Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarn

Parkeerverordening Lage Vuursche

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Lage Vuursche
CiteertitelParkeerverordening Lage Vuursche
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 149
  2. Wegenverkeerswet 1994, artikel 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-200821-11-2013Nieuwe regeling

20-02-2008

Baarns Weekblad 13-3-2008

08RV000003

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Lage Vuursche

De raad van de gemeente Baarn,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 januari 2008,

Gehoord de Commissie Ruimtelijke Omgeving en Beheer op 7 februari 2008,

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;

Overwegende dat het wenselijk is om in Lage Vuursche parkeerplaatsen te reserveren voor bewoners en bedrijven;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Parkeerverordening Lage Vuursche

Parkeerverordening Lage Vuursche

Artikel 1 Inleidende bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a)RVV 1990:

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stbl.459;

 

b)Voertuig:

Wat daaronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

 

  • c)

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en wordt gebruikt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen op binnen de gemeente gelegen, voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet volgens een wettelijk voorschrift is verboden;

     

  • d)

    Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het het parkeren in het register was ingeschreven;

     

  • e)

    Belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift ‘zone’, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

       

  • f)

    Vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op een daartoe aangewezen belanghebbendenplaats;

     

  • g)

    Vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;

     

  • h)

    Bezoekersvergunning: een verleende vergunning krachtens welke het een bezoeker van bewoners is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

     

  • i)

    Zakelijke vergunning: een verleende vergunning waarop artikel 3 lid 2 sub b) van toepassing is;

     

  • j)

    Straatgedeelten: een straat, terrein of zone

Artikel 2 Belanghebbendenvergunningen

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de bebouwde kom van Lage Vuursche volgens de Wegenverkeerswet 1994.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan bij een openbaar te maken besluit straatgedeelten aanwijzen waarin geadresseerden in aanmerking komen voor een vergunning.

Artikel 3 Vergunningen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen.

  • 2.

    Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze:

    • a)

      Woont in een straatgedeelte waarop artikel 2 lid 2 van toepassing is;

    • b)

      Een beroep of bedrijf uitoefent in een straatgedeelte waarop artikel 2 lid 2 van toepassing is èn aantoont dat het in het belang van van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat straatgedeelte een motorvoertuig te parkeren;

    • c)

      Werkzaam is voor het algemeen nut en daarvoor structureel en regelmatig in een straatgedeelte werkzaamheden uitvoert èn aantoont dat het in het belang van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat straatgedeelte een motorvoertuig te parkeren;

    • d)

      In dienst is bij de Gemeente Baarn en in dat verband werkzaamheden uitvoert in het straatgedeelte;

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een bezoekersvergunning verlenen aan de eigenaar of houder van een voertuig in die gevallen waar artikel 3 lid 2 sub a of artikel 3 lid 2 sub b van toepassing is.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan daarbij:

    • a)

      De tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan de vergunninghouder is toegestaan;

    • b)

      Het maximum aantal uit te geven vergunningen per straatgedeelte vaststellen;

    • c)

      De aanvraag op een wachtlijst plaatsen als op het moment van het aanvragen het maximum aantal uit te geven vergunningen per straatgedeelte is bereikt;

    • d)

      De periode vaststellen waarvoor een vergunning wordt verleend.

Artikel 4 Beperkingen aan vergunningverlening

  • 1.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning ook andere beperkingen verbinden. Deze beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerplaatsen.

Artikel 5 Vergunningaanvraag

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, bij openbaar besluit regels geven omtrent:

    • a)

      Het aanvragen en verlenen van een vergunning;

    • b)

      De eisen waaraan een aanvrager van een vergunning moet voldoen;

    • c)

      Het aantal per adres te verlenen vergunningen alsmede het aantal op de vergunning te vermelden kentekens;

    • d)

      Het aantal per beroep of bedrijf uit te geven vergunningen als bedoeld in artikel 3 lid 2 sub b);

    • e)

      De wijze waarop het belang het belang voor de uitoefening van het beroep of bedrijf door de aanvrager moet worden aangetoond;

    • f)

      De behandeling en afhandeling van een vergunning;

    • g)

      De uitgifte van vergunningen in bijzondere gevallen;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 4 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de in het tweede lid termijn met hooguit acht weken verlengen. Als daar sprake van is wordt de aanvrager daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 6 Voorschriften voor vergunningen

De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a)

    Het straatgedeelte of de straatgedeelten waarvoor de vergunning geldt;

  • b)

    De naam en het adres van de vergunninghouder en / of het kenteken van het motorvoertuig of de kentekens van de motorvoertuigen waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 7 Intrekking of wijziging

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning intrekken of wijzigen:

    • a)

      Op verzoek van de vergunninghouder;

    • b)

      Wanneer de vergunninghouder niet meer woont op het adres waarop de vergunning van toepassing is of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c)

      Wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d)

      Wanneer in het betreffende straatgedeelte het vergunningenstelsel komt te vervallen;

    • e)

      Wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en / of beperkingen;

    • f)

      Wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g)

      Vanwege het openbaar belang.

      2.Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van dit besluit schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 8 Verbodsbepaling inzake het parkeren van niet-motorvoertuigen

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1.

Artikel 9 Verbodsbepaling inzake het parkeren zonder vergunning

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan daar een motorvoertuig te parkeren danwel geparkeerd te houden:

    • a)

      Zonder vergunning;

    • b)

      Zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning;

    • c)

      In strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en / of beperkingen.

      2.Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 8 en artikel 9 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11 Opsporing

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen belast.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), ten gunste van de aanvrager af te wijken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Parkeerverordening Lage Vuursche”.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking ervan.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 februari 2008

De griffier, De voorzitter,