Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit uitzondering op de vrijstelling exploitatievergunningplicht 2017 |
Citeertitel | Besluit uitzondering op de vrijstelling exploitatievergunningplicht 2017 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-09-2017 | Nieuwe regeling | 08-09-2017 | Gemeenteblad 2017, nummer 127 |
De burgemeester van de gemeente Rotterdam,
op basis van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 het verboden is een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester;
de burgemeester op grond van artikel 2:28a, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 kan bepalen dat het exploiteren van categorieën van openbare inrichtingen, al dan niet beperkt tot een bepaald gebied, geheel of gedeeltelijk wordt vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht;
de burgemeester op grond van artikel 2:28a, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 een locatie, pand of gebied kan aanwijzen waar de vrijstelling niet geldt;
de burgemeester op grond van artikel 1 van het Besluit openbare inrichtingen 2017 onderscheid maakt in drie categorieën vrijstellingen, te weten:
gelet op artikel 2:28a Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 en artikel 1 Besluit openbare inrichtingen 2017;
Besluit uitzondering op de vrijstelling exploitatievergunningplicht 2017
In dit besluit wordt verstaan onder Centraal aangestuurd gebied: grondgebied van de gemeente dat niet gelegen is in één van de gebieden als bedoeld artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014.
Daar waar in dit besluit wijken, gebieden of andere locaties worden genoemd, wordt bedoeld de wijken, gebieden of locaties omschreven in de door het college van burgemeester en wethouders voor het gebied vastgestelde horecagebiedsplan 2017-2019 of, voor zover het de gebieden Charlois en Pernis betreft, het horecagebiedsplan 2017-2022.
Daar waar in dit besluit wordt gesproken over vrijstelling van de exploitatievergunningplicht wordt bedoeld de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Beluit openbare inrichtingen 2017.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Charlois, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014 zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
Charloisse Hoofd, Noordzijde Slinge (vanaf de Asterlo tot aan Menenkamp), Asterlo, Harkulo, Schere (tot en met nummer 198), Meijenhage (tussen Schere en Slinge), Schere (tussen Schammenkamp en Langenhorst) en Langenhorst, de wijk Heijplaat, de wijk Wielewaal, het Zuidpleingebied, Zuiderpark Oldegaarde 345, het zuidoostelijke deelvak van het parkeerterrein Ahoy en de wijk Zuidrand.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten in het gebied Delfshaven, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht: Franselaan, Mathenesserweg, Schiedamseweg, Hudsonplein, Grote Visserijstraat, ’s-Gravendijkwal, Nieuwe Binnenweg, 1e Middellandstraat, 2e Middellandstraat, Middellandplein, Vierambachtsstraat, Schiemond 20-22 (Croonlocatie) en Laanslootseweg 20 (Sporthal Vreelust – Spang!).
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Feijenoord, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, geldt de vrijstelling van de exploitatievergunningplicht voor categorie II niet voor inrichtingen die zijn gelegen aan de volgende straten of gebieden: Parkstad (vrijstelling van de exploitatievergunningsplicht voor alle varianten is toegestaan op grond van lid 1 aanhef en onder c), Pretorialaan, Paul Krugerstraat, Maashaven O.z. en Hillelaan.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder b, geldt de vrijstelling van de exploitatievergunningplicht voor de categorieën I en III niet voor inrichtingen die zijn gelegen in de gebieden Deliplein e.o. en Katendrecht Zuid (vrijstelling van de exploitatie-vergunningsplicht voor alle varianten is toegestaan op grond van lid 1 aanhef en onder c) en Pols Katendrecht.
