Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Beleidsregel vermogensvaststelling Participatiewet Werkendam 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vermogensvaststelling Participatiewet Werkendam 2017
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerparchief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Beleidsregels vermogensvaststelling Wet Werk en Bijstand Werkendam 2013, vastgesteld bij collegebesluit van 18-12-2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet;
  2. Algemene wet Bestuursrecht, art. 1.3;
  3. Participatiewet, art. 34

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-201701-09-2017nieuwe regeling

22-08-2017

29-09-2017 Gemeenteblad, Jaargang 2017, Nr. 169387

2017-008985

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vermogensvaststelling Participatiewet Werkendam 2017

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 22 augustus 2017;

Gelet op het feit dat in 2015 de Participatiewet van kracht werd en daarmee een aantal begrippen zijn aangepast; Gelet op de Gemeentewet, artikel 1:3 van de Algemene wet Bestuursrecht en artikel 34 van de Participatiewet;

Gehoord het advies van de cliëntenraad sociale zekerheid van 28 november 2012;

BESLUIT

Vast te stellen, de volgende beleidsregel:

BELEIDSREGEL VERMOGENSVASTSTELLING PARTICIPATIEWET WERKENDAM 2017

Artikel 34 Participatiewet

Artikel 34 van de Participatiewet geeft aan welke bezittingen en middelen tot het vermogen moeten worden gerekend. Ook geeft dit artikel aan hoe de waarde van deze bezittingen en middelen moet worden vastgesteld.

De wet biedt mogelijkheden voor het buiten beschouwing laten van bepaalde vermogensbestanddelen. Het uitgangspunt daarbij is altijd dat het vermogen slechts buiten beschouwing wordt gelaten voor zover dit, gelet op de aard en de hoogte van de uitkering, uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.

Het college heeft dus een bepaalde mate van beleidsvrijheid. In dit kader heeft het college de volgende beleidsregels vastgesteld:

Artikel 1 Vermogensvaststelling

Bij de vermogensvaststelling conform artikel 34 Participatiewet wordt bij aanvang van de bijstandsverstrekking eenmaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) in mindering gebracht op het vastgestelde vermogen. (Dit geldt zowel bij een aanvraag om algemene bijstand als bij een aanvraag om bijzondere bijstand).

De uitkomst hiervan wordt aangemerkt als het vermogen bij aanvang van de uitkering.

Artikel 3 Ingangsdatum

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 september 2017. De beleidsregel ‘Beleidsregel vermogensvaststelling Wwb 2013’ komt met ingang van 1 september 2017 te vervallen.

Werkendam, 22 augustus 2017.

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris, de burgemeester,

A.J.L.G. van Oudheusden Y.C.M.G. de Boer