Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017
CiteertitelBeleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Jeugdwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-07-201722-08-2018nieuwe regeling

16-05-2017

Gemeenteblad 2017, 123208

123208/2017

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017

Burgemeester en wethouders van Oudewater:

 

Gelet op de Jeugdwet;

 

Gelet op de Verordening jeugdhulp Oudewater 2015;

 

Het wenselijk is nieuwe beleidsregels vast te stellen omdat er wijzigingen, aanpassingen en aanvullingen zijn geweest op de “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2015”.

 

De “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017” treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

De Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2015 worden met ingang de dag na die van de bekendmaking van de “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017” ingetrokken.

 

B E S L U I T:

 

  • I.

    Vast te stellen "de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017"

  • II.

    In te trekken de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2015

1. Visie gemeente Oudewater

 

Op 20 april 2017 heeft de gemeenteraad het Beleidsplan Sociaal Domein 2017-2020 vastgesteld.

Hierin hebben we vastgelegd dat we onze inwoners activeren om mee te doen, jong en oud, ziek of gezond. Inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners organiseren gezamenlijk de taken in het sociale domein. Hierbij gaan we uit van de eigen kracht van onze inwoners en bieden we waar nodig een vangnet.

Daar waar het kan en mogelijk is, vragen we inzet van onze inwoners om eigen oplossingen te creëren.

Wij stimuleren informele inzet bij oplossingen en brengenorganisaties samen om doelen te behalen.

Waar nodig ondersteunen wij mantelzorgers.

Wij bewerkstelligen samenwerking tussen (gecontracteerde) organisaties en zien een spilfunctie voor het Stadsteam Oudewater die inwoners de weg kunnen wijzen naar oplossingen.

En waar het kan, willen we zoveel mogelijk oplossingen lokaal uitgevoerd zien.

 

1.1Aanvullende principes Jeugdhulp

 

Voor de kinderen/jeugdigen gelden een aantal aanvullende principes:

  • -

    Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en ondersteuning van hun kinderen;

  • -

    Alle inwoners van Oudewater krijgen gelijke toegang tot de Jeugdhulp. Sociale en etnische afkomst, opleidingsniveau en mondigheid maken hierin geen verschil;

  • -

    De gemeente maakt bij het vinden van kinderen/jeugdigen met problemen gebruik van natuurlijke vindplaatsen: zoals scholen, huisartsen, RBL, sport- en andere verenigingen, JGZ, SEH van het ziekenhuis, politie, jongerenwerk, signalen uit de omgeving van het gezin, wijkverpleegkundige, maatschappelijk werk en Ferm Werk;

  • -

    Onafhankelijk van het feit of een kind/jeugdige is aangemeld door de ouders of dat het kind/jeugdige ‘gevonden’ is, blijft de aanpak dat eerst in gesprek met ouders en kind de eigen kracht en de bijdrage die het eigen netwerk kan leveren wordt verkend voordat (duurdere) professionele hulp wordt ingezet. Echter, elke jeugdige krijgt zoveel mogelijk in één keer de juiste hulp, ook als dat dure hulp is;

  • -

    Het ondersteuningsplan: één gezin, één plan, een vaste coördinator en één budget. Ook voor kinderen/jeugdigen geldt zoveel mogelijk dat de ouders/kind het ondersteuningsplan zelf vormgeven. Het ondersteuningsplan heeft daarbij betrekking op het hele gezin. Problemen in een gezin hangen met elkaar samen en worden integraal benaderd.

  • -

    Als kinderen/jeugdigen een chronische beperking c.q. aandoening hebben, leidt dit tot een eenmalige indicatie, waarbij alleen herindicatie plaatsvindt op vooraf afgesproken momenten (bijvoorbeeld bij wijziging van de levensfase van een kind), dan wel op aangeven van de ouder/het kind zelf. Dit is vastgelegd in het ondersteuningsplan.

