Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt per 29 maart 2018 de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 20-06-2017 | 2017/62 |
De raad van de gemeente Steenwijkerland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017;
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018.
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;
commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
§ 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken in relatie tot de voor de gemeente geldende gemeenteklasse, vastgestelde maximum.
De onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 2, derde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3. Reis- en verblijfkosten
De vergoeding voor reis- en verblijfkosten (buiten het grondgebied van de gemeente) als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:
voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
Artikel 5. Computer en internetverbinding
Raads- en commissieleden aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.
Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
§ 3. Voorzieningen voor wethouders
Artikel 7. Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 8. Zakelijke reis- en verblijfkosten
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9. Computer en internetverbinding
Aan wethouders aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het wethouderschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het wethouderschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.
Artikel 11. Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:
reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en
dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 12. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
§ 4. De procedure van declaratie
Artikel 13. Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.