Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008 |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
CAR-UWO, art. 3:1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2008 | 01-01-2019 | Onbekend | 18-11-2008 Onbekend | Onbekend |
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld.op basis van het aantal in de betreffende maand gewerkte kalenderdagen.
Artikel 4 Onvolledige betrekking
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR/UWO.
Inpassing in de aanloopschaal als gevolg van toepassing van het voorgaande lid vindt plaats voor de periode van één jaar, waarna inschaling in de functierang plaatsvindt. Wanneer de ambtenaar op dat moment nog niet aan de functie-eisen voldoet, is verlenging van de periode van inschaling in de aanlooprang mogelijk.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 lid 2 wordt het salaris van het diensthoofd ingeschaald op één niveau onder de voor de burgemeester geldende salarisschaal, met dien verstande dat voor het diensthoofd ook de naasthogere schaal bij goed functioneren bereikbaar is, één en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.
De ambtenaar die het maximumsalaris van zijn functieschaal heeft bereikt, heeft recht op inschaling in de uitlooprang, wanneer hij/zij vier jaar op het maximum van de functieschaal heeft gestaan en in een aaneengesloten periode van vier jaar na het bereiken van het maximum van de functieschaal als eerste beoordeling tenminste “voldoet nog niet/bijna aan de functie-eisen” heeft gehad, gevolgd door drie beoordelingen met als uitkomst “voldoet aan de functie-eisen” of “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen”.
Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
III Instrumenten van flexibele beloning
Artikel 13 Tijdelijke persoonlijke toelage
Wanneer een ambtenaar na één of meer jaren een tijdelijke persoonlijke toelage te hebben ontvangen, één jaar een beoordeling “voldoet aan de functie-eisen” krijgt, maar daarna weer een beoordeling “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen” krijgt, kan de leidinggevende aangeven dat er aanleiding is om de opnieuw toe te kennen toelage vast te stellen op een niveau dat hoger ligt dan het aanvangsniveau.
IV Overige toelagen en vergoedingen
Aan de ambtenaar wiens salaris is ingeschaald in schaal 10a of lager, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.
Artikel 20 Toelage onregelmatige dienst
Voor de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden wordt de toelage onregelmatige dienst slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de dienstbetrekking is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.
Artikel 21 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst
Aan de ambtenaar wiens salaris is ingeschaald in schaal 10a of lager en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR/UWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 57 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 57 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Ten aanzien van medewerkers die vielen onder het regime van de beleidsnotitie Belonen op Maat I en/of de Bezoldigingsverordening 2001 worden bepalingen uit deze regelingen toegepast, indien deze voor hem/haar een gunstigere regeling bevatten dan de Bezoldigingsregeling 2008.
Een gratificatie ex art. 12 van de Bezoldigingsregeling bedraagt € 150,-. € 300,-. € 450,-. of € 600,-. netto.
2. Bedragen tijdelijke persoonlijke toelage
Een persoonlijke toelage ex art. 13 van de Bezoldigingsregeling wordt uitgekeerd als een bruto-bedrag. In het eerste jaar bedraagt de toelage 2%, in het tweede jaar 4% en vanaf het derde jaar 5% van het jaarsalaris.
Bij toepassing van artikel 16 van de Bezoldigingsregeling 2008 kunnen de daarin genoemde andere vormen van beloning onder meer bestaan uit:
4. Toelagen onregelmatige dienst aangewezen ambtenaren
Voor onregelmatige dienst ontvangt de ambtenaar die werkzaam is als:
De toelage is een percentage van het maandsalaris, steeds aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
5. Toelage gladheidbestrijding
De 3 opzichters die ingevolge aanwijzing van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar voor gladheid aan huis zijn gebonden en daarbij verplicht zijn van tijd tot tijd (ook 's nachts) de toestand van de weg in ogenschouw te nemen, ontvangen daarvoor elk een vergoeding van € 720,-. bruto per jaar.
Het winterseizoen is ongeveer de periode van eind oktober tot eind april.
De 4 vrachtwagenchauffeurs die ingevolge aanwijzingen van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar van gladheid aan huis zijn gebonden om bij waarschuwing de gladheidbestrijding uit te voeren, ontvangen daarvoor elk een vergoeding van € 809,64 bruto per jaar.
De trekkerchauffeur die ingevolge aanwijzingen van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar van gladheid aan huis is gebonden om bij waarschuwing de gladheidsbestrijding uit te voeren, ontvangt daarvoor een vergoeding van.€ 539,88 per jaar indien hij is ingedeeld in een ploeg van 3 trekkerchauffeurs. Bij een andere indeling wordt de beloning naar evenredigheid aangepast.
De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
Naast deze toelage is de overwerkregeling van toepassing voor de chauffeurs zodra zij daadwerkelijk buiten diensttijd gaan werken. De overwerkvergoeding voor de opzichter gaat gelden als hij daadwerkelijk langer dan een half uur achtereen buiten de diensttijd werkt.
De toelage bedraagt € 9,30 bruto per maand en wordt toegekend naast de vergoeding voor de cursus en de periodieke bijscholing.
De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
7. Toelage bedrijfshulpverlening (BHV)
De BHV toelage bedraagt € 15,70 per jaar maand bruto.
De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
De ambtenaar die (onder meer) de taak van sleutelbewaring heeft gekregen, ontvangt hiervoor een vergoeding van € 84,58 per maand bruto. De ambtenaar die (mede) tot taak heeft om handdoeken te wassen, ontvangt hiervoor een vergoeding van € 13,76 per maand bruto.
Deze vergoedingen worden aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
9. Bijwonen vergaderingen buiten diensttijd
Ambtenaren wier salaris is ingeschaald in salarisschaal 10a of lager hebben recht op een vergoeding overeenkomstig de overwerkregeling.
Ambtenaren in salarisschaal 11 of hoger hebben geen recht op overwerkvergoeding.
Het werk buiten de normale werkuren kan door elke ambtenaar in vrije tijd worden omgezet.
Het gemeentebestuur kan bedrijfskleding verplicht stellen. Deze kleding wordt door de gemeente beschikbaar gesteld.
De vergoeding wordt op een fictief bedrag gesteld en bedraagt 1/3 van de gesprekskosten met een maximum van € 86,35 per jaar. De uitbetaling vindt plaats rekening houdend met de belastingvoorschriften.
Dit maximum wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.
12. Vergoeding voor de grote schoonmaak
De ambtenaar die in dienst van de gemeente Zuidhorn is belast met het schoonhouden van een openbaar gebouw en de grote schoonmaak in het takenpakket heeft, ontvangt voor het uitvoeren van de grote schoonmaak een bruto vergoeding van 180 % van het voor deze ambtenaar geldende maandsalaris.
13. Vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer en Openbaar Vervoer (OV)
Voor de vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer wordt een bedrag per kilometer vergoed overeenkomstig de rijksregeling.
Vergoeding voor reiskosten met het OV vindt plaats op basis van getoonde vervoersbewijzen.
14. Vergoeding reiskosten vrijwillige brandweer
Voor de vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer aan leden van de vrijwillige brandweer wordt een bedrag van € 0,42 bruto per kilometer vergoed.