  • -

    Daarnaast is het op dit moment zo dat als een ouder/kind geen hulpvraag heeft, hulp ook niet ingezet kan worden. Wij laten deze benadering los. De ervaring leert dat bij de ontkenning van een hulpvraag problemen vaak in een later stadium escaleren. Wij willen in staat zijn om als volgens deskundigen de veiligheid van het kind in het geding is – desnoods met drang – hulp in te zetten om latere escalatie (zorg met dwang via de kinderbescherming of rechter) te voorkomen. Deze zorg met drang is onder andere denkbaar voor jeugd die gevonden wordt via Veilig Thuis Utrecht (voorheen: het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de Steunpunten Huiselijk Geweld) om te voorkomen dat situaties escaleren en – op termijn - jeugdbescherming ingezet moet worden.

  • -

    In situaties waarin de veiligheid van de jeugdige (door geweld ouders) of juist de ouders (geweld jeugdige) in het geding is, wordt op grond van de situatie beoordeeld met wie binnen het gezin informatie wordt gedeeld en waar geheimhouding vereist is. Dit alles binnen de grenzen van de wet.

  • -

    Wij zorgen bij het bereiken van de meerderjarigheid (18 jaar), als dat noodzakelijk is, voor een overgang van Jeugdhulp naar andersoortige ondersteuning, waardoor er sprake is van zorgcontinuïteit, ook als de wet daarin geen rol voor de gemeente voorziet. Dit in het belang van de betrokkene jeugdige, de samenleving en de gedane investeringen.

     

2. Algemene toelichting

Alle definities en begrippen die we in deze beleidsregels gebruiken, hebben dezelfde betekenis als in de Wet en de Verordening:

  • -

    Overal waar we in dit document spreken over ouders bedoelen we ook eventuele pleegouders of verzorgers.

  • -

    Overal waar we in dit document spreken over hij of zijbedoelen we ook zij of haar.

  • -

    Met de Wet wordt bedoeld: de Jeugdwet

  • -

    De Verordening jeugdhulp gemeente Oudewater 2015 noemen we hierna: de Verordening

     

3. Ondersteuningsplan / familiegroepsplan

Ad Verordening artikel 9

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 6 van de Verordening stelt de inwoner, al dan niet met begeleiding, een integraal ondersteuningsplan op. Het is ook mogelijk om daarbij een familiegroepsplan in te dienen. Hierbij stellen de ouders en/of jeugdige, samen met het sociaal netwerk van het gezin een plan van aanpak op.

 

4.Vormen van jeugdhulp

 

4.1 Overige voorzieningen Ad Verordening artikel 2 lid 4

Met overige voorzieningen worden o.a. de werkzaamheden die het maatschappelijk werk, de GGDrU (JGZ) maar ook begeleiding via het onderwijs bedoeld. Het zijn voor de inwoner vormen van hulp en ondersteuning, in veelal de eerste lijn. Hierbij valt ook te denken aan nazorg of, indien passend en noodzakelijk, overbruggingszorg.

 

4.2 Individuele voorziening: Algemeen

 

Ad Verordening artikel 2 lid 3

Een individuele voorziening is het aanbod van diensten of activiteiten dat, alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op Jeugdhulp.

Naar behoefte en doel van de begeleiding wordt onderzoek gedaan. Dit onderzoek vormt de basis voor het ondersteuningsplan. Hiervoor zijn voldoende zorgaanbieders gecontracteerd. Deze zijn te vinden op:

 

http://inkooputrechtwest.nl/wp-content/uploads/2016/11/20170213-Zorgaanbieders-2017-Versie-2.pdf

 

Een jeugdige kan toegang krijgen tot een individuele voorzieningen via het Stadsteam Oudewater. Daarnaast is het rechtstreeks doorverwijzen naar een individuele voorziening bij de wet geregeld voor de volgende professionals:

  • -

    Veilig Thuis;

  • -

    Huisartsen;

  • -

    Medici zoals kinderartsen;

  • -

    Gecertificeerde instelling, wanneer er sprake is van dwang.

