Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018 |
Citeertitel | Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Artikel 5:4 onder c wordt gewijzigd
Artikel 5 Algemene Subsidieverordening Den Haag 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-01-2018 | 01-01-2018 | 31-12-2020 | Wijziging artikel 5:4 onder c | 30-01-2018 Gemeenteblad | RIS 299030, BOW/2018.23 |
01-01-2018 | 15-02-2018 | Onbekend | 01-08-2017 Gemeenteblad | RIS 297616 BOW/2017.285 |
Op basis van het collegebesluit “Uitgangspunten Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018” RIS297300 van 27 juni 2017 is de Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018 opgesteld.
Een aansprekende artistiek inhoudelijke component moet aanwezig zijn om voor een cultuurgerelateerde subsidie in aanmerking te kunnen komen. Deze projecten zijn van toegevoegde waarde als zij een overtuigende artistieke benadering bevatten. Bij artistieke kwaliteit moet gedacht worden aan de kernbegrippen als vakmanschap (professionele kunsten), innovatie, zeggingskracht en oorspronkelijkheid of uniciteit. Het is de taak van de adviescommissie om dit te beoordelen. Zij doet dat op basis van de subsidieaanvraag waarin de aanvrager overtuigend de professionele artistieke uitgangspunten van het project (artistieke visie) weergeeft en een beschrijving van de artistiek betrokkenen. Binnen dit criterium is ruimte voor talentontwikkeling van professionele makers om te experimenteren zolang betrokkenheid van een publiek onderdeel is van het project.
Projecten moeten een bijdrage leveren aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in Den Haag. Projecten die zich op het snijvlak van cultuur en een ander beleidsterrein bevinden, vallen hier binnen, zoals cultuur/welzijn, cultuur/vrede en recht, of cultuur/evenementen, mits deze projecten aanvullend zijn op het bestaande cultuuraanbod in de stad.
Het college hecht er waarde aan dat de gehonoreerde projecten passen bij de diverse samenstelling van de bevolking in de stad. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager aan te geven hoe het beoogde publieksbereik zich verhoudt tot de inhoud van het project en aan te geven welke manier de vorm, het onderwerp, de inhoud en bezetting aansprekend zijn voor het beoogde publiek. Het pr- en marketingplan moet aantoonbaar uitgaan van het bereiken van een breder publiek dan de eigen achterban. Daarnaast is enige poging tot culturele inbedding noodzakelijk om te voorkomen dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd op zichzelf staande projecten worden.
Goed ondernemerschap houdt onder andere in dat de aanvrager een beroep doet op meerdere financieringsbronnen die bij het project passen en dat er een passende bijdrage voor de activiteit gevraagd wordt aan publiek/deelnemers.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een initiatief van Haagse kunstenaars, organisatoren of instellingen of een initiatief dat specifiek voor Den Haag is gemaakt, en daarnaast ten goede komt aan de Haagse burger. Haagse kunstenaars en organisatoren die geen rechtspersoon zijn, kunnen alleen via een rechtspersoon subsidie aanvragen.
Het aanvraagformulier Culturele projecten Den Haag 2018 is te vinden op de website van de gemeente Den Haag via www.denhaag.nl/cultuur.
Indien een project een zeer lange voorbereidingstijd vergt, kan de aanvraag, mits dat deugdelijk wordt gemotiveerd, een termijn eerder worden ingediend. Het college maakt dan gebruik van de hardheidsclausule van artikel 7:1.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gezien het collegebesluit van 27 juni 2017 (Uitgangspunten Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018, RIS297300),
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Culturele projecten Den Haag 2018:
In afwijking van artikel 10, tweede lid van de ASV, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
§ 6 Verplichtingen, verantwoording en vaststelling
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en dehuisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;
indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of opgemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren;
. Indien personele lasten onderdeel zijn van de kosten waarvoor subsidie wordt verleend kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger tenminste 5% van dit deel van de subsidie aanwendt voor het in dienst nemen van personeel uit een van de volgende doelgroepen:
Burgemeester en wethouders kunnen, met uitzondering van artikel 2.1, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of hiervan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van deze regeling, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.