Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2016 .
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
De datum ondertekening is bij benadering ingevuld.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2017 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 07-02-2017 | . |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;
gelet op artikel 156 van de Gemeentewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van de vorm van maatwerkvoorzieningen en de hoogte van de persoonsgebonden budgetten voor de verschillende maatwerkvoorzieningen;
besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond.
de geldende Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond.
het bruto minimumloon per uur, berekend door het minimumloon als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag plus het percentage van de vakantiebijslag als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, te verhogen met 8,33%, en dat bedrag te delen door zesendertig.
Hoofdstuk 4 Het vermogen om zelfstandig te leven, het hebben van een dagstructuur, deelname aan het maatschappelijk verkeer en het voeren van regie daarover
Artikel 4.1 Persoonsgebonden budget begeleiding individueel
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal € 37,09 per uur indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief, te weten € 29,67, indien de begeleiding wordt verleend door:
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel;
Artikel 4.2 Persoonsgebonden budget begeleiding groep inclusief vervoer
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal € 51,37 per dagdeel indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Artikel 4.3 Persoonsgebonden budget begeleiding groep exclusief vervoer
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt € 45,85 per dagdeel indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Hoofdstuk 5 Ontlasten van mantelzorgers
Artikel 5.1 Persoonsgebonden budget kortdurend verblijf
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal € 104,50 per etmaal indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels.
Hoofdstuk 6 Normale gebruik van de woning
Artikel 6.1 Persoonsgebonden budget woonvoorzieningen
De maximale vergoeding van kosten van onderhoud en keuring, voorrijkosten en 21% BTW van diverse soorten liften genoemd onder lid 3 a t/m d, in woningen en trappenhuizen geplaatst in het kader van de RGSHG, BGSHG, Wvg, Wmo of Wmo 2015 bedraagt:
Maximale toeslagen op bovengenoemde onderhoudstarieven:
Het persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 sub a van de Wet op de Huurtoeslag. De periode waarvoor een vergoeding wordt verstrekt bedraagt maximaal zes maanden. Onder voorwaarden is verlenging van deze termijn met drie maanden mogelijk.
Het persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde woonvoorzieningen, wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de geaccepteerde offerte (conform het programma van eisen) of de tegenwaarde van het bedrag zoals opgenomen in normlijsten met gecontracteerde leveranciers. Indien wordt uitgegaan van een offerte, dan is het persoonsgebonden budget maximaal het bedrag dat zou gelden op grond van de normlijsten woningaanpassingen, voor zover de betreffende woonvoorziening voorkomt op deze lijst.
Het persoonsgebonden budget voor een roerende woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.
Hoofdstuk 7 Verplaatsen in en om de woning
Artikel 7.1 Persoonsgebonden budget rolstoelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel(voorziening) wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.
Hoofdstuk 8 Hebben van contacten en deelname recreatieve, maatschappelijke en religieuze activiteiten
Hoofdstuk 9 Lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 9.1 Persoonsgebonden budget vervoersvoorziening
Voor het gebruik van de (rolstoel)taxi wordt geen forfaitair persoonsgebonden budget verstrekt. Kilometers tot een straal van 20 kilometer vanaf het woonadres worden op declaratiebasis vergoed tot maximaal 2000 kilometer op jaarbasis (met inachtneming van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer).
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde vervoersvoorzieningen, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, reparatie en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.
Hoofdstuk 10 Jaarlijkse waardering mantelzorgers en tegemoetkoming meerkosten