Organisatie | Veendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Veendam |
Citeertitel | Financiële verordening Veendam 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Nieuwe regeling | 16-12-2013 Elektronisch Gemeenteblad, 31 december 2013 | 2013R0146 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. donderdag 31 oktober 2013
gelet op artikel 212 Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Veendam
In deze verordening wordt verstaan onder:
1) administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Veendam en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
2) programma: het geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.
De gemeenteraad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij het opstellen van de begroting wordt een overzicht opgenomen van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 4. Kaders ontwerp begroting
Het college van B&W biedt in mei van ieder jaar aan de gemeenteraad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Deze nota maakt onderdeel uit van de Voorjaarsnota. De gemeenteraad stelt deze nota uiterlijk 15 juli daaropvolgend vast.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft de gemeenteraad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college van B&W voorziet dat een geautoriseerd programma-budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college van B&W in zo mogelijk de eerstvolgende raadsvergadering of bij de eerstvolgende tussenrapportage aan de gemeenteraad gemeld. Het college van B&W voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Het college van B&W informeert in ieder geval vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit, nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen te uiten, voor:
a) Investeringen groter dan € 1.000.000
b) Aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 500.000;
c) Het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 250.000; met uitzondering van leningen die op grond van de wettelijke regelgeving kunnen worden verstrekt;
d) Het aangaan van leningen groter dan € 1.000.000
e) Het toekennen van subsidies groter dan € 25.000; met uitzondering van subsidies die op grond van wettelijke regelingen kunnen worden verstrekt;
f) Het college van B&W informeert vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W brengen indien het college van B&W nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijks lasten groter zijn dan € 500.000.
Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa
1.Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota activabeleid aan. De gemeenteraad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval:
Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen
1.Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaar- en oninbaarheid.
Artikel 10. Reserves en voorzieningen
1.Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota reserves en voorzieningen aan. De gemeenteraad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval :
Artikel 11. Kostprijsberekening
1.Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt via de kostenverdeelstaat (KVS) een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Artikel 13. Financieringsfunctie
1.Het college van B&W biedt de gemeenteraad een treasurystatuut aan. De gemeenteraad stelt deze vast.
1.Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota grondbeleid aan. De gemeenteraad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval :
a) De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente
b) De te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten
c) De voorraadverwerving en uitgifte van gronden
d) De uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpacht-vergoedingen
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a) Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;
b) Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, verplichtingen en rechten;
c) Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
d) Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;
e) Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
f) De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Het college van B&W zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college van B&W maatregelen tot herstel.
Artikel 17. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college van B&W zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Artikel 18. Financiële organisatie
Het college van B&W zorgt voor en legt vast, middels de werkorganisatie van de gemeente Veendam en Pekela, de Kompanjie:
a) Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken;
b) Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c) De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
d) De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e) De kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.
Toelichting op de verordening artikel 212 van de gemeentewet gemeente Veendam
Bijgaand treft u de herziene verordening inzake artikel 212 van de gemeentewet, kortweg 212 Gw, aan. In dit artikel is vastgelegd dat de raad een verordening vaststelt waarin het financieel beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie, is geregeld.
Bij het opstellen van de voorliggende verordening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
• De verordening dient te voldoen aan de wettelijke vereisten maar niet meer dan dat;
• De verordening moet aansluiten bij de huidige praktijk;
• De verordening moet compact, kort en begrijpelijk zijn;
Om tot een nieuwe verordening te komen die voldoet aan de vereisten en aansluit bij de huidige praktijk is gekeken naar de meest recente VNG modelverordening, zijn er gesprekken gevoerd met betrokkenen en is er een inventarisatie gedaan van vastgestelde verordeningen bij andere gemeenten. Bij deze inventarisatie is onder andere gekeken naar de grootte van de gemeente, de compactheid van de verordening en de actualiteit.
Bovenstaande werkwijze heeft geleid tot de voorliggende herziene verordening.
De nieuwe verordening is ingekort en bevat minder artikelen. Ze is meer toegespitst op de actualiteit en de opgedane ervaringen uit de afgelopen jaren.
• Er zijn verwijzigen opgenomen voor (beleids)regels die elders zijn vastgelegd zoals bijvoorbeeld het treasurystatuut en de nota activabeleid;
• Op het gebied van verantwoording en tussenrapportages is de verordening aangepast aan
• Bepalingen die wettelijk zijn geregeld in, bijvoorbeeld, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn weggelaten.
Met de in de voorliggende verordening voorgestelde wijzigingen wordt recht gedaan aan de controlerende taak van de raad en meer invulling gegeven aan de wens om de financiële functie pragmatischer, transparanter toe te passen.
Artikel 1 Inleidende bepalingen
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de gemeentewet, de Wet Fido (Financiering decentrale overheden), het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en het besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.
De indeling van de programma’s wordt door de raad vastgesteld. De jaarrekening dient vervolgens conform dezelfde indeling te worden opgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.
Artikel 3 Inrichting en begroting jaarstukken
De bepalingen in het BBV voor de inrichting van de begroting en de jaarstukken zijn hier nader uitgewerkt. In artikel 3 is in aanvulling op het BBV de bepaling opgenomen over het opnemen van de stand van de investeringskredieten.
Artikel 4 Kaders ontwerpbegroting
Dit artikel bepaalt dat de raad vooraf aan het opstellen van de begroting kaders vaststelt waarin zowel de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor het komende begrotingsjaar zijn aangegeven. Deze kaders geven richting aan het college voor het opstellen van de ontwerpbegroting en de meerjarenraming.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Dit artikel bevat nadere regels voor de autorisatie van de begroting en investeringskredieten.
