Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

RUIMTE EN ECONOMIE - Mandaatbesluit directeur RVE Wonen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRUIMTE EN ECONOMIE - Mandaatbesluit directeur RVE Wonen
CiteertitelRUIMTE EN ECONOMIE - Mandaatbesluit directeur RVE Wonen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmandaten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit besluit geldt tot het moment dat dit mandaat in het Bevoegdhedenregister is ondergebracht.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, titel 10.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-201602-01-2016nieuwe regeling

12-04-2016

Gemeenteblad 2016, 63605

-

Tekst van de regeling

Intitulé

RUIMTE EN ECONOMIE - Mandaatbesluit directeur RVE Wonen

 

 

Inhoud

Afdeling 3B

Nummer 96

Publicatiedatum 10 mei 2016

Onderwerp

Mandaatbesluit directeur RVE Wonen

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 12 april 2016 hebben besloten:

I Te mandateren aan de directeur van de rve Wonen de volgende bevoegdheden op grond van onderstaande gewijzigde regelgeving:

Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet 2014,

Huisvestingsverordening Amsterdam 2016

Vergunningen en urgentieverklaringen

a. Het nemen van besluiten op aanvragen voor een huisvestingvergunning als bedoeld onder artikel 1 onder n van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (artikel 2.2.6, 2.2.7, 2.2.8, 2.3.2 en 2.4.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

b. Het verlenen van ondermandaat aan eigenaren voor het nemen van besluiten op een aanvraag voor een huisvestingsvergunning (artikel 19 van de Huisvestingswet).

c. Het nemen van besluiten op aanvragen voor een urgentieverklaring als bedoeld onder lid 1 onder ll en 00 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (paragraaf 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

d. Het nemen van besluiten omtrent het aanwijzen van complexen en het vaststellen van een peildatum als bedoeld respectievelijk onder artikel 1 onder f en cc van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (artikel 2.6.8, tweede lid van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

e. Het nemen van besluiten inzake het verlengen, vervallen of intrekken van de onder a tot en met d bedoelde vergunningen en verklaringen.

Standplaatsen woonwagens

f. Het bijhouden van een inschrijvingsregister van standplaatszoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

g. Het verstrekken van een bewijs van inschrijving aan woningzoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.3, vierde lid van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

h. Het toewijzen van een woonwagenstandplaats met inachtneming van de volgordebepaling (artikel 2.7.5 Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

i. Het nemen van besluiten inzake het verlenen van een huisvestingsvergunning voor het betrekken van een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.5 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

j. Het nemen van besluiten inzake het verlenen, vervallen of intrekken van de onder g tot en met bedoelde bewijzen van inschrijving of vergunningen.

Diversen

k. Het nemen van besluiten inzake vruchteloze aanbieding (artikel 17 van de Huisvestingswet 2014).

l. Het aanwijzen van woonruimten die uitsluitend of met voorrang zullen worden toegewezen aan specifieke woningzoekenden (artikel 2.2.4 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016) alsmede het verrichten van de daartoe noodzakelijke (voorbereidende) handelingen.

m. Het nemen van besluiten omtrent het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 2.6.11 en 4.3.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

n. Het erkennen van een woonruimte als studentenwoning (artikel 1 onder jj van de Huisvestingsverordening 2016).

Handhaving

o. Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 4.2.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 wegens overtreding van artikel 8 en 21 en 24van de Huisvestingswet 2014).

II. Te mandateren aan de directeur van de rve Wonen de volgende bevoegdheden op grond van onderstaande gewijzigde regelgeving:

Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en Woningwet

Het kenbaar maken van een zienswijze ten behoeve van goedkeuring of beslissing door de bevoegde minister over:

a. het aangaan van verbindingen (artikel 8, eerste lid aanhef en onder b, BTIV).

b. vervreemding van een woongelegenheid, een gebouw of een andere onroerende zaak, of vestiging van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een onroerende zaak of van overdracht van de economisch eigendom ervan (artikel 25, tweede lid, BTIV).

c. het voornemen feitelijk werkzaam te zijn in een gemeente in de directe nabijheid van Nederland (artikel 34, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

d. het verzoek van twee of meer aan elkaar grenzende gemeenten in Nederland om de in een of meer van die gemeenten feitelijk werkzame toegelaten instellingen en samenwerkingsvennootschappen in al die gemeenten feitelijk werkzaam te laten zijn (artikel 35, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

e. het verzoek een lager percentage te bepalen dan het percentage, genoemd in artikel 48,het eerste lid, van de Woningwet (artikel 60, tweede lid, BTIV).

f. de voorgenomen administratieve scheiding (artikel 73, eerste lid, BTIV).

g. het verzoek dat werkzaamheden als genoemd en bedoeld in het bepaalde bij en krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van de Woningwet ten aanzien van een toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschap niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang (artikel 80, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

h. de voorgenomen juridische scheiding (artikel 84, eerste lid, BTIV).

i. de voorgenomen fusie (artikel 95, eerste lid, aanhef en onder b, BTIV).

j. de voorgenomen splitsing (artikel 100, tweede lid, BTIV).

k. het projectplan voor de aanvraag van subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden (artikel 113, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

l. het toelaten als instellingen, uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam (artikel 19, tweede lid, Woningwet).

m. de voor 1 juli ingediende jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag over het aan die datum voorafgaande kalenderjaar (artikel 38, derde lid, Woningwet).

n. het verstrekken van een verklaring van geen bezwaar (artikel 41, eerste lid, Woningwet).

o. het bezwaar van een andere gemeente tegen het feitelijk aldaar werkzaam zijn door de toegelaten instelling (artikel 41, vijfde lid, Woningwet).

p. het geven van een aanwijzing in het belang van de volkshuisvesting (artikel 61d, vierde lid, Woningwet).

III. Te mandateren aan de directeur van de rve Wonen de volgende bevoegdheden op grond van onderstaande gewijzigde regelgeving:

Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013

a. het nemen van beslissingen tot handhaving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

b. het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

IV. Te mandateren aan de directeur van de rve Wonen de volgende bevoegdheden

Het beheren van woonwagenlocaties, standplaatsen en woonwagens en het beslissen over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen daarvoor.

V. Dat dit besluit in werking treedt na bekendmaking en terug werkt tot 1 januari 2016 en geldt tot het moment dat dit mandaat is ondergebracht in het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

VI. Dat dit besluit zal worden bekendgemaakt in het Gemeenteblad.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

A.H.P. Van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester