Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo |
Citeertitel | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 27-09-2017 | 17-495 |
De raad van de gemeente Venlo;
gelezen het voorstel van het college van 29 augustus 2017;
overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, 156, 154 en 229 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo en de daarbij behorende toelichting, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
kabels en/of leidingen: één of meer kabel(s) en/of(buis) leiding(en) als onderdeel van een openbaar (elektronisch communicatie) net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
registratiesysteem: digitaal registratiesysteem wat wordt gebruikt door de gemeente waarin (aanvragen voor) vergunningen, instemmingsbesluiten en (meldingen voor) toestemmingen van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen en alles wat daarmee samenhangt worden verwerkt door of namens de gemeente en/of de grondroerder;
werkzaamheden: handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, inclusief het opbreken en herstellen van de sleufverharding en sleufloze technieken, in, op en/of boven openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding (waaronder houden, onderhouden, exploiteren en verplaatsen) en/of opruiming van kabels en/of leidingen;
werkzaamheden van niet ingrijpende aard: aaneengesloten werkzaamheden, inzake:
aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels en/of leidingen of van (huis)aansluitingen met een gezamenlijke tracélengte tot tien (10) meter en niet vallend onder onderdeel t. van dit artikel, waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst en met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;
Deze verordening is van toepassing op de aanleg, instandhouding en/of het opruimen van kabels en/of leidingen in, op en/of boven openbare gronden door of namens een netbeheerder.
Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden
Artikel 4 Vereisten vergunningen, instemmingsbesluit en toestemming
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een vergunning, instemmingsbesluit of een toestemming als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, bij het college te worden aangevraagd. De aanvraag tot een instemmingsbesluit van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a. van de Telecommunicatiewet.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een of meer andere gedoogplichtigen dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning, ontheffing, toestemming (publiekrechtelijk alsmede privaatrechtelijk) e.d. al dan niet bij een of meer andere bestuursorganen op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan bij de aanvraag c.q. melding op de hoogte. Bovendien dient informatie te worden verstrekt over de afstemming met andere gedoogplichtigen, grondeigenaren en/of beheerders van openbare gronden.
Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel w. van artikel 1, is geen vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf aan het college. Naar aanleiding van de melding zal door het college worden beslist om al of niet toestemming te verlenen voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard.
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel t. van artikel 1, is geen vergunning of instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een digitale melding uiterlijk 24 uur vóór aanvang van de werkzaamheden. Naar aanleiding van de melding zal door het college worden beslist om al of niet toestemming te verlenen voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden.
Als een melding vooraf niet aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van veiligheid of dienstverlening of niet uitvoerbaar is in verband met de bereikbaarheid van de gebiedsbeheerder, moet de melding zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 9.00 uur op de eerste werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college.
Indien voor spoedeisende werkzaamheden c.q. calamiteiten een wegafsluiting noodzakelijk is, worden de hulpdiensten per direct ingelicht door de grondroerder.
Bij een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit, dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden verstrekt:
naam-, (factuur)adres- en woonplaatsgegevens en het telefoonnummer van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de opdrachtgever en de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en het telefoonnummer van de contactpersoon voor de werkzaamheden;
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
een opgave van de objecten (bovengrondse voorzieningen en de afmetingen daarvan,
handholes c.q. distributiepunten, brandkranen etc.) zowel van permanente als tijdelijke aard, die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, verplaatst, gewijzigd en/of verwijderd en de situering daarvan op de tekening;
Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit binnen acht (8) weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a. van de Telecommunicatiewet.
Artikel 7 Voorschriften en beperkingen
Artikel 8 Weigeringsgronden vergunningen, toestemming
Een vergunning of toestemming (uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk) kan worden geweigerd in het belang van:
De netbeheerder draagt er zorg voor dat de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften en beperkingen en de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening en nadere regels worden nageleefd.
