Organisatie | Kollumerland en Nieuwkruisland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | beleidslijn voor de toepassing van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) voor de gemeente Kollumerland c.a. (2017) |
Citeertitel | Bibob beleidslijn gemeente Kollumerland c.a. 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet Bibob
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-09-2017 | nieuw | 14-02-2017 gemeenteblad, 26 september 2017 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. en de burgemeester van de gemeente Kollumerland c.a., ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende dat de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
- artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
- de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet;
- de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- hoofdstuk 2 (Openbare orde): afdeling 7 (evenementen), afdeling 8 (Toezicht op openbare inrichtingen) en afdeling 10 (Toezicht op speelgelegenheden) van de Algemene Plaatselijke Verordening Kollumerland c.a.;
- hoofdstuk 3 (Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.) van de Algemene Plaatselijke Verordening Kollumerland c.a.;
- de Algemene Subsidieverordening Kollumerland c.a. (2011);
- artikel 30b van de Wet op de Kansspelen;
vast te stellen de ‘beleidslijn voor de toepassing van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) voor de gemeente Kollumerland c.a. (2017)’
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan of zal worden aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer;
Eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, zoals beschreven in paragraaf 4 van deze beleidslijn, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het bureau Bibob aan te vragen.
Paragraaf 2: publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide (aanvragen voor) beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:
Uitvoering van het eigen onderzoek vindt in beginsel plaats bij onderstaande aanvragen voor een beschikking:
a.Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning Bouwactiviteit). De toepassing blijft beperkt tot (de aanvraag van) een omgevingsvergunning Bouwactiviteit, die valt binnen onderstaande kaders:
Horeca: Bij nieuwe horeca-inrichtingen gaat de procedure voor de omgevingsvergunning vooraf aan de aanvraagprocedure voor een Drank- en Horecavergunning . Dat is de reden om bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor horeca-inrichtingen op een nieuwe locatie een eigen onderzoek te doen. Bij bestaande horecalocaties blijft de vergunning op grond van de Drank- en Horecawet het aangrijpingspunt voor een eigen onderzoek.
Kamerverhuur: Bij kamerverhuurinrichtingen kan sprake zijn van ernstige problemen met de handhaving op het gebied van brandpreventie en brandveiligheid. Daarnaast kan er sprake zijn van verschillende vormen van criminele activiteiten zoals illegale verhuur en hennepteelt. Om te voorkomen dat de gemeente door verlening van een dergelijke vergunning criminele activiteiten faciliteert, wordt bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor kamerverhuur een eigen onderzoek uitgevoerd.
Bouwkundige splitsingen van woningen: Bij het splitsen van woningen wordt er vrijwel altijd een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aangevraagd. Particuliere woningverhuur is een branche die gevoelig is voor criminele activiteiten. Om te voorkomen dat de gemeente vervolgens door verlening van een dergelijke vergunning criminele activiteiten faciliteert wordt bij aanvragen voor een dergelijke omgevingsvergunning een eigen onderzoek uitgevoerd.
De gemeente Kollumerland c.a. wil aanvragers consistent behandelen. Dat betekent dat aanvragen van aanvragers ten aanzien van wie eerder een Bibob-advies is aangevraagd en dat Bibob-advies met enige mate van gevaar of ernstig gevaar is ontvangen, aan het eigen onderzoek worden onderworpen.
Een eigen onderzoek wordt bij andere aanvragen dan hierboven genoemd in beginsel alleen uitgevoerd als er aanleiding wordt gevonden:
Het eigen onderzoek zal niet worden toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van:
door het college van burgemeester en wethouders bij (specifiek) besluit aangewezen aanvragers (b.v. PPS-samenwerkingsconstructies van particuliere ondernemingen en overheid).
b.Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer). Het eigen onderzoek zal niet worden toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van (semi)overheidsinstanties;
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situatie bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Naast de in artikel 2.1 lid 1 aangeduide gevallen, zal het bestuursorgaan bij een aanvraag voor de in artikel 2.1 lid 2 genoemde beschikkingen ook overgaan tot een eigen onderzoek als:
Bovendien zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Landelijk Bureau Bibob.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen, indien:
bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een eigen onderzoek een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in Kollumerland c.a. een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in een eigen onderzoek verzoeken.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
In de Algemene Subsidieverordening Kollumerland c.a. (2011)is in artikel 9 de volgende weigeringsgrond opgenomen:
‘Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.’
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelen daartoe, zal het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-procedure deel kan uitmaken van de procedure.
In de overeenkomst kan een integriteitsclausule worden opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die één of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:
Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde in de betreffende overeenkomst opgenomen.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Het bestuursorgaan kan het eigen onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, in beginsel alleen uitvoeren bij overheidsopdrachten, die vallen binnen de sectoren milieu, informatiecommunicatietechnologie (ICT) en/of bouw en die, conform het vigerende aanbestedingsbeleid van de gemeente Kollumerland c.a., voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen, meervoudig onderhands dan wel openbaar moeten worden aanbesteed.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene de Bibob -vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob -vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30 tweede lid van de wet Bibob genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob -vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag hiervoor.
Alvorens het eigen onderzoek - naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet - wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet Bibob bestaat uit twee stappen:
Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van:
De Bibob-gronden vormen een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Het bevoegd gezag zal echter altijd eerst de bestaande weigerings- en intrekkingsgronden onderzoeken en zo mogelijk toepassen.
Wanneer het Bibob -vragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld, worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (met name die van artikel 4:5 van voornoemde wet) toegepast. Bij volharding zal de weigering of het toesturen van onvolledige informatie leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag.
Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van het bestuursorgaan worden versterkt vanuit het RIEC. Ook kan de gemeente desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC.
Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een “ernstig gevaar” als bedoeld in de wet Bibob, kan het de vergunning weigeren of intrekken.
Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevaagd indien:
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterste middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten en voorts alleen een advies kan vragen indien dit – gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten – evenredig is.
De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van de beschikking te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.
Bij een “mindere mate van gevaar” dat de (aangevraagde) beschikking wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de vergunning verbinden. Deze voorwaarden dienen Bibob-gerelateerd te zijn.
In geval een van het Bureau Bibob ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau Bibob in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet Bibob.
Het bestuursorgaan gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2013.
Indien het bestuursorgaan voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen conform de betreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen ontvangen vanaf de datum van inwerkingtreding en op de reeds verleende beschikkingen als bedoeld in art. 2.2 van deze beleidslijn.
Deze beleidslijn kan worden aangehaald als de ‘Bibob-beleidslijn gemeente Kollumerland c.a. (2017)’.