Organisatie | Waterschap Hollandse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Hollandse Delta 2014 |
Citeertitel | Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Hollandse Delta 2014 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Deze regeling vervangt de Verordening Beleids en verantwoordingsfunctie 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 26-09-2013 | B1300415 en B1302968 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren enbeheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve vande verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken enverwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneindete komen tot eengoed inzicht in:
alsmede tot het afleggen van rekening enverantwoording daarover;
de mate waarinin overeenstemming met geldende wet- en regelgeving, waaronder waterschapsverordeningen alsmede besluiten van algemeen endagelijks bestuur, wordt gehandeld;
de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijkeinzet van middelen worden gerealiseerd;
de mate waarinde beoogde doelen en effecten vanhet beleid ook daadwerkelijk worden behaald;
lasten die aan een bepaald programma, product c.q. kostendrager worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken debaten (met uitzondering van de belasting- enandere algemene opbrengsten) dieaan hetzelfde programma, product c.q. kostendrager worden toegerekend;
g. algemeen bestuur:Verenigde Vergadering van waterschap HollandseDelta;
h. dagelijks bestuur:college van dijkgraaf enheemraden van waterschap Hollandse Delta;
i. Waterschapswet: Waterschapswet zoals deze luidt na het in werking treden van de Wet modernisering waterschapsbestel van 21 mei 2007 (Staatsblad 2007, 2008);
'Besluit van 29 november 2007, houdende regels met betrekking tot de waterschappen' (Staatsblad 2007, 497).
2. Beleidsvoorbereiding en verantwoording
Artikel 2 Beleids- en verantwoordingscyclus
1. Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de beleids-en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar ende periode van de meerjarenraming vast en geeft aan op welk moment de onderdelen daarvan moeten worden aangeboden enwanneer deze zullen worden behandeld
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voldoen aande relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgevingen aan datgene wat in deze verordening wordt bepaald.
Het algemeen bestuur stelt een programma-indeling vast.
Artikel 4 Kaders meerjarenbeleid
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks bevindingen over de beleidsuitvoeringin het voorgaande begrotingsjaar enmogelijke kaders voor het beleid in de komende begrotingsjaren ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks, verwerkt in de verwerkt in de programmabegroting, een meerjarenraming
met toelichting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar en ten minste de vier daaropvolgende jaren.
Artikel 6 Ontwerp-programmabegroting en geplande investeringen
1. Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks ter vaststelling een ontwerp-programmabegroting aanhet algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar.
2. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat er bij de begrotingsbehandeling een overzicht is
geagendeerd van de investeringen waarvande start van de uitvoering c.q. het moment van aanschaffing in het begrotingsjaar isgepland. In dit overzicht zijn opgenomen de raming van de investeringsuitgaven envan de aan de investeringen gerelateerde inkomsten.
3. In het onderdeel 'financiering' van de toelichting wordenopgenomen:
a. een vermogensbehoefteplanning;
b. eenbeschouwing over de rente-ontwikkeling;
c. een rentegevoeligheidsanalyse.
Artikel 7 Vaststelling programmabegroting en investeringskredieten
1. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de programmabegrotingde netto kosten die per programma zijn opgenomen alsmede dedekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de programmabegroting naar kostendragers.
2. Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar inuitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie isverleend bij de begrotingsbehandeling legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.
3. Het dagelijks bestuur zorgt er ten aanzien vande raming van de netto-kosten naar
programma's voor dat deze netto-kosten, door middel van kostentoerekening, eenduidig kunnen worden toegewezen aan de beleidsproducten en de beheerproducten.
2.3 Uitvoering, sturing en beheersing
Artikel 8 Uitvoering programmabegroting
1. Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties diegeleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt wordenen de netto-kosten diegemaakt worden, opdat dedoelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.
2. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de netto-kosten van de programma's en de
investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden.
Artikel 9 Ruimte bij programmabegrotingsuitvoering
1. Het dagelijks bestuur is bevoegd overschrijding van geautoriseerde netto-kosten tedekken uit het bedrag voor onvoorzien uit de programmabegroting.
2. Over de aanwending van de post onvoorzien informeert het dagelijks bestuurhet algemeen middels de tussentijdse rapportages enjaarrekening.
