Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Utrecht (Utr)

Verordening handhaving Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Utrecht (Utr)
Officiële naam regelingVerordening handhaving Wet werk en bijstand
CiteertitelHandhavingsverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200813-05-2010Art. 6 en 7, alsmede de toelichting op deze artikelen, vervallen, onder vernummering van art. 8 naar art. 6, van art. 9 naar art. 7, van art. 10 naar art. 8 en van art. 11 naar art. 9.

04-10-2007

Gemeenteblad van Utrecht 2007, nr. 49

Raadsvoorstel 2007, nr. 185
01-01-200501-10-2007nieuwe regeling

14-10-2004

Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 33

Raadsvoorstel 2004, nr. 177

Tekst van de regeling

Verordening Handhaving Wet werk en bijstand.

(inclusief de eerste wijziging. Raadsbesluiten van 14 oktober 2004 en 4 oktober 2007)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 28 september 2004

Besluit

vast te stellen de volgende

Verordening handhaving Wet werk en bijstand

(inclusief toelichting).

Artikel 1 Definities

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van

Utrecht.

  • c.

    gemeente: gemeente Utrecht.

  • d.

    handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd.

  • e.

    fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • f.

    misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen aan de cliënt is te wijten.

  • g.

    oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan.

Artikel 2 Opdracht aan college

Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude, en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 3 Doelstelling

Het doel is hoogwaardige handhaving. De subdoelstellingen zijn de volgende:

• rechtmatige verstrekking van uitkeringen;

• spontane naleving;

• minder bijstandsfraude;

• optimaliseren handhavingsmiddelen en

• vergroten maatschappelijk draagvlak.

Artikel 4 Beleid

De gemeenteraad stelt het gemeentelijke beleid vast op het gebied van handhaving, waaronder de bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 5 Uitvoering

Het college voert het beleid als bedoeld in artikel 4 uit.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting van) bijstand, verlaagt het college de uitkering conform de Verordening afstemming bijstand, onverminderd de eventuele terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 7 Aangifte Openbaar Ministerie

Leidt het niet nakomen van de informatieverplichting tot een benadelingsbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, dan is het college verplicht procesverbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 8 Verantwoording

Het college informeert de gemeenteraad jaarlijks over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving.

Artikel 9 Citeerwijze en inwerkingtreding

1.Deze verordening kan worden aangehaald als: de

Handhavingsverordening WWB

2.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op

14 oktober 2004

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 27 oktober 2004.

Deze verordening is in werking getreden op 1 januari 2005

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2004, NR. 33

Toelichting op de Verordening handhaving Wet werk en bijstand

Algemeen

De situaties waarin de gemeente kan terugvorderen zijn in de nieuwe

Wet werk en bijstand vastgesteld. Dit zijn dezelfde situaties als onder de

Algemene bijstandswet. Vaak gaat het om vorderingen door uitkeringsfraude. Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed bestreden wordt, vergroot dit onder de Utrechtse burgers het draagvlak van de bijstandsverstrekking.

Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het Inkomensdeel. Dit kan dan worden ingezet voor armoedebestrijding en reïntegratie.

Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is naar aanleiding van een amendement van het Tweede Kamerlid Weekers artikel 8a ingevoegd dat voorschrijft dat gemeenten in een verordening regels moeten vastleggen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand en voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Onder de Algemene bijstandswet had de gemeente de verplichting om een fraudebeleidsplan op te stellen. Daarnaast was de gemeente verplicht in bepaalde gevallen een boete of een maatregel op te leggen en teveel betaalde uitkering terug te vorderen.

De Wet werk en bijstand kent deze verplichtingen niet. Deze wet schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Verlaging van de uitkering en terugvordering zijn nu geen verplichtingen meer, maar bevoegdheden.

Toch moet blijken dat de gemeente een goed handhavingsbeleid voert. Als de gemeente bij overschrijding van het budget voor het I-deel (inkomensdeel) een aanvullende uitkering aanvraagt, onderzoekt het ministerie namelijk of de gemeente de bijstandsuitkeringen rechtmatig en doelmatig heeft verstrekt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Het is zeer waarschijnlijk dat enkele wetten, genoemd onder a, in de loop van de tijd wijzigen, vervallen, of vervangen worden door andere wetten. De strekking van deze verordening is dat deze geldt voor alle wetten die betrekking hebben op de verstrekking van bijstandsuitkeringen.

Artikel 2 Opdracht aan college

Dit artikel legt bij het college de verantwoordelijkheid neer voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand.

