Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2017 | 01-01-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 01-06-2017 | . |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3
Artikel 1.1 Begripsbepalingen 3
Artikel 1.2 Doelgroep van de verordening 4
Artikel 2.1 Melding en onderzoek 5
Artikel 2.2 Onafhankelijke cliëntondersteuning 5
Artikel 2.3 Inhoud onderzoek (het gesprek) 5
Artikel 2.4 Vaststellen identiteit 6
Artikel 2.5 Verslag van het onderzoek (het gesprek) 6
Artikel 2.6 Aanvraag maatwerkvoorziening 6
Artikel 2.7 Aanvraag persoonsgebonden budget 7
Artikel 2.8 Beschikking maatwerkvoorziening 7
Hoofdstuk 3 Algemene voorzieningen 8
Artikel 3.4 Ambulante ondersteuning 8
Artikel 3.5 Dagbesteding met laag intensieve ondersteuning 8
Artikel 3.6 Nacht- en crisisopvang 8
Artikel 3.7 Mantelzorgcompliment 8
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen 9
Artikel 4.1 Criteria maatwerkvoorziening algemeen 9
Artikel 4.2 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget 9
Artikel 4.3. Hoogte van het persoonsgebonden budget 11
Artikel 4.4 Aanvullende criteria voor gespecialiseerde ambulante ondersteuning 11
Artikel 4.5 Aanvullende criteria voor gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning of arbeidsmatige dagbesteding/groepsbegeleiding 11
Artikel 4.6 Aanvullende criteria voor opvang en beschermd wonen 12
Artikel 4.7 Aanvullende criteria voor kortdurend verblijf 12
Artikel 4.8 Aanvullende criteria voor woonvoorzieningen 12
Artikel 4.9 Primaat van verhuizen 13
Artikel 4.10 Aanvullende criteria voor huishoudelijke ondersteuning 13
Artikel 4.11 Aanvullende criteria voor vervoersvoorziening 13
Artikel 4.12 Aanvullende criteria voor rolstoelvoorziening 14
Artikel 4.13 Financiële tegemoetkoming meerkosten 14
Hoofdstuk 5 Bijdragen in de kosten van een maatwerkvoorziening en algemene voorziening 15
Artikel 5.1 Bijdrageplicht Algemene voorzieningen 15
Artikel 5.2 Bijdrageplicht Maatwerkvoorzieningen 15
Hoofdstuk 6 Toezicht en handhaving 17
Artikel 6.1 Maatregelen onterechte toekenning voorzieningen 17
Artikel 6.2 Maatregelen bij misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen 17
Hoofdstuk 7 Kwaliteit en klachten 18
Artikel 7.1 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning 18
Artikel 7.2 Klachtregeling en medezeggenschap 18
Artikel 7.3 Kwaliteit en klachten 18
Artikel 7.4 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden 18
Artikel 9.1 Hardheidsclausule 21
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (de wet) verstaan onder:
Cliëntondersteuning: Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Mantelzorg: Hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
0-100 Team: Het 0-100 team Zoeterwoude is een samenwerkingsverband van partijen op het terrein van welzijn, ondersteuning en zorg, gericht op het ontwikkelen en behouden van de zelfredzaamheid, zelfstandigheid en zelfstandig wonen van burgers met een beperking. Het team werkt aan een integrale, effectieve en efficiënte inzet van ondersteuning en zorg door coördinatie van mensen en middelen;
Artikel 2.1 Melding en onderzoek
Als naar het oordeel van het college een onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. van de wet nodig is, of de cliënt geeft aan een aanvraag voor een maatwerkvoorziening te willen doen, zal de cliënt of zijn vertegenwoordiger alle gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, overleggen of anderszins verschaffen.
