Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | gemeenschappelijke regeling brandweer-GHOR Zuid Limburg |
Citeertitel | gemeenschappelijke regeling brandweer-GHOR Zuid Limburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | gemeenschappelijke regeling |
- ook vastgesteld door college en burgemeester
- incl. toelichting
diverse regelingen en wetten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 09-10-2008 De Limburger/Limburgs Dagblad dd 20 dec. 2008 | n.b. |
Zuid-Limburg kent een lange traditie van samenwerking op veiligheidsgebied. Al jaren vindt er gestructureerde afstemming plaats tussen de parate diensten brandweer, politie, ghor en gemeenten. De verschillende vormen van samenwerking zijn deels al vastgelegd in formele besluiten. Zo is vanaf januari 2001 sprake van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer/Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Zuid-Limburg. Met deze regeling is het openbaar lichaam ingesteld waaraan de uitvoering van de wettelijke taken van de regionale brandweer en de GHOR is opgedragen. De regionale brandweer volgens de brandweerwet is sinds eind jaren tachtig van de vorige eeuw in functie.
Het Rijk heeft het voornemen om tot de vorming van veiligheidsregio’s te komen. In deze veiligheidsregio’s worden primair de regionale brandweer en de geneeskundige hulpverlening bij rampen en zware ongevallen (GHOR) bijeen gebracht. Daarnaast dienen de veiligheidsregio’s afspraken te maken met de regionale colleges politie over de aanpak van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en over het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer. Ook moet de veiligheidsregio afspraken vastleggen met de deelnemende gemeenten daar waar het gaat om de gemeentelijke processen op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Daartoe heeft het kabinet op inhoud eisen gesteld zoals vastgelegd in het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio’s (TK 2003-2004, 29517, nr. 1) en nader uitgewerkt in de brieven van de Minister van BZK van 27 april 2005 en 21 november 2005 over respectievelijk het regionaal veiligheidsbestuur en de basisniveau’s. De formele kant beoogt het Rijk te organiseren door middel van de wet Veiligheidsregio (nog niet vastgesteld).
De voorliggende gemeenschappelijke regeling is vervaardigd vanuit het perspectief dat binnenkort op landelijk niveau definitieve besluitvorming plaatsvindt over de invoering en vormgeving van Veiligheidsregio’s. Vooruitlopende daarop heeft Zuid-Limburg gekozen voor de versterking van de brandweerkolom. Een geregionaliseerde brandweer is meer dan voorheen een volwaardige partner in de regionale samenwerking op het terrein van (fysieke) veiligheid, rampenbestrijding,en crisisbeheersing. De vorming van één korps brandweer Zuid-Limburg wordt formeel bekrachtigd in deze gemeenschappelijke regeling. De nu geldende gemeenschappelijke regeling wordt zodanig gewijzigd dat sprake is van één brandweer voor Zuid-Limburg. De combinatie van GHOR en Brandweer in één openbaar lichaam blijft gehandhaafd. De uitvoering van de GHOR blijft opgedragen aan de GGD Zuid-Limburg. Door middel van een in 2006 aangegane bestuursovereenkomst blijft de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de GHOR bij het bestuur van de Brandweer/GHOR als voorloper van het toekomstige “Veiligheidsbestuur”.
De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hebben in de eerste helft van 2008 besloten om de Brandweer Zuid-Limburg volledig te regionaliseren. In de betreffende raadsbesluiten is al een kader voor de gemeenschappelijke regeling opgenomen. Daarin is voor de toekomstige organisatie onder andere geschetst:
De GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) maakt sinds 1 januari 2006 deel uit van de gemeenschappelijke regeling GGD Zuid-Limburg. De uitvoering van de GHOR is daarmee opgedragen aan de GGD Zuid-Limburg. Bestuurlijk blijft het bestuur van de Brandweer-GHOR als voorloper van het toekomstig te formaliseren “veiligheidsbestuur” door middel van een in 2006 gesloten bestuursovereenkomst verantwoordelijk voor de GHOR. De voorliggende gemeenschappelijke regeling beoogt recht te doen aan deze bestuurlijke verantwoordelijkheid inzake de GHOR.
Het gezag over de brandweer is wettelijk en feitelijk verankerd in de gemeenten. De gemeenteraden beslissen over de financiële bijdrage aan het brandweerkorps, de burgemeester is opperbevelhebber, het bestuur van de Brandweer Zuid-Limburg wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten.
Alle brandweertaken worden ondergebracht bij de Brandweer Zuid-Limburg. Er is één korpsbreed verrekening/-tariefsysteem naar de uiteindelijke afnemers, de gemeenten, met de mogelijkheid tot maatwerk via een logische ordening De achterliggende filosofie is, dat de gemeenschappelijke taken worden georganiseerd op basis van deze gemeenschappelijke regeling en dat daarnaast op basis van een bilaterale privaatrechtelijke overeenkomst tussen een gemeente en de Brandweer Zuid-Limburg maatwerkafspraken volgens de lijn van een nog nader uit te werken model kunnen worden gemaakt.
Voorkomen moet worden dat het openbaar lichaam dat op grond van deze gemeenschappelijke regeling ontstaat ver af komt te staan van de gemeenten. De bepalingen in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen die moeten waarborgen dat gemeenten (en met name gemeenteraden) controle en invloed kunnen uitoefenen op de besluiten van het regionale bestuur verdienen adequate uitwerking.
Het bovengenoemde kader is verankerd in deze gemeenschappelijke regeling. Verwezen wordt naar onder andere de bepalingen en regels inzake:
De regeling is algemeen gehouden, waarbij maximale aansluiting is gezocht bij bestaande wet- en regelgeving. Tevens is gezocht naar formuleringen die ruimte laten voor nadere invulling gaande het proces van uitwerking van de samensmelting van de bestaande korpsen. We hebben gekozen voor een gemakkelijk aanpasbare variant, waaraan modulair elementen kunnen worden toegevoegd, dan wel elementen kunnen worden verwijderd.
Gemeenschappelijke Regeling Brandweer-GHOR Zuid-Limburg
De raden, de colleges en de burgemeesters van de gemeenten
Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Voerendaal, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Gulpen-Wittem, Vaals, Sittard-Geleen, Stein, Schinnen, Beek, Maastricht, Eijsden, Margraten, Meerssen, Valkenburg aan de Geul,
ieder voor zover het hun verantwoordelijkheden betreft;
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
De Brandweer Zuid-Limburg is de organisatie die voor geheel Zuid-Limburg de wettelijke en andere overeengekomen brandweertaken verzorgt en die samen met anderen een organisatorisch samenwerkingsverband vormt voor algehele hulpverlening bij (de voorbereiding op) branden, ongevallen, rampen en crises.
HOOFDSTUK 3 DOELSTELLING, TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en de rampenbestrijding.
Artikel 3.3. Samenstelling openbaar lichaam
Het openbaar lichaam kent voor de uitvoering van de haar toebedeelde taken twee afzonderlijke organisaties; de Brandweer Zuid-Limburg en de afdeling GHOR van de GGD Zuid-Limburg.
Artikel 3.4. Taken brandweerzorg
De dienstverlening bedoeld in het vorige lid geschiedt op basis van een overeenkomst tussen het openbaar lichaam en de gemeente of gemeenten die dit aangaat. In deze overeenkomst wordt neergelegd welke prestaties de Brandweer Zuid-Limburg zal leveren, de kosten die bij de gemeente(n) in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot dienstverlening wordt overgegaan.
De GHOR Zuid-Limburg organiseert en coördineert hulpverleningsactiviteiten op het gebied van de somatische en psychosociale zorg en de preventieve openbare gezondheidszorg naar aanleiding van een zwaar ongeval of een ramp als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet rampen en zware ongevallen.
Artikel 3.6. Taken algehele (multidisciplinaire) samenwerking
De Brandweer Zuid-Limburg en de GHOR Zuid-Limburg dragen beiden vanuit hun eigenstandige taak en verantwoordelijkheid bij aan het organiseren van een samenwerkingsverband van bij de voorbereiding op branden, ongevallen, rampen en crises betrokken organisaties, instellingen en diensten.