Artikel 10 Intrekkings- en wijzigingsgronden
Het college kan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming wijzigen of intrekken, indien:
na het verlenen van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning, instemmingsbesluit of toestemming niet kan worden tegemoet gekomen;
Artikel 11 (Mede)gebruik van voorzieningen
Een grondroerder maakt bij de aanleg, instandhouding, waaronder het verplaatsen van kabels en/of leidingen in, op en boven openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel- en leidingentunnels, indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Een vooroverleg dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag voor vergunning of instemmingsbesluit is er, mede op gericht of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Als uit het tweede lid van dit artikel blijkt dat (mede)gebruik mogelijk is en een netbeheerder een aanbod tegen marktconforme prijs wordt gedaan om (mede)gebruik mogelijk te maken van de vooraangelegde voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is de netbeheerder verplicht om voor de aanleg, instandhouding, waaronder verplaatsing van zijn kabels en/of leidingen hiervan gebruik te maken.
Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé kunnen combineren of doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Artikel 12 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie
Op het nemen van maatregelen, noodzakelijk vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen in, op of boven openbare gronden gelden de volgende bepalingen (tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen):
Hoofdstuk 4 Toezicht- en handhavingsbepalingen
Artikel 18 Toezicht en handhaving
Het college is bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, de werkzaamheden direct stil te leggen in de volgende gevallen:
na het verlenen van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning, instemmingsbesluit of toestemming niet kan worden tegemoet gekomen;
Hoofdstuk 5: overgangs- en slotbepalingen
Artikel 21 Overgangsbepalingen
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in, op of boven openbare gronden, voor zover deze zijn aangevraagd of gemeld en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten, toestemmingen en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Venlo in zijn openbare vergadering van 27 september 2017.
De Griffier, de voorzitter
Nota-toelichting 1 Toelichting Algemene verordening ondergrondse infrastructuren
Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.
Het doel van deze toelichting is om informatie, aanvulling en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), zowel voor gebruik binnen de gemeente als voor de netbeheerders.
De AVOI heeft als doel de regie en coördinatie uniform te regelen met betrekking tot werkzaamheden die nodig zijn voor de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in openbare gronden binnen de gemeentegrenzen. De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij onder andere de (weg)verharding, maar ook bermen en andere groenvoorzieningen worden opgebroken. De AVOI is ook gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte: proactieve regie 1, meer grip en sturing op werkzaamheden, het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; uniforme regels en sanctiemogelijkheden en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte.
Volgens de AVOI wordt iedere aanvraag van elke netbeheerder eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag voor de diverse kabel- en leidingeigenaren (Telecommunicatiewet e.a.) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. Immers, in de praktijk gaat het om dezelfde werkzaamheden. Belangrijk uitgangspunt is dat werkzaamheden alleen in, op of boven openbare gronden mogen worden uitgevoerd na voorafgaand vergunning of instemmingsbesluit van de gemeente. Voor de aanvraag van een vergunning of instemmingsbesluit zijn aan de gemeente leges verschuldigd, aangezien de vergunning en het instemmingsbesluit als een dienst van de gemeente aan de netbeheerder is te beschouwen. Leges kunnen ook worden geheven voor de melding van werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan meldingen in het kader van in en uit gebruik nemen van kabels, niet ingrijpende werkzaamheden en spoedeisende werkzaamheden. Aangezien in bedoelde gevallen in de praktijk ook een dienst door de gemeente wordt geleverd, maar een lichtere procedure geldt, zal dit invloed hebben op de hoogte van de legestarieven. Dit leidt op dit punt tot minder leges voor de netbeheerder.
Via nadere regels (bijvoorbeeld een Handboek kabels en leidingen, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer-, onderhoud- en degeneratiekosten en een Nadeelcompensatieregeling) kunnen aanvullende voorwaarden, eisen en regels voor de werkzaamheden van de netbeheerder door het college worden vastgesteld.
Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen
De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet, de Belemmeringenwet privaatrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene plaatselijke verordening, de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten, de Telecommunicatiewet en uit eventuele contractuele afspraken met netbeheerders. De gemeente is in vele rollen betrokken bij werkzaamheden in de openbare ruimte, onder andere als grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, enzovoorts.
In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en netbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. De gemeente heeft hierin een coördinerende rol voor een goed verloop van het integrale proces met betrekking tot de werkzaamheden van alle netbeheerders. Mede doordat de fysieke ondergrond vol raakt met een groot aantal kabels en leidingen, is goede afstemming van werkzaamheden en belangen noodzakelijk. De coördinerende rol van de gemeente is bijvoorbeeld terug te vinden in de artikelen 4 en 5 van de AVOI.
Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente efficiëntie, harmonisering, uniformering en gelijke behandeling van de uitvoering van werkzaamheden nagestreefd. Het opbreken van de openbare ruimte dient tot zo min mogelijk overlast en schade te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden dient voldaan te worden aan de uniforme (uitvoerings-)eisen die door de gemeente zijn vastgelegd in het Handboek kabels en leidingen. Voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- onderhoud- en degeneratiekosten kan het college tevens nadere regels vaststellen.
Twee regimes voor kabels en leidingen
Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk en werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding en opruiming van overige kabels en leidingen.
Voor de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk bepaalt de Telecommunicatiewet (Tw), dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren, slechts overgaat tot het verrichten van deze werkzaamheden indien het voornemen daartoe digitaal is gemeld aan het college en de aanbieder van het college een instemmingsbesluit heeft verkregen voor de uitvoering van de werkzaamheden (artikel 5.4, eerste lid, van de Tw). De Telecommunicatiewet bepaalt daarbij eveneens dat het college in het instemmingsbesluit bijzondere voorschriften kan opnemen (artikel 5.4, tweede en derde lid, van de Tw) en dat de gemeenteraad met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden bij verordening regels vaststelt (artikel 5.4, vierde lid, van de Tw).
Voor de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van de overige kabels en leidingen ontbreekt een dergelijke vorm van wetgeving. In veel gemeenten wordt de vergunning voor de werkzaamheden verleend op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) dan wel, in toenemende mate, een afzonderlijke kabel- en leidingenverordening.
De gemeente heeft besloten om zowel de instemmingsplicht uit de Tw als de vergunningplicht uit de APV op te nemen in de AVOI. De gemeente voldoet hiermee aan de eis uit de Tw om een Telecommunicatieverordening op te stellen en de gemeentelijke wens om uniformering te realiseren in het kabel- en leidingbeleid van de gemeente met betrekking tot alle netbeheerders (telecom en nuts).
Publiekrechtelijke vergunning of instemmingsbesluit en privaatrechtelijke toestemming
De vergunning, het instemmingsbesluit en de toestemming voor een melding voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhoudingen opruiming van kabels en leidingen is publiekrechtelijk van aard. Dat wil zeggen dat de verkrijger van de vergunning, het instemmings-besluit of de toestemming voor een melding het recht krijgt om (tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden) de openbare orde te mogen verstoren, dit om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
Echter, de gemeente verleent bij het verstrekken van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming zowel een publiekrechtelijke beschikking als privaatrechtelijke toestemming tenzij de gemeente andere belangen wil behartigen dan die welke in het kader van de vergunning-, instemmingsbesluit- en toestemmingsverlening zijn toegestaan. In het laatste geval zal een afzonderlijke privaatrechtelijke toestemming worden afgegeven.
