Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Amsterdam

RIUMTE EN ECONOMIE - Ondermandaat, volmacht en machtiging RVE Wonen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Amsterdam
Officiële naam regelingRIUMTE EN ECONOMIE - Ondermandaat, volmacht en machtiging RVE Wonen
CiteertitelRUIMTE EN ECONOMIE - Ondermandaat, volmacht en machtiging RVE Wonen
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpAmbtelijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, Titel 10.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-07-201623-02-2017nieuwe regeling

19-07-2016

Gemeenteblad 2016, 104336

-

Tekst van de regeling

Besluit: ondermandaat, volmacht en machtiging Wonen (3B, 2016, 163)

Afdeling 3B

Nummer 163

Publicatiedatum 26 juli 2016

Onderwerp

Besluit: ondermandaat, volmacht en machtiging Wonen

Gelet op:

de Gemeentewet;

het Burgerlijk Wetboek;

de Algemene wet bestuursrecht;

het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam van 16 december 2014 waarbij het college van burgemeester en wethouders algemene bevoegdheden heeft gemandateerd aan de gemeentesecretaris welke door de gemeentesecretaris zijn ondergemandateerd aan RVE-managers alsmede bijzondere bevoegdheden die rechtstreeks door het college aan de RVE-manager Wonen zijn gemandateerd;

Het Ondermandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit RVE Wonen wordt vastgesteld als volgt:

Inhoud

Artikel 1 Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging overige functionarissen

De RVE-manager Wonen verleent ondermandaat/machtiging aan de hieronder genoemde functionarissen voor de hierna te noemen bevoegdheden op grond van de in de aanhef genoemde besluiten en wet- en regelgeving en voor zover passend bij de functie van de betrokken functionaris:

Algemene bevoegdheden

A. Gemeentewet

1. Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits

a. zij geen betrekking hebben op:

- de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

- het lenen of uitlenen van geld;

- borgstelling of garantstelling voor schulden van derden; en

b. de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2, het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitsbeleid.

2. Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

3. De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

4. Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

Gemandateerden, gevolmachtigden of gemachtigden: Afdelingshoofden

B. Algemene wet bestuursrecht

a. Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

b. Het beslissen dat een aanvrager of derde-belanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

c. Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

d. In het geval van niet tijdig beslissen de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vaststellen (art. 4:18 Awb).

e. Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

f. Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

g. Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

h. Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

i. Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

j. Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

k. Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

l. Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

m. Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (art. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

n. Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

o. Het aanwijzen van toezichthouders en het afgeven van legitimatiebewijzen (art. 5:11 en 5:12 Awb).

p. Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gemandateerden: plaatsvervangend RVE-manager

C. Wet Openbaarheid Bestuur (Wob)

a. het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

b. het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

D. Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

a. Het doen van een melding van het voornemen een verwerking te starten (art.27 Wbp).

b. Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt (art. 35 Wbp).

c. Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan (art. 36 Wbp).

d. Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover (art. 38 Wbp).

e. Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens (art. 40 Wbp).

f. Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie (art. 41 Wbp).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

E. Vergunningverlening

1. Onder het nemen van besluiten op een aanvraag voor een vergunning, ontheffing of andere beschikking wordt ook het weigeren, wijzigen of intrekken verstaan.

2. Onder het stellen van voorschriften, voorwaarden of beperkingen wordt ook het aanvullen, toevoegen, intrekken of opheffen hiervan verstaan.

3. Het nemen van besluiten als bedoeld onder 1 omvat tevens de bevoegdheid tot het heffen en innen van leges.

Gemandateerden: Afdelingshoofden

F. Subsidieverstrekking

4. De bevoegdheden tot het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Amsterdam en de bijzondere subsidieverordeningen of subsidieregelingen die behoren tot het werkterrein van de RVE.

5. Onder het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie wordt zowel het verlenen als het vaststellen van subsidie verstaan alsmede het weigeren, wijzigen of intrekken verstaan als mede het opleggen van verplichtingen en voorts de uitvoering van al die bepalingen in genoemde regelingen die zien op de verstrekking van subsidies.

