Organisatie | Omgevingsdienst Regio Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2016 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-05-2017 | 03-03-2017 | Onbekend | 02-03-2017 Onbekend | AB 02032017.4b |
Artikel 1 Doelstellingen treasurybeleid
De doelstellingen van het treasurybeleid van ODRN zijn:
Artikel 2 Uitgangspunten risicobeheer treasuryfunctie
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten voor de treasuryfunctie:
De treasurer/controller vraagt bij het aantrekken van lange financieringen bij verschillende financiële instellingen ten minste twee prijsopgaven op. Bij kortgeld kan worden volstaan met een prijsopgaaf als die marktconform is (d.w.z. kleiner of gelijk aan Eonia of Euribor tarieven). Voor het doen van uitzettingen gelden de voorschriften uit de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.
Banken waar rekening-courant verhoudingen mee worden aangegaan en waar betalingsverkeer is ondergebracht, dienen minimaal te voldoen aan de volgende eisen: ze moeten zijn gevestigtigd in een lidstaat dat ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door tenminste 2 ratingsbureaus en ze moeten voor de door hen uitgegeven waardepapieren aantonen dat ze tenminste beschikken over een AA-minusrating afgegeven door tenminste 2 ratingbureaus.
Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden
Artikel 8 Verantwoordelijkheden en taken
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen d.d. 2 maart 2017.
De voorzitter,
De secretaris.
Toelichting Treasurystatuut 2016 ODRN
In deze memorie van toelichting wordt het wettelijke kader voor de treasuryfunctie van ODRN kort beschreven. Onderliggend Treasurystatuut voldoet aan de wettelijke verplichtingen en opgelegde randvoorwaarden.
Het wettelijke kader aangaande treasuryfunctie betreft een drietal wetten namelijk:
In de Gemeentewet staat ten aanzien van treasury het volgende:
In artikel 169, lid 4 is hier wel een beperking op aangebracht. Het Dagelijks Bestuur behoort geen besluiten te nemen aangaande privaatrechtelijke handelingen indien het Algemeen Bestuur daarom verzoekt of het besluit ingrijpende gevolgen heeft voor ODRN. In dit geval moet het Algemeen Bestuur in staat zijn om vooraf wensen en bedenkingen ter kennis van het Dagelijks Bestuur te brengen.
Ad 2: Besluit Begroting en Verantwoording
In het BBV zijn een aantal zaken vermeld ten aanzien van de treasuryfunctie, zijnde:
De Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) heeft begin 2001 de Wet filo (Financiering Lagere Overheden) uit 1987 vervangen. In 2006 is de wet geëvalueerd en enigszins aangepast. In december 2013 is vervolgens de regelgeving ten aanzien van de verplichting tot schatkistbankieren toegevoegd.
Daarnaast gelden, als uitvloeisel van de Wet Fido:
De regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO) die is aangescherpt naar aanleiding van de problemen met de beleggingen in IJsland uit het najaar van 2008. In 2014 zijn deze regels wederom worden aangepast als gevolg van het beleidskader inzake het gebruik van financiële derivaten door (semi)publieke instelling.
De hoofdzaken uit de Wet Fido en bijbehorende regelingen zijn:
ODRN gaat slechts leningen aan, zet middelen uit of verleent garanties ten behoeve van de publieke taak. Decentrale overheden kunnen binnen het wettelijke kader zelf bepalen wat zij tot hun publieke taak rekenen. Wel wordt terughoudendheid van de decentrale overheden verwacht en zal door de toezichthouder worden gekeken of ODRN degelijk motiveert waarom een activiteit tot zijn publieke taak wordt gerekend.
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. De kasgeldlimiet is opgenomen in de Wet Fido ter beperking van het bedrag van de vlottende schuld waarover dagelijks renterisico wordt gelopen. Zo worden grote fluctuaties in de korte rentelasten vermeden. Bij een dreigende derde achtereenvolgende overschrijding wordt de toezichthouder op de hoogte gebracht tezamen met een plan om binnen de limiet te blijven in het lopende kwartaal. De toezichthouder kan ontheffing verlenen van de verplichting om onder de kasgeldlimiet te blijven.
Het renterisico op de vaste schuld van ODRN overschrijdt de renterisiconorm niet. Deze norm beoogt de beperking van het bedrag van de vaste schuld waarover op termijn renterisico wordt gelopen. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van het begrotingstotaal van ODRN bij aanvang van het jaar. De toezichthouder geeft een aanwijzing als hieraan niet wordt voldaan. Ook hier kan de toezichthouder ontheffing verlenen.
Overtollige liquide middelen moeten, behoudens het drempelbedrag, worden aangehouden bij ’s Rijks schatkist. Het drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal bij decentrale overheden met een begrotingsomvang dat kleiner is dan 500 miljoen euro met een minimum van € 250.000 en een maximum van € 2.500.000. Bij
Aangezien vrijwel alle overtollige middelen belegd moeten worden bij ’s Rijks schatkist, zijn de regels ten aanzien van uitzettingen van gering belang geworden. Er gelden echter wel eisen voor de tegenpartijen waarmee zaken wordt gedaan, zijnde:
De door deze ondernemingen uitgegeven waardepapieren moeten minimaal over aan AA minusrating beschikken, afgegeven door minimaal twee ratingbureaus. Indien de uitzetting een looptijd heeft van minder dan 3 maanden dan moet over minimaal een A-rating worden beschikt, wederom afgegeven door twee rating-bureaus.