Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) |
Citeertitel | Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2017 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 02-10-2017 Gemeenteblad, 2017, 174642 | Z65514 BW17-03843 |
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst, in haar vergadering van 2 oktober 2017,
I de beleidsregel Onderwijsachterstandenbeleid / Voorschoolse educatie 2016 in te trekken per 2 oktober 2017;
II per 2 oktober 2017 vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE)
Het aanbod van peuterwerk per kind aan kinderen met een indicatie: Voor- en vroegschoolse educatie (VVE-indicatie). De indicatie voor VVE wordt afgegeven doo rhet consultatiebureau. VVE is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar en wordt verzorgd op peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven.
Het verlenen van de subsidie gaat in overleg met cluster Toezicht en Handhaving. Voor het al dan niet verlenen van de subsidie dienen de kwaliteitseisen nageleefd te worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de inspectierapporten van de GGD. Bij twijfel (door geen groen risicoprofiel van de GGD) vindt overleg plaats tussen aanvrager, medewerker handhaving en beleidsmedewerker onderwijs.
Artikel 9 Subsidievaststelling
Bij de aanvraag tot vaststelling legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. Overzicht daadwerkelijk aantal peuters (incl. berekening)
b. Inhoudelijk verslag met daarin:
i. Verrichte gesubsidieerde activiteiten
ii. Stand van zaken met resultaten
iii. Verklaring voor afwijkingen
iv. Voorstellen beleidsmatige en/of praktische bijsturing
c. Financieel verslag en/of jaarrekening
d. Balans van het afgelopen subsidietijdvak (met een toelichting daarop); en
e. Bij subsidies vanaf € 75.000 een controle verklaring (opgesteld door een onafhankelijk accountant.)
Burgemeester en wethouders kunnen deze beleidsregels in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of- ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2017,
de secretaris, de voorzitter,
B. Drewes M. Besselink
Deze beleidsregel kent twee verschillende soorten peuterplaatsen. Een regulier
gesubsidieerde peuterplaats en een Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) peuterplaats.
Reguliere gesubsidieerde peuterplaats
Peuteropvang draagt bij aan de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van kinderen in de leeftijd vanaf twee jaar, totdat zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Voor peuters in de gemeente Bronckhorst waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag is een regulier gesubsidieerde peuterplaats beschikbaar.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Doel van VVE, het vroegtijdig signaleren van kinderen met een (taal)achterstand, zodat zo snel mogelijke (taal)ontwikkeling van deze kinderen kan worden gestimuleerd. Voorschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar en wordt verzorgd op peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven.
Onder een doelgroepkind wordt verstaan een kind met een (dreiging tot)
ontwikkelingsachterstand, waarbij de nadruk wordt gelegd op taalachterstand. De achterstand kan ook betrekking hebben op sociaal-emotionele of psychosociale ontwikkeling.
De (mogelijke) ontwikkelingsachterstand wordt geïndiceerd door de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.
De verwachting is dat kinderen met een VVE indicatie afkomstig zijn van ouders met een lager opleidingsniveau en daarbij behorend lager inkomen. De gemeente Bronckhorst stelt een vergoeding in om de VVE laagdrempelig te houden voor ouders door tegemoet te zien in de kosten van VVE.
De volgende gegevens worden gevraagd tijdens de subsidieaanvraag:
6.1. De maximale vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld op basis van het maximale uurtarief dat is opgenomen in de Kinderopvangtoeslagtabel van Het Rijk.
6.2 Hierdoor betalen ouders geen eigen bijdrage over het derde en/of vierde dagdeel VVE.
6.3 Eigen bijdrage voor een reguliere plaats is inkomensafhankelijk.
Indien ouders minder dan 7 uur per week deelname wensen komen zij
niet in aanmerking voor een gesubsidieerde plaats.
Indien ouders meer dan 7 uur per week deelname wensen komen zij
voor de extra uren niet in aanmerking voor een gesubsidieerde plaats.
Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag komen niet in aanmerking voor een gesubsidieerde reguliere peuterplaats. Vergoeding voor de peuteropvang gaat via de belastingdienst.
Anders is dit wanneer het gaat om een VVE peuterplaats. Hierbij komen ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen wel in aanmerking voor een gemeentelijke subsidie. De eerste 7 uur kennen een bijdrage vanuit de kinderopvangtoeslag. De aanvullende 3 tot 7 uur VVE wordt volledig door de gemeente vergoed. Voor deze uren vragen ouders geen kinderopvangtoeslag aan. Om die reden wordt gevraagd de verklaring VVE te ondertekenen
en kenbaar te maken of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag of niet.
Artikel 8 Tussentijdse verantwoording
8.1 De tussentijdse verantwoording is er voor de gemeente om zicht te houden op de aantallen peuters en het budget beschikbaar voor peuteropvang en VVE.
Artikel 9 Subsidie vaststelling
5. De vaststelling van het subsidiebedrag kan leiden tot een afrekening over het ontvangen voorschot. Dat wil zeggen dat er een (terug)vordering kan plaatsvinden, gebaseerd opdaadwerkelijke aantallen en gebruik van peuterplaatsen over het subsidie jaar.
o Hoeveel peuters geplaatst gebruik maken van een gesubsidieerde
o Hoeveel peuters geplaatst zijn met een VVE indicatie
o Hoeveel peuters geplaatst zijn met een sociaal-medische indicatie
o Hoeveel verwijsadviezen naar een (gespecialiseerde) instantie of het sociaal
o Welke indicaties zijn afgegeven
* Het is hierbij niet noodzakelijk persoonsgegevens te verstrekken.