6. Uitgezonderd hiervan zijn:

- de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels.

- het vaststellen van subsidieplafonds.

- het vaststellen van formulieren voor het indienen van een aanvraag om subsidie.

- de handelingen die, voor wat betreft de afhandeling van subsidieaanvragen, behoren tot het werkterrein van de RVE Subsidie en Inkoop

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

G. Handhaving

7. Taken op het gebied van handhaving die voortvloeien uit de uitvoering van specifieke regelgeving omvatten:

- het nemen van besluiten inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

- het vaststellen van de hoogte van de kosten van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25, zesde lid van de Awb.

- het nemen van besluiten inzake het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31a van de Awb.

-het nemen van besluiten inzake het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:31d van de Awb.

-het nemen van besluiten omtrent het invorderen van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb.

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

-het nemen van besluiten omtrent het invorderen van een dwangsom, bestuurlijke boete of kosten van bestuursdwang bij dwangbevel als bedoeld in artikel 5:10, tweede lid van de Awb.

-het nemen van besluiten omtrent het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van de hierboven bedoelde dwangbevelen.

Gemandateerd: plaatsvervangend RVE-manager

Bijzondere bevoegdheden

H. Bijzondere subsidieverordeningen

a. Het nemen van besluiten over subsidies op grond van de:

1. Bijzondere subsidieverordening stedelijke vernieuwing.

2. Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw marktsector.

3. Bijzondere subsidieverordening verbetering energie-index.

b. Het aanvaarden van subsidie van het Rijk op voet van het Besluit geldelijke steun volkshuisvesting, alsmede het beschikken en uitbetalen ingevolge de navolgende regelingen en aanvullingen daarop:

1.De Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 en daaraan voorafgaande rijksregelingen.

2. De Regeling geldelijke steun particuliere huurwoningen 1985.

3. De Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 en daaraan voorafgaande rijksregelingen.

4. Het Startbesluit BWS 1992, Met inachtneming van de terzake geldende raadsbesluiten betreffende gesubsidieerde nieuwbouw dan wel woningverbetering;

c. Het nemen van beslissingen met betrekking tot het verstrekken van subsidies aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het College ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.

d. Het nemen van beslissingen tot het éénmalig verdagen van de beslistermijn, gehele of gedeeltelijke intrekking, wijziging, beëindiging en terugvordering van geldelijke steun / subsidie in het kader van de onder b genoemde regelingen, de Raamraadsbesluiten nieuwbouw en verbetering 1992 tot en met 1999 en het Subsidiebesluit nieuwbouw en verbetering 2000, indien sprake is van het niet nakomen van voorwaarden of bepalingen van een regeling dan wel besluit of indien een regeling dan wel besluit gehele of gedeeltelijke intrekking voorschrijft.

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

I. Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet, Huisvestingsverordening Amsterdam 2016

Gemandateerd aan de RVE-directeur Wonen worden de volgende bevoegdheden op grond van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016:

Vergunningen en urgentieverklaringen

Het nemen van besluiten op aanvragen voor een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 1 onder n van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (artikel 2.2.6, 2.2.7, 2.2.8, 2.3.2 en 2.4.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

Het verlenen van ondermandaat aan eigenaren voor het nemen van besluiten op een aanvraag voor een huisvestingsvergunning (artikel 19 van de Huisvestingswet).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

Het nemen van besluiten op aanvragen voor een urgentieverklaring als bedoeld onder ll en OO van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (paragraaf 6 van de van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing en medewerkers indicatie en coördinator doelgroepen

Het nemen van besluiten omtrent het aanwijzen van complexen en het vaststellen van een peildatum als bedoeld in respectievelijk artikel 1 onder f en 1 onder cc van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (artikel 2.6.8, tweede lid van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

Het nemen van besluiten inzake het verlengen, vervallen of intrekken van de onder a tot en met d bedoelde vergunningen en verklaringen.

