemeente Breda is, in afwijking van de gegeven bestemming en/of bijbehorende planregel, onder toepassing van artikel 6.5, lid 3 van het Bor een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) niet vereist voor de volgende initiatieven:
A. voorzover gelegen in het stedelijk gebied*
In afwijking van het gestelde onder lid II sub A: voor locaties gelegen in het buitengebied het oprichten van een gebouw specifiek bedoeld voor het bouwen van carnavalswagens met een hoogte van maximaal 10 meter en een oppervlakte van maximaal 500 m² mogelijk te maken, mits voldaan wordt aan de Landschapsinvesteringsregeling Breda.
*voor de meest recente versie zie: www.provincie.nl
B. voor het gehele grondgebied van de gemeente