     

     

    4.2.1 Individuele voorziening: Ondersteuning en J-GGZ

     

    Hieronder vallen de volgende voorzieningen:

    • -

      Specialistische ondersteuning;

    • -

      Basis jeugd geestelijke gezondheidszorg (j-GGZ)

    • -

      Specialistische j-GGZ

       

    Deze voorzieningen zijn gericht op de behandeling en hulp aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie-gerelateerde problemen. Daarnaast bieden deze voorzieningen behandeling/hulp voor de bevordering van de deelname aan het maatschappelijk verkeer (geen preventie en begeleiding) van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Hierbij zijn de voorzieningen gericht op het herstellen van de veiligheid van de jeugdige en/of de samenleving.

     

    4.2.2 Individuele voorziening: Dyslexie

     

    De zorg voor kinderen met een ernstig enkelvoudige dyslexie (EED) valt onder de Jeugdwet. Hierbij hebben we het over de vergoeding voor onderzoek en behandeling. De zorg voor kinderen met dyslexie bestaat uit een intake, diagnose en maximaal 60 behandelingen. Dit aanbod is te vinden op:

    http://inkooputrechtwest.nl/wp-content/uploads/2016/11/20170213-Zorgaanbieders-2017-Versie-2.pdf

     

    4.2.3 Individuele voorziening: Vervoer

     

    Op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet omvatten voorzieningen op het gebied van jeugdhulp ook het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, voor zover naar het oordeel van het college noodzakelijk in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid.

    Vervoer wordt niet als een aparte voorziening verstrekt en beschikt, maar is onderdeel van andere voorzieningen Jeugdhulp zoals 1.05 Begeleiding Jeugd Ambulant (code 1.05), Behandeling Jeugd Ambulant (code 1.06) en Dagbesteding (code1.07).

    Dagbehandeling valt onder 1.07en daarbinnen is vervoer inclusief gezien het feit dat hier ook het onderdeel Behandeling Jeugd Ambulant wordt toegepast. Voor deze zorgvormen wordt geacht dat dit op locatie van de jeugdige plaatsvindt, waardoor er in principe geen vervoer nodig is. Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor het regelen van vervoer.

    Algemene uitzonderingen op bovenstaande zijn medisch, rolstoelvervoer en uitzonderlijk vervoer tijdens vakantieperioden.

    Bij het bepalen of een vervoersvoorziening naar een individuele voorziening jeugdhulp noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid, hanteert het college het volgende afwegingskader:

    • -

      de regeling is alleen van toepassing indien het gaat om een vervoersvraag voor een jeugdige die een beschikking heeft voor een individuele voorziening jeugdhulp.

    • -

      indien dit het geval is, wordt vervolgens nagegaan of en in hoeverre de ouders het vervoer van de jeugdige naar de voorziening voor jeugdhulp zelf kunnen regelen (eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid).

    • -

      als ouders het vervoer naar de jeugdhulpvoorziening zelf niet of niet volledig kunnen regelen, wordt nagegaan of er iemand uit het sociale netwerk is die wat kan betekenen in het vervoer van de jeugdige naar de voorziening voor jeugdhulp. indien de inzet van het sociaal netwerk niet of onvoldoende mogelijk is, dan wordt nagegaan welke vervoersvoorziening het meest passend is. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken naar voorliggend aanbod, vervolgens naar vervoer met het OV (al dan niet met begeleiding) en tenslotte naar aangepast vervoer. Combinaties van vervoersmogelijkheden zijn daarbij ook mogelijk.

       

    De vraag om een vervoersvoorziening voor een individuele voorziening zal in de regel tegelijk met een aanvraag voor de desbetreffende voorziening aan de orde zijn en wordt dan meegenomen bij de besluitvorming. Het kan echter ook zo zijn dat een vervoersvraag zich na verloop van tijd voordoet (een jeugdige heeft al jeugdhulp, en er ontstaat een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid).

     

    De volgende vormen van vervoersvergoeding worden onderscheiden

    • -

      Een vergoeding voor openbaar vervoer indien de jeugdige zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kan maken;

    • -

      Een vergoeding voor openbaar vervoer met begeleiding indien door de ouders ten genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is om zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken;

    • -

      Kilometervergoeding indien de ouders of iemand uit het sociaal netwerk de jeugdige zelf vervoeren of laten vervoeren, op basis van een vastgesteld tarief

    • -

      Aangepast vervoer (taxi vervoer) indien voorgaande opties niet tot de mogelijkheid behoren.