2.4 Informatieverstrekking enverantwoording
Artikel 10 Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en programmabegrotingswijzigingen
1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur zospoedig mogelijk indien derealisatie van het beleid in betekende mate afwijkt van hetgeen in de programmabegrotingis opgenomen.
2. Het dagelijks bestuur informeerthet algemeen bestuur door middel van twee tussentijdse rapportages over de realisatie van het beleid dat in de programmabegrotingis opgenomen en over de uitvoering van investeringen. De eerste tussentijdse rapportage heeft betrekking op de eerste 4 maanden van het begrotingsjaar. De twee tussentijdse rapportageheeft betrekking op de eerste 8 maanden van het begrotingsjaar.
3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indelingvan de begroting.
4. De rapportages gaan in op afwijkingen van betekenende mate, zowel wat betreft de middeleninzet, de maatregelen die getroffen enprestaties die geleverd worden, als de doelstellingen en effecten die bereikt worden.
5. In derapportages wordt voorts inieder geval aandacht besteedaan afwijkingen van betekenende mate van:
6. Indien noodzakelijk doet het dagelijks bestuur in de rapportages voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgettenen investeringskredieten alsmede bijstellingen van het beleid. Zonodig legt het dagelijks bestuur een voorstel tot begrotingswijziging aan het algemeen bestuur voor.
1. Het dagelijks bestuur legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het algemeen bestuur over de uitvoering van de programma's door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag ende door de accountant gecontroleerde jaarrekening.
2. Het dagelijks bestuur zorgt erten aanzien vande realisatie van de netto-kosten naar programma's voor dat dezenetto-kosten, door middel van kostentoerekening, eenduidig kunnen worden toegewezenaan de beleidsproducten ende beheerproducten.
3. Uitgangspunten financieel beleid
Artikel 12 Financieel beleidalgemeen
1. Het dagelijks bestuur doet voorstellen aan het algemeen bestuur die zijn gericht opeen volledig en actueel beleid van het waterschap ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a. Activering, waardering en afschrijving van activa;
b. weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen;
c. kostentoerekeningen onderbouwing tarieven;
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde voorstellen in overeenstemming zijn met de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, met andere regelgeving die van toepassing is en met de in het vervolg van deze verordening opgenomen aanvullende eisen.
Artikel13 Waardering en afschrijving vanactiva
1. Het beleid ten aanzien van waardering en afschrijving van activa omvat inieder geval:
a. het grensbedrag van de verkrijgings-of vervaardigingsprijs van investeringen waaronder investeringen niet geactiveerd worden. Investeringen in grond en financiële vaste activa worden, ongeachtde hoogte van de verkrijgingsprijs,altijd geactiveerd;
b. de wijze waarop het waterschap omgaat met de verplichtingen uit het Waterschapsbesluit dat de bijdragen van eigen personeel, derenteover het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend ende mogelijkheid dat een redelijk deel van de kosten van ondersteunende dienstenvan het waterschap inde vervaardigingsprijs van vaste activa worden opgenomen;
c. de afbakening tussen investering enonderhoud;
2. Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling worden afgeschreven conformde bepalingen zoals opgenomen in de beleidsnota Activeren, Waarderen en Afschrijven voor zover de betreffende uitgaven op grond van artikel 4.63 van het Waterschapsbesluitmogen worden geactiveerd.
3. Uitgaven voor het afsluiten van geldleningen wordendirect ten laste van de exploitatie gebracht.
4. Bijdragen inactiva in eigendom van derden worden afgeschreven gedurende het aantal jaren dat de betreffende activa naar verwachting door de derde zullen worden geëxploiteerd envoor zover de betreffende uitgavenop grond van artikel 4.64 van het Waterschapsbesluitmogen worden geactiveerd.
Artikel14 Weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen
1. Het beleid omtrent het weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen omvat inieder geval:
a. eenbeschrijving van de risico's diehet waterschap loopt;
b. de minimale weerstandscapaciteit van het waterschap, zijndede middelen en mogelijkheden van het waterschap om niet begrote kosten tedekken;
c. bepalingen omtrenthet opvangen vanrisico's door verzekeringen, voorzieningen, reserves, de weerstandscapaciteit of anderszins;
d. bepalingen omtrent de vorming en besteding van reserves;
e. bepalingen omtrent de vorming en besteding van voorzieningen;
f. bepalingen omtrentde berekening enverwerking van rente over de reserves ende voorzieningen.
