Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening Wet werk en bijstand |
Citeertitel | Maatregelenverordening Wet werk en bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
hoofdstuk 5a is toegevoegd in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
de verordening treddt in werking op 1 januari 2012 met uitzondering van de verplichting voor de jongere onder de 27 jaar om in de 4 weken wachttijd op zoek te gaan naar scholing; deze verplichting treedt in werking op 1 juli 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 18-04-2013 | art. 19a en 19b | 12-12-2011 Westerkwartier, 04-01-2012 | Geen | |
01-01-2005 | 01-01-2012 | Onbekend | 20-12-2004 Westerkwartier, 20-01-2005 | Onbekend |
De Raad van de gemeente Zuidhorn;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidhorn d.d. 15 november 2011,
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 18 van de Wet werk en bijstand;
Vast te stellen de “Maatregelenverordening Wet werk en bijstand”
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Het opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid of artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage waarmee de bijstand wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 5 Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel indien:
De gedraging meer dan één jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van 5 jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 7 Samenloop van gedragingen
Indien een belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte en duur van de maatregel uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste maatregel is gesteld.
Indien een belanghebbende zich binnen 12 maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging of een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie, wordt de duur van de maatregel verdubbeld. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Indien een belanghebbende zich binnen 12 maanden na bekendmaking van het laatste besluit waarbij een maatregel is opgelegd, voor de derde of volgende maal schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging of een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie, kan het college een maatregel opleggen voor onbepaalde duur.
Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de plicht tot arbeidsinschakeling
Artikel 9 Indeling in categorieën
Gedragingen van de belanghebbende waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Artikel 10 De hoogte en duur van de maatregel
Voor het opleggen van de maatregel kan worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ten aanzien van een verwijtbare gedraging bedoeld in artikel 9, eerste lid sub a en b, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van dezelfde verplichting plaatsvindt binnen een periode van 12 maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Hoofdstuk 3 Niet nakomen van de inlichtingenplicht
Artikel 11 Te laat verstrekken van gegevens
Indien een belanghebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van bijstand of de voortzetting daarvan niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn te verstrekken, wordt met toepassing van artikel 54 van de wet een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende een maand, onverminderd artikel 2, tweede lid.
Van het opleggen van de maatregel kan worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van 12 maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 13 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand
Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van 12 maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Hoofdstuk 4 Niet nakomen van overige verplichtingen
Artikel 15 Niet tonen van een identificatiebewijs
Indien een belanghebbende op verzoek niet een identificatiebewijs kan tonen als bedoeld in artikel 17 derde en vierde lid van de wet, wordt, met toepassing van artikel 54 van de wet, een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende een maand, onverminderd artikel 2 tweede lid.
Artikel 16 Niet nakomen van aanvullende verplichtingen
Indien een belanghebbende een of meer verplichtingen als bedoeld in paragraaf 6.3 van de wet zijn opgelegd en deze niet of in onvoldoende mate worden nagekomen, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van 10% van de bijstandsnorm gedurende een maand.
Artikel 17 Niet verlenen van de gevraagde medewerking
Indien een belanghebbende niet de gevraagde medewerking heeft verleend die nodig is voor de uitvoering van de wet bedoeld in artikel 17 tweede lid van de wet, wordt na toepassing van artikel 54 van de wet een maatregel opgelegd van 10% van de bijstandsnorm gedurende een maand onverminderd artikel 2, tweede lid.
Artikel 18 Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van minimaal 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand.
Hoofdstuk Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Artikel 19b Onvoldoende meewerken aan plan van aanpak
Onder gedragingen die niet of onvoldoende bijdragen aan het verkijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 9, wordt vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren dan wel evalueren van een plan van aanpak.