De verkrijger van de vergunning,het instemmingsbesluit of de toestemming voor een melding dient in die gevallen eveneens een privaatrechtelijke toestemming te verkrijgen van de eigenaar van de openbare gronden. Indien de gemeente eigenaar van de gronden is, dan kan de gemeente tegelijkertijd met de vergunning,het instemmingsbesluit of de toestemming voor een melding eveneens een privaatrechtelijke toestemming geven aan de vergunningsverkrijger, instemmingsbesluitverkrijger of toestemming-verkrijger, zodat deze kan overgaan tot de uitvoering van de werkzaamheden. Als een derde eigenaar van de grond is, ligt dat anders. Het college kan in dat geval de aanvrager erop wijzen dat hij niet eerder met de werkzaamheden kan aanvangen alvorens hij ook privaatrechtelijke toestemming heeft verkregen van deze derde.
Hoofdstuk 1: algemene bepalingen
De bewoners (omwonenden), bedrijfsmatige gebruikers, bewoners en gebruikers van (zorg)instellingen en scholen van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen.
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van werkzaamheden onder andere bij een gesloten sneeuwdek en/of vorst in de grond of tijdens bijvoorbeeld (Duitse) feest- of gedenkdagen, evenementen of beperking van overlast voor winkeliers. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de AVOI af te handelen en te handhaven, waarbij deze voor wat betreft de uitvoering naar wens en behoefte uit praktische overweging gemandateerd kunnen worden aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren.
Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in, op en boven hun gronden. De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige ziet in deze verordening ook op de gemeente indien zij gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan publiekrechtelijke vergunning of privaatrechtelijke overeenkomst. Het begrip gedoogplichtige slaat ook op andere partijen dan de gemeente die krachtens de wet gedoogplichtig zijn.
De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de werkzaamheden verricht of laat verrichten. Dit zal vaak een aannemer of installateur zijn, maar het kan ook een interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoert. Als een grondroerder namens een netbeheerder optreedt, wordt nu expliciet naar een machtiging gevraagd, dit ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid. Ook kan de grondroerder een partij zijn die op eigen naam en voor eigen rekening en risico netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk of netwerkcapaciteit daarna verhuurt of verkoopt. De grondroerder is verplicht om een melding van de voorgenomen werkzaamheden te verzorgen richting het college en eventuele overige betrokken partijen. De grondroerder dient over een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming te beschikken vóór aanvang van de werkzaamheden.
(Huis)aansluitingen worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van diverse algemene regels van de AVOI. Daarvoor is een lichter formeel regime van toepassing waarvoor nadere kaders zijn gesteld.
Voorgenomen werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk moeten vooraf digitaal gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:
Voor de werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend. De gemeente hanteert een doorlooptijd van acht weken voor het geven van een besluit op aanvragen voor reguliere werkzaamheden.
Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit noodzakelijk maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf. Na melding en verkregen toestemming kan binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.
Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat digitaal melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden voor toestemming.
Echter, indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden (niet ingrijpende- en spoedeisende werkzaamheden) toch omvangrijk zijn geweest, niet spoedeisend zijn geweest en daarom instemmingsplichtig zijn, dient alsnog een instemmingsbesluit te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan de gemeente alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.
Verzamelbegrip; Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een openbaar netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, voorzieningen/ distributie- en/of mutatiepunten (handholes, afsluiters, brandkranen, lassen etc.) en andere hulpmiddelen, behalve voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een aannemer, Ook omvattende: lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers) en beschermingswerken. Voorbeelden van kabels en/of leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen, waterleidingen en leidingen ten behoeve van stadsverwarming (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Met lege buizen worden bedoeld de werken die worden aangelegd met het oogmerk deel uit te gaan maken van een netwerk en ook buizen die worden aangelegd als een voorziening voor medegebruik.
Dit begrip is relevant vanwege het nagestreefde stimuleren van het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen). Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat (aansluitend bij de Telecommunicatiewet) de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn.
Het begrip netbeheerder wordt gehanteerd als uniforme term voor de beheerders van de netten voor de levering van water en energie en tevens de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken. Het komt voor dat de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van grondroerder op zich neemt. In aansluiting bij de recente wet- en regelgeving op het gebied van graafrechten wordt de netbeheerder meer dan voorheen medeverantwoordelijk gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen met betrekking tot werkzaamheden.
De definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet). In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.
Hiertoe worden, conform het in de begripsbepalingen genoemde wetsartikel, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).
Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat
dit werk, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit, redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.
Voorgenomen werkzaamheden inzake overige kabels en/of leidingen (uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk) moeten vooraf (digitaal) gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:
• werkzaamheden van niet ingrijpende aard;
• spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.
Voor de reguliere werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een vergunning is verleend. De gemeente hanteert in het algemeen een doorlooptijd van acht weken voor aanvragen voor reguliere werkzaamheden.
Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen vergunning noodzakelijk maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf. Na melding en verkregen toestemming kan in het algemeen binnen een termijn van drie werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.
Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zo zijn dat melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden voor toestemming.
Echter, indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden (niet ingrijpende- en spoedeisende werkzaamheden) toch omvangrijk zijn geweest, niet spoedeisend zijn geweest en daarom vergunningsplichtig zijn, dient er achteraf alsnog een vergunning aangevraagd te worden.
(Graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding van de
kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden, onderhouden en exploiteren van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden. Ook het enkel hebben en houden van de kabels en/of leidingen, zonder dat daaraan werkzaamheden worden verricht, geldt als instandhouding. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 12 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet. De regels van de AVOI hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De AVOI ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals dat van mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door de gemeente gestimuleerd worden.
Werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet.
De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.
Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WION, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.
Aansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de AVOI. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, te denken valt daarbij aan werkzaamheden die slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld.
Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectie- doeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijk kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.
Behoeven geen nadere toelichting.
Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen voor werkzaamheden aan kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. De AVOI geldt voor netbeheerders en hun eventuele rechtsopvolger(s). Eventuele bepalingen in de AVOI, zoals artikel 14 en 16 van de AVOI, gelden niet voor deze kabels indien en voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet. Vooralsnog is er geen vergelijkbare wettelijke regeling voor andere kabels en leidingen, zoals elektriciteitskabels en waterleidingen. Regels en afspraken met betrekking tot deze netbeheerders werden steeds opgenomen in de APV of privaatrechtelijke overeenkomsten. Met deze verordening wordt voorzien in, zoveel mogelijk uniforme, regelgeving voor alle netbeheerders die binnen de gemeente werken.
Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt begrepen het hebben, houden, onderhouden en exploiteren van kabels en/of leidingen en het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 12 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet.
Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitwerking en uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels kunnen worden opgenomen in onder meer een Nadeelcompensatieregeling, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer-, onderhoud- en degeneratiekosten en Handboek kabels en leidingen. In bijvoorbeeld het Handboek kabels en leidingen kunnen technische en procedurele voorwaarden worden opgenomen in verband met onder andere:
Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van werkzaamheden
Artikel 4 Vereisten vergunning, instemmingsbesluit en toestemming
Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men
beschikt over een vergunning of instemmingsbesluit (dit geldt niet voor bovengrondse controlewerkzaamheden in of aan bovengrondse voorzieningen). De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van het college is vereist, is opgenomen in de AVOI en is van toepassing op de werkzaamheden van netbeheerders van openbare elektronische communicatienetwerken. Het vergunningsvereiste in de AVOI is in lijn met de verplichting uit de Telecommunicatiewet en de vergunning of de toestemming die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag respectievelijk melding van de voorgenomen werkzaamheden bij het college moet worden gedaan. Dat kan bij het college of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.
In dit artikel wordt voor de vergunnings- en instemmingsbesluitprocedure en de toestemmingsprocedure onderscheid gemaakt tussen reguliere werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en/of leidingen tot 25 meter gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen, watergangen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, digitaal melden vooraf onmogelijk is.
In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen dan de gemeente. Omdat de gemeente een coördinerende rol heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of het Waterschap.
Als de aanvrager daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen, ontheffingen, toestemmingen etc..
