Organisatie | Dinkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel huishoudelijke afvalstoffen |
Citeertitel | Beleidsregel huishoudelijke afvalstoffen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2017 | Nieuwe regeling | 07-02-2017 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland;
overwegende dat ingevolge artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid;
dat ingevolge artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht onder “beleidsregel” mede wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;
dat ingevolge de Wet milieubeheer wordt verstaan onder huishoudelijke afvalstoffen:
huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voor zover het ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;
dat de zinsnede “afkomstig uit particuliere huishoudens” nadere duiding behoeft als het gaat om een specifieke vorm van
ad a), dat bij woonzorggebouwen de traditionele benadering er van uit gaat dat aanleunwoningen bij een woonzorggebouw zijn ingericht voor het voeren van een particulier huishouden maar daarentegen interne kamers in hetzelfde woonzorggebouw niet beschikken over de vereiste mate van zelfstandigheid om als zodanig te kunnen worden aangemerkt gelet op de zorgbehoefte van de bewoners;
dat er als gevolg van ontwikkelingen in de zorg inmiddels nieuwe vormen van zorg- en woonzorggebouwen zijn ontstaan, waarbij bewoners van op zichzelf afzonderlijke percelen op grond van hun persoonlijke situatie een grote zorgbehoefte hebben, vergelijkbaar met de zorgbehoefte van kamerbewoners in een woonzorggebouw;
dat in die gevallen, anders dan bij een traditionele aanleunwoning, de zelfstandigheid die nodig is om te kunnen spreken van een particulier huishouden zich niet voordoet;
ad b), dat afvalstoffen afkomstig van personen die recreatief verblijf houden op recreatieterreinen niet kunnen worden toegerekend aan een bepaald particulier huishouden maar veeleer dienen te worden aangemerkt als afvalstof, afkomstig van het recreatieterrein zoals dat in zijn geheel overeenkomstig zijn bestemming in gebruik is bij een diffuse groep van personen;