    De volgende tarieven kunnen voor bovenstaande als leidraad dienen:

    Voorziening tarieven

    Maximaal 2.500 km op jaarbasis

    Maximumbedrag op jaarbasis

    Prijspeil

    a.Eigen auto/bruikleenauto

    €0,19

    €475,-

    2017

    b.Kosten taxi (Regiotaxi)

    €2,33

    €5.825,-

    2017

    c.Kosten rolstoeltaxi (Regiotaxi)

    €2,99

    €7.475,-

    2017

    d.Voor zover de behoeften van meerdere gezinsleden niet samenvallen, wordt niet meer dan een vergoeding van 250% toegekend (voor 2 personen 150%, 3 personen 200% en 4 en meer personen 250%).

    e.De ingangsdatum van de financiële tegemoetkoming voor individueel vervoer start op de eerste van de maand volgend op de aanvraagdatum.

    4.2.4 Individuele voorziening: Begeleiding

     

    De begeleiding richt zich op:

    • -

      ondersteunen bij en opbouwen van een sociaal netwerk van de jeugdige;

    • -

      ondersteuning bij dagbesteding;

    • -

      persoonlijke verzorging voor jeugdige;

    • -

      ondersteuning bij zelfredzaamheid;

    • -

      ondersteuning bij de invulling van het ouderschap en/of het versterken van specifieke opvoedingsvaardigheden.

       

    Hieronder vallen de voorzieningen:

    Individuele begeleiding

    De individuele begeleiding is gericht op het voorkomen van achter uitgaan, stabiliseren of het verbeteren van zelfredzaamheid en/of participatie van de jeugdige en het gezin.

     

    Dagbesteding

    De dagbesteding is gericht op:

    • -

      structuur aanbrengen in zijn of haar dag en zich nuttig laten voelen door het uitvoeren van zinvolle activiteiten;

    • -

      persoonlijke ontwikkeling zoals het aanleren van vaardigheden;

    • -

      het gezin/huishouden van de jeugdige kan de zorg langer volhouden doordat de jeugdige op bepaalde momenten buiten het gezin/huishouden verblijft.

       

    Kortdurend verblijf

    Kortdurend verblijf is gericht op:

    • -

      het ontlasten van de (pleeg)ouders en/of verzorgers van de jeugdige in hun zorg om de jeugdige, waardoor zij de zorg langer volhouden;

    • -

      het verbeteren van de (sociale )ontwikkeling van een jeugdige.

       

    4.2.5 Individuele voorziening: Door/ met tussenkomst van SAVE

     

    Hieronder vallen de voorzieningen:

    • -

      Jeugdbescherming

    • -

      Jeugdreclassering

    • -

      Crisis (en crisis j-GGZ)

    Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Als er specifieke vragen of zorgen zijn over de opvoeding of de situatie van hun kind, dan is het Stadsteam Oudewater van de gemeente het eerste aanspreekpunt. Bij een onveilige opvoedingssituatie - of dreiging van afglijden naar criminaliteit- sluit een gebiedsgebonden SAVE-team aan bij het lokale team. Voor Oudewater gaat het om het SAVE-team Woerden, Montfoort, Oudewater. Deze medewerkers zijn aangesloten bij Stichting Samen Veilig Midden Nederland.

    In het dwangkader kunnen medewerkers van SAVE middels een “bepaling jeugdhulp” jeugdhulp toewijzen. Dit is van toepassing als verblijf plaatsvindt op basis van een rechterlijke machtiging via kinderrechter. Het dwangkader wordt opgelegd bij risico op onttrekking aan zorg - door zichzelf of omgeving.

     

    4.2.6 Individuele voorziening: JeugdzorgPlus

    JeugdzorgPlus is er voor jeugdigen met ernstige (gedrags)problemen. Zij kunnen in instellingen voor jeugdzorgplus worden geplaatst (gesloten jeugdzorg). Daar krijgen zij hulp in een gesloten omgeving.