Behalve de autorisatie van baten en lasten op programmaniveau is in dit artikel ook de autorisatie van investeringskredieten geregeld. Voor de autorisatie van investeringskredieten is er voor gekozen om deze bij de begrotingsbehandeling mee te nemen. De raad kan bij afzonderlijk besluit aangeven bij welke (politiek) belangrijke investeringen zij vooraf geïnformeerd wil worden (zie lid 2).
Verder wordt in dit artikel bepaald dat in de beschreven gevallen een begrotingswijziging door de raad moet worden vastgesteld. Hierbij moet worden gedacht aan:
• Over- en onderschrijdingen van geautoriseerde budgetten en investeringskredieten
• Investeringen die niet in de begroting zijn opgenomen
Artikel 6 Tussentijdse rapportages
Op basis van tussenrapportages wordt de raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en de voortgang van de uitvoering van beleid. Er is gekozen voor twee tussentijdse rapportages. Een voorjaarsnota (over de eerste 4 maanden) en een najaarsnota (over de eerste 8 maanden). Voor de duidelijkheid zij vermeld dat het bij deze rapportages gaat om rapportage van afwijkingen t.o.v. de lopende begroting. Deze afwijkingen kunnen zowel financieel als beleidsmatig van aard zijn.
In dit artikel is vastgelegd wanneer het college de raad in de gelegenheid stelt om wensen en bedenkingen te uiten alvorens het college een besluit neemt. Deze bepaling is opgenomen om transparantie te waarborgen. Voor de goede orde; Het gaat hier om zaken die in de begroting weliswaar zijn geregeld maar waarvan de financiële uitwerking dusdanig is dat de raad in de gelegenheid wordt gesteld wensen en bedenkingen te uiten of aanvullende informatie te vragen.
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
In dit artikel is de verwijzing gemaakt naar de nota activabeleid.
In de verordening is opgenomen wat in ieder geval in deze nota dient te worden geregeld.
Artikel 9 Voorziening oninbare vorderingen
Hier is geregeld dat er een beoordeling plaatsvindt op de diverse vorderingen en, indien noodzakelijk, ten laste van de rekening een voorziening wordt gevormd.
Artikel 10 Reserves en voorzieningen
In de verordening is een verwijzing opgenomen naar de nota reserves en voorzieningen en is aangegeven wat in ieder geval in deze nota moet worden geregeld. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening conform artikel 54 en 55 van de BBV een toelichting gegeven op de reserves en voorzieningen
Artikel 11 Kostprijsberekening
In artikel 212 van de gemeentewet is de verplichting opgenomen om de grondslagen voor de in rekening te brengen bedragen voor tarieven en rechten, op te nemen.
In dit artikel wordt aangegeven dat voor een verdeelsystematiek conform een kostenverdeelstaat
is gekozen waarbij directe- en indirecte kosten volgens een bepaalde verdeelsleutel aan de diverse (beleids)producten wordt toegerekend.
Artikel 12 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad.
Dit artikel bepaalt dat de raad deze tarieven jaarlijks vaststelt.
Hierbij zij vermeld dat het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken die niet onder artikel 229 van de Gemeentewet vallen, onder de bevoegdheid van het college vallen. In die gevallen betreft het een privaatrechtelijk besluit.
Artikel 13 Financieringsfunctie
Nadere regels voor financiering e.d. zijn opgenomen in een afzonderlijk treasurystatuut. In de verordening wordt hiernaar verwezen.
In de Notitie grondexploitatie 2012 heeft de commissie BBV aangaande het grondbeleid een aantal stellige uitspraken opgenomen. Stellige uitspraken van de BBV dienen te worden gevolgd en hebben daardoor de status van wetgeving. De gemeente kan kiezen voor een andere lijn, die ook ‘BBV proof’ is, maar dient dit dan expliciet te motiveren en kenbaar te maken bij de begroting en de rekening.
Onder artikel 15 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen.
De accountant controleert jaarlijks de rekening op getrouwheid en rechtmatigheid. In dit artikel draagt de raad het college op maatregelen te treffen op basis waarvan de gemeente zelf toetst of de cijfers in de rekening een getrouw beeld geven en de financiële mutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen.
Artikel 17 Misbruik en oneigenlijk gebruik
In dit artikel geeft het college aan maatregelen te treffen om misbruik en oneigenlijk van gemeentelijke regelingen en eigendommen te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld een nota interne controle zijn waarin jaarlijks een aantal bedrijfsprocessen worden getoetst. Ook zijn in de diverse verordeningen (zoals bijvoorbeeld de subsidieverordening) artikelen opgenomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen.
Artikel 18 Financiële organisatie
In artikel 18 staan de uitgangspunten voor de financiële organisatie vastgelegd.
In de Gemeentewet (artikel 160) is het college bevoegd regels vast te stellen voor de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het college wordt in dit artikel opgedragen de regels die de financiële organisatie betreffen, vast te leggen in besluiten.
Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 212 gemeentewet ingestelde verordening. Er is gekozen voor een inwerkingtreding per 1 januari 2014 omdat dan de overgang het meest geruisloos kan verlopen. De jaarstukken 2013 dienen te worden opgesteld conform de oude verordening. Voor de alle overige documenten geldt dat ze vallen ze binnen de werkingsfeer van deze nieuwe verordening.