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing of Hoofd Toezicht & Handhaving

Standplaatsen woonwagens

Het bijhouden van een inschrijvingsregister van standplaatszoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.3 van de Huisvestingsverordening 2016).

Het verstrekken van een bewijs van inschrijving aan woningzoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.3., vierde lid van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Het toewijzen van een woonwagenstandplaats met inachtneming van de volgorde- bepaling (artikel 2.7.5. van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Het nemen van besluiten inzake het verlenen van een huisvestingsvergunning voor het betrekken van een woonwagenstandplaats (artikel 2.7.5. van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, Adviseur Woonwagenzaken of medewerker administratie Woonwagenzaken

Het nemen van besluiten inzake het verlenen, vervallen of intrekken van de onder g tot en met i bedoelde bewijzen van inschrijvingen of vergunningen.

Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, Adviseur Woonwagenzaken of medewerker administratie Woonwagenzaken

Diversen

Het nemen van besluiten inzake vruchteloze aanbieding (artikel 17 van de Huisvestingswet).

Het verrichten van voorbereidingshandelingen en het aanwijzen van woonruimte die uitsluitend of met voorrang zullen worden toegewezen aan specifieke woningzoekenden (artikel 2.2.4 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

Het nemen van besluiten omtrent het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 2.6.11 en artikel 4.3.2. van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, Hoofd Toezicht & Handhaving of Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing

Het erkennen van een woonruimte als studentenwoning (artikel 1 onder jj van de Huisvestingsverordening 2016).

Gemandateerden: Hoofd Advies & Strategie, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

Handhaving

Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 4.2.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 wegens overtreding van artikel 8, 21 en 24 van de Huisvestingswet 2014).

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

C. Leegstandwet en Leegstandverordening

a. Het nemen van een leegstandsbeschikking (artikel 4, tweede lid van de Leegstandwet).

b. Het nemen van een besluit omtrent het voordragen van een gebruiker (artikel 5 van de Leegstandwet).

c. Het nemen van besluiten op aanvragen om een vergunning voor tijdelijke verhuur (artikel 15 van als bedoeld in de Leegstandwet).

d. Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 6 van de Leegstandsverordening wegens overtreding van de artikel 3, eerste lid en 7, derde lid van de Leegstandwet).

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

D. Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993

a. Het wijzigen, intrekken, gedeeltelijk intrekken van verleende geldelijke steun, eventueel gekoppeld aan terugvorderen van reeds betaalde geldelijke steun bij het niet voldoen aan gestelde voorwaarden, onjuiste gegevens (artikel 39 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

b. Het beëindigen van uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale huurwoning en het opnieuw vaststellen van geldelijke steun bij eigendomsoverdracht (artikel 50 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

c. Het bepalen dat bij vertrek van de begunstigde de achterblijvende partner, mede-eigenaar als begunstigde wordt aangemerkt (artikel 54, derde lid van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

d. Het beëindigen van geldelijke steun aan koper en/of het opnieuw vaststellen bij eigendomsoverdracht of inkomenswijzigingen (artikel 61 en 62 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

e. Het opvragen van nadere gegevens in verband met het opnieuw vaststellen van geldelijke steun (artikel 63 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

f. Het opnieuw vaststellen van geldelijke steun koper bij inkomensdaling (artikel 65 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

g. Het beëindigen van geldelijke steun en het opnieuw vaststellen van geldelijke steun bij eigendomsoverdracht van een sociale huurwoning of aangekochte huurwoningen, waaraan ingrijpende voorzieningen zijn getroffen (artikel 73 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

h. Het terugvorderen van geldelijke steun bij overtreding beheersbepalingen (artikel 89 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

i. Het toepassen van de algemene hardheidsclausule (artikel 125 van de Amsterdamse Verordening woninggebonden subsidies 1993).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

E. Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995

a. Het binnen twee weken bevestigen van de ontvangst van de aanvraag aan betrokkenen (artikel 25 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

b. Het afwijzen of aanhouden van een aanvraag (artikel 27 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

c. Het binnen vier weken nemen van een besluit tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie (artikel 37, eerste lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

d. Het weigeren van vaststelling en uitbetaling van de subsidie op grond van gebreken aan de gereedmelding (artikel 37, tweede lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

e. Het maximaal vier weken verdagen van het onder artikel 37, eerste lid bedoelde besluit voor zover de controle op juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft (artikel 37, derde lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

f. Het melden van het verdagingsbesluit aan het College van Burgemeester en Wethouders of het dagelijks bestuur van de bestuurscommissies (artikel 37, vierde lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

g. Het vaststellen van de hoogte van de subsidie (artikel 38 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

h. Het geheel of gedeeltelijk intrekken van een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie (artikel 40, eerste, tweede en derde lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

i. Het intrekken van het besluit tot het verlenen van subsidie bij niet doorgaan van de bouwwerkzaamheden (artikel 40, vierde lid van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

j. Het in geval van verkoop van de woning geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een reeds uitbetaalde subsidie in de vorm van bereikbaarheidstoeslag voor een koopwoning in de sociale sector (artikel 41 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

k. Het verlenen van ontheffing van de termijnen met betrekking tot start werkzaamheden en indiening gereedmelding, alsmede het aangeven van nieuwe termijnen (artikel 44 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

l. Het verlenen van geldelijke steun voor het bouwen van een sociale huurwoning, een sociale koopwoning, een huurstandplaats, een huurwoonwagen, een koopstandplaats, een koopwoonwagen, een middeldure huurwoning, een middeldure koopwoning en voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een sociale huurwoning, aan een aangekochte woning of aan een particuliere huurwoning (artikel 46, 52, 64, 69, 73, 77, 84, 88, 96 en 103 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

m. Het intrekken van de verleende of vastgestelde subsidie indien vóór uitbetaling van de subsidie wordt geconstateerd dat er niet langer sprake is van bewoning door een rechthebbende van een sociale koopwoning, een koopwoonwagen of een middeldure koopwoning, dan wel dat eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden artikel 63, 83 en 95 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

n. Het verlenen van ontheffing van met name in de verordening genoemde indieningsbescheiden die vereist zijn bij het indienen van een aanvraag om subsidie ten behoeve van ingrijpende voorzieningen aan een aangekochte woning alsmede het verlenen van ontheffing van de termijn die t.a.v. dit soort woningen geldt voor vordering dan wel start werkzaamheden (artikel 97 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

o. Het vaststellen van aanvullende gegevens die door de aanvrager binnen één jaar na de verlening van de subsidie verstrekt moeten worden in geval van ingrijpende voorzieningen aan een aangekochte woning (artikel 98 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

p. Het verlenen van subsidie met behulp van budgetten die gebaseerd zijn op artikel 33 van het Besluit, onder het opnemen van voorwaarden in de beschikking die zoveel als mogelijk overeenkomen met de voorwaarden die zijn opgenomen in de verordening (artikel 117 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

q. Het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 120 van de Verordening Woninggebonden Subsidies van het Regionaal Orgaan Amsterdam 1995).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

F. Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek

a. Het in bijzondere omstandigheden aanmerken van een bij een nieuwbouwwoning behorende parkeervoorziening als onderdeel van een nieuwbouwwoning (artikel 2, eerste lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

b. Het toestaan dat, indien sprake is van bijzondere omstandigheden, een eigenaar-bewoner opnieuw in aanmerking kan komen voor een AMH, indien aan die eigenaar-bewoner reeds eerder een AMH is verleend (artikel 2, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

c. Het verlenen van geldelijke steun aan een eigenaar-bewoner gedurende de looptijd van een hypothecaire lening (artikel 4 van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