    Deze jeugdigen hebben bescherming nodig tegen zichzelf of tegen anderen. Het is in het belang van de jeugdigen zelf dat zij een behandeling krijgen in geslotenheid. Dit voorkomt dat zij zich onttrekken aan de zorg die ze nodig hebben, of dat anderen hen onttrekken aan de zorg.

    Doel van JeugdzorgPlus is enerzijds veiligheid en bescherming bieden. Anderzijds is het doel jeugdigen te stabiliseren en zodanig hulp te bieden dat er perspectief is op een traject (thuis, in een residentiële voorziening of pleeggezin) waar de jeugdige een dagbesteding (onderwijs) heeft.

    Het kenmerk van de Individuele voorziening JeugdzorgPlus is de mogelijkheid om beperkende maatregelen toe te passen. De behandeling is erop gericht om de impact van de beperkende maatregelen zo passend mogelijk te laten zijn, en de jeugdige voor te bereiden op een tijd waarin er geen noodzaak maar ook geen mogelijkheid meer is voor beperkende maatregelen.

    Binnen de JeugdzorgPlus voorziening leert men de jeugdige om met een aantal chronisch aanwezige condities om te gaan. Deze condities kunnen gelegen zijn in de jeugdige (stoornissen, gedrag etc.), in het systeem van de jeugdige (disfunctionele gezinssystemen) of in de bredere omgeving (vatbaarheid voor vriendengroepen, loverboys). Doel is om de jeugdige vaardigheden bij te brengen die ervoor zorgen dat de jeugdige voldoende normaal kan meedoen in de samenleving.

     

    4.2.7 Individuele voorziening: Gezinsvervanging

    Gezinsvervanging (waaronder pleegzorg) is plaatsing in gezinsverband als hulp thuis niet meer mogelijk is en een jeugdige voor korte of langere tijd uit huis moet worden geplaatst. Het gaat om een combinatie van ‘zo gewoon mogelijk opgroeien’ en professionele hulp.

    De jeugdhulpaanbieder die pleegzorg aanbiedt, draagt zorg voor de samenwerking tussen alle partijen rond de jeugdige en biedt, waar nodig professionele hulp aan de jeugdige, de pleegouders en eventueel de ouders.

     

    4.2.8 Individuele voorziening: Zeer specialistische functies

    Wat valt onder zeer specialistische functies?

    • -

      Huidige landelijke specialismen JeugdzorgPlus;

    • -

      GGZ met een landelijke functie;

    • -

      Expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties onder 18 jaar;

    • -

      Jeugd sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt (j-sglvg);

    • -

      Gespecialiseerde diagnostiek, observatie en exploratieve behandeling aan (L)VB jeugd GGZ met bijkomende complexe problematiek;

    • -

      Forensische jeugdzorg: inzet van erkende gedragsinterventies gericht op het verminderen van de recidive bij schorsing voorlopige hechtenis, voorwaardelijke veroordeling of gedragsmaatregel.

       

5.Inzet nadere expertise

Ad Verordening artikel 4

Bij het bepalen van de juiste zorg kunnen de consulenten van het Stadsteam Oudewater, met goedkeuring van de jeugdige en/ of zijn ouders, nadere expertise inzetten. Hiertoe is een aantal externe adviseurs gecontracteerd.

 

6.Zelfstandige aanvraag door jeugdige

Ad Verordening artikel 8

Jeugdigen kunnen vanaf 16 jaar zelfstandig, en zonder medeweten van de ouder een ondersteuningsplan indienen.

 

7.Inzet pgb

Ad Verordening artikel 11

 

7.1 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb

Een pgb is een geschikt instrument voor de cliënt om zijn leven naar eigen wensen en behoeften, en in eigen regie in te vullen. Het is een verstrekking vorm die bij uitstek geschikt is voor mensen die zelf de regie over hun leven kunnen voeren. Belanghebbenden moeten vooraf goed weten wat het pgb inhoudt en welke verantwoordelijkheden ze daarbij hebben. Ook is van belang dat tijdens het gesprek risico’s (als bijvoorbeeld schuldenproblematiek) en implicaties naar aanleiding hiervan worden afgewogen. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) verzorgt naast de administratie ook de voorlichting voor en ondersteuning aan budgethouders.

