Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Peilbesluit De Koekoek 2013 |
Citeertitel | Peilbesluit De Koekoek 2013 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Kaart bij partiele herziening Peilbesluit De Koekoek 2013 oost Kaart bij partiele herziening Peilbesluit De Koekoek 2013 west |
Dit peilbesluit vervangt peilbesluit De Koekoek d.d. 16 december 1998.
Wijziging 17 februari 2016: aanpassing bijlage, aanpassing peilen van een aantal peilvakken naar praktijkpeil en aanpassing begrenzing van een aantal peilvakken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2016 | nieuwe regeling | 16-12-2015 | 872567, 948498 | ||
04-04-2013 | 17-02-2016 | nieuwe regeling | 27-02-2013 IJsselbode, Zendernieuws, Lekstreek 27-3-2013; Wsb 2013, 1 | 575147, 578130 |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
Op het voorstel van het College van 2 oktober 2012 met nummer 575147;
Overwegende dat een peilbesluit eens in de 10 jaar moet worden herzien en dat voor peilbesluit De Koekoek nog niet is gebeurd.
Gelet op artikel 5.2 van de Waterwet en artikel 4.4 t/m 4.8 van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009,
Onder intrekking van het peilbesluit De Koekoek d.d. 16 december 1998, het peilbesluit De Koekoek 2013 vast te stellen zoals hierna is aangegeven.
Voor de toepassing van dit besluit geldt dat peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil 2005 (NAP 2005).
Voor de bepaling van de gemiddelde drooglegging per peilgebied in 2012 is de maaiveldhoogte van 2008 gecorrigeerd. Voor veen is een maaivelddaling van 2 cm in de periode 2008 – 2012 aangehouden (o.b.v. 4 cm/10 jaar). Voor klei-op-veen is uitgegaan van 1,5 cm sinds 2008 (3 cm/10 jaar). De gemiddelde maaiveldhoogten per peilgebied t.o.v. NAP zijn voor veen met 2 cm en voor klei-op-veen met 1,5 cm verlaagd.
In peilgebieden uit tabel 1 met een zomer- en winterpeil zal de overgang van zomerpeil naar winterpeil, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaatsvinden in de loop van de maanden september tot en met november. De overgang van winterpeil naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaatsvinden in de loop van de maanden april tot en met juni.
Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden is bevoegd om, onder afweging van de betrokken belangen, van het in artikel 3 vermelde peil af te wijken, indien daarvoor op grond van te verwachten of reeds optredende extreme - natte of droge - weersomstandigheden, dan wel in verband met dreigende of reeds optredende calamiteiten, aanleiding bestaat.