Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Standplaatsenbeleid 2008 |
Citeertitel | Nota Standplaatsenbeleid 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen.
Algemeen Plaatselijke Verordening 2007, art. 5.3.2, lid 6
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2008 | nieuwe regeling | 27-05-2008 gemeentejournaal, 05-06-2008 | RI 08/00351 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Met het standplaatsenbeleid wil het gemeentebestuur de verkoop van goederen op een
bepaalde plek in de gemeente regelen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kraam van de
kaasboer of de verkoop van Vietnamese loempia’s.
In verband met deregulering van de APV en het relevante beleid wordt het
standplaatsenbeleid herzien. De criteria voor het standplaatsenbeleid zijn te vinden in de
toepasselijke regelgeving zoals de APV.
Op het innemen van standplaatsen is onder andere de volgende voorschriften van
Op grond van artikel 5.3.2 lid 6 van de APV 2007 kan de standplaatsvergunning worden
der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de
vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in
Naast de toepasselijke jurisprudentie zijn ook de overige publiekrechtelijke bepalingen
Onder de werkingssfeer van artikel 5.3.2 van de APV valt een diversiteit aan
1.de vaste standplaats: op een aangewezen locatie die op alle werkdagen kan
worden bezet door verschillende vergunninghouders gedurende minimaal een
dagdeel en maximaal 3 dagen per week;
2.de zes weken standplaats: op een aangewezen locatie die gedurende een periode
van maximaal zes weken aaneengesloten kan worden bezet door dezelfde
vergunninghouder, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal nogmaals zes
3.de vijf dagen standplaats: op een willekeurige locatie die gedurende maximaal vijf
dagen per jaar door een vergunninghouder kan worden bezet. Het maximum van 5
dagen per jaar geldt per persoon.
4.de maatschappelijke standplaats. Op een aangewezen locatie voor
dienstverlening waarmee een maatschappelijk belang wordt gediend. Zoals een
informatiebus van een zorgverzekeraar.
Door het college zijn in diverse wijken locaties aangewezen, waar een standplaats kan
worden ingenomen door verschillende vergunninghouders. Een overzicht is opgenomen
in dit beleid. De tekeningen zijn bijgevoegd.
Overige voorschriften vaste standplaats:
Ad 2. De zes weken standplaats
Door het college zijn locaties aangewezen, waar gedurende zes weken een standplaats
kan worden ingenomen. Een overzicht is opgenomen in het beleid. De tekeningen zijn
Overige voorschriften vergunning zes wekenstandplaats:
a.de vergunning is voor maximaal zes weken per kalenderjaar met een verlenging van
b.de vergunning is niet overdraagbaar.
Ad 3. De vijf dagen standplaats
Het gemeentebestuur wil dat op elke willekeurige plek gedurende 5 dagen door een
persoon een standplaats kan worden ingenomen. Deze standplaats dient wel te voldoen
aan de relevante voorschriften van de APV en bovengenoemde voorschriften van
Gelet op de bijzondere situatie op het Sint Jorisplein is er een locatie aangewezen waar
één of meer vijf dagen standplaatsen gesitueerd kunnen worden. Dit gebied is bepaald
met inachtneming van de betrokken belangen zoals doorstroming van het verkeer,
veiligheid en bereikbaarheid voor hulpdiensten en zichtlijnen. Een aanvraag voor een vijf
dagen standplaats op het Sint Jorisplein op een andere locatie dan aangegeven op de bij
deze beleidsnotitie horende tekening zal om die reden afgewezen worden tenzij zeer
bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot afwijking.
Overige voorschriften vergunning vijf dagen standplaats:
Ad 4 Standplaats met maatschappelijk belang
Overige voorschriften standplaats met maatschappelijk belang
Overzicht standplaatsen en vergunningen
Zie bijgevoegde tekeningen. Deze maken deel uit van de beleidsnota.
waar ze aan het bouwen of graven zijn, wordt op aanwijzing van de opzichter een
De stroomkosten elektriciteitsaansluiting worden doorberekend door de gemeente.
doorberekend door de gemeente.
Standplaatsen op particulier terrein
Op grond van artikel 5.3.2 lid 3 van de APV is het de rechthebbende op een perceel
verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders
een standplaats wordt ingenomen. Ook voor standplaatsen op particuliere grond gelden
dezelfde criteria als voor standplaatsen op grond die eigendom is van de gemeente.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaats dient de
aanvrager altijd leges te betalen. Voor het gebruik van gemeentegrond dient ook
precariorechten te worden betaald.
Veiligheid Vergunningen en Handhaving
De handhaving en controle van de standplaatsvergunningen geschiedt primair door de
politie en de medewerkers van de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving.
Voorschriften aan de standplaatsvergunning
Naast de algemene voorschriften van de standplaatsvergunning worden nog de volgende
voorschriften opgenomen in de standplaatsvergunning:
1.U dient deze vergunning op de standplaats aanwezig te hebben en op verzoek van de toezichthouders of
politie te laten zien. Indien u de vergunning niet kunt tonen, zullen zij u opdragen te vertrekken.
2.U dient de blindenroute vrij te houden en het winkelend publiek dient onbelemmerd doorgang te kunnen
3.Kramen en uitstallingen dienen zodanig te zijn gestald dat doorgangen en vluchtroutes over de volle
meter breed te worden vrijgehouden.
12.Aan de voorzijde van de kraam moet een rijbaan van tenminste 4 meter breed en 4,20 meter hoog
beschikbaar zijn voor hulpdiensten, gerekend vanaf de uitstalling of uitbouw van de kraam.
Indien van toepassing Bakken en Braden:
1.Drukhouders met vloeibaar gas moeten buiten het bereik van onbevoegden op een veilige en goed
geventileerde plaats worden opgesteld.
2.Een flessengasinstallatie moet voldoen aan de eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke
gasleidinginstallaties vermeld in NEN 1078, uitgave 1999.
3.Een gasfles én afsluiter moeten zijn voorzien van een door de Lloyd’s Register - Stoomwezen erkend geldig
goedgekeurde hogedrukslang aan de drukhouder zijn aangesloten. De hogedrukslang moet voldoen aan de
richtlijnen vermeld in NPR 3378-0, uitgave 1999.
6.Nabij de bakinstallatie moeten één of meer passende onbrandbare deksels aanwezig zijn om de
bakpan(nen) bij het in brand geraken van de inhoud te kunnen afdekken.
Bij de bakinstallatie moet een geschikt blusmiddel met een minimale inhoud van 2 kg, gebruiksgereed
Aldus vastgesteld op 27 mei 2008.
Het college van burgemeester en wethouders,