Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Zuidhorn |
Citeertitel | Afstemmingsverordening WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-07-2010 | 01-01-2012 | Onbekend | 06-09-2010 Westerkwartier, 15-09-2010 | Onbekend |
De Raad van de gemeente Zuidhorn;
Gezien het advies van het Cliëntenplatform;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zuidhorn
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid onderdeel b en 41, eerste lid van de Wet investeren in jongeren;
Overwegende dat het noodzakelijk is het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij wijze van sanctie bij verordening te regelen in het kader van de Wet investeren in jongeren;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Zuidhorn
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Het opleggen van een verlaging
Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, in overeenstemming met deze verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede of derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer ernstig misdraagt.
Artikel 3 Berekeningsgrondslag
De verlaging wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een verlaging
In het besluit tot opleggen van een verlaging worden in ieder geval vermeld: de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het bedrag waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardverlaging.
Artikel 5 Horen van belanghebbende
Het horen van de jongere kan achterwege worden gelaten indien:
De jongere niet heeft voldaan aan het verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 11 vierde lid, van de wet, werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 44 van de wet, of;
HOOFDSTUK 2 HET NIET NAKOMEN VAN DE VERPLICHTINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 44 WIJ
Artikel 9 Schending inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente (eerste categorie)
Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een verlaging opgelegd van 5 % van de WIJ-norm.
Artikel 10 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente (tweede categorie)
Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid van de wet, heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een verlaging opgelegd van 10 % van de WIJ-norm.
HOOFDSTUK 3 HET NIET NAKOMEN VAN DE VERPLICHTINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 45 EN HET ZICH ZEER ERNSTIG MISDRAGEN
Artikel 11 Schending verplicht als bedoeld in artikel 45 en het zeer ernstig misdragen (derde categorie)
In afwijking van het tweede lid kan een verlaging worden opgelegd van 100% van de WIJ-norm indien binnen 12 maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd in verband met het zich ernstig misdragen tegenover het college of tegenover de in zijn opdracht werkende ambtenaren of medewerkers als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, indien de jongere zich opnieuw ernstig misdraagt tegenover het college of tegenover de in zijn opdracht werkende ambtenaren of medewerkers als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet (recidive).
Het college heroverweegt de in artikel 9, vierde lid, de in artikel 10 vierde lid en de in artikel 11, zesde lid, bedoelde verlaging, of de verlaging die na een eerdere heroverweging voor een periode langer dan 3 maanden is voortgezet, binnen een termijn van ten hoogste 3 maanden na de datum van het besluit tot verlaging of voortzetting van de verlaging.
Het college kan bij een besluit tot voortzetting van de verlaging het percentage genoemd in artikel 9, derde lid, artikel 10 derde lid en artikel 11 derde lid verdubbelen, rekening houdend met de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de belanghebbende,