HOOFDSTUK 4 HET ALGEMEEN BESTUUR
Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De commandant brandweer en de regionaal geneeskundig functionaris zijn adviseur in de vergaderingen voor het hun regarderende deel. Het Algemeen Bestuur kan andere personen uitnodigen om als adviseur aan de vergaderingen deel te nemen.
Beslissingen worden met meerderheid van stemmen genomen. De leden van het algemeen bestuur hebben ieder één stem en daar boven één stem per volledig veelvoud van 25.000 inwoners. Het stemgewicht van de gemeenten wordt jaarlijks bepaald op basis van het inwonertal op 1 januari van het voorafgaande jaar zoals dat is opgenomen in de bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks tenminste vier maal. Het Algemeen Bestuur vergadert voorts zo vaak als de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt of tenminste een vijfde van het aantal leden van het Algemeen Bestuur daarom verzoekt. De voorzitter is gehouden binnen drie weken na ontvangst ervan uitvoering te geven aan een dergelijk verzoek.
HOOFDSTUK 5 HET DAGELIJKS BESTUUR
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter van het Algemeen Bestuur (tevens portefeuillehouder politie) en een aantal leden. De leden zijn tevens portefeuillehouder brandweer, portefeuillehouder GHOR, portefeuillehouder Financiën en/of portefeuillehouder multidisciplinaire samenwerking. De commandant brandweer en de regionaal geneeskundig functionaris zijn adviseur in de vergaderingen voor het hun regarderende deel. Het Dagelijks Bestuur kan andere personen uitnodigen om als adviseur aan de vergaderingen deel te nemen.
Het Dagelijks Bestuur vergadert jaarlijks tenminste vier maal en voorts zo vaak als de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt of tenminste twee leden van het Dagelijks Bestuur daarom verzoeken. De voorzitter is gehouden binnen drie weken na ontvangst ervan uitvoering te geven aan een dergelijk verzoek.
Artikel 7.1. Instelling en voorzitterschap
Voor de taken en belangen, als bedoeld in Hoofdstuk 3 van deze regeling, kunnen, conform de betreffende bepalingen in de Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen commissies van advies worden ingesteld door het algemeen bestuur. Het regelen van de bevoegdheden en samenstelling geschiedt door het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur.
HOOFDSTUK 8 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUURSORGANEN
Artikel 8.1 Bevoegdheden algemeen
Aan het openbaar lichaam zijn door de (organen van de) deelnemende gemeenten alle bevoegdheden tot regeling en bestuur toegekend die op enig moment nodig zijn voor de uitvoering van de aan de brandweer en GHOR Zuid-Limburg opgedragen taken zoals genoemd in hoofdstuk 3. De (organen van de) deelnemende gemeenten zijn bevoegd de bij de taakuitvoering behorende bevoegdheden te mandateren. Van verleende mandaten wordt een geconsolideerd register bijgehouden.
Artikel 8.3 Bindende voorschriften brandweerzorg
Het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam stelt in de gemeenschappelijke verordening Brandweerzorg en rampenbestrijding de taakuitvoering van de Brandweer Zuid-Limburg vast. In deze verordening wordt een relatie gelegd naar het vierjaarlijkse organisatieplan (het beleidsplan volgens de brandweerwet). Daarbij wordt tenminste aansluiting gezocht bij de gemeentelijke taken en beleidsplannen op het terrein van veiligheidszorg.
Indien het bestuur van een gemeente naar het oordeel het Algemeen Bestuur in gebreke blijft bij het opvolgen van de voorschriften bedoeld in het eerste lid, is het Algemeen Bestuur bevoegd ex artikel 10a van de Wet namens en ten laste van de betrokken deelnemer een besluit uit te voeren of te doen uitvoeren dan wel kan het algemeen bestuur dit geschil op grond van artikel 28 van de Wet, ter beslissing voorleggen aan Gedeputeerde Staten.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan het dagelijks bestuur de voorzitter toestaan om de ondertekening van stukken die van het dagelijks bestuur uitgaan op te dragen aan een ander lid van het dagelijks bestuur of de ondertekening te mandateren aan de secretaris of aan een ander persoon.