Artikel 7 Gebied Hillegersberg-Schiebroek
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Hillegersberg-Schiebroek, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
Artikel 8 Gebied Hoek van Holland
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Hoek van Holland, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden: Slag Stuifkenszand, Slag Rechtestraat, Waterwegpark, Berghaven, Badweg, Recreatieoord en Camping, Dorpskern Centrum, Dorpskern Randen (ten westen van de Schoolstraat), overige woongebieden in Dorp, de Rondgang, Bedrijventerrein en Industrieterrein en Buitengebied.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Hoogvliet, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied IJsselmonde, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
Artikel 11 Gebied Kralingen-Crooswijk
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Kralingen-Crooswijk, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden:
de Boezemweg en Boezemstraat, Huis van de Wijk De Nieuwe Branding (Isaac Huberstraat Isaäc Hubertstraat 153), Schutterskwartier nabij de Rotte, Rusthoflaan, Nieuwe Crooswijkseweg, Tamboerstraat, Vaandrigstraat, Goudsesingel (tussen de Jonker Fransstraat en het Oostplein- zijde Rubroek), Admiraal de Ruyterweg, Lusthofstraat (tussen de Willem Ruyslaan en de Lambertusstraat), Vredehofstraat, Oudedijk (tussen Taborstraat en Kortekade), IJsclubstraat, Brainpark/Kralingse Zoom (gebied ten oosten van de Kralingse Zoom, ten noorden van de Abraham van Rijckevorselweg, tussen de A16 en ten zuiden van de Jacques Dutilhweg), Oostplein, Oostzeedijk, Admiraliteitskade, Honingerdijk en Oostzeedijk beneden (tussen Oostplein en Doctor Zamenhofstraat), Watertorenweg-Rijnwaterstraat en Plantagelaan.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Noord, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van de inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten en gebieden: Zwaanshals (tussen Noordplein – Zaagmolenstraat), Zaagmolenkade, Vijverhofstraat (in de Hofbogen), Station Hofplein en Hofbogen (tussen Bergweg – Veurstraat) voor openbare inrichtingen in de categorieën I en II.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden in het gebied Overschie, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht: de Abtsweg en de wijk Landzicht.
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Pernis, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen in de volgende de straten of gebieden: Pernisserplein dat is gelegen tussen Nieuwedijk, Pastoriedijk en Uiterdijk, Pernisser Waterkant vanaf Madroelpark tot aan de Eemhaven (inclusief de groene stroken), G.A. Soetemanweg tussen Van Beymondsingel en Overhandstraat, Boonstraat tussen Willem Weysingel en Vroomstraat, Pastoriedijk, Ring en Pastoriestraat.
Artikel 15 Gebied Prins Alexander
Openbare inrichtingen die zijn gelegen in het gebied Prins Alexander, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, zijn niet vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht, met uitzondering van inrichtingen die zijn gelegen op de volgende locaties of in de volgende straten of gebieden: de wijk Ommoord, de wijk Zevenkamp, de wijk Nesselande, de wijk Het Lage Land, de wijk Oosterflank, de wijk Prinsenland (inclusief ’s-Gravenland) en de wijk Kralingseveer voor openbare inrichtingen in de categorieën I en III.
Artikel 16 Overgangsbepalingen
Een inrichting die op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit op grond van het Besluit uitzondering op de vrijstelling van de exploitatievergunningplicht 2016 vergunningvrij mag exploiteren maar op grond van dit besluit niet, is vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht zolang de inrichting in aard en omvang van de exploitatie ongewijzigd en op dezelfde locatie wordt geëxploiteerd.
Het Besluit uitzondering op de vrijstelling van de exploitatievergunningsplicht 2016 wordt ingetrokken.
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van verzending ervan een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.
Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten:
U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.
Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:
De burgemeester van Rotterdam, t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM.
Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 267 6300.
U kunt uw bezwaarschrift ook via internet indienen via het webformulier. Dit is te vinden onder het kopje 'Formulier' op de website www.rotterdam.nl/pdc:bezwaar_indienen. U heeft daarvoor wel een DigiD-code, of als bedrijf een E-herkenning, nodig. Deze kunt u aanvragen via www.digid.nl, respectievelijk www.eherkenning.nl.
U kunt, indien u een bezwaarschrift bij de burgemeester heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:
Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951,3007 BM te ROTTERDAM.
Dit gemeenteblad 2017, nummer 127, is uitgegeven op 12 september 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)