2. Alselement van het in het eerste lid onder d bedoelde onderdeel reserveswordt voor de reserves die onderdeel uitmakenvan de algemene reserves en de bestemmingsreservesdie niet zijn bedoeld voor tariefsegalisatie per reserve ingegaanop de aard, reden en gewenste omvang.
3. Als element van het in het eerste lid onder e bedoelde onderdeel voorzieningen wordt per voorziening ingegaan opde aard, reden en gewenste omvang.
Artikel 15 Kostentoerekening en onderbouwing tarieven
1. Het beleid omtrent kostentoerekening en onderbouwing vantarieven omvat in ieder geval:
a. eenbeschrijving van het kostentoerekeningssysteem;
b. de wijze waarop het waterschap invulling geeft aan de eis uit het Waterschapsbesluit dat de kostentoerekening plaatsvindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria;
c. de kwantitatieve grondslagen die onderdeel vormen van de kostentoerekeningssystematiek;
d. de methodiek voor de berekening vande rentelasten van vaste activa;
e. de onderbouwing van de tarieven die gelden voor de door het waterschapsbestuur in rekening te brengen rechten als bedoeld inartikel 115 van de Waterschapswet,zijnde rechten ter zake van:
- het gebruik overeenkomstig debestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het waterschap of van voor de openbare dienst bestemde werkenof inrichtingen die bij het waterschap in beheer ofin onderhoud zijn;
- het genot vandoor of vanwege het bestuur van het waterschap verstrekte diensten;
- het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen ofontheffingen;
f. de onderbouwing vande prijs van producten endiensten die het waterschap aan derden kan leveren, waaronder ook begrepen verhuur, verkoop en erfpacht van onroerende zaken die aan derden kunnen worden geleverd, alsmedede kosten van bestuursdwang, en waarbij onderscheid wordt gemaakt indirecte kosten, indirecte kosten en toegerekende kosten;
g. de mate van kostendekkendheid van de onder e en f bedoelde tarieven.
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dater een actueel overzicht is van de tarieven, prijzen en kosten van de in dit artikel bedoelde rechten,diensten en zaken.
1. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:
a. voldoende financiele middelen worden aangetrokken en overtollige gelden, volgende geldende wettelijke bepalingen, worden uitgezetom de programma's binnen de door het algemeen bestuurvastgestelde kaders van de meerjarenraming en de programmabegrotingte kunnen uitvoeren;
b. de volgende risico's verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico's, kredietrisico's,interne liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico's;
c. de kosten van lenignen zoveel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement opde uitzettingen wordt bereikt;
d. een bijdrage wordt geleverdaan het bereiken van een financiële balansstructuur die
dienstbaar is aan de doelstellingen van het waterschap;
e. de interne verwerkingskosten enexterne kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.
2. Het risicobeheer van het waterschap wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
a. ten opzichte van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen heeft definancieringsfunctie een ondersteunende rol. Financiering volgt en is dienstbaar aan deze taken;
b. de uitvoering van de financieringsfunctie voegt geen financiële risico'stoe aan degene die zijn verbonden aan de uitvoering van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen, maar is er op gericht toekomstige risico's te verminderen ofte verschuiven;
c. bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties enhet aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden;
d. het wettelijk kader van de Wet Fido wordtals uitgangspunt voor het beheersen van renterisico's gehanteerd;
e. wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vlottende opgenomen en verstrekte leningen wordt de kasgeldlimiet van de Wet Fido in acht genomen.
f. wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vaste opgenomen en verstrekte leningen wordt de renterisiconorm van de Wet Fido in acht genomen;
g. het algemeen bestuur wordt geïnformeerd indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.
3. Bij de uitvoering van de financieringsfunctie neemt het dagelijks bestuur debepalingen in acht zoals die zijn opgenomen inhet Treasurystatuut.