HOOFDSTUK 10 FUNCTIES, PERSONEEL EN ORGANISATIE
Artikel 10.1. Ambtelijke uitvoeringsorganisaties
Het openbaar lichaam kent voor de uitvoering van de haar toebedeelde taken twee afzonderlijke ambtelijke organisaties; de Brandweer Zuid-Limburg en de afdeling GHOR van de GGD Zuid-Limburg.
Artikel 10.3. (Regionaal) commandant brandweer
De commandant brandweer is belast met de beleidsvoorbereiding, de bedrijfsvoering van de brandweer, de operationele leiding bij buitengewone omstandigheden, rampen, zware ongevallen en grootschalige incidenten of ernstige vrees daarvoor, tenzij het bevoegde gezag als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Wet rampen en zware ongevallen, een andere voorziening treft.
Artikel 10.5. Overig personeel
De programmadirecteuren/directieleden en de controller van de brandweer worden, gehoord hebbende de commandant/directeur, benoemd,geschorst en ontslagen door het Dagelijks Bestuur. Het overige personeel in dienst van de Brandweer Zuid-Limburg wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de commandant.
Het personeel van de GHOR Zuid Limburg wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de directie van de GGD Zuid Limburg.
Artikel 10.7. Rechtspositieregeling
Op personeel aangesteld bij de Brandweer Zuid-Limburg, de in deze regeling benoemde functionarissen inbegrepen, is de rechtspositie van toepassing zoals specifiek vastgesteld voor de Brandweer Zuid-Limburg. Deze is gebaseerd op de CAR/UWO en nader uitgewerkt in de diverse verordeningen.
Op personeel aangesteld bij de GGD Zuid Limburg, de in deze regeling benoemde functionarissen inbegrepen, is de rechtspositie van toepassing zoals specifiek vastgesteld voor de GGD Zuid-Limburg. Deze is gebaseerd op de CAR/UWO en nader uitgewerkt in de diverse verordeningen.
HOOFDSTUK 11 FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 11.1 Financiële administratie, geldelijk beheer en controle
Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Artikel 212 Gemeentewet is hierop van overeenkomstige toepassing. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Het algemeen bestuur wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Artikel 213 Gemeentewet is hierop van overeenkomstige toepassing. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.
Voor de brandweer is de volgende verdeelsleutel van toepassing: 70% van de bijdrage geschiedt op basis van het instapbedrag in de nieuwe organisatie, 10% van de bijdrage is gebaseerd op de bijdrage in het gemeentefonds (cluster OOV), 10% is gebaseerd op het verdeelmodel 70% inwoners/30% risico’s zoals in 2007 in het kader van de regionalisering uitgewerkt en 10% op basis van inwoneraantal.
Artikel 11.3 Begrotingsprocedure
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen voor 1 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden.
Van de inkomsten en uitgaven van het openbaar lichaam wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur, onder overlegging van de concept-jaarrekening met daarbij behorende bescheiden. In het gegeven geval is een voorstel resultaatbestemming onderdeel van de jaarrekening. Het dagelijks bestuur voegt een verslag van bevindingen van de accountant(s) overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet bij. Na de eigen oordeelsvorming zendt het dagelijks bestuur de concept jaarrekening jaarlijks vóór 1 april toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen voor 1 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de concept jaarrekening naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de stukken, zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden.
HOOFDSTUK 12 ARCHIEFFUNCTIE EN OMBUDSFUNCTIE
Artikel 12.1 Archiefbescheiden
Bij opheffing van de regeling worden de archiefbescheiden van deze regeling overgebracht naar de archiefplaats van de gemeente die genoemd wordt in de in artikel lid 12.1. lid 2 genoemde verordening. De archiefbescheiden met betrekking tot nog niet afgedane zaken gaan, na overleg met de archivaris, terug naar de betreffende gemeente.