De uitzonderingsbepaling voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door de gemeenteraad op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangegeven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden uitgevoerd mogen worden zonder voorafgaande vergunning of instemmingsbesluit.
Voorbeelden van dergelijke gebieden die op de kaart kunnen staan zijn:
In bovenstaande gevallen is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na het vaststellen van de AVOI.
Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern zoveel mogelijk na te leven.
Artikel 5 Gegevensverstrekking
In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Zo dienen in het geval dat een netbeheerder opdracht geeft om de werkzaamheden te laten verrichten en daartoe een externe uitvoerder machtigt, behalve de gegevens van de externe partij ook die van de netbeheerder te worden verstrekt.
De aanvraag moet digitaal gebeuren door middel van het door het college gehanteerde registratiesysteem. Voor aanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden behoeft slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt te worden. Voor reguliere aanvragen dienen meer gegevens verstrekt te worden.
Het college kan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:5 lid 1 Awb.
Bij de aard van de kabels en/of leidingen gaat het erom of het openbare of niet-openbare kabels en/of leidingen betreft.
Het waarborgen van de blijvende bereikbaarheid van de kabels en/of leidingen kan bijvoorbeeld worden aangetoond door een opgave van de doorsnede van de kabel- en/of leidingsleuf of- goot waarin het ruimtebeslag van de aanwezige en de aan te brengen kabels en/of leidingen gezamenlijk is aangegeven. Indien de aanleg van kabels en/of leidingen (mogelijk) hinderlijke ligging teweeg zal brengen moet aan de gemeente overlegd worden wat de uitkomst is van overleg met andere netbeheerders en welke afspraken inzake de hinderlijke ligging er zijn gemaakt tussen netbeheerders. Indien het beoogde tracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen dient een alternatief tracé te worden gekozen.
Op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) is er een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, grondroerders en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. Van de netbeheerders wordt verwacht dat zij hun kabels en/of leidingen zodanig registreren dat steeds inzicht daarin kan worden verkregen door de gemeente.
Er is samenhang tussen de WION en de AVOI van de gemeente. De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over werkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning of een instemmingsbesluit.
De beslistermijn (voor reguliere aanvragen) van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Telecommunicatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van de Telecom-municatiewet en Awb deelt het college, indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moet het college zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.
De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking (in het kader van deze AVOI wordt hiermee de vergunning, het instemmingsbesluit of de goedgekeurde melding bedoeld) als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb). Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht in de AVOI niet van toepassing verklaard.
Artikel 7 Voorschriften en beperkingen
Op grond van de AVOI geldt een aantal verplichtingen voor degenen die werkzaamheden gaan verrichten. Daarnaast kan het college aan de vergunning of het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften verbinden. In de verordening is geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen.
De belangen, het handhaven van de openbare orde en het waarborgen van de veiligheid, spreken voor zich. Het college kan ook voorschriften stellen ter beperking of voorkoming van overlast. Indien er meerdere voornemens worden gemeld, kan het college besluiten deze werkzaamheden qua tijdstip op elkaar af te stemmen om hiermee de overlast te beperken. Ook kunnen zij indien bekend is dat er andere werkzaamheden dan de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van elektronische communicatiekabels zullen plaatsvinden, deze werkzaamheden op elkaar afstemmen, dan wel het voorschrift stellen dat er onderling overleg plaatsvindt. In geval van (grootschalige) werkzaamheden kan gedacht worden aan het stellen van voorschriften met betrekking tot het bereikbaar houden van de desbetreffende en omringende gronden. Ook de doorstroming van het verkeer en het openhouden van een verkeersweg voor ambulance, politie of brandweer kunnen bij het stellen van deze voorschriften een rol spelen.