Artikel 2.3 Inhoud onderzoek (het gesprek)
De behandelend medewerker bespreekt met degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie of iemand uit het (eigen) sociale netwerk, na de melding zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, met inachtneming van diens persoonlijk plan indien aanwezig en voor zover nodig
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemd pakket van oplossingen (waaronder eventuele maatwerkvoorzieningen) met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Artikel 2.4 Vaststellen identiteit
Het college is bevoegd de identiteit van de vertegenwoordiger of mantelzorger van de cliënt vast te stellen aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Artikel 2.7 Aanvraag persoonsgebonden budget
In aanvulling op artikel 2.6 omvat een aanvraag voor een persoonsgebonden budget in elk geval
Hoofdstuk 3 Algemene voorzieningen
Artikel 3.4 Ambulante ondersteuning
Het college draagt zorg voor ambulante ondersteuning voor:
Artikel 3.5 Dagbesteding met laag intensieve ondersteuning
Het college draagt met het oog op het bieden van structuur, sociale contacten alsmede het ontlasten van eventuele mantelzorgers zorg voor de aanwezigheid van dagbesteding met laag intensieve ondersteuning.
Artikel 3.6 Nacht- en crisisopvang
Het college draagt, via de gemeente Leiden als centrumgemeente voor deze voorziening, binnen het kader van de opvang voor dak- en thuislozen zonder verblijfsalternatief, zorg voor de mogelijkheid van kortdurend onderdak, in elk geval met een slaapplaats, en verder al dan niet inclusief voeding, douche en eventueel andere diensten of faciliteiten gedurende de nacht.
Het college draagt via de gemeente Leiden als centrumgemeente voor deze voorziening, zorg voor kortdurend voltijdverblijf naar aanleiding van een crisissituatie, op voor specifiek dat doel bestemde plekken, voor opvang gedurende maximaal drie aaneengesloten dagen, en in geval van huiselijk geweld maximaal gedurende tien dagen.
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.1 Criteria maatwerkvoorziening algemeen
Alle mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene of andere voorzieningen zijn zelfredzaamheid of participatie te behouden of te verbeteren, dan wel te regelen dat hij geen behoefte meer heeft aan maatwerkvoorzieningen, worden in het onderzoek naar aanleiding van de aanvraag eerst beoordeeld;
De maatwerkvoorziening als bedoeld in het tweede lid levert, rekening houdend met het verslag als bedoeld in artikel 2.5 van de verordening en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven;
Een maatwerkvoorziening kan worden verstrekt ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen;
De maatwerkvoorziening als bedoeld in het vorige lid levert, rekening houdend met het verslag als bedoeld in artikel 2.5 van de verordening en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving;
Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert het college in aanvulling op de voorgaande leden en op grond van artikel 2.1.2 van de wet in ieder geval de volgende criteria:
het college vergoedt of verstrekt geen voorziening als de normale afschrijvingstermijn van de eerder vergoede of verstrekte gelijkwaardige voorziening nog niet is verstreken of deze technisch nog niet is afgeschreven, tenzij deze voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
Artikel 4.2 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget
Het college kent in aanvulling op artikel 4.1 een persoonsgebonden budget toe als naar het oordeel van het college is vastgesteld dat:
a. cliënt, al dan niet met hulp uit zijn sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel in staat is te achten om de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren; en
b. voldoende is gemotiveerd dat een cliënt een persoonsgebonden budget wenst; en
c. is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die met het persoonsgebonden budget betaald moeten worden veilig, doeltreffend en cliëntgericht zijn;
Het college stelt nadere regels ten aanzien van de berekeningswijze van persoonsgebonden budgetten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning en, voor zover van toepassing, in ieder geval in verband met de relevante opleiding en relevante werkervaring en inschrijving in de Kamer van Koophandel of opname in een relevant beroepsregister;
De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verleend komt met de aanbieder in een schriftelijke overeenkomst overeen, waar ten minste afspraken in zijn opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de maatschappelijke ondersteuning en de wijze van declareren,
een declaratie van en aanbieder bevat het nummer waarmee die aanbieder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, en de naam van degene die de hulp heeft geleverd, het tarief, het aantal te betalen uren, dagdelen of etmalen en de naam en het adres van de aanbieder, en wordt namens de aanbieder ondertekend;
Artikel 4.3. Hoogte van het persoonsgebonden budget
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering; en
Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden betreffende het tarief, een cliënt aan wie een persoonsgebonden budget wordt vertrekt, de mogelijkheid heeft om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk;
Artikel 4.4 Aanvullende criteria voor gespecialiseerde ambulante ondersteuning
In aanvulling op artikel 4.1 van de Verordening kan een cliënt in aanmerking komen voor gespecialiseerde ondersteuning (individuele begeleiding) als
Artikel 4.5 Aanvullende criteria voor gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning of arbeidsmatige dagbesteding/groepsbegeleiding
Artikel 4.7 Aanvullende criteria voor kortdurend verblijf
In aanvulling op artikel 4.1 van de Verordening kan een cliënt gedurende een periode maximaal drie
etmalen per week in aanmerking komen voor kortdurend verblijf als:
Artikel 4.8 Aanvullende criteria voor woonvoorzieningen
Een woonvoorziening wordt slechts verstrekt als de persoon met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen, dan wel voor het logeerbaar maken van een andere woonruimte dan waar de cliënt met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft als het hoofdverblijf van de cliënt in een erkende zorginstelling is.