HOOFDSTUK 13 TOETREDEN, UITTREDEN, WIJZIGEN, OPHEFFEN
Na het aangaan van deze regeling kan een gemeente alleen toetreden na instemming van het algemeen bestuur, dat de voorwaarden voor en de gevolgen van toetreding regelt. Toetreding is voorts slechts mogelijk na wijziging van het Besluit Territoriale indeling brandweer- en GHOR regio’s.
Na het aangaan van deze regeling kan een gemeente uittreden waarbij het algemeen bestuur, de voorwaarden voor en de gevolgen van uittreden regelt. Uittreding is voorts slechts mogelijk na wijziging van het Besluit Territoriale indeling brandweer- en GHOR regio’s.
Bij opheffing besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt, nadat de organen van de deelnemende gemeenten zijn gehoord, een liquidatieplan op. Daarbij kan het Algemeen Bestuur van deze regeling afwijken. Onderdeel van het liquidatieplan is een adequaat sociaal plan waarin de gevolgen voor het personeel worden geregeld. Het Dagelijks Bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Gekozen is voor Margraten als vestigingsplaats. In het kader van de uitwerking van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en het verder uitkristalliseren van het huisvestingsbeleid van de brandweer vindt een heroverweging plaats.
Hoofdstuk 3 Doelstelling, taken en verantwoordelijken
Deze gemeenschappelijke regeling heeft de eenduidige bestuurlijke aansturing op het terrein van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen en rampen en de rampenbestrijding tot doel. De taken van het openbaar lichaam zijn opgesplitst in een brandweerdeel, een GHOR deel en een deel samenwerking. Met name het toewijzen van de uitvoering van het volledige pakket brandweertaken aan het openbaar lichaam is een wijziging ten opzichte van de voorgaande situatie.
Met betrekking tot de uitvoering van de brandweertaken is in deze gemeenschappelijke regeling bepaald dat het openbaar lichaam de wettelijke brandweertaken uitvoert en volgens afspraak de niet-wettelijke taken. Deze zijn verankerd in de bij de regeling behorende Gemeenschappelijke Verordening Brandweer en Rampenbestrijding. De basis daarvoor wordt gevormd door het overdrachtsdossier dat door elke gemeente bij het besluit tot regionalisering is vastgesteld.
De regeling biedt de mogelijkheid tot maatwerk op het terrein de van de levering van brandweerzorg; voor het verrichten van diensten voor een of meer deelnemende gemeenten wordt alsdan een overeenkomst aangegaan.
Met betrekking tot de uitvoering van de GHOR-taken is in deze gemeenschappelijke regeling bepaald dat de GHOR de wettelijk opgedragen taken uitvoert.
Ten behoeve van de bestuurlijke en operationele afstemming met de politie- en gemeentelijke processen zijn buiten deze gemeenschappelijke regeling afspraken gemaakt. Na vaststelling van de Wet Veiligheidsregio’s zal het geheel aan afspraken worden vastgelegd in een Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio, die in de plaats zal treden van de voorliggende regeling.
Hoofdstuk 4 Het Algemeen Bestuur
In dit artikel is vastgelegd dat het algemeen bestuur gevormd wordt door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Daarmee wordt de lijn gevolgd zoals opgenomen in de ontwerp wet Veiligheidsregio’s. Gelet op het raakvlak met de onderwerpen van de portefeuille openbare orde en veiligheid is het overigens ook voor de hand liggend om de burgemeester qualitate qua als vertegenwoordiger aan te wijzen. Hierdoor kent het bestuur van de Brandweer-GHOR Zuid-Limburg dezelfde samenstelling als het Regionaal College van Politie, waardoor de samenwerking en afstemming relatief eenvoudig is.
De regeling voorziet met diverse maatregelen in een adequate informatievoorziening en afstemming met de (leden van de) organen van de gemeenten. In algemene zin zij verwezen naar het dienaangaande gestelde in de hoofdstukken 9 (informatieverschaffing) en hoofdstuk 11 (financiële bepalingen).