 

Een voorziening in de vorm van een pgb wordt verstrekt indien dit gemotiveerd, in het ondersteuningsplan wordt aangegeven en wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden en kwaliteitseisen en hetgeen wordt gesteld in het financieel besluit Jeugdhulp Oudewater 2017.

 

De kosten van een verstrekking in ZIN zijn hoger dan een verstrekking in een pgb. De reden hiervoor is dat bij een besteding van een pgb in het algemeen sprake is van lagere overheadkosten en minder administratieve processen voor de aanbieder. Het betreft vaak kleinere organisaties of zelfstandige professionals met minder overheadkosten. Daarnaast is de cliënt in staat zelf coördinerende activiteiten uit te voeren. Het is denkbaar dat bij een pgb er meer zorg geleverd kan worden dan in een verstrekking in ZIN.

 

7.2 Bekwaamheid van de aanvrager

Als er sprake is van een ernstig vermoeden dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een pgb, kan een pgb geweigerd worden. Om een pgb af te wijzen moet er enige feitelijke onderbouwing zijn op grond waarvan afgewezen kan worden. De onderbouwing van de afwijzing wordt in de beschikking vermeld.

Situaties waarbij het risico groot is dat het pgb niet besteedt wordt aan het daarvoor bestemde doel kunnen zijn:

  • -

    er is sprake van handelingsonbekwaamheid;

  • -

    er is sprake, als gevolg van een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen, van onvoldoende inzicht in de eigen situatie en kan geen ondersteuning inroepen vanuit zijn eigen netwerk;

  • -

    er sprake is van een crisissituatie;

  • -

    er sprake is van het inzetten van professionele tussenpersonen bij het beheer en gebruik van het pgb.

Bovenstaande opsomming is niet uitputtend. Er kunnen andere situaties denkbaar zijn waarin het verstrekken van een pgb niet gewenst is.

 

7.3 Weigering van pgb

Sommige voorzieningen zijn uitgesloten van pgb

  • -

    Ondersteuning in de vorm van een pgb is niet mogelijk voor algemene, voorliggende voorzieningen die in de gemeente of nabije omgeving aanwezig zijn;

  • -

    Een pgb wordt geweigerd als er sprake is van een crisissituatie;

  • -

    Tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald;

  • -

    Een pgb wordt geweigerd voor zover het pgb is bedoeld voor begeleiding- of administratiekosten in verband met het persoonsgebonden budget;

     

7.4 Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:

  • -

    het inkopen van de voorziening;

  • -

    het kunnen beoordelen van de kwaliteit van deze voorzieningen.

Degene die ingeschakeld wordt voor het uitvoeren van deze voorzieningen in pgb, is, indien noodzakelijk, zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van loongegevens aan de belastingdienst.

 

7.5 Beschikking pgb

Ad Verordening artikel 11

De hoogte van een pgb voor jeugdhulp wordt bepaald per uur, per resultaat of per dag(deel) op basis van het basistarief dat door de gemeente bij de inkoop van jeugdhulp is vastgesteld voor de betreffende soort begeleiding per uur, per resultaat of per dag(deel) bij Zorg in Natura (ZiN).

 

Als er gekozen wordt voor een pgb, wordt in de beschikking opgenomen:

  • -

    Het budget waarmee de voorziening kan worden ingekocht;

  • -

    De periode waarvoor deze voorziening geldt;

  • -

    Voor welk resultaat het budget moet worden ingezet;

  • -

    De wijze van verantwoording van de besteding van het budget.

De toekenning eindigt wanneer

  • -

    de budgethouder verhuist naar een andere gemeente;

  • -

    de geldigheidsduur van de voorziening is verstreken;

  • -

    als de budgethouder aangeeft dat zijn situatie is veranderd en (de gemeente) vaststelt dat de voorziening niet meer voldoet;

  • -

    de budgethouder geen verantwoording aflegt;

  • -

    de budgethouder zijn pgb laat omzetten in ZIN.