d. Het akkoord gaan met een andere bescherming van de koper dan een garantiecertificaat (artikel 2, eerste lid, onder c van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

e. Het akkoord gaan met wijzigen leningvorm die geen nadeel of risico voor de gemeente inhoudt of kan inhouden (artikel 8, derde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

f. Het voorzien in interpretatie, wijziging of vervanging van de bij de verordening behorende bijlage 1 (bepaling toetsinkomen), met inachtneming van het doel en de strekking van de uitgangspunten voor de bepaling van het toetsinkomen en voor zover de Nationale Hypotheek- garantie tot vervanging van haar lijst met inkomenscomponenten overgaat (artikel 9, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

g. Het verzoeken aan eigenaar-bewoners om levering van inlichtingen en bewijsstukken ten behoeve van controle toetsinkomen (artikel 9, derde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

h. Het treffen van een regeling ter beëindiging van de geldelijke steun met de financier indien de bewoning wordt beëindigd (artikel 12, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

i. Het intrekken van geldelijke steun en terugvordering van een verstrekte lening indien deze op onjuiste of onvolledige gegevens is verstrekt dan wel indien er sprake is van nalatigheid inlichtingen en/of bewijsstukken te verstrekken (artikel 12, vierde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

j. Het vaststellen model-aanvraagformulier (artikel 14 eerste lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

k. Het bepalen welke overige bescheiden nodig zijn voor de vaststelling van de geldelijke steun (artikel 16, eerste lid, onder c van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

l. Het verlenen van geldelijke steun aan een eigenaar-bewoner na hernieuwde vaststelling (artikel 16, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

G. Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht

a. Het verlenen van subsidie i.v.m. verhoging erfpacht (artikel 3 van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

b. Het vaststellen aanvraagformulier (artikel 8, eerste lid van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

c. Het verlenen van uitstel van indiening aanvraagformulier (artikel 8, tweede lid van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

d. Het opschorten van de betaling van subsidie bij redelijk vermoeden dat subsidie geheel of gedeeltelijk ten onrechte is toegekend (artikel 10, eerste lid van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

e. Het herzien van de toegekende subsidie (artikel 10, tweede lid van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

f. Het in voorkomende gevallen terugvorderen subsidie (artikel 10, derde lid van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

g. Het stellen van nadere regels omtrent de uitvoering van de regeling, zoals ten aanzien van de aanvraagprocedure en de uitbetaling (artikel 11 van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

h. Het nemen van beslissingen ter uitvoering van de Beleidsregel (artikel 5.6a van de Beleidsregel in het kader van de Subsidieregeling in verband met verhoging erfpacht).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

H. Verordening VROM Starterslening Amsterdam

a. Het toekennen van een VROM Starterslening (artikel 4, eerste lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

b. Het vaststellen van de hoogte van de Starterslening (artikel 4, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

c. Het toetsen of het huishouden voldoet aan de in artikel 6 opgenomen criteria (artikel 7, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

d. Het aan de aanvrager meedelen van de beslissing (artikel 7, vierde lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

e. Het geheel of gedeeltelijk intrekken van een besluit tot toekenning van een VROM Starterslening als niet voldaan is aan de bij of krachtens de verordening gestelde voorschriften of bepalingen (artikel 8, eerste lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

f. Het intrekken van een besluit tot toekenning als de koopovereenkomst wordt ontbonden (artikel 8, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

g. Het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 10 van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