De bepaling in artikel 4.1. lid 5 voorziet er in, dat de burgemeester wordt gehoord in besluiten die betrekking hebben op de specifieke lokale situatie van een gemeente waarbij met name gedoeld wordt op het sluiten, verplaatsen of bouwen van een brandweerpost.
In de Wet gemeenschappelijke regelingen is opgenomen dat het algemeen bestuur een reglement van orde vaststelt. In dit reglement zijn minimaal regels vermeld met betrekking tot:
Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden de leden van het Dagelijks Bestuur aan. Aan deze leden worden portefeuilles toegewezen. Er is voor gekozen om in deze gemeenschappelijke regeling de huidige praktijk te verankeren.
De stemverhouding is een belangrijk instrument in het concreet vormgeven van de democratische legitimatie en controle op het openbaar lichaam. Voor deze regeling is als basis genomen dat de stemverhouding tussen de grotere en de kleinere gemeenten zodanig is dat in een gegeven geval de stemmen vanuit kleinere gemeenten de doorslag geven (één stem als basis en één stem per volledig veelvoud van 25.000 inwoners). Op basis van de inwoneraantallen per ultimo 2007 leidt dat tot een stemverhouding tussen de vier grotere gemeenten (totaal 15 stemmen) en de 15 kleinere gemeenten (18 stemmen).
Hoofdstuk 5 Het Dagelijks Bestuur
Voor de samenstelling van het dagelijks bestuur is in deze gemeenschappelijke regeling aangesloten bij de gangbare praktijk in Zuid-Limburg. Per “politiedistrict” wordt één zetel ingevuld. Daarmee ontstaat naast een logische geografische verdeling ook een betere aansluiting met de overleg- en afstemmingsstructuur in de context van het totale veiligheidsveld in Zuid-Limburg (sociale veiligheid, openbare orde).
Naast de toewijzing van de vaste portefeuille “voorzitter/portefeuille politie” is sprake van de portefeuilles brandweer, GHOR en multidisciplinaire samenwerking. Conform de huidige praktijk is de portefeuille financiën opgenomen om dit belangrijke onderwerp recht te doen en om een herkenbare bestuurlijke lijn vanuit de adviescommissie financiën naar het Dagelijks Bestuur te bewerkstelligen.
Besluitvorming in het Dagelijks Bestuur vindt in principe plaats op basis van gewone meerderheid van stemmen. Vanuit het oogpunt van het streven naar maximaal draagvlak is er niet voor gekozen om aan de voorzitter een doorslaggevende stem te geven in het geval van een gelijke stemmen.
Volgens de regeling coördinerend burgemeester vervullen de leden van het dagelijks bestuur een operationele rol als coördinerend burgemeester.
Deze regeling volgt voor de aanwijzing van de voorzitter het gestelde in de ontwerp wet Veiligheidsregio’s. Met het aanwijzen van de burgemeester die ingevolge de politiewet korpsbeheerder is, wordt bijgedragen aan het creëren van een helder en eenduidig bestuurlijk landschap.
De overtuiging is aanwezig dat, vanuit de optiek om tot een goede democratische legitimatie van het openbaar lichaam te komen, bestuurlijke adviescommissies een uitermate nuttige meerwaarde hebben. In een adviescommissie kan beter tot de gewenste verdieping en verbreding van onderwerpen worden gekomen waarmee de bestuurlijke besluitvorming in belangrijke mate kan worden gefaciliteerd. Bij de samenstelling van de commissie gelden als uitgangspunten een evenredige geografische verdeling en een passende verhouding tussen grote en kleine gemeenten. In artikel 7.1. lid 2 worden de minimaal in te stellen commissies genoemd. In het proces van besluitvorming geldt dat stukken alleen voor besluit aan Dagelijks en Algemeen Bestuur worden voorgelegd met inbegrip van een advies van de ter zake ingestelde commissie.