Verder wordt het belang van de ondergrondse ordening genoemd. Op deze wijze kan worden voorkomen dat de ondergrond onnodig vol raakt. Voorts kan bij ondergrondse ordening gedacht worden aan bescherming van reeds in de grond aanwezige werken, zoals werken ten behoeve van de riolering en het transport of de levering van gas, water en elektriciteit, of aan de bescherming van andere in de grond aanwezige zaken zoals objecten van archeologische waarde.
Bescherming van deze werken betekent onder meer het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken. Voorts kan dit (indirect) met zich meebrengen dat deze werken zo min mogelijk worden gehinderd in hun ligging.
Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.
Met betrekking tot de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten behoeve van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk is een aantal voorschriften en beperkingen geregeld in de Telecommunicatiewet. Echter, alle grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen als zij werkzaamheden gaan verrichten zoals bedoeld in de AVOI. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit of de vergunning aanvullende voorschriften of beperkingen verbinden. Omwille van de uniformiteit is in de verordening geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften en beperkingen dit zijn.
De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.
Dit artikel benadrukt dat belanghebbenden van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebruikers worden geïnformeerd. Hieronder vallen o.a. winkeliers en gebruikers van kantoorpanden, (zorg)instellingen en scholen die als bewoners behandeld moeten worden.
De wijze van uitvoering bij de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde nadere regels zoals bedoeld in artikel 3.
De grondroerder moet eventuele verhardingen en groenvoorziening terugbrengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hiervoor zelf zorg te dragen.
Als burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven zelf zorg te dragen voor het in de oude staat terugbrengen van verhardingen en groenvoorzieningen dient de netbeheerder de marktconforme kosten daarvan aan de gemeente te vergoeden.
Artikel 8 Weigeringsgronden vergunning, toestemming
Dit artikel somt de weigeringsgronden voor het verlenen van de vergunning en toestemming (uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk) op.
De vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming zijn belangrijke rechtspersonen. Zij zijn degenen die ervoor moeten zorgen dat de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften (en de algemene voorschriften) en beperkingen en de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening worden nageleefd. Doorgaans zal het om een rechtspersoon gaan die de zeggenschap heeft over de infrastructuur. Uiteraard handelt die rechtspersoon niet zelf doch laat ze zich door natuurlijke personen vertegenwoordigen. Indien bijvoorbeeld een medewerker van een telecommunicatiebedrijf werkzaamheden verricht, doet hij dat namens de rechtspersoon. Bij geschillen wordt dan ook niet de medewerker, maar de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming aangesproken. Indien een voorschrift van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming wordt overtreden, kan naast de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming ook de feitelijke overtreder aangesproken worden. Wie als overtreder kan worden aangemerkt is afhankelijk van de omschrijving van de geschonden norm. Artikel 9 richt zich specifiek tot de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming.
Artikel 10 Intrekkings- en wijzigingsgronden
Dit artikel bevat de gronden waarop een vergunning, een instemmingsbesluit of een toestemming ingetrokken of gewijzigd kan worden. Bij een wijziging in omstandigheden moet men denken aan zeldzame, onverwachte en ingrijpende zaken. Dit zal dus nauwelijks voorkomen.
Artikel 11 (Mede)gebruik van voorzieningen
Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige gebruik moet maken van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond of overige voorzieningen in de openbare ruimte.
Het college kan (die bevoegdheid wordt in de Telecommunicatiewet gegeven) bevorderen dat voorzieningen mede gebruikt worden (op grond van artikel 5.4, vierde lid 4, onder d, van de Tw, bevat de verordening regels met betrekking tot het bevorderen van het medegebruik). Voor het onderzoeken van het medegebruik kan degene die voornemens is werkzaamheden uit te voeren gebruik maken van reeds aanwezige informatie bij de gemeente. Indien het voornemen tot werkzaamheden voldoende uitgewerkt is – bekend is bijvoorbeeld langs welk tracé de kabels zullen lopen – dan kan de gemeente naar degene die over de voorziening beschikt door verwijzen of indien de gemeente zelf degene is die de voorziening ter beschikking kan stellen daarover in gesprek gaan.
Parallel aan het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen voor wat betreft de kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk, geldt dit artikel ook voor wat betreft de overige kabels en leidingen.
Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Artikel 12 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie
Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels conform artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet van toepassing.
Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen die bijvoorbeeld ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van water- of energievoorzieningen in, op of boven openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s). Een netbeheerder is verplicht maatregelen, waaronder het verplaatsen, te nemen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzakelijkheid moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden berekend aan de hand van de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen.
Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van de gemeente zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden dienen te worden. Dat is een van de redenen waarom op initiatief van de gemeente proactieve regie wordt gevoerd. Hierbij worden de plannen van de gemeente én van de netbeheerders vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.
Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Bijvoorbeeld ten behoeve van overlastbeperking, tijdens door de gemeente vergunde evenementen, tijdens (Duitse) feest- of gedenkdagen of als er naar het oordeel van de gemeente sprake is van extreme weersomstandigheden zoals een gesloten sneeuw-dek en/of vorst in de grond. Een afweging die gemaakt wordt is de kans op overlast of schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt.
Het breekverbod ten gevolge van extreme weersomstandigheden wordt op de dag dat het breekverbod ingaat, tijdig gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. Het beëindigen van het breekverbod wordt ook tijdig meegedeeld aan de betrokken grondroerders.
Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot (volledige) stillegging van het werk.
Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen. De geldigheidsduur van het instemmingsbesluit of de vergunning wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.
Artikel 14 Eigendom e.a. van kabels en/of leidingen
Het zakelijk karakter van de verkregen vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming is gewenst, opdat de nieuwe netbeheerder die gebruik maakt van de kabel en/of leiding de betreffende graafrechten heeft en tevens gehouden is aan de geldende voorschriften.
Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. De wettelijke bepalingen zijn van toepassing op het eigendom van netwerken in grond van anderen.
Artikel 15 Niet-openbare kabels en/of leidingen
Met niet-openbare kabels en/of leidingen worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezelverbinding tussen twee bankgebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de bankinstelling zelf. De gemeente gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. De gemeente kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die niet-openbare kabels en/of leidingen wensen aan te leggen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat in het algemeen geen toestemming wordt verleend voor de aanleg van niet-openbare kabels en/of leidingen van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, dienen bij voorkeur gebruik te maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.
Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare kabels en/of leidingen daar moet worden gelezen niet-openbare kabels en/of leidingen. Dat betekent echter niet dat de gemeente daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.
Wettelijk is voor wat betreft openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels ten aanzien van kabels (en bijbehorende voorzieningen) voor wat betreft de duur van de gedoogplicht. Het is van groot belang om inzichtelijk te hebben of kabels en/of leidingen nog deel uitmaken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.
Op basis van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is de netbeheerder verplicht kabels en/of leidingen te registreren.
Netbeheerders zijn verplicht het college te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van het college moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.
Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden.
Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (lange termijn) overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van de gemeente. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.
Hoofdstuk 4: Toezicht- en handhavingsbepalingen
Artikel 18 Toezicht en handhaving
De gemeente is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit en de vergunning. Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI. Als één of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften bij of krachtens deze AVOI behoudt het college zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de haar toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.
Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.
Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan. Bijvoorbeeld bij overtreding van het breekverbod.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 21 Overgangsbepalingen
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Op initiatief van de gemeente wordt proactieve regie gevoerd. Dit heeft als doel om de overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte te minimaliseren. Het voeren van proactieve regie in de ondergrond bevordert de graafrust en bespaart kosten, een win-win situatie.
Rode draad van proactieve regie is informatie-uitwisseling tussen alle belanghebbenden. Partijen (gemeenten, netbeheerders en uitvoerende partijen) betrekken elkaar vroegtijdig en in de juiste fase bij projecten. De plannen van de gemeente én van de netbeheerders worden vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.