I. Verordening Energieleningen Amsterdam 2012

a. Het beslissen op een aanvraag voor een energielening voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen (artikel 4, 7, 8 en 9 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

b. Het wijzigen van de "Duurzaam Bouwen Lijst Amsterdam" (artikel 5, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

c. Het beslissen over het afwijken van de isolatiewaarden genoemd onder 1 van bijlage 1 (artikel 5, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

d. Het vaststellen van het toepasselijke rentepercentage (artikel 14, onder a van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

e. Het beslissen over het verlengen van de onder e. en f. genoemde termijnen (artikel 14, onder g van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

f. Het beslissen over het geheel of gedeeltelijk intrekken van de toegekende energielening (artikel 16 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

g. Het vaststellen van nadere regels voor de uitvoering (artikel 17, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

h. Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 1, onder a, genoemde maximum aantal huurwoningen (artikel 17, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

i. Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 2, lid 2 genoemde doelgroepen (artikel 17, derde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

j. Het beslissen over het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 18 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

J.Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 en Woningwet

Het kenbaar maken van een zienswijze ten behoeve van goedkeuring of beslissing door de bevoegde minister over:

Het aangaan van verbindingen (artikel 8, eerste lid aanhef en onder b, BTIV)

Vervreemding van een woongelegenheid, een gebouw of een andere onroerende zaak, of vestiging van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een onroerende zaak of van overdracht van de economische eigendom ervan (artikel 25, tweede lid BTIV).

Het voornemen feitelijk werkzaam te zijn in een gemeente in de directe nabijheid van Nederland (artikel 34, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

Het verzoek van twee of meer aan elkaar grenzende gemeenten in Nederland om de in een of meer van die gemeenten feitelijke werkzame toegelaten instellingen en samenwerkingsvennootschappen in al die gemeenten feitelijk werkzaam te laten zijn (artikel 35, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

Het verzoek om een lager percentage te bepalen dan het percentage, genoemd in artikel 48 eerste lid van de Woningwet (artikel 60, tweede lid BTIV).

De voorgenomen administratieve scheiding (artikel 73, eerste lid, BTIV).

Het verzoek dat werkzaamheden als genoemd en bedoeld in het bepaalde bij en krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van de Woningwet ten aanzien van een toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschape niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang (artikel 80, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

De voorgenomen juridische scheiding (artikel 84, eerste lid, BTIV).

De voorgenomen fusie (artikel 95, eerste lid, aanhef en onder b, BTIV)

De voorgenomen splitsing (artikel 100, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

Het projectplan voor de aanvraag van subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden (artikel 113, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

Het toelaten als instellingen, uitsluitend in het belang van volkshuisvesting werkzaam (artikel 19, tweede lid van de Woningwet).

De voor 1 juli ingediende jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag over het aan die datum voorafgaande kalenderjaar (artikel 38, derde lid, Woningwet).

Het verstrekken van een verklaring van geen bezwaar (artikel 41, eerste lid Woningwet).

Het bezwaar van een andere gemeente tegen het feitelijk aldaar werkzaam zijn door de toegelaten instelling (artikel 41, vijfde lid van de Woningwet).

Het geven van een aanwijzing in het belang van de volkshuisvesting (artikel 61d, vierde lid Woningwet).

Gemandateerden: Hoofd Advies & Strategie en aangewezen medewerkers

K. Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013

Het nemen van beslissingen tot handhaving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

L. Garantstellingen

a. Het nemen van beslissingen inzake het aanpassen van verstrekte garanties ten behoeve van de verkrijging van eigen woningen en woonwagens, ter uitvoering van de Regeling deelneming in garanties woninggebonden subsidies, en de daaraan voorafgaande regelingen.

b. Het nemen van beslissingen inzake het verstrekken van garantstellingen ter uitvoering van de op 17 oktober 1994 gesloten Raamovereenkomst met Uitvoeringsbepalingen en de (toekomstige) aanvullingen daarop, met inachtneming van de Modelregeling gemeentegarantie voor Totaalfinancieringen van de Stichting Nationaal Restauratie Fonds.

c. Het nemen van beslissingen inzake het aanpassen van leningen van niet-winstbeogende instellingen, in het belang van de volkshuisvesting werkzaam.

d. Het nemen van beslissingen inzake het uitvoeren van de overdracht van gemeentelijke risico's van leningen en garanties aan toegelaten instellingen aan de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw alsmede het verkrijgen van borgtocht ten behoeve van leningen van toegelaten instellingen.