1° het verbreden van toegangsdeuren;
2° het aanbrengen van elektrische deuropeners;
3° de aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het gebouw, mits de woningen in het gebouw te bereiken zijn met een rolstoel;
4° het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders;
5° het aanbrengen van een trapleuning bij een portiekwoning;
6° het plaatsen van een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het gebouw;
7° het aanbrengen van een traplift, indien het een gemeenschappelijke ruimte betreft die afgesloten kan worden van de openbare weg en onder de voorwaarde dat de eigenaar en de medegebruikers van de betrokken ruimte schriftelijk te kennen hebben gegeven hiertegen geen bezwaren van overwegende aard te hebben,
Artikel 4.10 Aanvullende criteria voor huishoudelijke ondersteuning
In aanvulling op artikel 4.1 van de Verordening kan een cliënt in aanmerking komen voor huishoudelijke ondersteuning indien de algemene voorziening zoals bedoeld in artikel 3.3 van de
Artikel 4.11 Aanvullende criteria voor vervoersvoorziening
In afwijking van het derde lid kan een vervoersvoorziening worden verstrekt als zich een situatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de persoon met beperkingen zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de persoon met beperkingen noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen;
Artikel 4.12 Aanvullende criteria voor rolstoelvoorziening
In aanvulling op artikel 4.1 van de Verordening kan een cliënt in aanmerking komen voor een
rolstoelvoorziening als het voor hem regelmatig noodzakelijk is om zich in en om de woning zittend te verplaatsen.
Artikel 4.13 Financiële tegemoetkoming meerkosten
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie;
Hoofdstuk 5 Bijdragen in de kosten van een maatwerkvoorziening en algemene voorziening
Artikel 5.2 Bijdrageplicht Maatwerkvoorzieningen
Hoofdstuk 6 Toezicht en handhaving
Artikel 6.1 Maatregelen onterechte toekenning voorzieningen
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet is een cliënt die een aanvraag heeft ingediend of aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening;
Hoofdstuk 7 Kwaliteit en klachten
Artikel 7.1 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Het college neemt in de contracten of subsidieafspraken met aanbieders op aan welke kwaliteitseisen de maatschappelijke ondersteuning moet voldoen. Hierbij sluit het college zoveel als mogelijk aan bij artikel 3.1 van de wet en de kwaliteits- en deskundigheidseisen die in de desbetreffende branche gelden;
Artikel 7.3 Kwaliteit en klachten
Het gestelde in artikel 7.1 en 7.2 van de Verordening is onverkort van toepassing op alle personen en/of partijen die zich bezighouden met de toegang tot het sociale domein waaronder het “0-100 team Zoeterwoude”.
Artikel 7.4 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college een vaste prijs vast die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 voor het aangaan van een overeenkomst met een derde.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de persoon met een vastgesteldeondersteuningsbehoefte afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing van deverordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en door het collegevastgestelde bedragen verhogen of verlagen. Het college kan per voorziening bepalen welke prijsindex hierbij wordt gehanteerd.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens twee jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk
Artikel 9.4 Overgangsbepalingen
Een cliënt houdt recht op een voorziening verstrekt op grond van de geconsolideerde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 als gepubliceerd, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken. Het aan het besluit ten grondslag liggende onderzoek wordt uitgevoerd met inachtneming van de bepalingen genoemd in hoofdstuk 2 van deze verordening, met dien verstande dat het onderzoek ambtshalve kan plaatsvinden;