4. Administratie en organisatie
Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de administratie zodanig vanopzet en werking is, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
a. het sturen enhet beheersen vanactiviteiten en processen in het waterschap als geheel en in zijn organisatie-onderdelen;
b. het geven van een actueel en volledig inzichtin de bezittingen van het waterschap, waaronder ook worden begrepende niet-geactiveerdeobjecten met cultuurhistorischewaarde (waaronder panden, bedrijfsgebouwen, bedrijfsmiddelen enkunstvoorwerpen) alsmede overige investeringen die niet zijn geactiveerd;
c. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa, voorraden, vorderingen, schulden, rechten, verplichtingen, ontvangsten, betalingen, kosten en opbrengsten;
d. het verschaffen van informatie over baten, lasten, prestaties, maatregelen en effecten aan budgethouders voor zowel de planning, deuitvoering als de verantwoording vande realisatie;
e. eendoelmatig beheer van geldstromen en financiële posities;
f. een goede interne en externe informatievoorziening over de uitvoering van de fina ncieringsfunctie;
g. het inzicht krijgen in en bevorderen van de rechtmatigheid,de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur inrelatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting enrelevante wet- en regelgeving;
h. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid ende
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting enrelevante wet- en regelgeving;
i. de controle van de registratie van gegevens alszodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle opde rechtmatigheid, de doelmatigheid ende doeltreffendheid van het gevoerde bestuurin relatie tot degestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 18 Financiële administratie
Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat:
a. de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoenaan het Waterschapsbesluit en andere relevante wet- en regelgeving;
b. de financieel administratie tijdig in de gelegenheid wordt gesteld omeen juiste verzorging van de financiële administratie, de verslaggeving en het beheer vande vermogenswaarden te bewerkstelligen;
c. de vereiste informatie tijdig verstrekt wordt aan het rijk, de provincie(s), de Europese Unie en het Centraal Bureau voor de Statistiek, alsmedeaan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het waterschap.
Artikel 19 Organisatie en administratieve organisatie
1. Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt (in een besluit) vast:
a. een eenduidige indeling van de organisatie van het waterschap eneen eenduidig toewijzing van de taken van het waterschap aanorganisatorische eenheden;
b. een adquate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controlewordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids-en beheersorganen is gewaarborgd;
c. de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;
d. de verlening van mandaten envolmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste vande toegekende budgetten eninvesteringskredieten;
e. de te maken afsprakenmet de verantwoordelijken voor organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, dedaarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
f. de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de organisatorische eenheden;
g. de interne regels (protocol) voor de inkoop enaanbesteding van werken, dienstenen leveringen die waarborgen dat wordt gehandeld inovereenstemming met de Europese en nationale regels ter zake;
h. regels die aangeven welke elementen in ieder geval moeten worden opgenomen in voorstellen voor investeringsbesluiten die aan het algemeen of dagelijks bestuurworden voorgelegd;
i. regels ter uitvoering van het gestelde inartikel 16, die samen met regels voor taken en bevoegdheden,de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in een treasurystatuut wordenopgenomen;
j. de wijze waarop wordt voorkomen dat misbruik en oneigenlijk gebruikvan regelingen en eigendommen van het waterschap wordt gemaakt.
2. Het dagelijks bestuuractualiseert de in het eerste lid bedoelde regelingenzodra hiertoe aanleiding is.
3. Het dagelijks bestuur zendt de in het eerste lid bedoelde regelingen ter kennisneming aanhet algemeen bestuur.
1. Deze verordening treedtin werking met ingang van het begrotingsjaar 2014, met dien verstande dat de begroting, de jaarverslaggeving, deuitvoeringsinformatie ende informatie voor derden ende daarbij behorende toelichtingen, zoals bedoeld inde Waterschapswet, het Waterschapsbesluit endeze verordening, die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2014 en latere begrotingsjaren voldoen aande bepalingen van deze verordening.
2. De meerjarenramingendie worden opgesteld inbegrotingsjaren met ingang van 2014 voldoen aande bepalingen van deze verordening.
3. De 'Verordening Beleids en verantwoordingsfunctie 2009', die is vastgesteld bij besluit van 9 oktober 2008 vervalt, met dien verstande dat zij van kracht blijft ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2013.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam 'Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Hollandse Delta 2014'.