e. Het goedkeuren van te garanderen leningovereenkomsten als onder a, b en d bedoeld, alsmede het vervallen verklaren van daarmee verband houdende hypotheekakten.

f. Het nemen van beslissingen in het kader van uitvoeringshandelingen met betrekking tot verstrekte leningen en garanties als onder a tot en met d bedoeld.

g. Het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten met de Stichting Nationaal Restauratie Fonds ter uitvoering van de onder b genoemde Raamovereenkomst.

h. Het nemen van beslissingen tot het aanpassen of intrekken van de onder dit punt genoemde garantstellingen.

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

M. Diversen

a. Het, in het kader van de Wet geluidhinder, nemen van beslissingen inzake het (op initiatief van de gemeente) aanbesteden en uitvoeren van saneringsmaatregelen aan woningen, volgens de vastgestelde indicatieve meerjarenplanning gevelsanering verkeerslawaai 2005.

Gemandateerd: Hoofd Advies en Ondersteuning Wonen

b. Het beslissen omtrent het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen nodig bij het beheer van woonwagenlocaties, standplaatsen en woonwagens.

Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, bij afwezigheid Adviseur Woonwagenzaken

c. Het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van dit of een voorgaand mandaatbesluit danwel het algemene mandaatbesluit zijn genomen door de directeur van de RVE of diens plaatsvervanger, danwel diens rechtsvoorgangers.

Gemandateerden: (senior) juristen en juridisch medewerker afdeling ondersteuning

d. Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten tot het verlenen, weigeren of intrekken van urgentieverklaringen aan stadsvernieuwingskandidaten, genomen door de directeur van de dienst of diens plaatsvervanger danwel door de directeuren van woningcorporaties.

Gemandateerden: (senior) juristen en juridisch medewerker afdeling Advies en Ondersteuning Wonen

e. Het bepalen dat de voorbereiding, inclusief het horen van belanghebbenden van de door hen te nemen besluiten op bezwaarschriften, wordt opgedragen aan één persoon en als persoon genoemd onder punt 9.5.c sub 1e aan te wijzen de (senior)juristen en juridisch medewerker, werkzaam bij de afdeling ondersteuning van de RVE Wonen.

f. de uitvoering van artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging

Gemandateerden: teamleider team rampen, uitvaarten en pension (trup) en diens plaatsvervanger

g. het nemen van besluiten inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van artikel 4.3, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening

Gemandateerden: coördinator boedelbeheer en diens plaatsvervanger

Artikel 2

Het vermelde in dit ondermandaat laat onverlet hetgeen is opgenomen in de Budgethoudersregeling.

Artikel 3

De functionarissen dienen bij de uitoefening van het ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging de aanwijzingen, richtlijnen en het daarover vastgestelde beleid van het college en de RVE manager in acht te nemen.

Artikel 4

a. Ondermandaat krachtens dit besluit behelst tevens ook de ondertekening van stukken.

b. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen en de feitelijke handeling of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht namens het college dan wel de burgemeester.

c. Stukken worden als volgt ondertekend:

Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

(Naam van de gemandateerde)

(Functieaanduiding)

Artikel 5

Voor zover aan functionarissen en hun plaatsvervangers ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging wordt verleend, geldt dit ten aanzien van hun eigen afdeling en/of werkterrein en budget.

II. Het ingaande 1 januari 2015 geldende ondermandaatbesluit wordt ingetrokken.

III. het besluit wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad en treedt in werking op de dag nadat het besluit is gepubliceerd.

Amsterdam, 19 juli 2016

De RVE-directeur Wonen voornoemd,

M. I. van Engen

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 2016 hebben besloten:

Burgemeester en wethouders voornoemd,

E.E. van der Laan, burgemeester A.H.P. Van Gils, secretaris