Artikel 3 Doelstelling

Het doel is hoogwaardige handhaving. Er wordt naar gestreefd dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de wet.

De subdoelstellingen zijn de volgende:

• rechtmatige verstrekking van uitkeringen

Het rechtmatig verstrekken van uitkeringen staat boven aan de lijst. Alleen mensen die er recht op hebben, moeten een uitkering ontvangen.

• spontane naleving

Cliënten moeten spontaan de juiste en volledige gegevens aan Sociale Zaken & Werkgelegenheid verstrekken zodat deze afdeling kan vaststellen of iemand ook echt recht heeft op een uitkering.

• minder bijstandsfraude

Het ontmoedigen en terugdringen van het aantal vermoedelijke fraudeurs door actief preventiebeleid.

• optimalisering handhavingsmiddelen

Gestreefd wordt naar het optimaliseren van de controleen opsporingsorganisatie binnen Sociale Zaken & Werkgelegenheid. Middelen hiervoor zijn kwaliteitsen kwantiteitsverbetering, een duidelijk gestructureerde inzet, alsmede risicoen signaalsturing.

• vergroten maatschappelijk draagvlak

Als de samenleving het idee krijgt dat iedereen die dat wil (dus ook diegenen zonder recht) makkelijk een uitkering kan krijgen, dan bestaat het gevaar dat het draagvlak voor de sociale zekerheid snel afbrokkelt. Hierdoor kunnen degenen die wel recht hebben op een uitkering in

een vervelende positie gebracht worden.

Artikel 4 Beleid

Dit artikel regelt dat de gemeenteraad het beleid voor handhaving vaststelt. Dit beleid is voor de periode 2004-2008 opgenomen in het Meerjarig

Integraal Beleidsplan Werk en Bijstand 2004-2008, dat in december 2003 al door de gemeenteraad is vastgesteld. De daarin genoemde uitgangspunten zijn de volgende:

• De gemeente streeft naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude

(door o.a. signaalsturing, risicosturing en themacontroles);

• De gemeente zorgt voor zowel preventieve als repressieve handhaving;

• De gemeente benadert de handhaving integraal;

• De gemeente intensiveert de handhaving en de controle wanneer gegronde twijfels bestaan

over de naleving van de verplichtingen;

• De gemeente maakt bij de uitvoering van de handhaving adequaat gebruik van beschikbare gegevens van andere organisaties;

• De gemeente maakt bij de uitvoering van de handhaving adequaat gebruik van daarvoor opgerichte regionale en interdisciplinaire samenwerkingsverbanden.

Artikel 5 Uitvoering

De gemeenteraad stelt het handhavingsbeleid vast. Dit is voor de periode

2004-2008 vastgelegd in het Meerjarig Integraal Beleidsplan Werk en bijstand 2004-2008. Het college voert het beleid uit en streeft zoveel mogelijk naar realisatie van de (sub)doelstellingen die genoemd zijn in artikel 3.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering

(tijdelijk) verlaagd worden conform de Verordening afstemming bijstand. Wanneer dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van bijstand, wordt de uitkering met een hoger bedrag verlaagd. Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van bijstand, dat bedoeld is om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.

Artikel 7 Aangifte Openbaar Ministerie

Onder het boeteregime van de Algemene bijstandswet bestond de verplichting voor gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als er sprake was van fraude en het benadelingsbedrag hoger was dan EUR 6.000,00 (de aangifterichtlijn sociale zekerheid). Het is de bedoeling dat deze taakverdeling tussen gemeenten en het OM onder de WWB blijft bestaan, ook al kent de WWB de bestuurlijke boete niet en zullen gemeenten bij fraude (in casu het niet nakomen van de inlichtingenplicht) de uitkering verlagen. Over het beleid onder de aangiftegrens voeren het Ministerie van SZW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overleg met het OM. Uit de gesprekken die tot dusverre zijn gevoerd, zijn twee dingen duidelijk geworden:

• het OM zal alleen tot strafvervolging overgaan als de gemeente besluit het fraudebedrag terug te vorderen;

• gemeenten maken binnen de landelijk afgesproken kaders individueel afspraken met het OM over het aangiftebeleid onder de aangiftegrens voor de gevallen waarin de maximale verlaging van de bijstand is toegepast (fraude bij beëindigde uitkering) en de wijze waarop zij aangifte kunnen doen.

Artikel 8 Verantwoording

Het college informeert de gemeenteraad jaarlijks, bij de verantwoording over het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand, over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving.

Artikel 9 Citeerwijze en inwerkingtreding

Dit artikel regelt de naam van de verordening en de datum van inwerkingtreding.