Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 22 augustus 2017, DOS-2017-0005047, PZH-2017-606797664 tot vaststelling van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur- en Landschap Zuid-Holland van 2013 (Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur- en Landschap Zuid-Holland 2013) (Prov. Blad 2017, 4016) |
Citeertitel | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur- en Landschap Zuid-Holland 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Natuur en Milieu |
Dit wijzigingbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
In afwijking van het eerste lid werkt onderdeel G artikel 1 terug tot en met 1 januari 2017.
Algemene subsidieverordening zuid-Holland, art. 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2018 | 01-01-2017 | wijziging van de artikelen 1, 2, 3, 5, 6, 6a, 7, 8, 9, 9a, 9b, 10, 11, 12, 14, 14b, 14c, 14d, 15, 16a, 17, 18, 19, 20. | 03-12-2018 | PZH-2018-671561113 | |
14-09-2017 | 01-01-2017 | 28-12-2018 | nieuwe regeling | 22-08-2017 | PZH-2017-606797664 DOS-2017-0005047 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 3 Rangschikking: volgorde van ontvangst
Indien een aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvolledig is en de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, wordt de aanvraag voor toepassing van het eerste lid geacht te zijn ontvangen op de dag waarop de eerste indiening heeft plaatsgevonden, plus het aantal dagen tussen de dag dat de aanvrager op grond van artikel 4:5 Awb op de hoogte is gesteld van de onvolledigheid van de aanvraag, en de dag waarop de aangevulde aanvraag door de Gedeputeerde Staten is ontvangen.
Als Gedeputeerde Staten een subsidieplafond hebben vastgesteld rangschikken zij per subsidieplafond volledige aanvragen met dezelfde ontvangstdatum door loting voor zover op die datum het subsidieplafond dreigt te worden overschreden. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst voor subsidie in aanmerking.
Als een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend door een gemachtigde gaat de aanvraag vergezeld van een bewijs van machtiging.
Artikel 5 uitsluitingen begunstigden
Een investeringssubsidie en een subsidie functieverandering wordt niet verstrekt aan:
1. Als voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt door Gedeputeerde Staten op grond van een andere regeling of door andere overheden, waardoor het totaal aan subsidie voor de betreffende activiteit meer bedraagt dan:
mag worden gegeven, wordt de subsidie op grond van deze regeling zoveel lager vastgesteld als noodzakelijk is om betaling boven de werkelijke kosten dan wel de hiervoor bedoelde maxima te voorkomen.
2.De aanvrager verklaart op het door of namens Gedeputeerde Staten vast te stellen aanvraagformulier óf en zo ja welke andere subsidies als bedoeld in het eerste lid hij voor de betreffende activiteit ontvangt en door wie die subsidies worden verstrekt.
Artikel 6b bewaren subsidiedocumenten
Een ontvanger van een subsidie bewaart alle documenten inzake een aan hem op grond van deze regeling verstrekte subsidie gedurende een periode van ten minste vijf jaar nadat de betreffende subsidie geheel is vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Investeringssubsidie natuur en landschap
Indien een in het eerste lid, onderdeel a, onder i. tot en met v., van het onderhavige artikel bedoelde titel, onderscheidenlijk een in het tweede lid van het onderhavige artikel bedoeld zakelijk of persoonlijk recht, is belast met of afgeleid van een ander recht, kan slechts een investeringssubsidie worden verstrekt voor zover dat andere recht geen afbreuk doet aan de mogelijkheid de inrichtingsmaatregelen uit te voeren.
de ambitiekaart door Gedeputeerde Staten is aangepast zodat de realisatie van het natuurbeheertype op dat natuurterrein in overeenstemming is met het natuurbeheerplan.
3.De onderdelen a tot en met c van het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien een aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, of het vierde lid van dat artikel wordt ingediend ten behoeve van een natuurterrein dat op de ambitiekaart is opgenomen onder de aanduiding N00 of N00.01.
1.Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid gaat vergezeld van een investeringsplan bestaande uit:
2. Indien dit nodig is voor de beoordeling van de aanvraag kunnen Gedeputeerde Staten de aanvrager om aanvullende informatie vragen.
3. Indien de aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 niet wordt ingediend door de eigenaar, gaat de aanvraag vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van de eigenaar en van de eventuele erfpachter.
4. Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie door een begunstigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder v, of een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, waar een hiervoor bedoelde begunstigde deel van uitmaakt, dient voor het betreffende natuurterrein tevens vergezeld te gaan van een overeenkomst met de Landinrichtingscommissie.
5. Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, vierde lid gaat vergezeld van:
één of meerdere elektronische kaarten met daarop de buitengrenzen van het natuurterrein of het landschapsbeheertype waarvoor de investeringssubsidie wordt aangevraagd. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan de in de eerste volzin bedoelde kaarten moeten voldoen.
6. In afwijking van het vijfde lid kan een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, vergezeld gaan van een opgave van de natuurterreinen, landschapselementen of natuurbeheertypes ten behoeve waarvan de gecertificeerde begunstigde binnen zijn areaal binnen het programma investeringen wil uitvoeren, alsmede de looptijd van het programma.
7. Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d, verstrekt de subsidieaanvrager gegevens en bescheiden bij de aanvraag die het stimulerend effect van de subsidie aantonen.
Artikel 11 subsidievoorwaarden
de betreffende maatregelen in het investeringsplan, onderscheidenlijk het programma van éénmalige investeringen, dragen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten bij aan de realisatie van het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel;
Onverminderd het eerste lid kan een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 slechts worden verleend indien de aanvrager schriftelijk verklaart ten minste zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen, bedoeld in het eerste lid, beheer gericht op de instandhouding van het natuurbeheertype of het landschapsbeheertype, te blijven voeren. Deze verplichting vervalt voor zover hij voor die instandhouding onderscheidenlijk uitvoering een corresponderende subsidie op grond van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 heeft aangevraagd en ontvangt. De subsidieaanvraag op basis van de voornoemde regeling wordt ingediend in de eerstvolgende openstellingsperiode na het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 14c.
Indien een subsidieontvanger subsidie ontvangt op grond van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, en de beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken omdat de subsidieontvanger toerekenbaar niet voldaan heeft aan de subsidieverplichtingen, dan is voor de resterende periode de in het tweede lid, eerste volzin, bedoelde instandhoudings- respectievelijk uitvoeringsplicht weer van toepassing tot de termijn van zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen is verstreken.
Artikel 12 subsidieverplichtingen
Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, wordt verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van één maand na bekendmaking van de subsidieverlening de bij de subsidieverlening behorende uitvoeringsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht en die onderdeel uitmaakt van deze beschikking, wordt gesloten.
Indien een aanvraag is gedaan conform artikel 10, zesde lid, maken Gedeputeerde Staten en de subsidieontvanger in de overeenkomst als bedoeld in het tweede lid afspraken over de wijze waarop gedurende de looptijd van het programma een invulling wordt gegeven aan een specificatie van de onderdelen genoemd in artikel 10, vijfde lid.
Artikel 14a beschikking tot subsidieverlening
Een beschikking tot verlening van een investeringssubsidie vermeldt in elk geval:
Artikel 14c subsidievaststelling
In aanvulling op artikel 42 van de Asv wordt als volg bepaald:
De aanvraag gaat in elk geval vergezeld van een verklaring dat de inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd conform het goedgekeurde investeringsplan onderscheidenlijk het goedgekeurde programma van éénmalige investeringen, alsmede van een overzicht van de gemaakte kosten en de betalingsbewijzen daarvan, voor zover dat overzicht en die kosten niet reeds gemaakt zijn op grond van een aanvraag als bedoeld in artikel 14b.
Indien een begunstigde van een investeringssubsidie, gedurende de periode waarvoor die subsidie is verleend, het betreffende natuurterrein dan wel de betreffende landbouwgrond overdraagt aan een derde, en hij daardoor niet langer in staat is de investeringsmaatregelen te realiseren, kan de betreffende subsidieverlening worden gewijzigd in een subsidieverlening aan die derde, mits:
Uiterlijk zes weken ná het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dient de begunstigde een overzicht in van de door hem vóór de overdracht gemaakte subsidiabele kosten, alsmede de betalingsbewijzen daarvan, voor zover deze betrekking hebben op het overgedragen natuurterrein dan wel de overgedragen landbouwgrond.
Indien er sprake is van een gedeeltelijke overdracht van het natuurterrein dan wel de landbouwgrond, honoreren Gedeputeerde Staten een verzoek als bedoeld in het eerste lid slechts voor zover de investeringsmaatregelen die op zowel het overgedragen deel als het resterende deel worden uitgevoerd elk afzonderlijk leiden tot de realisatie van een beheertype.
