Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Ridderkerk 2008 |
Citeertitel | ASV 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
De Algemene Subsidieverordening 2007, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juli 2007 onder nummer 2007-97A, wordt ingetrokken.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-09-2008 | 07-03-2014 | nieuwe regeling | 04-09-2008 gemeenterjournaal, 18-09-2008 | Gemeentestukken 2008-183 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening geldt voor alle subsidies die bij het college worden aangevraagd en door het college worden verstrekt, tenzij dit bij of krachtens wet is uitgesloten.
Naast de in artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de wet genoemde gronden, kan het college de subsidie weigeren, indien:
Artikel 6 Vergoeding vermogenswaarden en vorming egalisatiereserve
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding, gaat het college uit van de waarde van de zaken en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van schadevergoeding aan de subsidieontvanger voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag van die schadevergoeding.
Hoofdstuk 2 – Subsidies algemeen
Artikel 11 Indiening aanvraagbescheiden voor subsidies
De aanvraag om een subsidie gaat in ieder geval vergezeld van:
De subsidieontvanger informeert het college steeds over belangrijke wijzigingen voor zover deze voor de subsidieverstrekking van belang zijn.
Artikel 16 Subsidievaststelling
Bij subsidieverlening als bedoeld in artikel 12, dient de subsidieontvanger vóór 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, een financieel jaarverslag en een activiteitenverslag in en legt hij verantwoording af over de overige subsidieverplichtingen, zodat het college de subsidie kan vaststellen.
Indien de subsidieontvanger niet of onvoldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan de subsidieontvanger. Hierbij vermeldt het college op welke onderdelen aanvullende informatie moet worden verstrekt. De subsidieontvanger krijgt in dat geval de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de aanvullende informatie te verstrekken.
Hoofdstuk 3 Initiatiefsubsidies
Artikel 18 Begripsbepaling en reikwijdte
Dit hoofdstuk verstaat onder initiatiefsubsidie: een subsidie tot maximaal € 2.000,--, voor activiteiten die worden uitgevoerd binnen twaalf maanden nadat de aanvraag is ingediend.
Het in artikel 18 genoemde bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het indexcijfer van prijsstijgingen als door de raad vastgesteld bij de begroting.
Hoofdstuk 4 Waarderingssubsidies
Artikel 22 Begripsbepaling en reikwijdte
Dit hoofdstuk verstaat onder waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt aan een organisatie die activiteiten organiseert en uitvoert met een erkend lokaal maatschappelijk belang en waarbij het college niet op prestaties en resultaten van de organisatie wil sturen.
Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Ridderkerk 2008 (ASV 2008)
Voor de gehele verordening geldt dat alle begrippen of artikelen die letterlijk de tekst van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staan, niet in de verordening voorkomen. In sommige artikelen wordt verwezen naar een wetsartikel omdat daarin een aanvullende eis wordt gesteld.
De herziening van de ASV is ingegeven door:
Daar waar zinvol, volgt hieronder een artikelsgewijze toelichting.
Het subsidieplafond is het bedrag dat gedurende het begrotingsjaar beschikbaar is voor subsidieverstrekking. De raad legt met de programmabegroting vast tot welk niveau het college uitgaven mag doen. Daarmee zal het college rekening moeten houden bij de vaststelling van subsidieplafonds.
Op grond van artikel 4:25, tweede lid Awb moet subsidie worden geweigerd indien daardoor het subsidieplafond overschreden zou worden.
Het subsidieplafond moet op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt en daarbij moet tevens worden aangegeven welke verdeelmethode wordt gehanteerd.
In aanvulling op de wettelijke weigeringsgronden, zijn hier weigeringsgronden opgenomen die al enige jaren in de Ridderkerkse praktijk worden gehanteerd.
Artikel 6 Vergoeding vermogenswaarden en vorming egalisatiereserve
Het is toegestaan dat subsidieontvangers een egalisatiereserve opbouwen. Deze mag nooit meer bedragen dan 10% van de subsidie die de subsidieontvanger over het betreffende jaar heeft ontvangen.
Over het bedrag boven deze toegestane 10%-regeling, is de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd of dient hij een deel van het subsidiebedrag aan het college te retourneren.
Artikel 9 Meerjarige en per boekjaar verleende subsidies
Subsidies kunnen per boekjaar of voor meerdere jaren (maximaal vier) verleend worden.
Wanneer het college voor meer dan één jaar subsidie verleent, moet het begrotingsvoorbehoud worden gemaakt. Dit betekent dat verlening geschiedt onder de voorwaarde dat de raad voldoende gelden ter beschikking stelt.
Artikel 11 Indiening aanvraagbescheiden voor subsidies
Hierin staan de minimumvereisten voor het indienen van een aanvraag.
Het college mag aanvullende gegevens eisen.
Artikel 16 Subsidievaststelling
De subsidievaststelling is wat vroeger ook wel ‘de afrekening’ of ‘definitieve subsidievaststelling’ werd genoemd. Sinds de inwerkingtreding van de Awb volgt na subsidieverlening (waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat) de subsidievaststelling, waarbij wordt beoordeeld of de subsidieontvanger aan alle verplichtingen heeft voldaan en ook de beloofde activiteiten heeft uitgevoerd.
Het is onnodig belastend om voor kleinere subsidies de uitgebreide subsidieprocedure te doorlopen. Daarom is een apart hoofdstuk voor initiatiefsubsidies opgenomen.
Dergelijke subsidies kunnen tot 8 weken vóór de activiteit worden aangevraagd en het college beslist ook binnen 8 weken. De subsidie wordt direct vastgesteld; er is dus niet eerst nog een beschikking tot subsidieverlening.
In het huidige subsidiebeleid van de gemeente Ridderkerk worden waarderingssubsidies verstrekt aan organisaties die activiteiten uitvoeren met een erkend lokaal maatschappelijk belang, waarbij er geen behoefte is om te sturen op prestaties en resultaten en ook niet afgerekend hoeft te worden op het exploitatieresultaat. Wel wordt bij vervolgaanvragen getoetst of uitgevoerde activiteiten nog passen binnen de doelstelling van de organisatie op grond waarvan waarderingssubsidie is verstrekt.