De regeling verplicht tot het instellen i.c. aanwijzen van een rekenkamer. Met een rekenkamer wordt beter dan voorheen invulling gegeven aan een sluitende controle en toezicht op het functioneren van het openbaar lichaam.
Hoofdstuk 8 Taken en bevoegdheden bestuursorganen
De taken en bevoegdheden van de bestuursorganen algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter zijn beschreven volgens de algemeen geldende bepalingen. Als aanvulling daarop is aan het algemeen bestuur de bevoegdheid toegekend om bindende voorschriften te geven aan het bestuur van een gemeente ten aanzien van het niveau van de brandweertaken en de daarbij behorende prestatie-eisen en kwaliteitskaders waaraan een gemeente minimaal moet voldoen. Deze bepaling staat in nauw verband met artikel 3.3. en de gemeenschappelijke verordening brandweer en rampenbestrijding. Volgens dit artikel kan het namelijk zo zijn, dat toekomstig besloten wordt om brandweer(gerelateerde) taken niet in de gemeenschappelijkheid uit te voeren, maar volgens maatwerkarrangementen met gemeenten. De mogelijkheid tot het stellen van prestatie-eisen en kwaliteitskaders vanuit de gemeenschappelijke regeling beoogt te voorkomen dat de maatwerkafspraken het gemeenschappelijk vastgestelde kwaliteitsniveau nadelig kunnen beïnvloeden. Het merendeel van de brandweertaken kent een grote onderlinge afhankelijkheid vanwege de relationele samenhang in de veiligheidsketen.
Hoofdstuk 9 Informatie en verantwoording
Hoofdstuk 10 Functies, personeel en organisatie
De regeling gaat voor de uitvoering van de toebedeelde taken uit van twee afzonderlijke ambtelijke organisaties; de Brandweer Zuid-Limburg en de afdeling GHOR van de GGD. Daarmee wordt aangesloten op de huidige praktijk.
Er is gekozen voor een ambtelijke invulling van de rol van secretaris. Bestuurlijk wordt naast de voorzitter de rol van bestuurlijk portefeuillehouder vormgegeven.
Het algemeen bestuur stelt voor de brandweer een organisatieverordening vast. De organisatieverordening van de GHOR valt buiten de verantwoordelijkheid van deze regeling.
Hoofdstuk 11 Financiële bepalingen
Voor de Brandweer is voor de kostenverdeling een sleutel bepaald die afwijkt van de historische gehanteerde. Behalve het aspect solidariteit (vertaald naar aantal inwoners) is de overheersende mening dat ook de aanwezigheid van risico’s als factor moet meewegen. Rekening houdend met een aantal andere van belang zijnde factoren is de in de regeling opgenomen sleutel bepaald als onderdeel van het besluit tot regionalisering.
Voor de GHOR blijft het inwoneraantal gelden.
De betrokkenheid en informatiepositie van gemeenteraden in de planning en control cyclus is een kritische succesfactor in het vormgeven van democratische legitimatie. Bepalingen zijn opgenomen om de organen van de gemeenten conform de geldende bepalingen te betrekken in de besluitvorming over de financiële stukken i.c. begroting en financieel verslag. Behalve de gangbare bepalingen verplicht de regeling de ambtelijke organisaties van het openbaar lichaam om een ambtelijk leidinggevende op afroep beschikbaar te hebben ten behoeve van alle gemeenteraden teneinde te rapporteren over de prestaties en het kwaliteitsniveau.
Hoofdstuk 12 Archieffunctie en ombudsfunctie
Het openbaar lichaam is verplicht een voorziening te treffen voor verzoekschriften zoals bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht (aanvulling wet klachtrecht). De keuze voor deze externe ombudsvoorziening is beperkt tot de nationale ombudsman of een ombudsman of -commissie van een van de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk 13 Toetreden, uittreden, wijzigen, opheffen
De samenwerking op het terrein van brandweer en GHOR in regionaal verband wordt inhoudelijk en geografisch door landelijke wet- en regelgeving bepaald. Binnen dit landelijke kader zijn voor deze regeling gangbare regels opgenomen.