Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veendam

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-01-201501-01-201510-03-2020Nieuwe regeling

15-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 13 januari 2015

2014R0087

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015

De raad van de gemeente Veendam, in vergadering bijeen op 15 december 2014,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2014;

 

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

gezien het advies van de commissie BEM, in vergadering bijeen op 25 november 2014;

 

B e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Van de vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel rechtsreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als commissielid een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet ontvangt.

  • 4.

    De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid bij verordening een hogere vergoeding vaststellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De afwijking is maximaal een nader vast te stellen percentage van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Aan raadsleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    Aan commissieleden worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 3.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 4.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 6.

    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 4.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslist de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

Artikel 7 Tablet en internetverbinding

  • 1.

    Raads- of commissieleden aan wie een tablet, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Elke fractie die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad, wordt ten behoeve van benoemde commissieleden, niet zijnde raadsleden, maximaal twee tablets in bruikleen ter beschikking gesteld. De fractievoorzitter van de desbetreffende fractie ondertekent hiervoor een bruikleenovereenkomst namens de fractie met de gemeente.

Artikel 8 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1.

    Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

  • 3.

    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 10 Zakelijke reiskosten

  • 1.

    Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 11 Dienstauto

Deze voorziening wordt aan wethouders niet geboden.

Artikel 12 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 13 Tablet

De wethouders aan wie een tablet, bijbehorende apparatuur en software inbruikleen ter beschikking wordt gesteld voor de uitoefening van het ambt, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 14 Communicatieapparatuur

De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld voor de uitoefening van het ambt, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 15 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt hebben ten

laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie

wethouders, en

b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in

artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 16 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeldin artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeldin artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 17 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond vanhet Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijksof in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regelingrechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 18 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeven van het vergoeden van kosten zorgen voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4.

    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 19 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling c.q. de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Artikel 20 Gebruik creditcard

  • 1.

    Er is een gemeentelijke creditcard in bezit en beheer van de gemeentesecretaris voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen.

  • 2.

    De vergoeding van reis- en verblijfkosten in het buitenland kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 3.

    Verantwoording van de betaling met de creditcard vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier, volledig in te vullen en te ondertekenen door de wethouder voor wie de kosten zijn gemaakt. Het formulier wordt binnen één maand na afloop van de kalendermaand van inhouding door de creditcardmaatschappij ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris.

  • 4.

    Niet tijdige inlevering van het formulier heeft, tenzij sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de wethouder komen.

  • 5.

    Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld ingeleverd.

  • 6.

    Verlies of diefstal van de creditcard wordt onverwijld gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt voor rekening van de gemeente, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2014wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- encommissieleden gemeente Veendam 2015.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 15 december 2014.

 

De raad voornoemd,

 

Voorzitter, Griffier,

 

S.B. Swierstra R. Brekveld

 

BIJLAGE 1

a.De commissie voor bezwaarschriften en klachten

- Vaste vergoeding voor elk lid en plaatsvervangend lid van € 330 per jaar.

- Een vergoeding per bijgewoonde vergadering van € 140 bruto voor deleden en van € 180 bruto voor de voorzitter.

b.De Monumentencommissie

- Vergoeding van € 92 per uur voor het bijwonen van vergaderingen in eigen uren.

 

BIJLAGE 2 Toelichting Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Veendam 2015

Artikel 2 Nieuw in dit artikel is dat de gemeenteraad kan besluiten dat een deel van de raadsvergoeding wordt uitbetaald als presentiegeld. Dat deel mag maximaal 20% van de raadsvergoeding zijn. Raadsleden die een WAO-uitkering ontvangen, kunnen verzoeken hun raadsvergoeding te verlagen (artikel 12, lid 3, Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden). Daardoor kan het nadeel van indeling in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse worden voorkomen. Raadsleden die een WW- of een BWOO uitkering ontvangen kunnen verzoeken hun raadsvergoeding te verhogen als de korting als gevolg van hun raadslidmaatschap hoger is dan hun raadsvergoeding (artikel 12, lid 1 en 2, Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden).

Artikel 3, lid 4 Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Gemeentewet bieden de mogelijkheid om in een gemeentelijke verordening te regelen dat in bepaalde gevallen een hoger bedrag aan presentiegeld wordt toegekend dan het eerder bedoelde bedrag. Er kan gekozen worden voor een procentuele verhoging, maar het is ook mogelijk om het bedrag uit een hogere inwonersklasse te kiezen. De reden om dit hogere bedrag aan presentiegeld toe te kennen is niet meer opgenomen in de verordening. Dit geeft ruimere mogelijkheden.

Artikel 4 De Gemeentewet voorziet niet in een vergoeding voor ‘woon-werkverkeer’ voor raadsleden. Artikel 97 van de Gemeentewet voorziet voor raads- en commissieleden wel in een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Aan commissieleden kan krachtens artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet tevens een vergoeding worden gegeven voor de reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen de gemeente. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is niet nader ingevuld. Daarmee is dit een lokale aangelegenheid. Omdat in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verder geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, is aansluiting gezocht bij de vergoedingsregelingen voor wethouders.

