Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang |
Citeertitel | Tijdelijke subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Redactionele opmerking: De dag na bekendmaking in het Gemeenteblad is de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2017 | 20-11-2018 | nieuwe regeling | 11-07-2017 Gemeenteblad 2017, 126208 | - |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Toepasselijkheid ASA 2013
De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het deels wegnemen van het verschil in beloning dat voortkomt uit verschillen tussen de cao welzijn en de cao kinderopvang.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college kan voor de jaren 2018 en 2019 periodieke subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten die verbonden zijn aan de omzetting van peuterspeelzaalwerk met voorschoolse educatie naar kinderopvang met voorschoolse educatie, voortkomend uit het verschil in beloning volgens de cao welzijn en de cao kinderopvang.
Hoofdstuk 2 Subsidieplafond, verdeelsleutel en hoogte subsidiebedrag
Artikel 6 Hoogte subsidiebedrag
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal het verschil in personeelskosten volgens de cao welzijn en de cao kinderopvang, voor de medewerkers die in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft:
- direct uitvoering geven aan de voorschoolse educatie of hieraan direct ondersteunend zijn en
- die op 1 april 2017 werkzaam waren in één van deze functies op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd volgens de cao welzijn.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kindercentrum die voldoet aan de voorwaarden voor periodieke subsidie op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Amsterdam 2018 en aan wie voor het jaar 2017 subsidie is verleend voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de aanvraag ingediend, met betrekking tot de medewerkers bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze regeling:
- een overzicht van deze medewerkers, met daarin opgenomen hun functies vanaf 1 april 2017, de omvang van hun dienstverband en hun salaris in het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- begroting personeelskosten 2018 volgens de cao welzijn;
- begroting personeelskosten 2018 volgens de cao kinderopvang;
- een berekening van de meerkosten veroorzaakt door de verschillen tussen de cao welzijn en de cao kinderopvang.
Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie
In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college weigeren subsidie te verlenen als:
a. voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft geen subsidie is aangevraagd voor het aanbieden van voorschoolse educatie op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Amsterdam 2018 of de subsidie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd;
b. in 2017 geen subsidie is verleend voor voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal;
c. niet is voldaan aan de verplichtingen bedoeld in artikel 14 van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Amsterdam 2018.
Per 1 januari 2018 worden peuterspeelzalen, als gevolg van de harmonisatie, kinderdagverblijven. Door deze wijziging veranderen hun inkomsten. Deze inkomsten zijn vanaf 1 januari 2018 vooral gebaseerd op het uurtarief van de kinderopvang. Dit uurtarief is onder meer afgeleid van de cao kinderopvang, welke aanmerkelijk lager is dan de cao welzijn. Er is dus vanaf 2018 bij de huidige welzijnsorganisaties sprake van een situatie waarbij de personeelskosten gelijk blijven, maar de inkomsten dalen. Met deze tijdelijke subsidieregeling biedt de gemeente ruimte voor deze organisaties om hier een structurele oplossing voor te zoeken en wordt de continuïteit van het vve-aanbod gewaarborgd.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de begripsomschrijvingen in deze nadere regels is zoveel mogelijk aangesloten bij de begrippen uit de Wet kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
Artikel 2 - Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013
Deze subsidieregeling heeft de vorm van nadere regels als bedoeld in artikel 3 onder 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (verder de ASA). Dit betekent dat op de subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt tevens de ASA en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing zijn.
Deze regeling vormt een aanvulling op hetgeen in de ASA is geregeld. Waar dat noodzakelijk is wordt verwezen naar het betreffende artikel uit de ASA. In deze toelichting wordt voor zover noodzakelijk per artikel nadere uitleg gegeven.
Artikel 3 - Doel subsidieregeling
Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen hierboven in het algemene deel van de toelichting is opgenomen.
Artikel 4 - Subsidiabele activiteiten
Het is alleen mogelijk om subsidie aan te vragen voor de jaren 2018 en 2019. Dit is een overgangsperiode die zal moeten worden benut om de bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe situatie die ontstaat na de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang.
Hoofdstuk 2 Subsidieplafond, verdeelsleutel en hoogte subsidiebedrag
Artikel 5 - Subsidieplafond en verdeelsleutel
Het subsidieplafond bepaalt het bedrag dat per jaar beschikbaar is voor de subsidie op grond van deze regeling. De toelichting bij de ASA 2013 bevat verdere uitleg over het subsidieplafond.
Indien de aanvraag voldoet aan de criteria in deze regeling wordt deze gehonoreerd totdat het subsidieplafond bereikt is. Indien het subsidieplafond niet toereikend is, wordt het beschikbare bedrag evenredig verdeeld over alle aanvragen.
Artikel 6 - Hoogte subsidiebedrag
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal het verschil in personeelskosten volgens de cao welzijn en de cao kinderopvang. Alleen de personeelskosten voor de medewerkers die in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, direct uitvoering geven aan de voorschoolse educatie of hieraan direct ondersteunend zijn en die op 1 april 2017 werkzaam waren in één van deze functies op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd volgens de cao welzijn, kunnen in de berekening worden meegenomen. Indien het dienstverband van een medewerker wordt beëindigd tijdens het jaar waarvoor subsidie is verleend, wordt het subsidebedrag naar rato voor het aantal gewerkte maanden vastgesteld.
Dit artikel voorziet er in dat subsidie alleen aangevraagd kan worden door de houder van een geregistreerd kindercentrum dat voldoet aan de voorwaarden voor subsidie voor het uitvoeren van voorschoolse educatie op grond van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Amsterdam 2018 en aan wie voor het jaar 2017 subsidie is verleend voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal.
Artikel 8 - Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Bij de subsidieaanvraag dient een overzicht opgenomen te worden met daarin minimaal de volgende gegevens over het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd:
Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie
Dit artikel bevat de gronden waarop subsidie kan worden geweigerd. Indien een van deze gronden van toepassing is, kan de subside worden geweigerd.