Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling
De raad stelt een auditcommissie accountantscontrole in, zoals bedoeld
in artikel 84 Gemeentewet, betreffende de instelling van ‘andere’
commissies.
Artikel 3 Taken van de auditcommissie
De auditcommissie heeft de volgende taken:
- 1.
Het onderhouden van de contacten met de door de raad aangewezen
accountant;
- 2.
Het coördineren van de financiële onderzoeken en
accountantscontrole;
- 3.
Het adviseren van zowel de raad als de door de raad aangewezen
accountant betreffende specifieke onderwerpen van de
accountantscontrole;
- 4.
Het aansturen van de door de raad gewenste ontwikkelingen met
betrekking tot de aard, omvang, werkwijze en inhoud van de
accountantscontrole, binnen de daarvoor geldende wettelijke
bepalingen.
Artikel 4 Samenstelling auditcommissie
- 1.
De auditcommissie bestaat uit maximaal vier raadsleden, maximaal
één commissielid per fractie, tenzij de raad anders
beslist.
- 2.
De commissieleden worden door de raad benoemd.
- 3.
Bij verhindering of afwezigheid kan een commissielid zich laten
vervangen door
een ander raadslid.
Artikel 5 Voorzitter
- 1.
De commissie wijst uit haar midden één van de commissieleden,
bedoeld in het eerste lid van artikel 4, als voorzitter aan,
voor de duur van een jaar. Daarna wordt een van de andere leden
aangewezen als voorzitter, zodat het voorzitterschap jaarlijks
rouleert.
- 2.
De voorzitter draagt zorg voor bijeenroepen van de vergaderingen
van de auditcommissie, het leiden van de vergaderingen, het doen
naleven van deze verordening en voor al hetgeen deze verordening
hem opdraagt;
- 3.
De auditcommissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend
voorzitter aan, die
de vergadering voorzit bij verhindering of afwezigheid van de
voorzitter;
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
- 1.
De zittingsperiode van een commissielid, de voorzitter en hun
plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de
zittingsperiode van de raad.
- 2.
De raad kan de voorzitter, dan wel een ander commissielid,
ontslaan.
- 3.
Een commissielid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te
allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling
aan de raad. Het ontslag gaat in zodra er een ander commissielid is
benoemd.
Artikel 7 Ondersteuning
- 1.
De auditcommissie wordt secretarieel ondersteund vanuit de griffie,
onder toezicht en aansturing van de voorzitter/griffier.
- 2.
De griffier, of diens plaatsvervanger, is in principe bij elke
vergadering aanwezig.
Hoofdstuk 3 De aanwezigheid van adviseurs
Artikel 8 Adviseurs
De voorzitter kan besluiten één of meerdere adviseur(s) uit te nodigen
de vergaderingen van de auditcommissie bij te wonen, hetzij op voorstel
van de auditcommissie, hetzij op verzoek van de betreffende adviseur,
hetzij op voorstel van de gemeentelijke accountant.
Hoofdstuk 4 Vergaderingen
Artikel 9 Vergaderfrequentie / quorum
- 1.
De auditcommissie stelt de frequentie van de vergaderingen vast,
alsmede de dagen waarop wordt vergaderd.
- 2.
De auditcommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig
oordeelt, dan wel hiertoe een verzoek wordt ingediend door een
commissielid of door een adviseur.
- 3.
De voorzitter kan, in bijzondere gevallen, een andere dag c.q.
aanvangsuur bepalen waarop de vergadering zal plaatsvinden, alsmede
een andere vergaderplaats aanwijzen.
- 4.
De vergadering van de auditcommissie zal slechts doorgang vinden
indien ten minste de helft van de door de raad benoemde leden
aanwezig is.
Artikel 10 Niet openbaar
- 1.
De vergaderingen en de verslagleggingen van de auditcommissie zijn
niet openbaar, overeenkomstig artikel 84, derde lid van de
Gemeentewet, tenzij de auditcommissie anders beslist.
- 2.
Artikel 86 van de Gemeentewet, betreffende bepalingen inzake
geheimhouding, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11 Inlichtingen
De auditcommissie zal de raad en het college periodiek inlichtingen
verstrekken aangaande haar werkzaamheden en in ieder geval wanneer en zo
vaak de raad of het college dit wenselijk acht.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening op de
auditcommissie gemeente Baarn.