     

7.6 Pgb bij een persoon die behoort bij het sociaal netwerk/ niet-professionele zorgverleners

Met een pgb kan hulp vanuit het sociaal netwerk bekostigd worden als er sprake is van boven gebruikelijke zorg, in tegenstelling tot ‘de gebruikelijke zorg’. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden (zie bijlage 1 voor richtlijnen).

Het vaststellen dat er sprake is van boven gebruikelijke zorg geeft op zichzelf geen recht op een vorm van jeugdhulp. Bij de afweging of een individuele voorziening jeugdhulp aan de orde is, worden ook de andere aspecten, zoals genoemd in artikel 6, lid 1, van de verordening meegewogen.

Om te onderzoeken of er sprake is van boven gebruikelijke zorg, bespreekt het Stadsteam Oudewater met de inwoner die het pgb aanvraagt:

  • -

    Of er tot dan toe al sprake is geweest van (onbetaalde) jeugdhulp;

  • -

    Waarom de zorgverlener uit het sociale netwerk er eventueel mee stopt;

  • -

    Waarom een eventuele nieuwe mantelzorger de zorg niet gratis wil verlenen.

In bepaalde gevallen kan het betalen voor mantelzorg redelijk zijn:

  • -

    Als een familielid minder gaat werken om de zorg uit te kunnen voeren;

  • -

    Jeugdhulp vanuit het eigen informele netwerk voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de Jeugdwet. Als de voorziening hulp omvat waarvoor volgens landelijk geldende kwaliteitscriteria een minimale opleiding vereist is, beschikt de persoon over de desbetreffende kwalificatie;

  • -

    De in te zetten persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem/haar niet tot overbelasting leidt;

     

7.7 Gezamenlijk inkopen

Het is toegestaan om samen zorg in te kopen via het pgb. De mogelijkheid bestaat om een voorziening te verstrekken die door een groep te gebruiken is. Gaat het om een individuele voorziening dan blijft het te behalen zorgdoel en het proces van aanvraag, afhandeling, declaratie, facturering en verantwoording wel individueel.

 

7.8 Kwaliteitseisen pgb

De zorgaanbieder voldoet aan alle van toepassing zijnde en meest recente en vigerende (kwaliteit)eisen die voortvloeien uit wet- en regelgeving. De volgende kwaliteitseisen gelden voor alle professionele jeugdhulpaanbieders:

  • -

    de norm van verantwoorde hulp, inclusief de verplichting om geregistreerde professionals in te zetten; (zie voor uitzonderingen op deze kwaliteitseis Jeugdwet, Memorie van Toelichting, paragraaf 6.5)

  • -

    gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp;

  • -

    systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder;

  • -

    verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor alle medewerkers van een jeugdhulpaanbieder;

  • -

    de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

  • -

    de meldplicht calamiteiten en geweld;

  • -

    verplichting om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.

Gemeente Oudewater heeft, naast de wettelijke kwaliteitseisen, de ruimte om in de voorwaarden bij hun contractuele overeenkomsten met jeugdhulpaanbieders aanvullende eisen te stellen aan de kwaliteit van de professionele jeugdhulp.

 

8.Vergoeding door andere financiers

Hulp/ondersteuning die bekostigd kan worden door andere financiers, bijvoorbeeld hulp die zorgverzekeraars beschikbaar stellen via (aanvullende) pakketten, komt niet in aanmerking voor vergoeding (noch in natura noch middels pgb). Dit geldt ook voor jeugdigen of ouders zonder aanvullend pakket.

 

9.Onafhankelijke cliëntondersteuning

Wanneer een inwoner zich meldt met een hulpvraag (dus bij de 'toegang' tot ondersteuning), moet hij of zij gebruik kunnen maken van onafhankelijke cliëntondersteuning, ook bij de aanvraag voor Jeugdhulp. De Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als het bieden van informatie, advies en algemene ondersteuning, die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie. Wanneer een jeugdige/ouder zich meldt met een hulpvraag, moet hij of zij gebruik kunnen maken van cliëntondersteuning bijvoorbeeld voor hulp bij het opstellen van het ondersteuningsplan. Hiervoor kan iemand uit het sociaal netwerk (familie, vrienden) ingezet worden, maar het kan ook een professionele hulpverlener zijn. Onafhankelijke cliëntondersteuning wordt los van het Stadsteam Oudewater aangeboden. Vanaf 2017 wordt de cliëntondersteuning geleverd door stichting MEE Utrecht, Gooi en Vechtstreek en is voor de inwoner gratis. Het Stadsteam Oudewater wijst inwoners op het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning.

