Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent commerciële (onder-)huur Beleidsregel verlagen van de bijstand in verband met de woonsituatie en de inkomsten uit commerciële (onder-)verhuur Participatiewet |
Citeertitel | Beleidsregel verlagen van de bijstand in verband met de woonsituatie en de inkomsten uit commerciële (onder-)verhuur Participatiewet |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
De datum van ondertekening is bij benadering vastgesteld.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 20-05-2015 | . |
Artikel 2. Toepassing van deze beleidsregel
De bepalingen van deze beleidsregel gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder, maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen als beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
De beleidsregel is vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Delft dd …………………..
G.A.A. Verkerk, burgemeester
J.Krul, secretaris
Onder de WWB was het mogelijk om de uitkering van een belanghebbende die geen woning bewoont of iemand die een woning bewoonde waaraan geen kosten waren verbonden te verlagen. De gemeente had dat geregeld in haar toeslagen- en verlagingenbeleid. Dit was vastgelegd in een verordening. Met het van kracht worden van de Participatiewet is het toeslagen- en verlagingenbeleid vervallen.
De enige mogelijkheid die de gemeente heeft om de uitkering te verlagen is vanwege het ontbreken van woonlasten. Immers, als iemand geen woonlasten heeft, heeft hij/zij “ lagere algemeen noodzakelijke kosten van bestaan”. De gemeente kan om die reden minder bijstand verstrekken, met andere woorden: belanghebbende kan toe met een lagere uitkering.
Met de invoering van de Participatiewet is ook de kostendelersnorm ingevoerd. De kostendelersnorm is niet van toepassing indien op een adres een andere persoon woonachtig is, bijvoorbeeld als onderhuurder of kostganger, die een commerciële prijs betaalt. Wat een commerciële prijs is, is in de wet niet vastgesteld. Met deze beleidsregel legt het college vast wat hieronder wordt volstaan. Is er sprake van een commerciële (onder-)huur dan worden de inkomsten bij de verhuurder (indien deze een uitkering ontvangt) op de uitkering in mindering gebracht. Is er geen sprake van een commerciële (onder-) huur, dan is de kostendelersnorm van toepassing.
Voor zover nodig zijn enkele begrippen verduidelijkt. Voor alle overige begrippen geldt dat zij dezelfde betekenis hebben als in de Participatiewet of de Algemene wet bestuursrecht.
In het tweede lid wordt als commerciële huur een bedrag vastgesteld van € 225,00. Dit bedrag is ongeveer gelijk aan het bedrag dat iedereen ten minste aan huur zou moeten kunnen betalen (wet op de huurtoeslag).
Indien de verhuurder een uitkering heeft dan worden de inkomsten uit de (onder-)verhuur of kostgeverschap in mindering gebracht op de uitkering. Omdat hier ook kosten tegenover staan, zoals extra energie, water etc. wordt op de inkomsten een bedrag van € 50,- per maand in mindering gebracht.
De norm voor jongeren (tot 21 jaar) is lager. Het verlagen van de uitkering zou dan erg grote gevolgen hebben. Ook de kostendelersnorm is pas van toepassing vanaf 21 jaar. Om deze redenen heeft deze beleidsregel alleen betrekking op personen van 21 jaar en ouder.
Oor de verlaging met 20% van de gehuwdennorm is aangesloten bij de regiogemeenten. Alle regiogemeenten hanteren deze verlaging. Een lagere korting op de uitkering zou een aanzuigende werking kunnen hebben.
Volledig zakelijk relaties zoals (onder-)huurschap of kostgeverschap blijven voor de kostendelersnorm buiten beschouwing. Bij deze relaties is er immers sprake van deelname aan het economisch verkeer en wordt een commerciële prijs voor het gehuurde en de overeengekomen diensten.
De participatiewet geeft niet aan wat wordt verstaan onder een commerciële prijs. Met deze beleidsregel stelt het college vast wat zij verstaat onder een commerciële prijs en hoe de belanghebbende dit kan aantonen. Kan hij dit aantonen dan is er geen sprake van de zgn. kostendelersnorm. Kan hij dit niet aantonen dan is de kostendelersnorm van toepassing.