Nieuw in dit artikel is lid 4: ‘de reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed’. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er geen sprake is van meer dan 1 raads- of commissievergadering per dag.

Artikel 6 Op grond van artikel 13 lid 1 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden komt niet partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielidmaatschap ten laste van de gemeente. In dit artikel is de procedure verder uitgewerkt.

Gezien de aard en duur van het ambt liggen voor raads- en commissieleden opleidingen voor de hand die gericht zijn op het persoonlijk functioneren in het ambt. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Onder scholingskosten worden verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal, alsmede reis- en verblijfkosten in het kader van de opleiding. De raad kan bij

verordening nadere regels stellen omtrent het maximale bedrag voor de scholing die voor vergoeding in aanmerking komt (lid 4). Mocht de griffier behoefte hebben aan extra oordeel of de gevraagde vergoeding binnen de geldende regels voor vergoeding in aanmerking komt, dan kan de vergadering van de fractievoorzitters in de raad om een oordeel gevraagd worden (lid 6).

Artikel 7 De gemeenteraad heeft op 3 maart 2014 de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 vastgesteld, met daarin opgenomen dat raadsleden eenmaal per raadsperiode een tablet en software in eigendom verstrekt krijgen. Dit principe leidde tot ongelijkheid bij raads- en commissieleden voor wat betreft de verschillende versies van iPads die uitgedeeld zijn en voor raadsleden die ervoor kozen om een bedrag overgemaakt te krijgen en zelf een iPad aan te schaffen. Om deze reden heeft het presidium verzocht om herijking van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 en de iPads in bruikleen te verstrekken aan raads- en commissieleden. Hiermee is de bepaling over het overmaken van een netto vergoeding komen te vervallen.

Artikel 8 In verband met de werkkostenregeling moeten een aantal netto-vergoedingen en verstrekkingen door de gemeente aangewezen worden als eindheffingsbestanddeel. Anders worden deze door de belastingdienst als loon gezien en moet hierover belasting worden ingehouden. Ook de vergoedingen en verstrekkingen die door de belastingdienst gezien worden als gerichte vrijstelling of voor nihil waardering in aanmerking komen moeten in eerste instantie wel aangewezen worden. In een later stadium wordt dan (in de financiële administratie) aangegeven dat dit gerichte vrijstellingen of nihil waarderingen betreft.

Artikel 9/10 Voor wethouders is in artikel 9 een belastingvrije vergoeding voor het woon-werkverkeer geregeld overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders.

Op grond van artikel 10 worden zakelijke reiskosten vergoed overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. Bij gebruik van een eigen personenauto voor dienstreizen ontvangen wethouders een bedrag van € 0,28 (€ 0,37) per kilometer (zie artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a, onder 1, van de Regeling rechtspositie wethouders). De hoogte van deze vergoeding is geënt op de ‘hoge’ kilometervergoeding die geldt voor het rijkspersoneel op grond van het Reisbesluit en Reisregeling binnenland.

Op grond van artikel 5, tweede lid, van het Reisbesluit en Reisregeling binnenland wordt onder openbaar vervoer voor dienstreizen wel verstaan een veerpont of een veerboot. Tol- en parkeerkosten worden niet genoemd in de regeling en mogen daarom op grond van artikel 44 lid 3 Gemeentewet niet vergoed worden. Verblijfkosten zijn zakelijk gebruikte maaltijden en kosten voor overnachting en geen parkeerkosten.

Artikel 14 Vergoedingen of verstrekkingen van een mobiele telefoon (dit zal de meest gebruikte communicatieapparatuur zijn) zijn geheel onbelast als het zakelijk gebruik meer dan 10% bedraagt.

De genoemde 50% zoals benoemd in de verordening sluit aan bij de regeling welke gehanteerd wordt binnen De Kompanjie.

Artikel 15 Ook personen van buiten de gemeenteraad kunnen tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet (artikel 36a, lid 1) verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 22 van het Rechtspositiebesluit wethouders is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing volgens de bepalingen in artikel 1 en 2 van de Regeling Rechtspositie Wethouders. De vergoedingen zijn onbelast.

In artikel 36a, lid 2, van de Gemeentewet, is opgenomen dat de raad voor de duur van een jaar ontheffing kan verlenen van het vereiste van ingezetenschap van de gemeente. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd. De raad bepaalt of sprake is van een bijzonder geval dat de afwijking rechtvaardigt van de wettelijke norm van het vereiste van ingezetenschap.

Artikel 17 Dit artikel is nieuw opgenomen in de verordening. Indien er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, wordt dit in maandelijkse termijnen uitbetaald.

Artikel 18/19/20 In de verordening zijn de drie wijzen van betaling aangegeven. Ook is aangegeven in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in acht genomen moeten worden. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente, en daarna declaratie van vooruitbetaalde kosten of gebruik van de gemeentelijk creditcard, waarbij deze laatste twee afhankelijk zijn van de situatie.