 

10.Vertrouwenspersoon

Ad Verordening artikel 14

Elk kind, elke jongere en elke volwassene die te maken krijgt met jeugdhulp, kan de hulp van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) vragen. Het AKJ voert het vertrouwenswerk uit namens alle gemeenten in het land samen met onderaannemers. De vertrouwenspersonen zijn er om te begeleiden en ondersteunen. Er kunnen allerlei vragen zijn waar de inwoner graag een duidelijk antwoord op wil hebben. Als je als jongere in een instelling zit, komt de vertrouwenspersoon op bezoek.

 

11.Klachtenregeling

Ad Verordening artikel 15

Bij de afhandeling van klachten in het kader van jeugdhulp wordt onderscheid gemaakt tussen;

  • -

    Klachten over de gevoerde procedure

  • -

    Klachten over de bejegening

  • -

    Klachten over een voorziening of een aanbieder daarvan

Klachten over de gevoerde procedure of over de bejegening door een medewerker van het Stadsteam Oudewater kunnen bij het Stadteams Oudewater zelf worden ingediend.

Klachten of bejegening door een medewerker van een zorgaanbieder, of over de dienstverlening van een zorgaanbieder kunnen ingediend worden bij de betreffende organisatie.

 

12.Inspraak en medezeggenschap

Ad Verordening artikel 16

Cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen worden vroegtijdig in de gelegenheid gesteld om voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen en om advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Hiervoor is de Participatieraad Oudewater opgericht.

 

13.Inwerkingtreding

 

13.1. Inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017’ treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De ‘Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2015 worden ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de ‘Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017’.

     

13.2. Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Beleidsregels jeugdhulp gemeente Oudewater 2017".

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Oudewater gehouden op 2 mei 2017

De secretaris, De burgemeester,

Mr. W.J. Tempel Mr. drs. P. Verhoeve

Bijlage 1.

 

Richtlijn gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normale ontwikkeling,per leeftijd (bron: CIZ)

 

Kinderen van 0 tot 3 jaar

 

  • ·

    hebben 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • ·

    hebben voortdurend, dat wil zeggen op geplande en ongeplande momenten, overname van zelfzorg nodig;

  • ·

    hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en

    zelfredzaamheid.

     

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • ·

    hebben zorg in de nabijheid nodig omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • ·

    hebben overdag voortdurend begeleiding en overname van zelfzorg nodig;

  • ·

    hebben ’s nachts soms nog begeleiding en overname van zelfzorg nodig;

  • ·

    hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

     

NB: deze zorg voor kinderen vanaf 3 jaar is geen gebruikelijke zorg als is vastgesteld dat het gaat om een kind met ernstige meervoudig complexe handicaps (MCG), ook wel genoemd ernstige meervoudige beperkingen (EMB). MCG/EMB kinderen hebben een ernstige verstandelijke beperking met een blijvend zeer laag ontwikkelingsperspectief en een motorische beperking. Meestal is ook sprake van zintuiglijke problemen (waaronder prikkelverwerkingsstoornissen) en/of somatische aandoeningen.

 

Kinderen van 5 tot 8 jaar

  • ·

    hebben zorg in de nabijheid nodig omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • ·

    hebben overdag nog voortdurend begeleiding nodig;

  • ·

    hebben overdag op geplande en soms op ongeplande momenten hulp bij of overname van zelfzorg nodig;

  • ·

    hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

     

Kinderen van 8 tot 18 jaar

  • ·

    hebben geen zorg in de nabijheid nodig omdat zij in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • ·

    hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig en passend bij hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.