Hoofdstuk 4 Subsidie functieverandering
Artikel 15 grondslag subsidie functieverandering
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de waardedaling van grond ten gevolge van:
Een subsidie functieverandering kan worden verstrekt aan eigenaren van landbouwgrond, met uitzondering van:
Een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 wordt niet verstrekt voor zover op de landbouwgrond nog verplichtingen rusten op grond van:
Artikel 19 Subsidieverplichtingen
De subsidie functieverandering wordt verstrekt onder de voorwaarde dat:
binnen een termijn van één jaar na de datum van verzending of uitreiking van de beschikking tot subsidieverstrekking een overeenkomst tussen de begunstigde en de provincie Zuid/Holland tot stand komt waarin is opgenomen:
de kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek van de eigenaar van de grond de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapsbeheertype en de daaropvolgende instandhouding daarvan op de desbetreffende grond in gevaar brengt of verstoort;
Artikel 20 vaststelling subsidie functieverandering
De waarde van de landbouwgrond als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op basis van een taxatie uitgevoerd door een beëdigd taxateur landelijk gebied. Bij deze taxatie wordt uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming en wordt als peildatum gehanteerd de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ontvangen. Indien de aanvraag onvolledig of onjuist is wordt als peildatum aangehouden de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gecompleteerd.
Bijlage behorende bij de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur- en Landschap Zuid-Holland 2013
De subsidie voor kwaliteitsimpulsen is geregeld in de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL). is bedoeld voor het omzetten van landbouwgrond in natuur, het inrichten van nieuwe natuurgebieden of voor een kwaliteitsimpuls van bestaande natuur- en landschapstypen. Om subsidie te kunnen verstrekken voor nieuwe verplichtingen per 2014 hebben Provinciale Staten op 6 november 2013 de hoofdsubsidieplafonds vastgesteld. GS hebben op basis daarvan deelsubsidieplafonds, tarieven en aanvraagperioden vastgesteld, deze zijn opgenomen in het Openstellingsbesluit Subsidiestelstel Natuur en Landschap (SNL) 2014 waarvan SKNL deel van uit maakt.
De ambitiekaart vormt de basis voor de subsidiëring van kwaliteitsimpulsen op grond van de SKNL. Deze kaart geeft aan welk natuur- of beheertype voor een gebied wordt beoogd. Indien het volgens de ambitiekaart gewenste type niet overeenkomt met het aangegeven type volgens de beheertypekaart, kan de SKNL worden gebruikt voor een kwaliteitsimpuls. Dit kan zowel voor natuur als voor agrarische natuur. De investeringssubsidie kan gericht zijn op: a. verbetering van de natuurkwaliteit in een bestaand natuurterrein waarbij het beheertype niet verandert; b. inrichting van een bestaand natuurterrein waarbij van het aanwezige beheertype wordt overgestapt op het gewenste beheertype; c. inrichting van landbouwgrond naar natuurterrein.
Jaarlijks worden in IPO-verband voorstellen gedaan om de subsidieregelingen te verbeteren en aan te passen. In de vergadering van Provinciale Staten van 14 december 2016 zijn een aantal technische wijzigingen in de SKNL vastgesteld. Een van de wijzigingen die vastgesteld zijn, was het schrappen van de datum waarop de subsidieregelingen zouden vervallen.
Helaas heeft de publicatie van dit besluit plaatsgevonden na de datum dat de SKNL zou vervallen. Zodoende is deze regeling van rechtswege vervallen, voordat de wijzigingen van kracht werden. De SKNL is om die reden opnieuw vastgesteld.
De vervallen subsidieregeling kon destijds niet onder de toenmalige Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv) worden gebracht en is als eigenstandige subsidieregeling door Provinciale Staten vastgesteld.
Door deze subsidieregeling nu onder de Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv) vast te stellen, zijn Gedeputeerde Staten hiertoe bevoegd. Door de SKNL nu onder de Asv door Gedeputeerde Staten vast te stellen, behoort de situatie dat Provinciale Staten zelfs kleine technische wijzigingen in de subsidieregelingen moeten vaststellen, tot het verleden. De wettelijke grondslag voor de SKNL is daardoor gewijzigd van Provinciewet naar de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013. De subsidieregeling verschilt inhoudelijk niet ten opzichte van de reeds van rechtswege vervallen versie.